• No results found

Werken wordt gereglementeerde arbeid en vrijheid neemt af

Amor Mundi en fundamentele condities van de mens

10.5 Betekenis van amor mundi en fundamentele activiteiten voor organiseren en veranderen

10.5.6 Werken wordt gereglementeerde arbeid en vrijheid neemt af

In ons normale taalgebruik is het verschil tussen arbeiden en werken weggevallen. Arbeiden is een ‘ouderwets’ begrip, misschien zelfs min of meer besmet. Dit bete- kent niet, in ieder geval in de visie van Arendt, dat er geen verschil is tussen arbei- den en werken. Dit verschil is fundamenteel. Zoals arbeid direct gerelateerd is aan het lichamelijke, aan het overleven,165 zo relateert Arendt het werken aan de ‘han-

den’. Het ‘hoofd’werk, het white collar werk behoort hier ook toe. Het is ‘homo faber die maakt en letterlijk ‘be-werkt’. Zoals het leven en het overleven de conditie is voor het noodzakelijke arbeiden, is voor het werken de bepalende conditie van de

uitgesloten, twee zaken nodig heeft, oorlog en slavernij. (Safranski,2000:62) Wanneer ik Bataille bespreek zullen deze beide zaken terugkomen. Bataille laat echter zien dat de verhouding tussen leiders die profiteren van de productiekracht van arbeiders en daar ook meer van profiteren dan de arbeiders zelf niet gezien hoeft te worden als een vorm van slavernij, maar als een sociale

verstandhouding ten behoeve van het voortbestaan van de samenleving en het kunnen ervaren van het gemeenschappelijke. Voorwaarde daarbij is het meer profiteren van de productie ook ten goede komt aan de samenleving. Dit kan zeer indirect zijn.

mens het ‘in de wereld zijn’. Dit in de wereld zijn betekent dat de mens, als homo faber de natuur ‘bewerkt’, dingen maakt, voorwerpen maakt die blijvend gebruikt en hergebruikt kunnen worden, ‘waarvan de totale som het menselijk artefact constitueert – de wereld waarin wij leven.’ 166 De wereld, die de mens zelf produ-

ceert, is de schakel tussen de mens en de natuur waar hij deel van is.

In tegenstelling tot het onmiddellijk consumeren van de productie, dat ken- merkend is voor het arbeiden, kenmerkt het werken, in de visie van Arendt, zich door de ‘productie van duurzame goederen: gebruiksgoederen’. Goederen die niet verbruikt worden, tenminste niet direct teniet gedaan worden, maar over een lan- gere tijd gebruikt kunnen worden, en eerder door slijtage dan door verbruik terug- vallen aan de natuurlijke cyclus. Dat wat door arbeiden of werken wordt

geproduceerd en niet direct verbruikt wordt en niet snel bederft kan geruild wor- den of gebruikt worden, ofwel economisch worden ingezet. Zowel natuurlijke producten als kunstproducten kunnen gebruikt worden als werktuig of kunstwerk. Het kunstwerk, schilderijen, beelden, gebouwen vat Arendt op als een bijzonder kunstproduct. In veel gevallen overleeft het de maker en vertelt het een verhaal van de ontwikkeling van de wereld over een lange tijd gemeten. Kunstproducten die werktuigen 167 zijn en ingezet worden om de resultaten te verhogen, zijn in die zin

van groot belang voor het arbeiden en werken. Hier kan onderscheid worden gemaakt tussen werktuigen die gebruikt worden in het arbeiden – deze verlichten de zwaarte van het arbeiden – ook de mechanisatie van arbeidsprocessen valt hier- onder en werktuigen die specifiek ‘ontworpen en uitgevonden zijn voor de vervaar- diging van dingen: hun geschiktheid en precisie worden eerder gedicteerd door ‘objectieve’ doeleinden dan door subjectieve noden en behoeften’.168 Noden die

bepalend zijn in het arbeiden. Juist dit type werktuigen van het werken, omdat zij gemaakt zijn op basis van een model van objectieve doeleinden maakt het mogelijk de productie van goederen te verhogen. De ambachtsman, die met zijn arbeid een unicum maakt, en eventueel door herhaling unica maakt, kan met behulp van werktuigen en aan de hand van een ‘model’ – dat ‘met het voltooide werk niet ver- dwijnt’ (Arendt,1999a:140) – deze herhaling omzetten in een vermenigvuldiging, om vervolgens de producten daarvan als confectie te slijten.

In deze herhaling door de vermenigvuldiging wordt het onderscheid dat het werken heeft met arbeiden kleiner. Was werken en het realiseren van duurzame goederen een verruiming van de vrijheid, juist in de reproductie en de daar uit voortvloeiende grotere productie, neemt het belang van het economisch leven en economisch denken toe. Er is wellicht geen bedrijfsproces meer dat niet is uitge- drukt in productie- en resultaat indicatoren. De toenemende mogelijkheid tot reproductie leidt eerder tot meer afhankelijkheid van het economisch proces en daarmee tot een vermindering van de vrijheid, dan mag worden verwacht op grond van het onderscheid arbeiden en werken.

Niet alleen in de (re)productie, maar ook in het gebruik van de ‘bijna onein- dige verscheidenheid van dingen’, komt deze afhankelijk naar voren.

(Arendt,1999a:135) Er zijn nagenoeg geen gebruiksgoederen aan te wijzen die niet zijn voorzien van een gebruiksaanwijzing in de vorm van regels. Productieproces- sen worden vastgelegd in kwaliteitstermen, verhoudingen tussen mensen in regle- menten, convenanten, CAO’s, en nog vele andere contractvormen. Kortom het kunnen omgaan met het totale kunstproduct betekent een immense uitbreiding van regels. Regels die een manifestatie zijn van het verlangen naar een gewenste stabiliteit in de turbulente natuur en het onvoorspelbare leven, en daar tegelijk de

noodzakelijke objectivering van zijn. Deze objectivering via regels beperkt zich niet alleen tot dingen. Ook mensen en verhoudingen tussen mensen maken deel uit van de duurzame wereld. Om daar stabiliteit in te krijgen worden mensen en hun onderlinge verhoudingen uitgedrukt in regels. Zo werkt iemand volgens een func- tiebeschrijving en wordt de verhouding tussen mensen binnen afdelingen vastge- legd in een orgaanbeschrijving en organigram. Meestal nuttig en functioneel om een stabiele werkwijze te realiseren en in stand te houden. Maar tevens de kern van de moeilijkheid die mensen in productieprocessen ondervinden om elkaar te ontmoeten. Een ontmoeting van mens tot mens. Een ontmoeting waarin een ieder in de gelegenheid is zijn of haar identiteit te vormen en te tonen. Kortom het wer- ken leidt zonder twijfel tot een meer duurzame wereld, waarin veiligheid en rust gewaarborgd lijken te zijn. Echter, het veroorzaakt ook een scheiding tussen men- sen en tussen mensen en de dingen. Deze scheiding leidt op haar beurt weer tot onrust, onvrede en onveiligheid, zodat het zoeken naar andere duurzame middelen om de stabiliteit te vergroten wordt voortgezet. Het aantal en soorten regels neemt wederom toe. In deze vicieuze cirkel en paradoxale verhouding wordt de kans op ontmoetingen kleiner. In termen van Arendt de ‘spaces of appearances’ waar men- sen hun identiteit kunnen tonen en vormgeven, wordt enger. Juist deze ruimte is noodzakelijk voor verandering en vernieuwing, ofwel voor de derde fundamentele activiteit het handelen.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN