• No results found

Verdrag 162 – Veiligheid bij het gebruik van asbest

HOOFDSTUK 9 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

9.1 Gevaarlijke stoffen

9.1.3 Verdrag 162 – Veiligheid bij het gebruik van asbest

Ratificatiedatum: 15-09-1999

Werkingssfeer

Ingevolge artikel 1 is het Verdrag van toepassing op alle bezigheden die blootstelling van werknemers aan asbest tijdens de arbeid met zich meebrengen.

Verplichtingen

Artikel 3 verplicht de Lidstaten maatregelen voor te schrijven die getroffen moeten worden ter voorkoming en beheersing van gezondheidsgevaren als gevolg van beroepsmatige blootstelling aan asbest.

Ingevolge artikel 4 dienen de betrokken meest representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties door de Lidstaat geraadpleegd te worden over de ter uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag te nemen maatregelen.

Artikel 5 bepaalt dat de toepassing van de wetgeving verzekerd dient te worden door een toereikend en passend controlestelsel.

Artikel 6 schrijft voor dat werkgevers verantwoordelijk dienen te worden gesteld voor de naleving van de voorgeschreven maatregelen.

Ingevolge artikel 7 dienen werknemers te voldoen aan de voorgeschreven veiligheids- en arbeidshygiënische instructies betreffende de voorkoming van en bescherming tegen gezondheidsgevaren als gevolg van beroepsmatige blootstelling aan asbest.

Voorkoming van blootstelling aan asbest dient te worden bereikt door het nemen van maatregelen. Deze maatregelen moeten arbeid waarbij blootstelling aan asbest zich kan voordoen afhankelijk stellen van voorschriften, dan wel speciale regels en procedures voorschrijven (artikel 9).

Artikel 10 verplicht de Lidstaat maatregelen te nemen die voorschrijven dat waar mogelijk asbest wordt vervangen door andere materialen en dat het gebruik van asbest geheel of gedeeltelijk verboden wordt in bepaalde werkprocessen.

Artikel 11 verbiedt het gebruik van crocidoliet.

Ingevolge artikel 12 dient het spuiten van alle vormen van asbest verboden te worden.

De nationale wetgeving dient erin te voorzien dat werkgevers bepaalde soorten arbeid die blootstelling aan asbest met zich meebrengen moeten melden aan de bevoegde autoriteit (artikel 13).

Artikel 14 bepaalt dat asbestproducenten verantwoordelijk moeten worden gesteld voor een doelmatige etikettering van de verpakking.

Ingevolge artikel 15 dient de bevoegde autoriteit grenswaarden voor de blootstelling van werknemers aan asbest voor te schrijven.

Artikel 16 schrijft voor dat elke werkgever verantwoordelijk dient te worden gesteld voor het opstellen en toepassen van praktische maatregelen ter voorkoming en het onder controle houden van de blootstelling aan asbest van de werknemers.

Artikel 17 bepaalt dat slechts bedrijven die daarvoor zijn gekwalificeerd door de overheid asbestverwijderende klussen op zich mogen nemen.

Ingevolge artikel 19 dient de werkgever het asbest op die wijze af te voeren dat dit geen gevaar oplevert voor werknemers of voor de bevolking.

In de artikelen 20 en 21 wordt het toezicht op het werkmilieu en de gezondheid van de werknemers nader bepaald.

Implementatie

Artikel 16 van de Arbeidsomstandighedenwet bepaalt dat nadere regelgeving met betrekking tot, onder andere, het werken met gevaarlijke stoffen zal worden gesteld. Ter nadere uitwerking van deze bepaling, is het Productenbesluit asbest opgesteld. Op grond van dit besluit is het verboden asbest of asbesthoudende producten te vervaardigen, in Nederland in te voeren, voorhanden te hebben, aan een ander ter beschikking te stellen, toe te passen of te bewerken. Dit geldt niet (i) indien het product reeds voor de inwerkingtreding van dit besluit (17 december 2004) geïnstalleerd of in bedrijf was of (ii) voor asbesthoudende producten waarvan de concentratie asbest niet hoger is dan 100 milligram per kilogram droge stof. Handelingen met asbest of asbesthoudende producten dienen op een zodanige wijze te worden verricht dat dit geen gevaar vormt voor de mens of het milieu.

De artikelen 4.37 tot en met 4.54d van het Arbeidsomstandighedenbesluit zien expliciet op werkzaamheden waarbij asbest of asbesthoudende producten betrokken zijn. Voorschriften worden gegeven met betrekking tot werkmethoden, gebouwen, installaties en uitrustingen waarmee gewerkt wordt, de opslag en het vervoer van asbest en asbesthoudende producten en de verwerking van afvalstoffen. Werknemers moeten voorlichting en een opleiding krijgen over het werken met asbest. Ook geeft het besluit de grenswaarde voor de concentratie asbeststof in de lucht (0,01 vezel per kubieke centimeter) weer, bepaalt de wijze van meten en monsterneming en wat er moet gebeuren indien de grenswaarde overschreden wordt.

Voor aanvang van de werkzaamheden wordt de aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten volledig geïnventariseerd door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat asbestinventarisatie. Hiervan wordt een rapport opgesteld. Indien overschrijding van de toegestane concentratie verwacht wordt, worden aanvullende maatregelen ter bescherming van de werknemers genomen, zoals het ter beschikking stellen en verplichten van beschermende kleding en ademhalingsapparatuur en het plaatsen van waarschuwingsborden. Voor aanvang van de werkzaamheden met asbest wordt bovendien melding gedaan aan een Deskundig Toezichthouder Asbest. Ook stelt de werkgever een schriftelijk werkplan op waarin de ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers genomen maatregelen uiteengezet zijn. Werknemers die blootgesteld worden aan asbeststof worden geregistreerd en in de gelegenheid gesteld ten minste eenmaal in de drie jaar een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan. Bepaalde werkzaamheden waarbij de verwachte concentratie asbest boven de grenswaarde ligt, mogen slechts verricht worden door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat asbestverwijdering. Verder van belang zijn de volgende besluiten en regelingen. In het Asbestverwijderingsbesluit 2005 worden nadere regels gesteld met betrekking tot de asbestinventarisatie en asbestverwijdering. In de Regeling grenswaarden voor asbest worden de grenswaarden nader uitgewerkt. De Arbeidsomstandighedenregeling geeft een uitwerking van de meetmethodes en certificering.

Verder kent de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers een eenmalige vergoeding toe aan (nabestaanden van) werknemers met de ziekte ‘maligne mesothelioom’, dat veroorzaakt wordt door blootstelling aan asbest. Naast deze regeling bestaat uiteraard de privaatrechtelijke werkgeversaansprakelijkheid (artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek), waarbij in het geval van asbest nog kan worden opgemerkt dat de Hoge Raad richtinggevende arresten heeft gewezen, waaronder op gebied van verjaring en bewijslastverdeling.

Interpretatie en naleving

In haar commentaar tijdens de 75ste vergadering van het Comité van Experts in 2004, gaat het Comité van Experts in op artikel 4.38 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, dat voorziet in het verbod van het spuiten van producten die crocidoliet bevatten. Het Comité van Experts stelt – onder verwijzing naar artikel 12 lid 1 van het verdrag – dat het spuiten van elke vorm van asbest verboden dient te worden en verzoekt de overheid dan ook om noodzakelijke maatregelen te nemen om de wetgeving in lijn te brengen met de bepalingen van het verdrag.

Tevens is het Comité van Experts bezorgd over de indicatie van de overheid dat het aantal asbestgerelateerde ziekten significant zal stijgen in de komende 35 jaar als gevolg van blootstelling aan asbest in het verleden. Het Comité hoopt te dier zake dat de overheid alle noodzakelijke maatregelen treft om te zorgen voor een effectieve bescherming van werknemers die zijn blootgesteld of zullen worden blootgesteld aan asbest in hun werkzaamheden.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN