• No results found

HOOFDSTUK 8 ARBEIDSVOORWAARDEN

8.3 Andere arbeidsvoorwaarden

8.3.5 Verdrag 175 - Deeltijdwerk

Vindplaats Nederlandse tekst: Trb. 2000, 125 Ratificatiedatum: 05-02-2001

Werkingssfeer

Ingevolge artikel 3 is dit verdrag van toepassing op alle deeltijdwerkers. Het is mogelijk dat Lidstaten, na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties van werkgevers en werknemers, bepaalde categorieën werknemers of vestigingen geheel of gedeeltelijk van het toepassingsgebied van dit verdrag uitsluiten wanneer de toepassing ervan op hen bijzondere problemen van aanzienlijke aard zou opleveren. Indien een Lidstaat van deze mogelijkheid gebruik maakt, dient hij in zijn verslagen aan de ILO iedere bepaalde categorie werknemers of vestigingen te vermelden die aldus is uitgesloten. Dit gebeurt onder opgave van redenen.

Krachtens artikel 1 wordt onder ‘deeltijdwerker’ verstaan een werknemer in loondienst van wie de normale arbeidsduur korter is dan die van de voltijdwerkers die zich in een vergelijkbare situatie bevinden.

De normale arbeidsduur kan worden berekend per week of volgens een gemiddelde van een bepaalde arbeidsperiode.

Onder ‘voltijdwerker die zich in een vergelijkbare situatie bevindt’ wordt verstaan een voltijdwerker die: a. dezelfde soort arbeidsverhouding heeft;

b. dezelfde arbeid of soortgelijke arbeid verricht, dan wel hetzelfde beroep of een soortgelijk beroep uitoefent;

c. tewerk is gesteld in dezelfde vestiging of, wanneer er binnen die vestiging geen voltijdwerkers zijn die zich in een vergelijkbare situatie bevinden, binnen dezelfde onderneming of, wanneer er binnen die onderneming geen voltijdwerkers zijn die zich in een vergelijkbare situatie bevinden, binnen dezelfde bedrijfstak als de desbetreffende deeltijdwerker;

Voltijdwerkers die gedeeltelijk werkloos zijn geworden ten gevolge van een collectieve en tijdelijke vermindering van hun normale arbeidsduur om economische, technische of structurele redenen, niet beschouwd als deeltijdwerkers.

Artikel 2 geeft aan dat dit verdrag gunstiger bepalingen die van toepassing zijn op deeltijdwerkers krachtens andere internationale arbeidsverdragen onverlet laat.

Verplichtingen

Artikel 4 bepaalt dat Lidstaten maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat deeltijdwerkers dezelfde bescherming krijgen als voltijdwerkers die zich in een vergelijkbare situatie bevinden wat betreft:

a. het vakbondsrecht, het recht op collectieve onderhandelingen, alsmede het recht om op te treden als vertegenwoordigers van de werknemers;

b. veiligheid en gezondheid op het werk; c. discriminatie in arbeid en beroep.

Tevens dienen krachtens artikel 7 maatregelen te worden genomen om ervoor te zorgen dat deeltijdwerkers voorwaarden genieten die gelijkwaardig zijn aan die van voltijdwerkers die zich in dezelfde situatie bevinden als het gaat om:

a. bescherming bij moederschap;

b. beëindiging van de arbeidsverhouding;

c. betaald jaarlijks verlof en betaalde feestdagen; en d. ziekteverzuim.

Hierbij kunnen de financiële rechten evenredig aan de arbeidsduur of de verdiensten worden vastgesteld.

Tevens moeten de Lidstaten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat deeltijdwerkers niet een lager basissalaris (berekend op basis van uurbasis, prestatie of productie) krijgen dan voltijdwerkers alleen omdat zij deeltijdwerkers zijn. Dit is geregeld in artikel 5.

De Lidstaat heeft ingevolge artikel 6 de verplichting de wettelijke stelsels voor sociale zekerheid die verband houden met de uitoefening van de beroepsactiviteit zo aan te passen dat voor deeltijdwerkers de voorwaarden gelijkwaardig zijn aan die voor de voltijdwerkers die zich in een vergelijkbare situatie bevinden. Deze voorwaarden kunnen evenredig aan de arbeidsduur, premiebetaling of verdiensten dan wel op een andere wijze in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijk worden vastgesteld.

Krachtens artikel 8 kunnen Lidstaten deeltijdwerkers van wie de arbeidsduur of de verdiensten lager zijn dan de vastgestelde drempels uitsluiten van:

a. het toepassingsgebied van ieder wettelijk stelsel van sociale zekerheid bedoeld in artikel 6, behalve indien het gaat om prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten;

b. het toepassingsgebied van iedere maatregel die is genomen op de gebieden bedoeld in artikel 7, met uitzondering van de maatregelen betreffende de bescherming bij moederschap anders dan die welke zijn voorzien in de wettelijke stelsels voor sociale zekerheid;

Deze drempels moeten zodanig laag zijn dat niet een onevenredig hoog aantal deeltijdwerkers van deze bescherming wordt uitgesloten. Bovendien dient een Lidstaat die van dergelijke drempels gebruik maakt de toepassing van die drempels regelmatig te herzien en deze aan te geven in zijn rapporten aan de ILO met vermelding van de redenen. De meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties dienen te worden geraadpleegd bij het vaststellen, het opnieuw bezien en het herzien van de drempels.

De Lidstaten dienen maatregelen te nemen om de toegang tot productief en in vrijheid gekozen deeltijd dat beantwoordt aan de behoeften van zowel de werkgevers als de werknemers te vergemakkelijken, zo bepaalt artikel 9. Wel moet de bescherming bedoeld in artikel 7 worden gewaarborgd. De maatregelen dienen in ieder geval te omvatten:

a. het opnieuw bezien van wet- en regelgeving waardoor het in deeltijd gaan werken of het aanvaarden van deeltijdwerk zou kunnen worden verhinderd of ontmoedigd;

b. gebruikmaking van eventueel bestaande diensten voor arbeidsbemiddeling om na te gaan welke mogelijkheden er bestaan op het gebied van deeltijdwerk en om deze bekend te maken in het kader van hun voorlichtings- en plaatsingsactiviteiten;

c. bijzondere aandacht, in het werkgelegenheidsbeleid, voor de behoeften en de voorkeuren van de specifieke groepen, zoals werklozen, werknemers met gezinsverantwoordelijkheden, oudere werknemers, gehandicapte werknemers en werknemers die onderwijs of een opleiding volgen.

Deze maatregelen kunnen mede betrekking hebben op het onderzoek naar en de verspreiding van informatie over de mate waarin deeltijdwerk beantwoordt aan de economische en sociale doelstellingen van de werkgevers en de werknemers.

Indien nodig dienen de Lidstaten maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de overgang van voltijd- naar deeltijdwerk (of omgekeerd) vrijwillig is, in overeenstemming met nationale regelgeving en praktijk.

Artikel 11 ten slotte geeft aan dat de uitvoering van de bepalingen van dit verdrag moet geschieden door middel van nationale wet- en regelgeving voor zover er geen uitvoering aan wordt gegeven door middel van collectieve overeenkomsten of anderszins overeenkomstig de nationale praktijk. Voordat dergelijke wet- en regelgeving wordt aangenomen dienen de Lidstaten de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties te raadplegen.

Implementatie

Nederland heeft bij de ratificatie gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bepaalde categorieën werknemers van het toepassingsgebied van het verdrag uit te sluiten (artikel 3 lid 1 van het verdrag). Nederland heeft in dat kader werknemers uitgesloten die geheel of vrijwel geheel huishoudelijk werk doen voor private huishoudens voor minder dan drie dagen per week voor zover dit ziet op sociale zekerheid en het preventief ontslagrecht (artikel 2 lid 1 onder 3 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen). De wettelijke regelingen die hiermee corresponderen zijn overigens inmiddels uitgebreid tot minder dan vier dagen per week.

Het verbod op ongelijke behandeling naar arbeidsduur is in de Nederlandse wetgeving neergelegd in artikel 7:648 BW. Volgens dit artikel is onderscheid tussen werknemers op grond van arbeidsduur verboden, tenzij dit objectief gerechtvaardigd is. Dit verbod ziet zowel op de arbeidsvoorwaarden als op de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Het artikel strekt ter implementatie van een Europese richtlijn betreffende deeltijdwerk (Richtlijn 97/81/EG).

Voorts kan onderscheid naar arbeidsduur ook een verboden indirect onderscheid tussen mannen en vrouwen opleveren. Dit is verboden volgens artikel 7:646 BW alsmede de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen. In verband hiermee wordt tevens verwezen naar de Verdragen 100 en 111. Artikel 7 van het verdrag verplicht tot vergelijkbare voorwaarden voor deeltijdwerkers ten aanzien van moederschapsbescherming, ontslag, vakantie met behoud van loon en ziekteverlof. Aangezien deeltijdwerkers tevens werknemers zijn, wordt dienaangaande geen onderscheid gemaakt tussen deeltijdwerkers en voltijdwerkers.

Zoals aangegeven ziet artikel 7:648 BW tevens op verboden onderscheid naar arbeidsduur voor zover het de arbeidsvoorwaarden betreft. Dit betekent dat bijvoorbeeld ten aanzien van gelijke beloning, deeltijdwerkers pro rata hetzelfde dienen te verdienen als hun collega-voltijdwerkers. Over artikel 5 van het verdrag, waarin het recht op gelijk functieloon (basic wage) is neergelegd, dient te worden opgemerkt dat de term basic wage een beperkte reikwijdte beoogt aan te geven. Het ziet niet op secundaire arbeidsvoorwaarden, welke een plaats hebben gekregen in de (niet-bindende) Aanbeveling.

Interpretatie en naleving

In 2004 heeft het Comité van Experts enkele Direct Requests gericht aan Nederland naar aanleiding van haar eerste rapportage onder dit verdrag. Het Comité verzoekt de overheid aan te geven op welke wijze verboden onderscheid voorkomen wordt in de betaling van overwerk.

In dat kader valt voorshands reeds op te merken dat de kwestie van overwerk en de beloning daarvan aan deeltijd- en voltijdwerkers reeds is uitgekristalliseerd in Europese jurisprudentie. Het

Helmig-arrest (Hof van Justitie EG 15 december 1994, JAR 1995/36) heeft duidelijk gemaakt dat er pas

overwerkvergoeding aan deeltijdwerkers hoeft te worden betaald wanneer de normale cao-arbeidstijd wordt overschreden. Dit betekent in de praktijk dat deeltijdwerkers pas recht hebben op een toeslag voor overwerk indien zij meer dan 40 uur per week werkzaam zijn. Een dergelijke behandeling van deeltijdwerkers levert geen ongelijke behandeling van voltijd- en deeltijdwerkers op. Of het Comité van Experts dezelfde mening is toegedaan, zal nog moeten blijken.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN