• No results found

Data-analyse en interpretatie als lerende dialoog

Abma en Bos benadrukken dat stakeholders bereid moeten zijn van elkaars ervaringen te leren. In hun optiek is de onderzoeker evenzeer belanghebbende met bereidheid tot leren. “Alleen als hij [de onderzoeker] persoonlijk betrokken raakt bij de te evalueren

18 ‘Emergent’ waarvan ‘emergeren’ is afgeleid, is een Angelsaksische term. Merriam Webster Dic- tionary geeft onder meer als betekenissen: ‘arising unexpectedly, rising out of or as if out of a fluid, arising as a natural or logical consequence, newly formed or prominent.’ Wikipedia ver- meldt onder meer: ‘An emergent behaviour or emergent property can appear when a number of simple entities (agents) operate in an environment, forming more complex behaviours as a col- lective.’

concrete dagelijkse praktijk – in plaats van afstand te nemen en te vervallen in abstrac- ties en generalisaties – zullen de andere belanghebbenden zijn aanwezigheid accepte- ren, en kan hij door zijn geëngageerde inbreng een wederzijds leerproces op gang bren- gen. […] Abma noemt de dialoog tussen de belanghebbenden – inclusief de onderzoe- ker – de ‘essentie’ van responsieve evaluatie ...” (Bos, 2016, p. 39). Als een lerende dialoog meer zelfinzicht of wederzijds begrip oplevert “kan er ook sprake zijn van praktijkverbetering.” (Bos, 2016, p. 40). Van het begin af aan heeft mijn wens om als management professional te leren van zorgdragers mij tot dit onderzoek gedreven. Vol- gens Abma en Bos biedt responsief evalueren dus de mogelijkheid die ik zoek voor een lerende dialoog tussen respondenten en mij als onderzoekende manager.

De voor hen belangrijke thema’s of ‘issues’ verpakken respondenten veelal in de vorm van een narratief. Dit geeft Abma aan op basis van praktijkervaringen. Van de onder- zoeker is de eerder genoemde lerende en nieuwsgierige opstelling nodig om sensitivi- teit op te brengen voor relevante issues in het beleven van de respondent die in anekdo- tisch vertelde verhalen schuil gaan. “Volgens Abma illustreren persoonlijke narratieven over ervaringen, naast emoties en gevoelens, ook datgene wat de verteller door die er- varingen heeft geleerd. Door in een verhaal betekenissen aan onze ervaringen te hech- ten, gunnen wij onze luisteraars een inkijkje in ons eigen perspectief op bepaalde ge- beurtenissen – vaak inclusief onze zorgen, wensen of verwachtingen met betrekking tot het gezelschap of de situatie waarin het gebeurde plaatsvond [...]. Zo bezien zijn onze persoonlijke issues dus ‘verpakt’ in die verhalen. [...] [Abma] wijst erop dat de onder- zoeker mede hierom dient na te gaan hoe ieders verhaal het beste tot uitdrukking kan komen, zeker in een onderzoekscontext waarin een deel van de betrokkenen weinig verbaal is.” (Bos, 2016, p. 40). Deze benadering bleek een sleutel te zijn om in dit on- derzoek verhalen van respondenten ‘uit te pellen’, op zoek naar hun wijze van gestalte geven aan goede zorg. Hoe krijgen zorgpraktijken in het perspectief van zorgdragers zelf vorm?

Voor de data-analyse en -interpretatie heb ik gebruik gemaakt van Interpretative Phenomenological Analysis (IPA) (Smith et al., 2009), om in eerste instantie zo dicht mogelijk bij de eigen betekenisgeving van respondenten te kunnen komen. Oogmerk van IPA is om te komen tot “fine-grained accounts of patterns of meanings for parti- cipants reflecting on a shared experience.” (Smith et al., 2009, p. 38). IPA is een bena- dering die in wetenschapstheoretisch opzicht verwantschap vertoont met het sociaal constructivisme en met responsief evalueren, maar daar eigen begrippen, een strakke onderzoeksmethode en theoretische verbindingen aan toevoegt. Deze toevoegingen hebben met name betrekking op het diepgaand analyseren van interviewdata, op zoek naar een interpretatie van het persoonlijk beleven van respondenten, en op het metho- disch aansluiten bij een fenomenologisch-psychologische traditie.

Om mij daarin te bekwamen heb ik, voorafgaand aan de analysefase, deelgenomen aan een oefenworkshop IPA aan de Aston University (Birmingham, Engeland). Daar leerde ik hoe IPA leidt tot expliciteren van individuele betekenisgeving van gepercipieerde zaken en gebeurtenissen op grond van ervaringsfenomenen. Smith benoemt te analyse-

ren ervaringsfenomenen als ‘lived experience’ (Smith et al., 2009).19 Hij verduidelijkt “that the complex understanding of ‘experience’ invokes a lived process, an unfurling of perspectives and meanings, which are unique to the person’s embodied and situated relationship to the world. In IPA research, our attempts to understand other people’s re- lationships to the world are necessarily interpretative, and will focus on their attempts to make meanings out of their activities and to the things happening to them.” (Smith et al., 2009, p. 21). Te analyseren ervaringen zijn “uniquely embodied, situated and per- spectival” maar tegelijkertijd is dit unieke ‘zijn’ van respondenten “thoroughly im- mersed and embedded in a world of things and relationships.” (Smith et al., 2009, p. 29).

Om de gewenste diepgang te bereiken gedurende analyse en interpretatie van transcrip- ties van verkennende gesprekken met respondenten heb ik mij de inductieve en empa- thische IPA-benadering eigen gemaakt. Deze heeft zich gedurende het IPA-analysepro- ces geëvolueerd en geleid tot een persoonlijk groeiproces. Dat vormde een belangrijk element van mijn leerproces als onderzoekende manager. Betekenisgeving van ervaren fenomenen vindt uiteindelijk plaats door zowel de respondent (‘participant’) zelf áls door de onderzoeker. “The participant is trying to make sense of their personal and so- cial world; the researcher is trying to make sense of the participant trying to make sense of their personal and social world.” (Smith, 2004, p. 40).

Door de focus van mijn onderzoek op normatieve professionalisering van het mana- gersambacht was theoretische uitdieping noodzakelijk met hulp van aan NP gerelateer- de theoretische kaders. IPA biedt zelf geen ruimte voor verdiepende theoretische inter- pretaties. Daarom is ten behoeve van deze theoretische uitdieping de IPA-onderzoeks- methodiek uitgebreid met een thematische analyse (TA) (Braun & Clarke, 2006), die ik heb gericht op het relationeel vormgevende aspect dat zorgdragers ten toon spreiden en op leringen daaruit voor het managersambacht. Op basis van deze methodische uitbrei- ding kon ik tot een diepergaande interpretatie komen van zowel thematiek in het bele- ven van zorgdragers als van de relationele dynamiek waarmee zij gestalte geven aan hun zorgpraktijken en van de lessen die managers hieruit kunnen trekken.

Bij dit dieper doordringen tot de wijze waarop zorgdragers hun praktijken organiseren, zijn vanuit NP-perspectief thematische verbindingen geëxploreerd met de twee volgen- de, eerder genoemde theoretische velden. Het eerste veld betreft de waardevolle inzich- ten van zorgethici ten aanzien van de aard van zorgrelaties. Specifiek belicht ik de pre- sentietheorie, die het relationele aspect als een ‘goed’ beschouwt. Deze zorgethische invalshoek heb ik vervolgens uitgediept met inzichten uit de relationele psychoanalyse, die vooral ingaan op het subtiele machtsspel dat met name ook in therapeutische rela- ties zich onder de oppervlakte manifesteert. Gezien de relatieve onbekendheid vanuit het management perspectief met deze twee theoretische velden, kregen ook deze ver- 19 Smith geeft een uitvoerige verantwoording van deze methode en beschrijft daarbij onder meer de

fenomenologie van Husserl (beleven van fenomenen en bewust worden van daarin besloten pa- tronen) en van Merleau-Ponty (als belichaamd subject door perceptie zich met het leven uiteen- zetten), de hermeneutiek van Gadamer en Heidegger en het idiosyncratische karakter van onze ervaringswereld (Smith, 2004; Smith, Flowers & Larkin, 2009).

kenningen het karakter van een lerende dialoog. Op grond van deze lerende dialoog heb ik de eerdere, met gebruik van IPA verkregen, empirische bevindingen in een rela- tioneel perspectief kunnen plaatsen. De verzamelde anekdotes die respondenten bena- drukten ter illustratie van hun beleven zijn hiertoe op grond van geëvolueerde theoreti- sche sensitiviteit – opnieuw – thematisch geanalyseerd en geïnterpreteerd (Boeije, 2005).

Mijn lerende dialoog met respondenten is in de loop van het analyseproces op deze wijze uitgebreid, verbreed en verdiept met zorgethische en relationele psychoanalyti- sche duidingen in relatie tot het NP-perspectief. Als lerende onderzoeker geef ik door gebruik van IPA in Deel I van dit onderzoeksverslag eerst mijn interpretatie weer van wat voor respondenten betekenisvol is, en breidt ik deze interpretatie vervolgens uit in

Deel II met de thematische analyse van hun relationele dynamiek in het handelen en

met de leringen die ik daaruit trek voor het managersambacht. Dit empirische deel van het onderzoek is intensief begeleid door co-promotor Katie-Lee Weille.