• No results found

Andersoortige antwoordstrategieën

De plaats van vrijheid

4.4 Andersoortige antwoordstrategieën

Zoektochten, als onderhavige, naar betekenissen van het overgangsgebied van wetenschappers, filosofen en practici, kunnen worden ondergebracht in een aantal ‘antwoordstrategieën die Kunneman onderscheidt. Hij onderscheidt er drie. Ant- woordstrategieën die mensen volgen in de hoop antwoorden te ‘vinden op de pro- blemen die de voortgaande modernisering met zich meebrengt: I. het gesloten modernisme, met als ‘credo er is eigenlijk niets aan de hand’, II. het sombere post- modernisme, met als credo ‘het loopt mis, maar er valt niets aan te doen’ en ten derde, III. ‘een breed scala aan eigentijdse zoektochten naar mogelijkheden tot transformatie van het postindustriële kapitalisme waarin de modernisering is uitgemond.’ (Kunneman, 2005:33) Mijn onderzoek naar andere betekenissen van vrijheid zie ik deel zijn van deze laatste antwoordstrategie. Ik veronderstel dat een ander verstaan van vrijheid, in het verlengde daarvan van macht, politiek en het stellen van ethische vragen kan leiden tot een verandering in het weerbarstig gebeuren van het veranderen. Waarin intimiteit, gemeenschappelijkheid, betrok- kenheid en het verbonden zijn zich herstellen.

Professionals die een poging wagen hun denkschema’s en stuuropvattingen

62 ‘1) De gemeenschap is geen beperkte vorm van maatschappij, evenmin streeft zij naar algehele versmelting. 2) Anders dan een sociale eenheid legt zij zich het verbod op iets vorm te geven en heeft zij geen enkele productiewaarde als doel. Waarvoor dient zij? Voor niets, voor niets anders dan het

dienen van de ander te laten verschijnen […]’ (Blanchot, 1985:21)

63 Vergelijk de ideeën die Varela (1999) oppert over ethiek en de selfless I gebaseerd op Oosterse leertheorieën. Zie hoofdstuk 6

te leren kennen en ter discussie te stellen zodat zij mogelijkerwijs veranderen, leren hun theorieontwikkeling en de praktijk van organisatieverandering radicaal te veranderen. Denkschema’s radicaal veranderen, veronderstelt een manier van ontstijgen. Daarmee heb ik niet een godsdienstig mystieke verticale transcendentie op het oog. Ik wil de opengevallen plaats na de dood verklaring van God door Niet- zsche niet opvullen. Het ontstijgen waar ik hier over spreek is niet religieus mys- tiek van aard, maar een ontstijgen van iedere betrekking, verticaal of horizontaal. Dit is waarom ik de betrekkingen zoals Blanchot deze verwoord heb meegenomen als criterium voor de keuze van veranderstrategieën die ik onderzoek. Om de cate- gorisering van mijn zoektocht te verfijnen kom ik weer uit bij Kunneman (2005). Mijn poging valt in de vierde zoektocht van de derde antwoordstrategie die hij onderscheidt.64 ‘Eigentijdse zoektochten’ en die in de woorden van Kunneman

gekenmerkt worden door het zoeken naar ‘de mogelijkheid van nieuwe verbindin- gen tussen premoderne en moderne wereldbeelden […] maar ook in een denktradi- tie staat waarin eerder de continuïteit dan de breuk tussen premoderne en moderne maatschappijen wordt benadrukt […]’.65 (Kunneman, 2005:37/38) Premo-

derne beelden, waarden en wijzen van samenleven, en als ik Toulmin volg vroeg moderne humanistische opvattingen en denkbeelden van Montaigne en Erasmus zoals openheid, lokale ontwikkeling van waarden, dubbelzinnigheid en ontspan- ning zouden in de hedendaagse moderne wereld van belang kunnen zijn. Dat dit nu niet het geval is, tenminste niet in de downstream theorieën van de organisatie- kunde is een gevolg van de breuk die is ontstaan tussen de moderne wereld, het moderne denken van Descartes en Newton en de premoderne of vroeg moderne wereld. Een breuk die lijkt te verhinderen dat oudere inzichten op hun merites beoordeeld worden en in het moderne denken en wijze van samenleven kunnen worden ingepast. Mogelijkerwijs treden een aantal premoderne denkbeelden en daarbij passende waarden, die met de intrede van de moderniteit naar de achter- grond zijn verdwenen, weer naar de voorgrond. Voor wat betreft de praktijk van het weerbarstig veranderen zou dit kunnen betekenen dat niet alleen de problematiek van de situatie bloot wordt gelegd, maar dat de hindernissen die de moderniteit opwerpt, bijvoorbeeld om ethische vragen bij economische of andersoortige beslis- singen te kunnen en mogen stellen, worden gezien, en – naar ik hoop – worden geslecht.

In sommige organisaties, en nog veel eerder individuen ontwikkelen en volgen strategieën waarin premoderne opvattingen gecombineerd worden met moderne levenswijzen. De ervaring leert dat zij die dit doen, daar vaak enthousiast over rapporteren. De resultaten van deze aanpakken voor hen als persoon zorgen ervoor dat zij hun zelfvertrouwen terugvinden, en de ervaring hebben dat het leven ook iets anders kan zijn dan slechts doelgericht werken, presteren en bezittingen vergaren. Indirect is hiermee een toegevoegde waarde aangetoond van dit type strategieën. Juist omdat de succesvolle ervaringen persoonlijk zijn, en niet

64 Binnen de waaier van eigentijdse zoektochten gericht op een transformatie van de moderniteit, kunnen vier richten onderscheiden worden’ [...] ‘terug te keren naar een traditioneel religieus wereldbeeld’ [...] een herstel van traditionele waar- den onder verwijzing naar een religieuze traditie als bron van bindend moreel gezag met behoud van

vermarkting’ [...] het kritisch modernisme ... zij bepleiten een versterking van democratisering en een verbreding van het moderne begrip van rationa- liteit als tegenwicht tegen eenzijdige processen van vermarkting en de daarmee verbonden inperking van rationaliteit en bureaucratische vormen ervan [...] een vierde zoekrichting ... die heeft betrekking

makkelijk wetenschappelijk aantoonbaar kunnen worden gemaakt, is de vertaling daarvan naar het niveau van de organisatie of zelfs naar het niveau van de interac- tie tussen twee of drie mensen moeilijk. Op het niveau van samenwerken en samenleven zijn de resultaten wisselend, bijvoorbeeld van strategieën waarin oos- terse wijsheden en technieken worden toegepast, maar ook aanpakken die onder de noemer van de lerende organisatie of en continu veranderen worden toegepast en onderzocht. Dit is de reden waarom ik op zoek ben naar andere wijzen van leren en interveniëren in organisaties. Benaderingen van het weerbarstig verande- ren waar het hermeneutische denken en narratief leren van Kunneman en het op zoek gaan naar de plek der moeite zoals Wierdsma voorstelt, voorbeelden van zijn. Ook de ideeën van Varela waarin hij zelfproductie en ethiek verbindt horen hier thuis. Wat ik mij probeer voor te stellen zijn wijzen van organiseren en veranderen die meer recht doen aan een vooruitgangsideaal waarin het stellen van morele vragen common sense is. En waar vrijheid in al haar waarden ervaren wordt. Voor- stellingen waarin verstaan wordt waarom benaderingen, methoden en instrumen- ten van professionals juist wel of juist niet werken. Tegelijkertijd stel ik mij ook actie voor. Onderzoek, en dit schrijven is niet meer of minder dan onderzoek, is echter niet zondermeer actie. Mijn voorstellingen, omdat zij onderbouwd en gestructureerd plaats heeft binnen een wetenschappelijk onderzoekskader, kan en zal wellicht worden opgevat als een nieuwe theorie, aanpak en set van instrumen- ten. Naast alle voordelen en mogelijkheden van een verantwoorde set van gereed- schappen, is één belangrijke beperking van een dergelijke set te noemen, namelijk dat het opgevat wordt als serieuze wetenschap. Een wetenschap die het spel, of nog beter gezegd het spelen, dat een cruciaal aspect is van onderzoek wil het een inter- ventie zijn, naar de achtergrond doet verdwijnen. Op zoek ben naar manieren van werken en onderzoeken die theorie en gereedschap doen ontstaan, waarmee gewerkt kan worden, en tot spelen stimuleren. Spelen in de betekenis dat het gebruik van het zelf of door anderen ontwikkelde gereedschap geen garanties hoeft te bieden, maar een bewust en serieus spelen is waar sprake mag zijn van een gelukte mislukking. En waar de gebruikers zich iedere keer weer afvragen wat er toe bijdroeg dat iets lukte of niet. Aan deze voorstelling wil ik mij niet onttrekken en ik zal proberen te spelen met de inzichten die mijn onderzoek oplevert. Spelen in de betekenis van haar eigen spel op het spel zetten.

Het is niet mijn bedoeling een nieuwe theorie op te stellen. Dit zou strijdig zijn met het op het spel zetten van eigen opvattingen, gedachten en redeneringen. Nee, in deel IV, ontwikkel ik een filosofie van het veranderen als weerbarstig gebeuren. Een filosofie die stoelt op de spanningsvolle betekenissen van vrijheid zoals nataliteit in navolging van Arendt en vrijheid als soevereiniteit zoals Bataille dit uitwerkt. Deze vrijheidsbegrippen vormen een overgangsgebied. Een overgang ofwel een grensgebeurtenis tussen modern enerzijds en pre modern en postmo- dern anderzijds, tussen representatief en interventioneel, tussen ‘foundational en

op de mogelijkheid van nieuwe verbindingen tussen premoderne en moderne wereldbeelden: […] maar ook in een denktraditie waarin eerder de continuï- teit dan de breuk tussen premoderne en moderne maatschappijen wordt benadrukt: het hermeneuti- sche denken.’ (Kunneman, 2005:37, 38)

65 Zoektochten waartoe ook Chia’s (1996) oproep om logica’s die oppositioneel zijn ook als aanvullend te zien. Zie hoofdstuk 1.2

antifoundational’.66 In dit overgangsgebied, in dit tussen, zo verwacht ik, ontstaat

een ander verstaan van het weerbarstige veranderen van het organiseren. Een verstaan waar het mogelijk is, wellicht common sense wordt morele vragen te stellen naar de effecten van voorstellen op het terrein van economie, techniek, en regelgeving en naar de werking en plaats van macht in organisaties en samenle- ving. In dit verstaan zouden meerdere betekenissen en vormen van politiek van invloed kunnen zijn in het veranderen van het organiseren. Betekenissen zoals: politiek als voorwaardenscheppend, als hinderlijk najagen van persoonlijke of groepsbelangen, als overkoepelend besluitvormingsproces, als verzoening met dat wat plaats heeft, als verontrusting van gevestigde structuren en belangen, als initia- tief dat tot het nieuwe leidt, als innerlijke aanvechting die ieder mens eigen is. Betekenissen die onvermijdelijke tegengestelde verhouding van individuele vrij- heid van mensen en georganiseerde structuren tot een leerzaam overgangsgebied maken.

hoofdstuk 5

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN