• No results found

Subtiele werking van ‘totalitaire’ tendensen nu?

Nataliteit en autonomie

9.3 Subtiele werking van ‘totalitaire’ tendensen nu?

Zijn de drie elementen van het totalitarisme, door Arendt onderscheiden, niet in de huidige consumptiemaatschappij, en dus ook in organisatie op subtiele wijze actief? Waarnemingen die vandaag de dag vaak kunnen worden gedaan en in veel media worden besproken geven wel aanleiding hierover na te denken. Ten eerste: mensen keren zich en masse af van de politiek, op gemeentelijk, landelijk en op Europees niveau. Tegelijkertijd keren zij terug naar de politiek als “tegenstem”. Enigszins cynisch kan worden gesproken van een burgerloos Europa, en ook bur- gerloze landen en burgerloze steden. Burgers zijn voor bestuurders en andere ambtsdragers geen burgers meer waarvan verwacht wordt dat zij hun burgerrech- ten tot uiting brengen. Zij zijn bewoners, klanten, of uitkeringstrekkers. Het aantal politieke initiatieven van niet professioneel werkzame politici is gering en margi- naal. Marginaal in de zin dat zij een deelbelang nastreven en niet een breed maat- schappelijk perspectief vertegenwoordigen en nauwelijks voorkomen. Niet alleen het afkeren van de politiek, maar ook de binding met sociale instellingen, met bedrijven, met concrete organisaties lijkt kleiner en kleiner te worden. Mensen binden zich primair met zaken die hun persoonlijke ontwikkeling stimuleren, en de positieve ervaringen die zij opdoen zien zij als een positieve bijdrage aan het geheel. De behoefte om erbij te horen is wel groot. Mensen lijken zich intens te verbinden met idolen. De hoeveelheid mensen dat op de been komt bij begrafenis- sen van bijvoorbeeld prinses Diana, Paus Paulus VI en André Hazes is enorm. Is hier sprake van geen binding in de zin van Arendt of van een andersoortige bin- ding, een nieuwe vorm van ontmoeting en politiek bedrijven? Laat ik de strikte scheiding tussen private en publieke manifestatie los dan zou hier een bijzondere vorm van politiseren plaats hebben. Een politiek die zich uit in consumeren, waar- in elk mens zijn identiteit vormt door op een specifieke manier goederen te kopen of op bepaalde plaatsen te zijn. Het zou een variatie zijn van Arendt’s handelen en spreken, en het jezelf tonen in de publieke ruimte. Deze vorm van politiseren is in

de termen van Arendt niet goed te verstaan.

Het tweede element van het totalitarisme: terreur is een door het individu niet te vermijden en diep ingrijpend proces in de persoonlijke omstandigheden van het individu. Er is nu zonder meer sprake van terreur. Ontkenning van dit kenmerk van totalitarisme is met oogkleppen oplopen. Deze vorm van terreur krijgt veel aandacht, misschien wel teveel. Geen Koninginnedag of dodenherden- king kan ongestoord verlopen. Ik vraag mij af of er nu geen subtielere equivalenten van terreur actief zijn. Activiteiten die niet gevraagd worden door mensen, maar wel diep in hun persoonlijk leven ingrijpen. Ik denk aan televisie en aan de als- maar uitbreidende dienstverlening. Media en diensten die tot in de meest intieme aspecten van het persoonlijk leven binnen dringen. Waarbij zaken die tot voor kort als privé werden beschouwd nu voor het grote publiek aanschouwelijk en daarmee sociaal worden gemaakt. De vergroting van de sociale ruimte grijpt niet alleen diep in het persoonlijk leven van mensen, maar leidt er mogelijkerwijs ook toe dat de ruimte tussen mensen waarin het handelen ontstaat wordt verkleind. Wederom een verkleining van de politieke ruimte. Vergelijkbare processen zijn ook op vele andere terreinen, en binnen bedrijven en instellingen zichtbaar. Bijvoorbeeld dat de top van de hiërarchie, wel of niet ondersteund door een aantal vazallen, bedenkt wat goed is voor het hele bedrijf. Dat wat is bedacht wordt in systemen en proces- sen uitgewerkt en daarna op vele plaatsen geïntroduceerd. De woordkeuze uitrol- len die daarbij wordt gebruikt drukt precies uit wat er gaande is. Namelijk zij die betrokken zijn kunnen niet veel anders doen dan de verandering over zich heen laten komen en ondergaan. Hun mening en gevoel wordt niet of nauwelijks op prijs gesteld.120 Het derde element: overtollig maken van mensen, de reductie van

pluraliteit, die naar mijn waarneming al werkzaam is in de media die op subtiele wijze de schijn van onderscheid en uniciteit ophoudt, en nog slechts markten bedient. Zij vindt ook plaats middels uniformering en standaardisatie van de tech- nologie, de werkprocessen, de wetgeving, marketing en nog vele andere zaken.

Een tweede bewering die wijst op een subtielere werking van eigentijdse totalitaire tendensen vind ik in wat Sloterdijk noemt de ‘Nieuwe tijd als mobilisa- tie’. (Sloterdijk,1991:21) De mobilisatie waar hij over spreekt heeft het karakter van een project dat voorkomt ‘uit de grandioze veronderstelling dat wij spoedig de loop der wereld zo kunnen bepalen dat alleen nog in beweging is wat we door onze eigen activiteiten redelijkerwijs aan de gang willen houden. Het project van de moderne tijd berust bijgevolg [...] op een kinetisch utopie: alle bewegingen van de wereld moeten ons ontwerp ervan realiseren.’ (Sloterdijk,1991,22) De idee dat beweging, snelheid, geloof in de vooruitgang mensen ontheemd doet raken zie ik al bij Arendt in haar kritiek op de snelheid van consumptie van ver- en gebruiks- goederen. Het politieke pendant wordt door Verhoeven weergegeven als zij zegt ‘dat totalitaire bewegingen massa’s mobiliseren. Deze massa’s bestaan uit grote aantallen politiek onverschillige, niet partijgebonden en maatschappelijk geïso- leerde mensen.’ (Verhoeven,2003:45) De onrust in de parlementaire democratie over de binding tussen politiek en burgers is hier direct op terug te voeren. Of dit verband er is zoals Verhoeven beredeneert, is de vraag. Is het totalitaire niet de

120 Een voorbeeld is het verbod dat farmaceutische bedrijven hun medewerkers opleggen om met een documentairemaker te praten. (NRC, 5 jan. 2005)

mobilisatie zelf, zoals Sloterdijk aanduidt? Met andere woorden kan de stelling die Verhoeven bij Arendt vindt niet worden omgedraaid: leidt de mobilisatie van de massa niet tot totalitaire bewegingen? Is de versnelling van het dagelijks leven, en de kinetische utopie zoals Sloterdijk die ziet, niet de weg naar ‘nieuwe’ vormen van bewegingen die de vreemdheid van het andere wegdrukt. En is deze beweging niet gevaarlijker dan de vroegere uniformering door politieke regiemes ingezet? Gevaarlijker omdat zij enerzijds bestaat en wordt gehandhaafd door de massa zelf, en wordt geïnitieerd en gefaciliteerd door weinigen. Ik heb het hier bijvoorbeeld over ondernemers of in de media alom aanwezige “personalities”, in ieder geval door mensen die geen publieke politieke verantwoording verschuldigd zijn?

Ik herhaal hier vragen die ik hiervoor in andere woorden heb gesteld. Mag van een individu worden verwacht dat hij of zij in de samenleving of in hun orga- nisatie initiatieven nemen, als de wereld waarin zij leven gekenmerkt wordt door weliswaar subtiel werkende, maar wel totalitaire tendensen? Is de macht van men- sen, gelegen in de potentie dat ieder mens het nieuwe kan doen, wel sterk genoeg om de steeds krachtiger worden maatschappelijke en organisationele structuren te veranderen? Ik kan op deze plaats niet meer doen dan deze vragen te stellen. Zij komen later weer terug.

hoofdstuk 10

Amor Mundi en fundamentele

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN