• No results found

Noodzaak voor een supplement

en ethiek in verandertheorieën

6.9 Supplement: te denken geven

6.9.1 Noodzaak voor een supplement

Naar mijn inzichten heb ik voldoende redenen genoemd om de mogelijkheid voor een supplement van de vier discoursen te onderzoeken. Ideeën en theorieontwik- keling zoals Lilley: het denken als ontregeling kunnen beter geschraagd worden met een dergelijke aanvulling op de vier bestaande discoursen. Het is een van de voorbeelden die niet passen in de discoursen, of aan de grenzen van de discoursen verkeren. Een ander voorbeeld is het ‘no-agency’ vertoog. Het poststructuralistisch discours laat onomwonden zien dat macht niet in mensen zetelt, maar als vanzelf- sprekendheden heerst tussen mensen, in hoe mensen regels maken en hanteren, gewoonten volgen, en systemen vormen. De idee van geen actor is een logisch gevolg van de poststructuralistische redeneringen, maar zij ondervindt ook kritiek. Zelfs in het poststructuralistisch discours. Betekende de poststructuralistische benaderingen een fundamenteel breken met elke vorm van soevereine macht en werd alle macht gezocht in ‘micro-circuits (Sewell,2001; Caldwell,2007;) en ‘non- sovereign power’ (Flood,1990), de macht die ieder mens is en kan inzetten voor het veranderen van de wereld lijkt in het huidige tijdsgewricht, en dat geldt ook voor de wetenschap, niet meer te kunnen worden ontkend. Ieder mens kan iets ondernemen, kan een andere kant op lopen, kan verzet plegen. Foucault laat zien dat een vorm van agency ook in het poststructuralisme denkbaar is. Het maakt deel uit van een discours, van belichaamde reflexiviteit, van zelftechnieken. De span- ning tussen wel of niet agency enerzijds en structuur anderzijds wordt op een andere manier tot uitdrukking gebracht door Sewell (2001). Hij zegt dat het bijzon- der lastig is – zo niet onmogelijk – vast te stellen ‘waar structuur eindigt en agency begint’. (Sewell,2001:177) Met dit gegeven werkt Lilley (2001) een aantal interes- sante ideeën uit. Hij plaatst de dualiteit van agency en structuur in de discussie: wat doet strategie met identiteit van mensen en organisaties. Meer algemeen gesteld wat doet planmatig handelen met de autonomie, de vrijheid van mensen. Lilley redeneert dat dualiteiten als intentie en materialisatie, strategie en imple- mentatie een belofte inhouden, die als deze gerealiseerd wordt, het eerste deel van de dualiteit overstijgt, misschien wel vernietigt, ‘robbing it of ontology, of ‘being in itself’. (Ibid:82) 80 Deze paradoxale verhoudingen zijn in de dagelijkse wereld van

het organiseren zeer bekend. Wanneer is het moment daar om de koers van het bedrijf te wenden, als het goed gaat of als het moet? Wanneer wordt een product

vervangen, als het nog goed verkoopt of als het afloopt? Wat niet kan is een stabiele organisatie hebben, met een duidelijke identiteit, herkenbaar en inleefbaar voor medewerkers en klanten en tegelijk een wisselende strategie. Lilley redeneert dat één manier om in deze paradox te leven is ‘de bereidheid te leven zonder fundaties en een capaciteit van consequent denken’.81 Leven, werken, samenwerken waarin

het denken dat gericht is op kennisverwerving wordt uitgeschakeld, lijkt ondenk- baar. Maar voor Lilley maakt de bereidheid zo te willen leven het werken en samen- werken flexibel genoeg om in paradoxale situaties goed te functioneren. (Lilley, 2001:82)

Deze wijze van redeneren van Sewell en Lilley brengt een ander fenomeen in beeld namelijk de grens. De grens die altijd een tussen is. Tussen mij en de ander, tussen binnen en buiten en tussen structuur en agency. Grenzen worden veronder- steld geen verwarring te stichten (Leach,1978:71), maar het is wel het moment en plaats waar het ene ophoudt en het andere begint. In een ander vocabulaire het moment en plaats waar het ene vernietigd wordt en het andere ontstaat. Een plaats- moment waar – in de woorden van Lilley – het leven zonder fundaties en capaciteit van consequent van denken ontstaat. In deze gedachtegang zijn grenzen onderbre- kingen in een ononderbroken proces. Zij worden of door de natuur gevormd 82 of

zijn door mensen aangelegde scheidingen. Grenzen doen orde ontstaan, en maken het mensen mogelijk te categoriseren, zodat kennis ontstaat. Een stroom – van gebeurtenissen – wordt door een grens kenbaar, stuurbaar en beheersbaar, en dat is de consequentie, als proces vernietigd. Het trekken en handhaven van grenzen is een onlosmakelijk onderdeel van machtsuitoefening en is politiek bij uitstek. Wat gebeurt er als er een grens wordt getrokken of ontstaat? Gebeurt er misschien wat in de grens? Wat gebeurt er – in de grens of elders – zodat binnen anders is dan buiten, een tennisbal niet in is maar uit, ik niet gelijk ben aan de ander? Wat er gebeurt, dat wat in een grens plaats heeft kan niet van dezelfde orde zijn als wat in de structuur van het binnen of van het buiten gebeurt. In deze visie, die onder andere Lilley ons biedt, is het niet de mens die als actor de verandering bewerkstel- ligt. Er vindt blijkbaar nog iets anders plaats. Iets wat niet van dezelfde orde is als de structuur van een mens of een maatschappelijke structuur. Uitgaande dat struc- turen homogeen zijn, en twee of meer homogene structuren interacteren zodat een of beide structuren veranderen, dan is de grens en de communicatie in de grens, tussen de structuren niet homogeen maar heterogeen.83 Een grens ‘scheidt

twee sociale tijd-ruimtegebieden die normaal, tijdgebonden, eenduidig, centraal en werelds zijn, maar de ruimte en tijdsmarkeringen die in de werkelijkheid als gren- slijnen fungeren, zijn zelf niet-normaal, tijdloos, ambigu, marginaal en heilig.’ (Leach,1978:43) In dit ‘niet-normale’ gebied is de communicatie en interactie van een andere, van een bijzondere orde. Wetende dat de grens het ene verandert in

80 In deel III komt dit zelfde thema naar voren onder de noemer van verlangen en bevrediging. Bataille’s stelt dat bevrediging het verlangen dood, terwijl het verlangen cruciaal is in het ervaren van vrijheid. 81 The root to the (dis)solution of the paradox out- lined above is only to be found in flexibility. [...] a generalized flexibility of form and content that demands a willingness to live without foundations and a consequent ability to think. (Lilley in West-

wood and Linstead,2001:82)

82 De natuur vormt volgens de zelfproductietheorie bijvoorbeeld in organische levensvormen membra- men die als grens fungeren van de eenheid. (Maturana en Varela,1998)

83 Met de termen homogeen en heterogeen loop ik vooruit op wat in deel III over Bataille besproken gaat worden.

het andere, dan is heterogene communicatie creërend en vormend, en vernieti- gend en verspillend.

Leren leven in de paradox van orde en verandering (nieuwe ordevorming), in andere woorden leven in de paradox van de vrijheid, veronderstelt – zo leid ik uit bovenstaande af – een aanvulling op de bestaande discoursen waarin de spanning tussen homogeniteit en heterogeniteit, en de heterogene communicatie wordt onderzocht. Het is veel minder van belang de communicatie van homogene enti- teiten te onderzoeken. Dat is het onderzoeken van diversiteit en variëteit van struc- turen, dat al jaren plaats heeft, en dit onderzoek levert niet die kennis op die nodig is om het weerbarstig veranderen beter te verstaan. Belangrijk en nodig is onder- zoek naar communicatie en interactie die homogeniteiten bindt en scheidt. Want dat is wat een grens doet: tegelijk binden en (onder)scheiden. De communicatieve werking onderzoeken, dat wil zeggen vernietigende en verspillende werking van grenzen en de macht om grenzen te stellen, veronderstelt dat andere ervaringen dan die in de regel kenbaar zijn, nut hebben en empirisch zijn vast te stellen, in het vizier komen van de onderzoeker. Dergelijke, ik noem deze transcendente ervaringen worden in sommige delen van de vier Caldwell discoursen aangekon- digd, maar vinden moeilijk een beredeneerde en bredere toepassing. Zo wordt een uitbreiding van systeemdenken voorgesteld waarin plaats wordt gemaakt voor het Zen boeddhisme (Flood,1999), en spreekt Bateson (1990) van het ‘heilige, een plaats waar engelen zich niet willen wagen’. Varela (1999) verrijkt de autopoiese met Chinese wijsgerige inzichten waarin de goedheid van een mens – die spontaan acteert – centraal staat. Mijn inziens pogingen om het grensgebied van ordes en tussen ordes beter te verstaan. Te verstaan als een heterogene communicatie die niet op dezelfde wijze kan worden benaderd als andere vormen van communicatie, en verschilt van de gevestigde wijze waarop structuren worden onderzocht. Een ander verstaan van homogene – en heterogene communicatie, van scheiden en binden, van vormen en creëren leidt tot andere betekenissen van macht, politiek en ethiek. Andere betekenissen, bijvoorbeeld dat politiek meer is dan belangenbehar- tiging of het slechten van belangenconflicten, maar een manier van spreken is die gelijk staat aan wat Dolan (2005) noemt ‘ethical sharing’ en tegelijk een ‘system of justification’ is. (Dachler,1999) Een politiek die niet de logica van de dominantie volgt, maar een evaluatief spreken is van verschillende logica’s, en tegelijk een aanvechting is van die logica’s. Een zodanige politiek is een grensgebeurtenis. Zij is een aanvechting van orde en mogelijkerwijs het begin van een nieuwe orde.

6.9.2 ‘Locus’ van het supplement

Senge, Scharmer, Leach, Lilley zien macht niet werkzaam in structuren en niet als een kwaliteit van individuen om iets te realiseren. Macht is onder andere actief als verbeelding, waarvoor niet alleen het waarnemen van de omgeving van belang is, maar wat Scharmer noemt ‘the view from within’. Deze manier van waarnemen stelt mensen instaat tot ‘presencing’. Scharmer en ook Senge omschrijven ‘presen- cing’ als een kijk vanuit een omgevende aanwezigheid. Het lijkt alsof zij zeggen dat binnen en buiten, object en subject in de generatie van ideeën kunnen samenval- len. Gebeurt dit dan is macht het meest manifest. In hun visie zijn de meest mach- tige ideeën paradoxale ideeën. Paradoxaal in de zin dat zij zeer persoonlijk zijn en uiteindelijk niets van doen hebben met de ideehebber als individu. (Senge e.a.,2004:131) Senge en Scharmer stellen zich een route voor die loopt van luiste- ren naar anderen en op zoek gaan naar je roeping die het leven voor je heeft, om

vervolgens met open geest en hart de meest potentiële gebeurtenissen op te zoeken en deze intensief waar te nemen. De derde stap is een connectie te maken met de ’inner source’. Een ‘diepere bron’ waar – zeggen Senge e.a. wij nu nog een blinde vlek voor hebben. Vandaar uit is co-creatie mogelijk om deel te worden van grote systemen waar je in acteert.

Ook Lilley denkt in termen van diep, maar ziet dit niet als een bijzondere ervaring met een omgevende aanwezigheid, maar als denken. In zijn onderzoek naar de verhouding tussen strategie en implementatie, vertaalt hij dit naar zien en spreken, en is ‘denken het meest diep als het opereert in de kloof tussen zien en spreken’. (Lilley,2001:83) Mensen denken als zij in staat zijn dat wat vanzelfspre- kend is te verontrusten. Vanzelfsprekendheden ingegeven door externe krachten of door zaken die iemand zelf in de wereld brengt. Er wordt door Lilley geen keuze gemaakt tussen structuur en agency. In zijn verdere uitwerking maakt Lilley gebruik van het werk van Deleuze (1986). Ik vat de toch al gecomprimeerde rede- neringen hier samen. Zien en spreken worden door kennis gekoppeld, en het is de macht van mensen om de relatie tussen zien en spreken en daarmee kennis te problematiseren, te ontregelen. Dit gebeurt als mensen denken. Iemand weet pas wat zijn kennis is, beter gezegd wat zijn kennis waard is, als hij zijn spreken en zien kan denken. Het denken is tweeslachtig. Het is het vermogen om verbanden te leggen tussen wat ik zie en zeg, ofwel kennis creëren, maar het is ook de macht die het verband tussen zien en spreken – mijn kennis – ontregelt. De crux van de macht van het denken zit volgens Lilley meer in de ontregeling van kennis, dan in het vermogen verbanden te leggen. Deze beide kanten van het denken is mensen eigen, zij zijn spontaan. Het denken is actief in het kanaliseren en normaliseren, maar zij zet mensen ook aan tot…

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN