• No results found

Pensioen voor zelfstandigen in een toekomstig pensioenstelsel

In document VU Research Portal (pagina 47-52)

Deel IV bevat de synthese van de eerste drie delen en bestaat uit drie hoofdstukken. Deel IV heeft tot doelstelling te onderzoeken hoe de toegang van zelfstandigen in een toekomstig pensioenstelsel kan worden vormgegeven, zodanig dat (meer) zelfstandigen een pensioenvoorziening (kunnen) treffen. In dit deel beantwoord ik deelvraag zeven tot en met negen.

Hoofdstuk 8

Hoofdstuk acht handelt vanuit een historisch perspectief over de ontwikkelingen in het pensioenstelsel ten aanzien van zelfstandigen. In dit hoofdstuk staat deelvraag zeven centraal. Ik ga in op de vraag welke ontwikkelingen ten grondslag liggen aan de positie van zelfstandigen in het huidige Nederlandse pensioenstelsel. In dit hoofdstuk sla ik een brug tussen het verleden, het heden en de (mogelijke) toe-komst van de pensioentoegang van zelfstandigen. Doelstelling is om inzicht te verkrijgen in de achter-liggende beweegredenen van de getroffen pensioenmaatregelen voor zelfstandigen. Voorts besteed ik aandacht aan de ontwikkelingen ten aanzien van de bredere vraagstukken over de positie van zelf-standigen in het sociaaleconomische bestel in Nederland. Tevens bespreek ik de huidige actuele ont-wikkelingen met betrekking tot de toekomst van het pensioenstelsel, bezien vanuit het perspectief van de zelfstandige.

Hoofdstuk 9

In dit hoofdstuk staat deelvraag acht centraal en ga ik in op de positionering van de pensioentoegang van zelfstandigen aan de hand van acht topics (onderwerpen). Deze topics houden verband met de pensioentoegang en pensioendeelname van zelfstandigen. De acht topics staan op zichzelf, maar

Hoofdstuk 1 Inleiding

21 hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat zij betekenis hebben voor de pensioenpositie van zelfstan-digen. Dit hoofdstuk vormt de verbinding tussen de ontwikkelingen die ik in hoofdstuk acht beschrijf en de verbetermaatregelen die ik in hoofdstuk tien voorstel.

Hoofdstuk 10

Dit hoofdstuk is het laatste inhoudelijke hoofdstuk van dit proefschrift. In dit hoofdstuk staat deelvraag negen centraal. Dit betreft de vraag hoe de toegang van zelfstandigen tot het aanvullend pensioen kan worden verbeterd en welke aanpassingen in wet- en regelgeving daarvoor nodig zijn.

1.5 Onderzoeksmethode

Voor het onderzoek heb ik de volgende methode gehanteerd.68

Onderzoeksfunctie: Onderzoeksdoelstelling:

Beschrijven Het in kaart brengen van de pensioenjuridische aspecten van de posi-tie van zelfstandigen in het Nederlandse pensioenstelsel en deze as-pecten vervolgens op een logische en systematische wijze analyseren. Ter ondersteuning van deze analyse een beschrijving van het begrip zelfstandigen en het begrip pensioen vanuit een historische, economi-sche, maatschappelijke en juridische context.

Tevens ter ondersteuning een beschrijving van het relevante Euro-peesrechtelijke kader, de positie van zelfstandigen in de pensioenstel-sels van drie andere Europese landen, relevante ontwikkelingen ten aanzien van het sociaaleconomisch bestel in Nederland en relevante ontwikkelingen ten aanzien van het pensioenstelsel.

Definiëren Bij het onderzoek naar de pensioenpositie van de zelfstandige in het Nederlandse pensioenstelsel vervullen een tweetal begrippen een be-langrijke spilfunctie, te weten het begrip zelfstandige en het begrip pensioen. Het is van belang om deze basisbegrippen op een duidelijke en heldere wijze in te vullen en af te bakenen.

Vergelijken De pensioenpositie van zelfstandigen wordt afgezet tegen die van werknemers. De overeenkomsten en verschillen tussen zelfstandigen en werknemers worden in kaart gebracht en geanalyseerd.

68 Deze onderzoeksmethode is gebaseerd op de onderzoeksfunctie die door Tijssen wordt beschreven: H.E.B. Tijssen, De juridische dissertatie onder de loep (diss. Tilburg), Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2009, p. 58-59.

Hoofdstuk 1 Inleiding

22 Daarnaast wordt een analyse gemaakt van de pensioenpositie van zelfstandigen in drie andere Europese landen, met als doelstelling te onderzoeken welke lessen voor het Nederlandse pensioenstelsel kun-nen worden getrokken.

Verklaren Het proefschrift beoogt een verklaring te vinden voor de achtergron-den, aanleiding en doelstelling van het huidige stelsel aan pensioen-voorzieningen voor zelfstandigen. Daarnaast beoogt het inzicht te bie-den in de gevolgen van dit stelsel (mate van pensioendeelname).

Evalueren In de evaluatie wordt het stelsel aan pensioenvoorzieningen van zelf-standigen beoordeeld en getoetst aan de vraag hoe dit stelsel moet worden gewaardeerd, hoe (goed) het stelsel werkt en wat de positieve en negatieve punten en wat de voor- en nadelen zijn.

Ontwerpen In de ontwerpfase worden de determinanten onder elkaar gezet die bij het treffen van een pensioenvoorziening voor zelfstandigen een rol spelen. Op basis van deze determinanten worden maatregelen onder-zocht, die tot doelstelling hebben om de pensioendeelname van zelf-standigen te verbeteren. Tevens wordt onderzocht hoe deze maatre-gelen in juridische zin kunnen worden vormgegeven.

Het onderzoek is gebaseerd op de volgende onderzoeksactiviteiten: - literatuurstudie;

- wetgevingsanalyse; - jurisprudentieonderzoek; - leggen van verbindingen tussen:

o het pensioenrecht en aanverwante rechtsgebieden (arbeidsrecht, sociaalzekerheidsrecht, fiscaal recht en Europees recht);

o de rechtstheoretische wetenschap en de praktische invulling;

o het (pensioen)recht en overige disciplines zoals macro-, micro-, en gedragseconomische en (rechts)sociologische wetenschap.

Het onderzoek is gestart op 1 januari 2013 en is beëindigd op 1 juni 2019. Ontwikkelingen die zich na deze datum hebben voorgedaan zijn slechts sporadisch verwerkt.

1.6 Begrenzing van het onderzoek

Het onderzoek richt zich in hoofdzaak op de pensioenjuridische aspecten van het pensioen van zelf-standigen. Andere rechtsgebieden, zoals het arbeidsrecht, sociaalzekerheidsrecht, fiscaal recht en Eu-ropees recht spelen daarbij tevens een rol. Het pensioenrecht staat immers niet op zichzelf en is sterk verweven met deze rechtsgebieden.69 Het onderzoek naar deze rechtsgebieden heeft een ondersteu-nende functie. Vanuit dezelfde functie bespreek ik relevante raakvlakken uit de (macro, micro en ge-drags)economische en sociologische wetenschap.

Hoofdstuk 1 Inleiding

23 Het onderzoek kent de volgende begrenzingen:

- Het zwaartepunt van het onderzoek ziet op de toegang van zelfstandigen tot het aanvullend pen-sioen in de tweede pijler. In het onderzoek wordt tevens ingegaan op de overige pijlers, maar dit dient ter ondersteuning van het onderzoek naar de toegang tot de tweede pijler.

- Het zwaartepunt van dit onderzoek ziet voorts op het ouderdomspensioen van zelfstandigen. Waar nodig wordt ingegaan op het arbeidsongeschiktheids- en nabestaandenrisico. Deze risico’s maken echter geen zelfstandig onderdeel uit van mijn onderzoek.

- De pensioentoegang van de DGA in het Nederlandse pensioenstelsel wordt in dit proefschrift bui-ten beschouwing gelabui-ten. Hoewel de begrippen zelfstandige en DGA beiden in het dagelijks spraakgebruik als zelfstandig ondernemer kwalificeren, heeft de DGA een andere rechtspositie dan de zelfstandige. Enerzijds is hij aandeelhouder en anderzijds heeft hij een dienstbetrekking met de vennootschap waarvan hij aandeelhouder is. Een zelfstandige werkt niet in dienstbetrekking. Op het gebied van pensioen neemt de DGA een bijzondere positie in. Zo kon hij tot 1 juli 2017 zijn pensioen in eigen beheer binnen zijn eigen onderneming onderbrengen. Met de invoering van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer is aan deze mogelijkheid een einde gekomen.70 In een studie waarin een pensioenstelsel voor alle werkenden wordt onderzocht, verdient het mijns in-ziens aanbeveling om de positie van DGA hierbij te betrekken, omdat een DGA ook als een wer-kende kan worden gekwalificeerd. Dit proefschrift heeft deze doelstelling niet. Het handelt over het pensioen van zelfstandigen.

- De pensioentoegang van andere groepen werkenden die vanwege hun specifieke positie op grond van een bijzondere regeling werkzaam zijn, zoals bestuurders, geestelijken en beroepssporters, worden eveneens buiten beschouwing gelaten. Hun rechtspositie staat te ver af van die van zelf-standigen.

- Het onderzoek heeft niet tot doelstelling onderzoek te doen naar en aanbevelingen te doen over hervormingen van het pensioenstelsel als zodanig. Mijn voorstellen hebben primair betrekking op de pensioentoegang van zelfstandigen. Dit neemt niet weg dat deze voorstellen het pensioenstel-sel als geheel kunnen raken. Dit is echter geen op zichzelf staande doelstelling van mijn onderzoek. - Het onderzoek betreft geen zelfstandig onderzoek naar de arbeidsrechtelijke,

sociaalzekerheids-rechtelijke en fiscaalsociaalzekerheids-rechtelijke positie van zelfstandigen. Deelaspecten die van deze rechtsgebie-den worrechtsgebie-den besproken, zijn uitsluitend ondersteunend aan het pensioenrechtelijk onderzoek naar de pensioentoegang van zelfstandigen.

- De studie behelst geen zelfstandig (cijfermatig) onderzoek naar aantallen zelfstandigen, pensioen-opbouw, pensioenspaargedrag en pensioeninkomen van zelfstandigen. De gegevens die in dit proefschrift worden gebruikt zijn gebaseerd op bestaande gepubliceerde (sociaal) economische en/of statistische onderzoeken.

- Het onderzoek bevat geen enquête onder zelfstandigen over wensen en behoeften op pensioen-gebied. Voor zover hier in het onderzoek op wordt ingegaan, wordt gebruik gemaakt van be-staande en gepubliceerde onderzoeksgegevens.

70 Wet van 8 maart 2017 (Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen),

Stb. 2017, 115. Voor een overzicht van deze wet verwijs ik naar: G.M.C.M. Staats, Einde DGA-pensioen in eigen beheer, Deventer: Kluwer 2017.

24

25

DEEL I

In document VU Research Portal (pagina 47-52)