• No results found

Bouwstenen voor een geseculariseerde benadering

7.3 Secularisatie in de tweede macht

Sinds Descartes en Kant heeft het modernisme met het differentiërende mes van het rationalisme de vroegere wereld uiteen doen vallen en daarmee de sacrale wereld steeds meer geseculariseerd. Vervolgens zijn het nieuwe ontwikkelingen, o.a. in taalfilosofie, neurologie en postmoderne filosofie, die de beperkingen van het rationele weten blootleggen en de verheven, bijna goddelijke status van de mens ondergraven. Na de ontmythologisering van het gezamenlijke en alles ver- bindende godsbeeld en van de mythologische verhalen die dit godsbeeld en de daarop gerichte godsdienst versterkten, komen we als het ware in een andere fase van ontmythologisering, namelijk die van het mensbeeld. Rüdiger Safranski spreekt over het loslaten van het mensbeeld.

‘Misschien zou men niet alleen God, maar ook van de mens geen beeltenis moe- ten maken. Misschien is niet alleen God maar ook de mens van zichzelf uit trans- cendent. Misschien ligt de zin van de mens juist daarin dat hij voor zichzelf een raadsel, een geheim blijft. Dat zou betekenen: transcendentie in plaats van trans- parantie.’11

Het loslaten van dergelijke beelden lijkt me echter geen definitieve optie, slechts een tussenstadium bij het zoeken naar nieuwe beelden. Het definitief loslaten van beelden belemmert verdere ontwikkeling, want we kunnen niet zonder beel- den. Zelfs als er geen beeld is of geen beeld gevormd mag worden, maken we er toch een beeld van, want we hebben beelden nodig om ons menszijn vorm te geven, geen absolute beelden, maar beelden die telkens weer kunnen worden getranscendeerd.

Het geheugen als deel van de cognitie heeft de neiging beelden en voorstellingen vast te leggen en te consolideren. Lange tijd dachten we dat het deze cognitie was waarin we een beeld en gelijkenis van God vormden, of zonder God zelf God waren. Maar veel wat van vitaal belang is voor ons organisme gebeurt zonder interventie van onze cognitie, zonder ratio, taal en bewustzijn.

Biologen als Frans de Waal houden ons voor dat we veel meer op dieren lijken dan velen tot nu toe wilden aannemen, en neurologen als Damasio, Dennett en Swaab betogen dat veel in ons leven buiten ons zelfbewustzijn tot stand komt. Men verwijst o.a. naar Libet die aantoonde dat een halve seconde voordat iemand een bewust besluit ergens toe neemt, een impuls vanuit de hersenen de actie al heeft ingezet12. De tijd en de plaats waar we leven, de taal die we spreken, de

belangrijkste contacten die we krijgen, de beslissende relaties die ons leven bepa- len, zelfs het meeste waaraan we denken, dat alles overkomt ons en wordt niet door ons zelf bepaald. Gedachten komen en gaan. Ze nemen ons mee naar plaat- sen die dikwijls niets te maken hebben met waar we gaan of met het werk dat we verrichten. We hebben ze niet onder controle. De zelfbeschikking waarop men- sen prat gaan blijkt gering.

Dit betekent dat wij mensen niet de superwezens zijn waar we onszelf vaak voor aanzien en die geheel zouden verschillen van de ons omringende diersoorten. We verschillen niet veel van sommige andere primaten, maar de ontkenning daar- van ligt diep ingeslepen in onze cultuur. De ontmythologisering van de Apollini- sche mens is nog lang niet voltooid. Ook voor een humanisme dat als een gesecu- lariseerde godsdienst de mens als een zichzelf bepalend wezen beschouwt, een soort God die de toekomst naar zijn hand kan zetten, is er een nieuwe secularisa- tie begonnen die ik ‘secularisatie in de tweede macht’ zou willen noemen, waar- bij al het verhevene, al het ware en absolute kan worden teruggebracht tot het seculiere panta rei van Heracleitos, waar niets is wat het is.

Deze secularisatie in de tweede macht betreft een secularisatie van het hele leven en wordt gevoed door neurologisch en biologisch onderzoek, door de nieuwere communicatietheorieën en emotietheorieën en ook door bepaalde inzichten uit de taalfilosofie, omdat vanuit al deze disciplines wordt gewezen op het feit dat de mens een onderdeel vormt van de biosfeer. Tegelijk kunnen religieuze ervarin- gen er echter op wijzen dat mensen naast hun veelvermogende cognitie de mo- gelijkheid hebben die kennis te relativeren, te transcenderen en intens gelukkig te zijn, waarbij men verbonden kan zijn met alles wat leeft.

Secularisatie in de tweede macht zet ons met beide benen in het dierenrijk, maar kan ons ook de ogen openen voor het complexe aardse wezen dat we zijn. Mede daardoor kunnen we ontdekken dat we niet samenvallen met onze talige ratio en dat er meer lagen van bewustzijn kunnen worden ervaren, dat we toegang kun- nen krijgen tot een diepere laag in ons organisme die we misschien wel gemeen hebben met vele andere wezens.

De consequenties van een dergelijke secularisatie zijn niet gering. Ze betekenen voor kerken en godsdiensten een ander perspectief, waarbij hemel en hel in dit bestaan liggen ingebed. Hun instructies en voorschriften blijven echter voor een belangrijk deel van groot belang. De pelgrimstocht door dit bestaan ligt immers niet in het vasthouden aan of verheerlijken van de eigen persoon. Jezelf vergeten omwille van anderen, je verbonden weten met het geheel en opgaan in iets dat groter is dan het cognitieve zelfbeeld aangeeft, passen zowel bij het mystieke erfgoed van de godsdienst als bij secularisatie in de tweede macht. Daarbij gaat het niet om een krampachtig vasthouden aan oude of nieuwe waarheden, maar om een prudent aanvaarden van de betrekkelijkheid en tijdelijkheid daarvan en om een intuïtief aanvoelen van wat echt en authentiek is.

Voor humanisten, agnosten en ongelovigen betekent deze secularisatie meer aan- dacht voor de eigen emotionaliteit en een zekere relativering van de rationele en cognitieve vermogens, omdat deze niet de machtigste en meest indrukwekkende elementen zijn die de evolutie heeft opgeleverd. Vanuit een verbondenheid met alles wat leeft, kunnen er waarden en normen worden ontwikkeld voor een ethiek die verschilt van de huidige imperialistische en individualistische moraal. Het openstaan voor diepere lagen van bewustzijn en andere vormen van weten kun- nen het aanzien van de wereld in hoge mate veranderen.

Religieuze ervaringen blijken een bepaalde transcendentie teweeg te brengen welke veranderingen en gedragswijzigingen ten gevolge kan hebben en als een bepaalde bron van geluk, als een hoogtepunt in het bestaan, kan worden aange- merkt. In de volgende drie paragrafen ga ik nader in op dat bewustzijn, op die vitaliserende transcendentie en deze bron van geluk. Zij vormen in mijn ogen drie belangrijke elementen van een geseculariseerde benadering van het religieuze.