• No results found

Pleistarchos, de zoon van Leonidas, stierf kort nadat hij op de troon was gekomen en Pleistoanax, de zoon van Pausanias, die bij Plataiai het commando had gevoerd, werd zijn

opvolger. Pleistoanax had een zoon, die ook Pausanias heette. Deze Pausanias arriveerde in Attika zogenaamd om tegen Thrasyboulos en de Atheners te strijden, maar in feite om de tyrannie van hen, die door Lysander als machthebbers aangesteld waren, te verstevigen. Hij had wel de Atheners, die Peiraieus in handen hadden, in een slag overwonnen, maar had direct na de slag besloten zijn leger naar huis terug te voeren om niet de schandelijkste smaad over Sparta te brengen door de tyrannie van goddeloze mannen te verstevigen. (2) Toen hij na een vruchteloze strijd uit Athene thuis was gekomen, daagden zijn tegenstanders hem voor het gerecht. Als gerechtshof voor een Lakedaimonische koning fungeerden de Geronten, achtentwintig in getal, en het college van ephoren, aangevuld met de koning van het andere huis. Veertien geronten achtten, evenals Agis, de koning van het andere huis,

Pausanias schuldig, terwijl de rest van het hof voor vrijspraak stemde. (3) Korte tijd later verzamelden de Lakedaimoniërs een leger tegen Thebe; de reden hiervoor zal ik in mijn relaas over Agesilaos vermelden. Bij deze gelegenheid arriveerde Lysander in Phokis en nam het hele Phokische leger met zich mee. Zonder verder tijd te verspillen trok hij Boiotië binnen en deed aanvallen op de muur van Haliartos, omdat de burgers van deze stad

weigerden tegen Thebe in opstand te komen. Een groep Thebanen en Atheners was al in het geheim de stad binnengekomen, en toen zij naar buiten kwamen en het tot een strijd kwam, sneuvelden verscheidene Lakedaimoniërs, onder wie Lysander.

(4) Pausanias, die bezig was een legermacht van Tegea en de rest van Arkadië bijeen te brengen, kwam te laat voor de strijd. Toen hij in Boiotië arriveerde, werd hij op de hoogte gesteld van de nederlaag van Lysanders strijdkrachten en van de dood van Lysander zelf, maar toch leidde hij zijn leger naar Thebe en was hij van plan de strijd te beginnen. Daarop vormden de Thebanen een front tegen hem en er werd gemeld dat Thrasyboulos met zijn Atheners zich in de buurt bevond. Hij wachtte af tot de Lakedaimoniërs het initiatief tot de strijd zouden nemen en was van plan om als ze dat gedaan hadden hen in de rug aan te vallen. (5) Omdat Pausanias nu vreesde tussen twee vijandelijk legermachten ingesloten te worden, sloot hij een overeenkomst met de Thebanen en nam degenen die bij de muur van Haliartos gesneuveld waren op om te begraven. Dit gebeurde niet met instemming van de Lakedaimoniërs, maar ik keur zijn besluit om de volgende reden goed. Pausanias besefte namelijk heel goed dat de rampen waardoor de Lakedaimoniërs getroffen worden altijd gebeuren wanneer ze tussen twee vijandige legers ingesloten worden en wat er bij Thermopyle en op het eiland Sphakteria gebeurd was maakte hem bang dat hij zelf

verantwoordelijk voor een derde ramp zou worden. (6) Toen hij bij deze gelegenheid door de burgers beschuldigd werd van laksheid bij zijn campagne in Boiotië, wachtte hij niet af totdat hij voor het gerecht gedaagd werd, maar hij werd door de Tegeaten als smekeling van Athena Alea opgenomen. Dit heiligdom werd van oudsher door alle Peloponnesiërs

gerespecteerd en bood degenen die daar smekeling waren de grootst mogelijke veiligheid.

De Lakedaimoniërs lieten dit blijken in het geval van Pausanias en al eerder bij Leotychides, en de Argivers in het geval van Chrysis. Van geen van hen wilden ze de uitlevering eisen, toen ze daar als smekeling zaten.

(7) Toen Pausanias vluchtte, waren zijn zonen Agesipolis en Kleombrotos nog heel jonge kinderen en Aristodemos, hun naaste bloedverwant, was hun voogd. Het succes van de Lakedaimoniërs bij Korinthe werd behaald onder leiding van deze Aristodemos. (8) Toen Agesipolis volwassen geworden was, waren de Argivers de eerste Peloponnesiërs tegen wie hij een oorlog begon. Toen hij vanuit het gebied van Tegea een leger Argolis binnenleidde, stuurden de Argivers een afgezant om voor hen met Agesipolis een voorvaderlijk verdrag te hernieuwen, dat van oudsher een gevestigde gewoonte was geweest tussen de Doriërs onderling. Maar hij sloot geen verdrag met de afgezant, trok met zijn leger verder en

plunderde het land. Zelfs toen zich een aardbeving voordeed, wilde Agesipolis zijn leger niet terugtrekken, hoewel de Lakedaimoniërs, net als trouwens de Atheners, toch meer dan alle andere Grieken bevreesd waren voor tekenen uit de hemel. (9) Toen hij voor de muur van Argos gelegerd was, bleven de aardbevingen aanhouden. Enkele soldaten werden door de bliksem getroffen en kwamen om, anderen raakten helemaal buiten zinnen door de donder.

In deze situatie trok hij zich met tegenzin uit Argolis terug en hield hij een andere campagne, nu tegen Olynthos. In deze oorlog was hij aan de winnende hand, hij had de meeste steden in Chalkidike al ingenomen en koesterde de hoop Olynthos zelf te veroveren, toen hij plotseling getroffen werd door een ziekte, waaraan hij tenslotte gestorven is.

6. Toen Agesipolis kinderloos stierf, ging het koningschap over op Kleombrotos, onder wiens opperbevel zij de slag bij Leuktra tegen de Boiotiërs leverden. Kleombrotos betoonde zich een dapper man, maar sneuvelde toen de strijd nog maar net begonnen was. Juist bij zware nederlagen neemt de Voorzienigheid de bevelhebber vaak vroeg weg, zoals Hippokrates, de

zoon van Ariphron, die bij Delion het commando voerde, aan de Atheners ontnomen werd, en later Leosthenes in Thessalië.

(2) Kleombrotos' oudste zoon Agesipolis heeft geen noemenswaardige daden op zijn naam en werd na zijn dood opgevolgd door zijn jongere broer Kleomenes. Diens oudste zoon was Akrotatos en zijn tweede zoon Kleonymos. Akrotatos overleefde zijn vader niet en toen Kleomenes later stierf, kregen zijn zoon Kleonymos en Akrotatos' zoon Areus ruzie over de opvolging. Dus kwamen de Geronten tussen beide en beslisten dat de waardigheid door erfenis toekwam aan Areus, de zoon van Akrotatos, en niet aan Kleonymos. (3) Omdat hij nu van het koningschap beroofd was, raakte Kleonymos buiten zichzelf van woede, en de ephoren probeerden hem met allerlei eerbewijzen te kalmeren, met name door hem aan te stellen als bevelhebber van de strijdkrachten om zo te voorkomen dat hij ooit een vijandige houding tegen Sparta aan zou nemen. Uiteindelijk heeft hij veel vijandelijkheden tegen zijn vaderland ondernomen en bracht hij Pyrrhos, de zoon van Aiakides, er toe hun gebied binnen te vallen. (4) Tijdens het koningschap van Areus, de zoon van Akrotatos, in Sparta viel Antigonos, de zoon van Demetrios, Athene te land en ter zee aan. Om de Atheners te helpen kwam een expeditieleger met Patroklos uit Egypte, en ook de Lakedaimoniërs trokken er met hun hele leger op uit, nadat ze eerst Areus als hun bevelhebber hadden aangewezen. (5) Antigonos sloeg een beleg om Athene en belette de troepen van de

Atheense bondgenoten de toegang tot de stad. Daarop stuurde Patroklos boodschappers om de Lakedaimoniërs en Areus er toe te bewegen het initiatief tot de strijd tegen Antigonos te nemen. Wanneer de strijd begonnen was, zou hij, zei hij, de Makedoniërs in de rug

aanvallen. Want het was niet verstandig dat zij, Egyptische zeelieden, eerst de Makedoniërs te land zouden aanvallen. De Lakedaimoniërs waren heel graag bereid deze gevaren te trotseren, uit vriendschap jegens Areus, maar ook omdat ze een voor het nageslacht gedenkwaardige daad wilden verrichten.

(6) Maar toen hun voorraden uitgeput waren, leidde Areus het leger terug naar huis, omdat hij zijn wanhopige maatregelen wilde inzetten voor de eigen belangen en niet

onvoorwaardelijk risico's wilde lopen ten behoeve van anderen. De Atheners verzetten zich zo lang mogelijk, maar tenslotte sloot Antigonos vrede met hen onder de voorwaarde dat hij een garnizoen in hun Mouseion legerde. Na verloop van tijd trok Antigonos dit garnizoen op eigen initiatief weer terug. Areus had als zoon Akrotatos, en deze weer een zoon Areus, die op een leeftijd van ongeveer acht jaar aan een ziekte overleed. (7) Als enige mannelijke vertegenwoordiger van het huis van Eurystheus bleef Leonidas, de zoon van Kleonymos, over, een reeds bejaarde man. Hem gaven de Lakedaimoniërs het koningschap. Nu stond Leonidas op uiterst gespannen voet met Lysander, een nakomeling van Lysander, de zoon van Aristokritos. Deze verwierf de steun van Kleombrotos, die getrouwd was met Leonidas' dochter. Toen hij zich van zijn steun verzekerd had, bracht hij verschillende beschuldigingen tegen Leonidas in. Een daarvan was dat Leonidas als kind zijn vader Kleonymos gezworen had dat hij de ondergang van Sparta zou veroorzaken. (8) Dus werd Leonidas uit zijn koninklijk ambt ontzet en werd opgevolgd door Kleombrotos. Als Leonidas nu toegegeven had aan zijn eerste impuls en net als Demaratos, de zoon van Ariston, uitgeweken was naar de koning van Makedonië of de Egyptische koning, had hij, ook wanneer de Spartanen tot inkeer waren gekomen, geen profijt daarvan gehad. Maar hij ging nu, toen hij door de burgers tot ballingschap veroordeeld was, naar Arkadië, en enkele jaren later riepen de Lakedaimoniërs hem daarvandaan terug en maakten hem opnieuw tot koning.

(9) Welke roekeloze, maar wel dappere daden Kleomenes, de zoon van Leonidas op zijn naam schreef en hoe er na hem een eind kwam aan het koningschap, heb ik al eerder verteld in de geschiedenis van Aratos van Sikyon. Mijn verhaal bevatte ook de manier, waarop Kleomenes in Egypte gestorven is.

7. Van het geslacht van Eurysthenes, de Agiaden genaamd, was Kleomenes, de zoon van Leonidas, de laatste koning van Sparta. Wat ik over het andere huis gehoord heb, zal ik nu vertellen. Prokles, de zoon van Aristodemos, gaf zijn zoon de naam Soos. Men zegt dat

Eurypon, de zoon van Soos, zo'n grote reputatie gekregen heeft dat dit huis, dat tot dan toe de Prokleidai heette, naar hem genoemd werd en voortaan de benaming Eurypontiden droeg.

(2) De zoon van Eurypon was Prytanis. In zijn tijd begon de vijandschap van de

Lakedaimoniërs met de Argivers, hoewel ze al voor deze twisten oorlog met de Kynouriërs voerden. Gedurende de volgende generaties, tijdens het koningschap van Prytanis' zoon Eunomos en diens zoon Polydektes, heerste er vrede in Sparta. (3) Charillos, de zoon van Polydektes, viel Argolis binnen en verwoestte het land van de Argivers. Enkele jaren later werd onder leiding van Charillos de campagne van de Spartanen tegen de Tegeaten

gehouden, toen de Lakedaimoniërs op grond van een misleidend orakel aanvielen in de hoop Tegea te veroveren en het Tegeatische deel van de vlakte van Arkadië te annexeren. (4) Charillos werd na zijn dood opgevolgd door zijn zoon Nikander. Wat de Messeniërs tegen Telklos, de koning van het andere huis, in het heiligdom van Limnas deden, vond plaats tijdens Nikanders koningschap. Ook Nikander viel Argolis binnen en teisterde het grootste deel van het land. De Asinaiers sloten zich in deze campagne bij de Lakedaimoniërs aan en werden korte tijd later door de Argivers afgestraft, doordat zij zware verwoestingen over hun vaderland brachten en de inwoners verjoegen. (5) Over Nikanders zoon Theopompos, die hem opvolgde, zal ik later uitgebreider vertellen, wanneer ik gekomen ben aan de

beschrijving van Messenië. Nog tijdens de regering van Theopompos in Sparta werd ook de strijd tussen de Lakedaimoniërs en Argivers om het zogeheten Thyreatische gebied gevoerd.

Theopompos nam zelf echter geen deel aan de acties, vooral vanwege zijn hoge leeftijd en zijn grote verdriet. Want nog tijdens Theopompos' leven was Archidamos gestorven. (6) Hij stierf echter niet kinderloos, maar liet een zoon, Zeuxidamas, achter. Diens zoon

Anaxidamos werd de opvolger. In zijn tijd werden de Messeniërs voor de tweede keer door de Spartanen overwonnen en van de Peloponnesos verdreven. De zoon van Anaxamidas was Archidamos en zijn zoon was Agesikles. Zij hadden beiden het geluk hun hele leven in rust, niet door oorlogen verstoord, door te brengen.

(7) Ariston, de zoon van Agesikles, trouwde met een vrouw, die naar men zegt het lelijkste meisje in Lakedaimon was, maar onder invloed van Helena zich tot de mooiste vrouw ontwikkelde. Slechts zeven maanden na zijn huwelijk kreeg Ariston een zoon, Demaratos.

Terwijl hij met de ephoren in vergadering zat kwam een dienaar hem berichten dat hij een zoon gekregen had. Ariston, die de versregels in de Ilias over de geboorte van Eurystheus vergeten was of ze helemaal niet begrepen had, verklaarde dat dit geen zoon van hem kon zijn, gezien het aantal maanden. (8) Later kreeg hij spijt van zijn uitspraak. Demaratos, die toen hij koning was in Sparta in hoog aanzien stond mede door zijn hulp aan Kleomenes bij het bevrijden van de Atheners van het juk van de Peisistratiden, werd door de

onnadenkendheid van Ariston en de haat van Kleomenes een gewoon burger. Hij week uit naar koning Dareios in Perzië en men zegt dat zijn nakomelingen lange tijd in Azië zijn gebleven. (9) Leotychides, die in Demaratos' plaats koning werd, nam met de Atheners en hun generaal Xanthippos, de zoon van Ariphron, deel aan de slag bij Mykale, en later hield hij ook een veldtocht tegen de Aleuaden in Thessalië. Hoewel hij heel Thessalië had kunnen onderwerpen omdat hij steeds als overwinnaar uit de strijd kwam, liet hij zich door de Aleuaden afkopen. (10) Toen hij in Lakedaimon voor het gerecht werd gebracht, ging hij in vrijwillige ballingschap naar Tegea, waar hij smekeling werd van Athena Alea. Nog tijdens zijn leven en voor zijn ballingschap stierf zijn zoon Zeuxidamas door een ziekte.

Archidamos, de zoon van Zeuxidamos, werd na het vertrek van Leotychides naar Tegea koning. Deze Archidamos bracht het land van de Atheners erg veel ellende doordat hij ieder jaar met een leger Attika binnenviel. Bij elke invasie trok hij een spoor van vernietiging, en de stad Plataiai, die op de hand van de Atheners was, nam hij na een belegering in. (11) Toch was hij er geen voorstander van dat er een oorlog verklaard werd tussen de Peloponnesiërs en de Atheners, maar hij spande zich tot het uiterste in dat het verdrag tussen hen stand zou houden. Het was Sthenelaïdas, een invloedrijk man in Lakedaimon en in die tijd een van de ephoren, die vooral verantwoordelijk was voor de oorlog. Griekenland, dat toen nog in een

goede toestand verkeerde, werd door deze oorlog tot op zijn grondvesten geschokt en is later, stuk geslagen en verre van gezond, door Philippos, de zoon van Amyntas, totaal geruïneerd.

8. Archidamos liet bij zijn dood zonen achter. Van hen was Agis de oudste en hij erfde de troon in plaats van Agesilaos. Archidamos had ook een dochter, Kyniska genaamd, de in haar eerzucht erg gebrand was op een overwinning bij de Olympische spelen. Zij was de eerste vrouw die paarden fokte en een Olympische overwinning behaalde. Later hebben ook andere vrouwen een Olympische overwinning behaald, met name vrouwen uit Lakedaimon, maar geen van hen onderscheidde zich zo door haar overwinningen als zij. (2) Ik heb de indruk dat van alle mensen de Spartanen het minst gevoelig zijn voor poëzie en lof van dichters. Want behalve het anonieme epigram voor Kyniska en nog eerder het epigram voor Pausanias, dat Simonides op de drievoet, die in Delphi gewijd is, schreef, bestaat er geen ander gedicht om de daden van koningen van de Lakedaimoniërs te gedenken.

(3) Ten tijde van het koningschap van Agis, de zoon van Archidamos, koesterden de Lakedaimoniërs verschillende grieven tegen de bevolking van Elis. Wat hen vooral dwars zat was dat zij door hen uitgesloten werden van de Olympische spelen en van het heiligdom in Olympia. Dus stuurden ze een afgezant met de opdracht aan de Eliërs autonomie te verlenen aan Lepreon en alle andere perioiken, die aan hen onderworpen waren. Het antwoord van de Eliërs luidde dat zij, zodra ze zouden zien dat de perioiken van Sparta vrij waren, ook zij zelf niet langer zouden wachten hun onderdanen vrijheid te verlenen. Dit was voor de Lakedaimoniërs en koning Agis aanleiding tot een invasie in het gebied van Elis. (4) Maar toen er zich een aardbeving voordeed, trok het leger, dat al tot Olympia en de Alpheios gevorderd was, zich weer terug. Het volgende jaar echter plunderde Agis het land en voerde het grootste deel van de buit weg. Een van de Eliërs, Xenias, een persoonlijk vriend van Agis en vertegenwoordiger van de Lakedaimonische belangen, kwam samen met de rijken in opstand tegen het volk. Maar voordat Agis hen met zijn leger te hulp had kunnen komen, had Thrasydaios, de toenmalige leider van de volkspartij in Elis, Xenias en zijn aanhang in een strijd overwonnen. (5) Toen Agis zijn leger terugtrok, liet hij Lysistratos, een Spartaan, met een deel van de strijdkrachten en de Elische ballingen achter om de Lepreërs te helpen het land te plunderen. In het derde jaar van de oorlog troffen de Lakedaimoniërs onder leiding van Agis voorbereidingen voor een nieuwe invasie in Elis. Omdat de Eliërs en Thrasydaios in een uiterst precaire situatie verkeerden, stemden ze er mee in hun suprematie over de perioiken op te geven en de stadsmuur te ontmantelen, bovendien de

Lakedaimoniërs toe te staan in Olympia aan de god te offeren en aan de wedstrijden deel te nemen. (6) Ook deed Agis met zijn leger voortdurende invallen in Attika en bouwde het fort in Dekeleia. Toen de Atheense vloot bij Aigispotamoi vernietigd was, hebben Lysander, de zoon van Aristokritos, en Agis de eed, die de staat der Lakedaimoniërs bij de goden voor Athene gezworen hadden, gebroken en op eigen initiatief zonder goedkeuring van de Spartaanse staat de bondgenoten het plan voorgelegd Athene met de grond gelijk te maken.

(7) Dit waren de meest in het oog lopende krijgshandelingen van Agis. Een zelfde

ondoordachte opmerking als Ariston over Demaratos gemaakt had, maakte Agis over zijn zoon Leotychides. Een of andere boze geest gaf het hem namelijk in ten aanhoren van de ephoren te verklaren dat hij Leotychides niet als zijn zoon beschouwde. Maar ook Agis kreeg later berouw daarover. In die tijd werd hij ziek uit Arkadië naar huis gebracht en toen hij in Heraia was riep hij het volk als getuige dat hij Leotychides werkelijk als zijn zoon beschouwde en bezwoer hen onder gebeden en tranen dit aan de Lakedaimoniërs te melden.

(8) Na de dood van Agis probeerde Agesilaos Leotychides van de troon te stoten door de Lakedaimoniërs te herinneren aan wat Agis eerder over Leotychides gezegd had. Maar er arriveerden Arkadiërs uit Heraia en zij getuigden voor Leotychides alles wat zij van Agis bij zijn overlijden gehoord hadden. (9) Tot een verdere escalatie van het conflict tussen

Agesilaos en Leotychides werd bijgedragen door de uitspraak, gedaan door het orakel van Delphi. Deze luidde als volgt:

Sparta, ook al zijt gij hoogmoedig, wees op uw hoede

Sparta, ook al zijt gij hoogmoedig, wees op uw hoede

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN