• No results found

Op eigen benen zetten (I C)

Hoofdstuk 3: Hint van een naaste

Na beschrijving van het eerste kernthema zorg voor, dat ik heb geïnterpreteerd als het geven van een beslissend duwtje aan een cliënt op weg naar grotere zelfstandigheid, werk ik in dit hoofdstuk het kernthema zelfontplooiing uit. Dit tweede kernthema heeft vooral een naar binnen gekeerd, reflectief karakter. Het is te beschouwen als polair te- genover het expansieve karakter van het eerste kernthema zorg voor. Dit hoofdstuk be- vat uitwerking van thema’s en subthema’s, die samen het kernthema zelfontplooiing vormen, onderbouwd met citaten uit transcripties van verkennende gesprekken. Achtereenvolgend introduceer ik in dit hoofdstuk het kernthema Zelfontplooiing en ga daarbinnen in op:

Pijn verwerken (II. A)

Leergierig nieuw gebied betreden (II. B) Puzzelstukjes in elkaar laten vallen (II. C)

Vervolgens interpreteer ik een belangrijke levenswending in het beleven van drie res- pondenten:

Wending van respondent P Wending van respondent H Wending van respondent C

Zelfontplooiing

Dit tweede kernthema betreft het bewust worden van het eigen levensverhaal, dat zich stap voor stap ontwikkelt. Zorgdragers hebben een vrij continu besef van hun stem- ming. Op momenten dat zij onvrede beleven – over met name protocollering die de cli- ënt afhankelijk en monddood maakt – waardoor ook het gevoel van eigenwaarde van de zorgdrager zelf in de knel komt, verdiept de aandacht voor de eigen levensstemming zich. Dragers lopen niet weg voor hun innerlijke pijn. “... dat je met passie in je vak staat. Nou, dat heb ik ook wel eens tijden niet gehad. Dan had ik het zelf niet naar mijn zin en de mensen om mij heen nog helemaal niet.” (resp. B).

Zij reflecteren over insnijdende herinneringen uit hun jeugd en ervaringen uit hun car- rière. Omdat zij in de verkennende gesprekken met mij spontaan een baaierd aan bio- grafische ervaringsbeelden vertelden, die een consistent en samenhangend geheel lijken te vormen, maak ik daaruit op dat zij bewust bezig zijn om woorden te geven aan hun levensverhaal. Zij hebben daarbij oor voor hints vanuit hun omgeving. Op het moment namelijk dat het gevoel van eigenwaarde in de knel komt en zij een impasse ervaren,

gaan zij niet bij de pakken neer zitten maar nemen een besluit voor een concrete actie door eenvoudigweg gehoor te geven aan de hint van een naaste. Dat brengt hen in een nieuw ervaringsgebied. Zij beleven innerlijke pijn als uitdaging om leergierig onbe- kend terrein te betreden en een nieuwe uitdaging aan te gaan.

Het zich bewust worden van ontplooiende levensvervulling zie ik als een verdiepende, naar binnen inwikkelende spiraal die leidt tot meer zelfinzicht, sterk gebaseerd op ei- gen insnijdende levenservaringen. Dragers zijn vervolgens in staat hun levensmotto in een ferm, activistisch gekleurd statement te formuleren: “Ik ben van mening dat men- sen veel meer in hun macht hebben dan zij denken of zelf hebben doen leren geloven, vanuit achtergrond-netwerken, familie, noem maar op. En ik ben er heel erg voor dat we mensen stimuleren dat ze zoveel mogelijk zelf doen met zo min mogelijk hulp. En dat ze hulp die zij nodig hebben grotendeels zelf vinden.” (resp. C). Bij het ontdekken van een dergelijk levensmotto, als uitdrukking van een levensrichting waar naasten mede toe aanzetten, beleven dragers dat de puzzelstukjes van hun leven in elkaar gaan vallen. “… dat is toch iets wat God geleid heeft, dat eigenlijk alle puzzelstukjes ineen vielen en ik merkte voor mezelf iets van … ja … dit was het moment gewoon.” (resp. P).

Zorgdragers kennen periodes van onvrede met faciliteiten die hun instellingen aan cli- ënten bieden. Een kortere of langere periode in hun leven hebben zij onmacht beleefd om iets aan die omstandigheden te veranderen. Vaak zit het venijn in werkwijzen en structuren die bij hun zorginstelling al jaren zijn ingeslepen. De zorgdrager beleeft daarin opgesloten te zijn. In mijn interpretatie maakt het volgende iemand tot drager: het onder ogen zien van eigen gevoelens van onvrede en onmacht zonder zich daarover te blijven beklagen. Na kortere of lagere tijd komen dragers in beweging, door innerlij- ke pijn om te vormen tot een vraag die als zelfreflectie afwisselend soms op de voor- grond staat, dan weer op de achtergrond sluimert. Innerlijk bouwt zich een creatieve spanning op als bij het opblazen van een ballon.

Een van de respondenten zei over het beleven van een ingeslepen afschuifcultuur: “[Ik] werd daar zo verschrikkelijk moe van.” (resp. L). Een ander over een forse personele bezuiniging: “In de tijd dat er zoveel mensen weggingen, was ik er echt een beetje klaar mee. Mopperde zo: ‘Nou dan ga ik wel wat anders doen.’ [---] Toen was ik eigen- lijk een beetje chagrijnig op het werk.” (resp. B). Na enige tijd – soms kan dat jaren du- ren – beleeft de zorgdrager een antwoord te vinden op de als pijnlijk ervaren werksitua- tie. Het bijzondere van dit antwoord is dat het handelingsgericht is. De drager ‘doet’ het antwoord. De gebruikelijke weg – eerst modelmatig en planmatig uitwerken en schriftelijk voorleggen van een probleemstelling en plan ter besluitvorming voor men tot actie overgaat – heb ik niet aangetroffen. Bij mij is het beeld gegroeid dat onvrede en innerlijke pijn, die soms over een periode van jaren zijn geaccumuleerd, stuwkracht aan sociale wil geven. Zorgdragers geven hun daaruit voortvloeiende acties krachtig en op authentieke wijze vorm.

Een open en leergierige houding helpt spanningen uit te houden. Beweeglijkheid en en- thousiasme zorgen voor verrijking van levenservaringen. Intens beleven van wat op

hun pad verschijnt verdiept besef van eigen ‘zijn’. Zorgdragers beleven dat zij het ant- woord op hun onvrede niet zelf verzinnen maar dat het hun in de vorm van een hint door een naaste wordt aangereikt. Zij herkennen in de hint de eerstvolgende stap op weg naar het antwoord, nog zonder precies te weten waartoe die stap zal leiden. Door het gehoor geven aan de hint beleeft de drager achteraf dat puzzelstukjes van het leven weer meer in elkaar zijn gevallen. Op basis van nieuw verworven innerlijke zekerheid benoemt de zorgdrager een kort en krachtig levensmotto als vrucht van verwerken van ervaren pijn. Dit motto geeft levensrichting en groeiend besef van levensvervulling aan. Het motto kan groeien tot kompas voor zelfontplooiing in een turbulente en chao- tische omgeving.

In de geschetste dynamiek van zelfontplooiing35 zijn drie levenshoudingen te onder- scheiden die elkaar in de levensloop min of meer afwisselen zonder dat zij een opeen- volgende, methodische logica laten zien: pijn verwerken, leergierig nieuw gebied betre- den en puzzelstukjes in elkaar laten vallen.