• No results found

Nieuwe mogelijkheden ter verklaring van het religieuze

5.7 Een voorlopige balans

Bovenstaande ontwikkelingen komen uit vakgebieden die onderling nogal ver- schillen. De ontwikkelingen zijn niet congruent. Op ieder van de genoemde ter- reinen ontstaan - onafhankelijk van elkaar - nieuwe inzichten met de daarbij be- horende meningsverschillen en worden er nieuwe vragen gesteld. Vanuit de religieuze ervaring bieden ze echter aanknopingspunten voor een seculiere be- nadering en zijn er ook enkele dwarsverbindingen te maken. Zo komt uit meer- dere disciplines naar voren dat de mens een complexer wezen is dan in de regel wordt gedacht, dat het bewustzijn een minder dominante rol vervult en affectivi- teit een belangrijke basis vormt van ons denken.

‘Uit de moderne taalstudie is gebleken dat de menselijke geest veel complexer is dan men zich dertig jaar geleden überhaupt kon voorstellen. Deze complexiteit blijkt niet alleen uit onderzoek in uiteenlopende takken van wetenschap zoals neurowetenschappen, ontwikkelingspsychologie, filosofie en literatuurkritiek, maar heeft ook gevolgen voor deze wetenschappen. Als we dus een beter inzicht hebben in taal, zullen we biologische en humanistische gezichtspunten over ‘wat we zijn ‘ kunnen integreren.’57

Zonder nu direct tot integratie te willen komen van de verschillende gezichts- punten (ik ben geen psycholoog of neuroloog en ook geen natuurkundige en taalkundige), kan geconcludeerd worden dat vanuit meerdere vakgebieden naar voren komt dat er een complex en nog niet geheel te overzien proces plaatsvindt voordat er bij de mens sprake is van ervaring. Diepgaande benaderingen zowel van existentiefilosofen als van psychologen en neurologen geven aan dat onze ervaring een product is van een gebeuren waarvan in de oorsprong een object- en subjectloos ervaren wordt gesitueerd, door neurologen aangeduid als een taal- loze, niet benoembare affectiviteit. Omdat men daarbij op elementen stuit die de religieuze ervaring kenmerken, bestaat het vermoeden dat die ervaring als een oerervaring gezien kan worden die ons terugvoert naar de emotionele oorsprong waar het onderscheid tussen subject en object nog geboren moet worden. Dit wordt bevestigd door bevindingen uit de taalfilosofie waarin naar voren wordt gebracht dat de zin en betekenis van ervaring ontstaat door taal en het taaluniver-

sum waarin men functioneert. Een taalloze ervaring kent geen onderscheid in subject en object en kan in die zin niet als een ervaring worden aangemerkt. Dit brengt mij er toe het religieuze in eerste instantie niet als een ervaring maar als een primair gevoel te karakteriseren, temeer daar dit primaire gevoel ten grond- slag zou liggen aan cognitie en bewustzijn. Het informatiebegrip uit de natuur- kunde geeft bovendien aan dat het lichaam een bron van informatie is waaruit waarschijnlijk een bepaald ‘kennisgevoel’ vergaard kan worden dat verschilt van onze cognitie. Het is niet uitgesloten dat het religieuze gevoel daar op de een of andere manier toegang toe heeft.

Het kan bijna niet anders dat nieuwe inzichten ten aanzien van begrippen als ervaring, informatie, bewustzijn, kennis en gevoel, en vooral ook het groeiend besef dat dit zeer complexe verschijnselen zijn (geen enkelvoudige menselijke attributen, maar producten van een ingenieus ontwikkelingsproces die boven- dien alle nauw met elkaar samenhangen), dat deze inzichten ook gevolgen heb- ben voor een verklaring van religieuze ervaringen. Veel religieuze geschriften en verslagleggingen van mystieke dan wel religieuze ervaringen stammen uit een periode in de geschiedenis dat het mysterieuze en complexe van het menselijk spreken en schrijven werd geëxtrapoleerd naar een bovennatuurlijke werkelijk- heid, dat individuele mensen als doorgeefluik van goddelijke boodschappen wer- den gezien en dat beschreven ervaringen tegen de achtergrond van een onveran- derlijke wereldbeschouwing moesten worden geïnterpreteerd. Daarin zijn de nodige veranderingen opgetreden. Geschiedenis leert ons dat we op de schou- ders van onze voorouders staan en dat we daardoor ook verder kunnen kijken, maar tegelijk kunnen we vermoeden dat de komende generaties weer op onze schouders staan.

Nieuwe ontwikkelingen reiken nieuwe mogelijkheden aan ter verklaring van het verschijnsel dat als religieuze ervaring wordt aangeduid en dat ik na deze korte multidisciplinaire verkenning als religieus gevoel wil benoemen. In plaats van eenvoudiger wordt een verdere analyse van dit religieuze gevoel echter alleen maar complexer. Nader onderzoek is zeer gewenst waarbij men geconfronteerd wordt met de noodzaak van een interdisciplinaire benadering. Er is teamwerk vereist van hoog niveau, waarbij het de vraag is of wetenschappers op het gebied van neurologie, moderne natuurkunde en taalfilosofie wel bereid zijn dit reli- gieuze gevoel en deze religieuze ervaring zo’n hoge prioriteit te geven. Dat is pas mogelijk wanneer het belang en de effecten van het religieuze duidelijk worden geëxpliciteerd.

In de volgende hoofdstukken wil ik dan ook wijzen op het belang en de effecten van dit religieuze gevoel, wat het bij mensen teweegbrengt en hoe noodzakelijk het religieuze kan zijn, zowel bij het menselijk overleven als bij de verdere ont- wikkeling van individu en maatschappij. Aan de hand van het transcendente dat religieuze gevoelens en ervaringen teweegbrengen wil ik laten zien hoe bepaalde grenzen worden overschreden, hoe het optimale geluk voorbij de grenzen van

Het transcendente