• No results found

Rollen, motivatie en verantwoordelijkheden

het organiseren

3.4 Rollen, motivatie en verantwoordelijkheden

Iedereen heeft een rol. Tenminste zo kun je dit zien. Een rol in de analyse van problemen van een organisatie, van maatschappelijke vraagstukken en in een eventueel voorstel voor een oplossing of andere benadering. Geen appel doen op u als lezer in de rol van: verantwoordelijk burger, ouder of lid van een organisatie is binnen het bestek van dit onderzoek niet denkbaar. In al deze rollen zijn u en ik producent en consument, dader en slachtoffer, voorwaarde voor, en misschien wel de oplossing. Dit appel is belangrijk genoeg, als we kijken naar mogelijke gevolgen van wicked problems en – ervaringen. Motivatieverlies, ziekte en zelfs de dood als gevolg van werkbelasting of stress, intimidatie, machtsmisbruik, agressief gedrag en onmacht zijn indringende voorbeelden. Daar tegenover staan ook positieve gevolgen van het modern organiseren, bijvoorbeeld: succesvol zijn, een hoge status opbouwen, de mogelijkheid om van de overvloedige welvaart te kunnen genieten, in de westerse wereld wel te verstaan, de politieke stabiliteit – ook in het westen -, de mindere fysieke werklast en niet te vergeten een grote hoeveelheid vrije tijd.

33 Dit is ook het ingewikkeld in de discussie die Mah- bubani (2008) voert als hij de moderniteit, de groei, het tempo, de volledige mobilisatie van China en India niet alleen als onafwendbaar voorspiegelt, maar ook als het goede.

34 Veenhoven, R. in Veel geluk in 2007, red. Paul Schabel, SCP.

35 Bronnen CBS, International survey research 36 Zie de reeks opinies gestart door de filosoof Ad

Verbrugge onder de titel ‘het procesdenken van managers berooft de wereld van zijn bezieling’. NRC 18 juni 2005.

Deze positieve effecten zijn – ook in het westen – niet voor iedereen in dezelfde mate beschikbaar en bereikbaar. Onderzoek wijst uit dat Nederlanders gelukkig zijn. Veertig procent waardeert Nederland met een 8 of hoger, en slechts 5 procent scoort 5 en lager.34 Maar dit betekent niet dat we overal even gelukkig mee

zijn. Zo veronderstelt Veenhoven dat het niet evident is dat alle sectoren een vol- doende bijdrage leveren aan geluk. En kijken we naar het werken dan zijn de cij- fers van sectoren wel positief maar niet overal even goed.35 Tegenover dit geluk

staan de vele mensen die hulp zoeken bij psychologen en psychiaters of zoekende zijn in alternatieve hoeken van de gezondheidszorg. Het thema balans in je leven zal slechts een klein aantal mensen vreemd in de oren klinken. Het is niet merk- waardig dat mensen zich zorgen maken over hun leven als zij dagelijks via de vele media een wereld krijgen voorgeschoteld waar succesvolle mensen als rolmodellen worden gepresenteerd, en hen expliciet en veel vaker impliciet verteld wordt dat het hebben van hoge verwachtingen voor zich zelf een goede zaak is. De ernst van deze tegenstelling wordt indringender als in ogenschouw genomen wordt dat iedereen wordt aangesproken op een veelheid van rollen, ambities en verantwoordelijkhe- den. Iedereen wil toch graag een goed burger, ouder, partner, medewerker en lid van organisaties zijn, om een aantal rollen te noemen. Programma’s in bedrijven, landelijke en lokale overheden vragen mensen zelfsturend, sociaal, initiatiefrijk, flexibel, en langer productief te zijn. En dit is nog maar een greep uit de longlist van prestaties die mensen van anderen en zichzelf verwachten. Politici, bestuur- ders, leidinggevenden werken hard om burgers en medewerkers te overtuigen dat de initiatieven die zij voorstellen belangrijk zijn. Initiatieven die van mensen iets vragen, namelijk om te veranderen, om nieuwe dingen te leren om zich in te span- nen voor de verbetering van wat er al is.

Wat minder duidelijk is of er bij het initiëren van allerlei programma’s vra- gen gesteld worden als: hoe komt het dat mensen niet zelfsturend en flexibel genoeg en onvoldoende initiatieven nemen? Wat kunnen en mogen we van men- sen verwachten? Welke belemmeringen bouwen de politici, bestuurders en mana- gers in voor hen die initiatief tot verandering nemen? In de landelijke media wordt over dit type vragen soms kritische vragen gesteld.36 In organisaties en de politiek,

dus door de initiatiefnemers van acties, veel minder. Terwijl het daar, naar mijn inzicht van belang is dit soort vragen te opperen alvorens deze “leiders” weer nieu- we oproepen tot vernieuwing doen.

Vanaf de jaren ’70 van de 20e eeuw was een veel te beluisteren en geaccep- teerde mening dat het systeem, kortom de wijze van organiseren van de samenle- ving en van bedrijven, niet goed functioneert, in ieder geval voor een aantal mensen. Van oudere datum, en dit is nu weer in opkomst, is de mening dat indivi- duen niet deugen. Dit wordt niet zo cru als hier gesteld. Daarvoor zijn de program- ma’s hiervoor genoemd in veel positievere bewoordingen gesteld: mensen zijn zelf verantwoordelijk, mensen willen graag leren, tot en met de verwachting van de

samenleving dat mensen zelfwerkzaam en zelfredzaam zijn. Ook de zwakkeren. Dit type standpunten berust op de redenering dat de groep die niet deugt of hun verantwoordelijkheid ontloopt, niet mag groeien. En ondanks dat het een minder- heid is die niet deugt of hun verantwoordelijkheid ontloopt wordt wetgeving gemaakt, en stellen managers regels op waarin extra beloningen in het vooruitzicht worden gesteld voor hen die zelf verantwoordelijk zijn en initiatief tonen.

Wat in deze opvattingen verhuld blijft is de vraag waar veel mensen mee worstelen en omheen cirkelen of zij wel of niet geschikt zijn. Geschikt om initiatie- ven te nemen, flexibel, zelfwerkzaam en sociaal te zijn. Mensen vragen zich af of zij wel een goede moeder en vader, zoon en dochter, vriend en vriendin kunnen zijn, en ook nog een beetje aan zichzelf toekomen. De moderne wereld en de moderne organisaties, waarin alles sneller gaat, de beheersing en controle toe- neemt en de economische waarden de overhand hebben gekregen op andere waar- den, vragen veel van mensen. Is daar iets mis mee? Ik kan en ik wil deze vraag niet beantwoorden. De vraag die ik hier opper is of in projecten waar de spanning tus- sen rollen met hoge eisen, het appèl op eigen verantwoordelijkheid en het leren zo ingericht kan worden dat morele, en dus trage en oorspronkelijke vragen gesteld kunnen worden. Pas dan is te verwachten dat mensen gemotiveerd raken uit hun dagelijkse routines te stappen en risico’s te nemen. Maar met deze morele vragen op de agenda en de kans dat mensen zich niet routineus en mogelijkerwijs onvoor- spelbaar gaan gedragen, is ieder veranderproject ook een politiek project. Dit brengt mij op een nog complexere vraag en ambigu deel van de weerbarstigheid namelijk of mensen die aan het werk zijn en volgens economische – en systeemre- gels produceren en organiseren ook politiek actief (kunnen) zijn?

3.5

Politieke verantwoordelijkheid van bedrijven:

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN