• No results found

Het overgangsgebied: tussenruimte en/of lege plaats

De plaats van vrijheid

4.3 Inleiding in het overgangsgebied: de plaats van de vrijheid

4.3.2 Het overgangsgebied: tussenruimte en/of lege plaats

Een overgangsgebied verkennen ten behoeve van een goed verstaan van het weer- barstige veranderen, binnen de context van het moderne – postmoderne dialoog, vereist, zoals ik hiervoor al zei, een kritisch denken. Ik zoek kritische denkers over organisatie en samenleving, maar ook wetenschappers werkzaam op andere terrei- nen, bijvoorbeeld de natuurkunde en biologie, en bovenal kritische geesten afkom- stig uit de filosofie die hun licht werpen op wat er gebeurd aan de grenzen van het bekende, daar waar de vrijheid in zijn paradoxale werking en tegengesteldheid volop werkzaam is. Ik ruim veel plaats in voor de filosofie, omdat daar naar mijn inzicht het meest indringend gedacht wordt over vrijheid. Twee denkers: Hannah Arendt en Georges Bataille laat ik in deel III uitgebreid aan het woord. De eerste is een vooraanstaand filosofe en de ander een schrijver die tot zijn dood filosoof wilde worden. De keuze voor deze filosofen is dat zij, na mijn lezing van hun teksten over vrijheid goed in combinatie met elkaar kunnen worden gedacht. Een combi- natie die tot nieuwe inzichten leidt, die voor elkaar aanvullend zijn, en tegelijk de

fundamentele verschillen in tact laat. Voor Arendt is vrijheid gegeven in het feit dat ieder mens als een nieuw en uniek wezen in de wereld komt. Haar vrijheidscon- cept noemt zij ‘nataliteit’, geboortelijkheid. Bij geboorte is ieder mens, omdat hij nieuw in de wereld komt, de individuele vrijheid gegeven en daarmee de macht om iets te beginnen. In het initiëren toont, zo zegt Arendt een mens wie hij is. En in dit tonen ontmoet hij de ander. Twee mensen die elkaar ontmoeten omspannen een tussenruimte. In de tussenruimte is het mogelijk in vrijheid te spreken over de betekenis van initiatieven. De combinatie van initiëren en spreken is politiek bedrijven. In de vrije ontmoeting in de tussenruimte omspannen mensen een politieke ruimte. De ruimte die nodig is om zaken te beslechten, regels en wetten bij te stellen en vast te stellen. In deze politieke ruimte zijn mensen autonoom. En als autonomen moeten mensen met elkaar uitmaken wat het goede is dat met wetten en regels wordt bereikt. Ook de regels die voorschrijven hoe de politieke ruimte, de tussenruimte beschermd wordt.

Bataille’s concept voor de vrijheid is soevereiniteit. Zijn vertrekpunt gaat voorbij het autonoom zijn, ofwel de wet voor zichzelf stellen. Het is deze konink- lijke vrijheid die Bataille naar voren brengt. De vrijheid de wet niet alleen voor jezelf vast te stellen, maar ook voor de ander. In hoeverre de ander deze wet accep- tabel vindt hangt af in welke mate van vrijheid het wetten stellen plaats heeft. De grootst mogelijke ervaring van gemeenschappelijkheid ontstaat, volgens Bataille, als de uiterste vrijheid benaderd wordt. Pas in de uiterste ervaring ontstaat volgens Bataille de transgressie, dat is de verandering als overtreding of overstijging van grenzen, van wetten en regels. Politiek is bij Bataille niet een spreken in een vrije ruimte, maar een overtreden, een aanvechten van de bestaande orde. Ieder mens is in zijn visie politiek, omdat ieder mens door er te zijn de bestaande orde aanvecht. Het is een gewelddadig zijn. Dit kan een afbrekend, pervers geweld zijn, maar het kan in zijn visie ook een geweld zijn dat zinvol is. Dit vindt plaats bijvoorbeeld als nieuwe wetten stellen is bestaande wetten overtreden of buiten werking stellen. Elk geweld, ook het geweld dat zinvol is gemaakt roept vragen op: wie kan en mag wetten stellen en afbreken, en hoe wordt vastgesteld wie dit kan en mag doen? Dit zijn belangrijke vragen die Bataille wil beantwoorden. Hij zoekt antwoorden waar procedures, afspraken, bovenliggende wetten, zelfs God in ontbreken. Immers wie kan wetten en regels vaststellen die boven de wet uitgaan? Dat kan alleen iemand zijn die soeverein is. Het koninklijke is bij Bataille in eerste instantie niet een mens, maar een ervaring. Een ervaring van vrijheid tot in het uiterste. Een ervaring die voorbij grenzen gaat, grenzen opheft, in het grenzeloze raakt. Vrijheid is voor Bataille een ervaring van een ‘plaats’, een bijzondere plaats, namelijk een ‘lege plaats’.56 Een ‘lege plaats’ waar niets en niemand is, de ervaring van grenzeloos

zijn. Wat ‘daar’ gebeurt kan niet anders dan alleen in volledige vrijheid plaats heb- ben. Het is niet veroorzaakt, en is, omdat het zich onttrekt aan alles, dus ook wet- ten, een overtreding van wat tot dat moment en die plaats geldig is. Anderen die deze ervaring meemaken kunnen zich in volledige vrijheid met het nieuwe of het andere dat ontstaat verbinden. Kan! Want zekerheid bestaat niet in de uiterste vrijheid. Vrijheid is de gebeurtenis waar het grootste goed, de hoogste waarde ervaren kan worden, maar ook het grootste kwaad ontstaat.57

Naast deze fundamentele verschillen hebben beide denkers zich zeer kritisch getoond ten opzichte van de ontwikkelingen van de moderniteit. Arendt en Bataille stellen het ontstaan van het nieuwe, de verandering en de binding tussen mensen onderling en tussen mensen en de wereld centraal in hun denken. ‘Novelty’

waarmee Arendt niet alleen de leuke nieuwigheden op het oog heeft, maar ook een van de meest vreselijke innovaties, bijvoorbeeld de Holocaust van de jaren ’40 – ’45 van de vorige eeuw onderzoekt zij. Bataille onderzoekt de ervaring van mensen en in het bijzonder die ervaring die een ‘transgressie’ is, een veranderende overtre- ding en het ontstaan van ‘binding’ tussen mensen. De uitwerking van deze begrip- pen die zij maken sluit naar mijn inzicht zeer goed aan bij de eerder genoemde discussie over de mogelijkheid om naast veranderingen in organisaties en samen- leving die gestuurd en gepland worden ook op andere wijze over veranderen te denken. Een anders denken dat wellicht nieuwe en interessante inzichten biedt het weerbarstige gebeuren van veranderen van het organiseren te verstaan.

De benadering van het overgangsgebied als ‘lege plaats’ stuit op een weten- schappelijke grenzen. De ervaring van mensen in de uiterste vrijheid, in de ‘lege plaats’ kan niet anders dan extatisch zijn. Een extase waar de gewone ervaring, ook die van het weten omslaat in een bijzondere ervaring, namelijk die van het niet- weten. Uiterste vrijheid, is een niet veroorzaakte vrijheid, en kan niet ingegeven zijn door een of andere vorm van weten. Binnen het bestek van een wetenschappe- lijk onderzoek is de vraag zeer op zijn plaats of een dergelijk overgangsgebied, dit niet kenbare, waar het niet-weten ‘heerst’, wetenschappelijk onderzocht kan wor- den. Van oudsher behoort dit gebied tot de religie en misschien wel in het bijzon- der tot de mystieke aspecten van de religie.58 Wat ik wil aantonen is dat het zoeken

naar en onderzoeken van de omslag van het weten in een niet-weten, anders gezegd van spirituele en transcendente ervaringen, zonder een vooronderstelde God of andere kracht die buiten mensen zou bestaan, een ander licht doet schijnen op de vaak bediscussieerde aspecten van de organisatietheorieën. Bijvoorbeeld innovaties binnen grotere en oudere organisaties, of de verschillen tussen verande- ren op basis van share holders value en het leren van mensen.59 Relevant voor mijn

onderzoek is dat een ander licht gaat schijnen over het ontstaan en oplossen van sociale dilemma’s, het ontstaan van maatschappelijke betrokkenheid van indivi- duen, en van bedrijven en instellingen wellicht tot de mogelijkheden behoort. Kortom een ander licht op het weerbarstige veranderen van het organiseren.

De idee dat onderzoek naar gebieden die niet kunnen worden betreden, en dus niet kunnen worden gekend, hooguit kunnen worden omschreven, zich ont- trekken aan de wetenschappelijke schouwing is op zich juist. Toch is het weten- schappelijk betreden van dit gebied de inzet van dit onderzoek. Ik volg de stelling van Bataille, die zegt dat de innerlijke ervaring, ofwel het ervaren van het over- gangsgebied, niet het primaat van religie c.q. van het geloof is, maar een uiterst menselijke ervaring is. Deze zienswijze van Bataille biedt mij voldoende handvat- ten het overgangsgebied wetenschappelijk te onderzoeken.60

56 De ‘lege plaats’ is de titel van het zeer informatieve proefschrift over Bataille van Laurens Ten Kate. (1994)

57 Zie Safranski, Het Kwaad, 2001

58 In deel III kom ik uitgebreid terug op de betekenis van religie. Een betekenis die niet in welk teken of context van welke godsdienst dan ook gesteld wordt.

59 De E en O theorieën van Nohria en Beer (2000) 60 In deel III geef ik kort weer wat Bataille zelf zegt over de methodologie van zijn onderzoek. Hij kampte met de filosofische en wetenschappelijke verantwoording van zijn onderzoek naar de inner- lijke ervaring.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN