• No results found

Het belang van het lokale voor politiek, macht en waarden

cybernetica en autopoiese

7.2 Inzichten en grenzen van de zelfproductie voor sociale werkelijkheden

7.2.2 Het belang van het lokale voor politiek, macht en waarden

Think Globally Act Locally geeft uitdrukking aan wat de theorie van de zelfproduc- tie voorschrijft voor het benaderen van weerbarstigheden, sociale dilemma’s en ongetemde problemen. Orde ontstaat lokaal. Via losse koppelingen tussen lokale systemen is een groter geheel waarneembaar en ervaarbaar. Het lokale ordenen leidt ertoe dat veranderen als een lokaal verschijnsel beschouwd kan worden. Wat onmiddellijk de vraag oproept, wat zijn de gevolgen van dit inzicht voor de plaats en betekenis van politiek, macht en machtscheiding, en waarden?

Margareth Mead, geciteerd in Bateson (1972:159) bekritiseerde in de jaren 40 van de vorige eeuw de moderne ontwikkelingen en de bijdrage van de weten- schap. Zij beweerde dat de ontwikkelingen ondemocratisch waren en dat de weten- schap daar aan bijdroeg. Haar redenering was destijds dat werken volledig samenviel met realiseren van vooraf gedefinieerde doelen. Deze preoccupatie met doel en nut betekent niet alleen dat acties van mensen los staan van waarden die voor mensen van belang zijn, dit betekent dat mensen vatbaar zijn voor manipula- tie. (Mead in Bateson,1972; zie ook Arendt,1989) Mead’s idee van een wetenschap die de democratie ondersteund is, dat mensen slechts een richting kan worden voorgehouden onder de voorwaarde dat de ‘morele autonomie’ niet wordt gene- geerd. Leiden, zoeken en onderzoeken kunnen niet democratisch zijn wanneer zij onderworpen zijn aan het realiseren van doelstellingen. De achterliggende gedach- te die Mead hier volgt, is dat het werken van mensen – dat slechts gericht is op nut – gepaard gaat met instrumenteel zoeken en onderzoeken en daarmee de vrijheid van denken en doen per definitie beperkt en dus minder democratisch is. Arendt, waarover later meer in deel III onderschrijft de basis van deze redenering maar

93 Het heilige als ‘het geïntegreerde weefsel van mentale processen dat de levens van ons allemaal omringt – en de voornaamste manier die hij kent waardoor mannen en vrouwen in staat zijn geweest dit weefsel te benaderen (maar niet noodzakelijke de enige manier, waren religieuze tradities, enorme,

onderling samenhangen metaforische systemen.’ (Bateson,1990:218) In deel III als ik de filosofie van Bataille bespreek kom ik uitgebreid terug op de grens die Bataille ziet als een heilig gebied, met een eigen topografie.

verandert deze zo, dat menselijke activiteiten onderscheiden worden in noodzake- lijke, door de mens zelf opgelegde verplichte, en volledig vrije activiteiten. Daar- mee onderbouwt zij de waarneming die velen hebben, dat democratie kan bestaan ook al doen mensen heel veel zonder dat zij daar in ‘vrijheid’ voor kiezen. Deze verrijking van Arendt betekent niet dat de constateringen van Mead, door Bateson verder uitgewerkt, niet meer geldig zouden zijn. Zowel theoretisch als in de dage- lijkse praktijk is het nog steeds de gewoonte, ‘habit’ noemt Bateson dit, dat leiden, zoeken en onderzoeken niet zonder doel kan worden uitgevoerd. Dit is de meest dominante vorm van wetenschap en de meest gebruikte manier voor het verande- ren van sociale systemen of van samenlevingsverbanden. De kritiek van Mead, Bateson en ook Arendt richten zich op deze gewoonte. Hun voorstel is een andere gewoonte te ontwikkelen. Een gewoonte die mensen leert dat wetenschap die een vorm van sociale verandering is actie en waarde doet samenvallen. Het ontwikke- len van dergelijke nieuwe gewoonten kan niet met methoden die dezelfde doelge- richtheid hebben die juist geprobeerd wordt te ontwijken. Vooraf geven van criteria waarmee bepaald kan worden of nieuwe gewoonten worden geleerd is niet moge- lijk. Mead drukt dit uit als ‘zeilen in niet in kaart gebrachte wateren en tijdens dit zeilen nieuwe gewoontes adopteren’. Dit zeilen komt overeen met een bewuste actie zonder doel, zonder bepaald nut. Een doelloze ofwel spontane actie die mis- schien niet tot een resultaat leidt, maar wel de kans biedt dat geleerd wordt wat van waarde is. Deze in de actie inherente waarden, maken de actie voor een ieder die dit meemaakt geloofwaardig.

Verschillende vormen van leren en veranderen van sociale systemen streven dit waardevol leren na. Bateson’s (1972,1990) deutero learning, ofwel 2e orde leren, Argyris’ (1990) double loop learning zijn twee oorspronkelijke voorbeelden waar vele kopieën van in omloop zijn. Deze vormen van leren, die ik hier onder de noe- mer van 2e orde leren breng, vindt plaats als een bestaande set van gewoonten – bestaande uit regels, opvattingen en waarden omver wordt geworpen. Daarna begint een “periode” van regelloosheid, waar opvattingen er niet of minder toe doen en waarden aan kracht verliezen. Dit is het zeilen in onbekende wateren. Tijdens dit zeilen ontstaan, als ik dit sequentieel beschrijf, nieuwe regels, nieuwe opvattingen en waarden. Tegelijkertijd leren mensen die door deze onbekende wateren zeilen dat bestaande gewoonten kunnen veranderen als zij zich in het onbekende begeven: een 2e orde leerervaring. Ondanks de pogingen het ontstaan van waarden als een emergent proces te zien blijft alertheid geboden. Het gevaar van het instrumentele, het doelgericht ontwikkelen of ontwerpen zit in al het wer- ken op gesloten, zoals uit volgend citaat van Argyris blijkt waar hij spreekt over nieuwe acties ontwerpen: ‘These errors cannot be corrected simply by designing new actions. To correct these actions, we must first alter the governing values.’ (Argyris,1990:93) De idee dat heersende waarden veranderd kunnen worden, drukt m.i. teveel de maakbaarheid van heersende waarden uit. De oproep van Mead en Bateson om een manier van zeilen te vinden waarin spontaan, of als zelfproductie waarden ontstaan, lijkt hier niet gehoord te zijn.

Niemand zal ontkennen dat ongetemde vraagstukken en grote kwesties zoals een beurskrach, het beginnen of meedoen in een oorlog, de instroom van buiten- landers, het wel of niet toestaan van euthanasie, en ook fusies en overnames van grote bedrijven politiek van aard zijn. Maar geldt dit ook voor reeksen van kleinere gebeurtenissen? In organisaties en samenleving vinden zeer veel kleine verande- ringen plaats. Kleinere veranderingen die bijdragen aan grotere veranderingen, en

daarom politiek van aard kunnen zijn. Deze vele kleine processen en veranderin- gen zijn voor de zelfproductietheorieën de dynamische interactie van een zelfpro- ducerende organisatie en samenleving. Op deze manier brengen deze theorieën en benaderingen zaken naar de politieke voorgrond die in andere theorieën vaak over het hoofd worden gezien. (Delgado,2004:50) Dit over het hoofd zien vindt volgens Delgado vaak plaats door het klein maken en het op een afstand zetten van bijvoor- beeld de economische bedrijvigheid en de sociale en culturele ontwikkelingen die plaats hebben in een organisatie of land. Delgado zegt dat de economische en sociale gebeurtenissen van een land als Nigeria, en dit geldt voor het overgrote deel van Afrika, en ook nog steeds voor grote delen van Azië met de term Derde Wereld gedepolitiseerd worden. Zaken die lokaal van groot belang en waarde zijn worden in mondiale, universeel geldige en objectieve concepten, redeneringen tot en met programma’s gehuld en zo ontdaan van de politieke waarde. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de binnenlandse ontwikkelingen en politiek. Deze landen hebben de grootste moeite om als volwaardig “component” te fungeren in de mondiale econo- mie en politiek. Deze algemeen politieke en economische beschouwingen zijn makkelijk waar te nemen in bedrijven en instellingen. Kleinere initiatieven worden beoordeeld op grond van wat beweerd wordt in strategische visies of beleidsnota’s. Wat niet past wordt vergeten of naar de periferie verwezen. Bateson en Delgado pleiten voor het ontwikkelen van andere gewoonten door bestuurders, politici, leiders en wetenschappers. Gewoonten waarin het toestaan van subjectiviteit, het ontstaan en bestaan van lokale waarden en diversiteit in wetenschap, politiek en bestuur niet wordt afgeremd of gehinderd. Dergelijke gewoonten, zo is de idee, leiden uiteindelijk tot meer initiatieven en tot een grotere vitaliteit dan de aanpak waarin het grote idee en gepland ontwerpen van de werkelijkheid de boventoon voeren.94

Met lede ogen en vol verwondering keken John en Ad elkaar aan. ‘Wat zijn ze knap’ zei Ad, ’ja, op het briljante af’, antwoordde John bits. ‘Je organiseert een bijeenkomst voor ze, geeft ze nieuwe voorstellen van processen en inrichting van de organisatie, waar vier weken aan is gewerkt, en in één dag weten deze topmanagers een geheel nieuw ontwerp te maken, waarbij alle macht en politieke verhoudingen precies zo blijven zoals ze waren’. ‘Precies’, zei John ‘en hoe leggen we dat onze projectleiders nu weer uit. Die zijn verdom- me voor de zoveelste keer voor een half jaar gedemotiveerd. Zo kun je toch niet zo’n groot veranderingsproces leiden en uitvoeren, zeg nou zelf Ad!’ ‘Ja, je hebt gelijk, maar we tuinen er zelf telkens weer in. Wij doen iets niet slim als het gaat om besluitvorming door de top. Ik heb nu geen antwoorden. Maar als wij politiek niet slimmer gaan opereren, als we niet op een andere manier met de top gaan werken, of als we hen niet iets anders laten doen voor dat de finale besluiten genomen worden, dan blijft wat nu weer gebeurd zich herhalen. En een ding is zeker, dan hebben we over twee jaar wel een nieuw informatie- systeem, maar werkt de organisatie niet anders en ook niet beter.’ Een grote grijns tekende zich af op het gezicht van John. ‘Nou dan weten we wel wat de uitkomst wordt van ons programma. Want deze heren met macht gaan niet anders werken. Zij weten helemaal

94 ‘To renounce a transcendental cognitive universality and consider the interests and the involved social subjectivity in terms of a limit; in a word, to

consider in an effective way the diversity of the political world. (Delgado,2004:51)

niet wat wij aan het doen zijn, en het lijkt alsof het ze niet echt interesseert. Niet dat ik nu weet wat er overal in de bedrijven gebeurt, maar we zoeken ze tenminste wel op, en laten hen wel aan het woord, laten hen wel meewerken en mee ontwerpen.’ ‘Precies, daar zijn we goed bezig, maar het speelt de top wel in de kaart. Wat de top hier doet, zouden we ze dus eerder moeten laten doen, en dan met allerlei medewerkers erbij. Ja, ja, ik zie je al kijken, dat doen ze niet, maar als we dit of zo iets niet voor elkaar krijgen, dan moeten we niet chagrijnig worden als we zo’n huzarenstukje over een tijdje weer meemaken.’

petit recit iv

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN