• No results found

In de tijd dat Korax kinderloos stierf kwam Epopeus uit Thessalië en werd koning. Tijdens zijn koningschap zou voor het eerst een vijandelijk leger het land binnengevallen zijn,

terwijl de inwoners tot dan toe ononderbroken in vrede geleefd hadden. De reden was deze.

Antiope, de dochter van Nykteus, was onder de Grieken befaamd om haar schoonheid. Maar ook ging het gerucht dat zij geen dochter van Nykteus was, maar van Asopos, de grensrivier tussen de gebieden van Thebe en Plataiai. (2) Epopeus heeft haar geroofd, maar ik weet niet of hij om haar hand gevraagd had of dat hij van het begin af aan grovere dingen in de zin had. Toen de Thebanen gewapend en wel gekomen waren, raakte Nykteus gewond en ook Epopeus liep, hoewel hij in het gevecht overwinnaar was, verwondingen op. Nykteus werd ziek naar Thebe teruggebracht en toen hij op het punt stond te sterven, gaf hij het

regentschap over Thebe aan zijn broer Lykos. Want Nykteus was zelf voogd van Labdakos, de zoon van Polydoros en kleinzoon van Kadmos, die nog een kind was. Maar toen gaf hij het voogdijschap over aan Lykos. Hij smeekte Lykos met een groter leger Aigialeia aan te vallen en wraak te nemen op Epopeus en ook Antiope zelf te straffen, als ze haar te pakken kregen. (3) Epopeus bracht meteen offers voor zijn overwinning en bouwde een tempel voor Athene. Toen de tempel klaar was, bad hij de godin hem kenbaar te maken of hij volgens haar wens voltooid was. Na het gebed zou er olijfolie voor de tempel gestroomd hebben.

Later stierf Epopeus ook door de wond, die hij eerst verwaarloosd had, zodat het voor Lykos niet meer nodig was een oorlog te ondernemen. Want Lamedon, de zoon van Koronos, die Epopeus als koning opvolgde, leverde Antiope uit. Toen zij langs de weg van Eleutherai naar Thebe gebracht werd, beviel zij daar onderweg van een kind. (4) Daarover zegt Asios, de zoon van Amphiptolemos, in zijn gedicht:

Antiope, dochter van Asopos, de rivier met diepe kolken, zwanger van Zeus en Epopeus, herder der volken,

baarde Zethos en de stralende Amphion.

Homeros heeft hun afkomst teruggevoerd tot het meer verheven deel van het geslacht en zegt dat zij de eerste stichters van Thebe zijn, waarbij hij volgens mij wel onderscheid maakt tussen de benedenstad en de Kadmeia.

(5) Toen Lamedon koning was geworden, huwde hij een Atheense vrouw, Pheno, dochter van Klytias. Toen er later een oorlog uitbrak tegen Archander en Architeles, de zonen van Achaios, bracht hij Sikyon als bondgenoot uit Attika mee. Hij gaf hem zijn dochter Zeuxippe ten huwelijk en sinds zijn koningschap werd het land Sikyonia genoemd en de stad Sikyon in plaats van Aigale. Maar Sikyon zou niet de zoon van Marathon, de zoon van Epopeus, zijn, maar van Metion, de zoon van Erechtheus. Asios is het daarmee eens, terwijl Hesiodos in zijn gedicht zegt dat Sikyon de zoon van Erechtheus is en Ibykos dat hij de zoon is van Pelops. (6) Sikyon was de vader van Chthonophyle en Polybos zou de zoon van Chthonophyle en Hermes zijn. Later trouwde Phlias, de zoon van Dionysos, met haar en kreeg ze een zoon, Andromadas. Polybos gaf zijn dochter Lysianassa als vrouw aan Talaos, de zoon van Bias, koning van de Argivers. Toen Adrastos uit Argos vluchtte, ging hij naar Polybos in Sikyon en later, na de dood van Polybos, kreeg hij het koningschap in Sikyon.

Toen Adrastos naar Argos teruggegaan was, werd Ianiskos, afstammeling van Lamedons

schoonvader Klytios, na zijn komst uit Attika koning en na Ianiskos' dood werd hij opgevolgd door Phaistos, die ook een zoon van Herakles zou zijn. (7) Toen Phaistos in opdracht van het orakel naar Kreta verhuisd was, zou Zeuxippos, zoon van Apollo en de nimf Syllis, koning geworden zijn. Na Zeuxippos' dood hield Agamemnon een veldtocht tegen Sikyon en koning Hippolytos, de zoon van Phaistos. Uit vrees voor het naderende leger stemde Hippolytos in met de onderwerping aan Agamemnon en de Mykeners. Van deze Hippolytos was Lakestades een zoon. Phalkes, zoon van Temenos, overviel 's nachts Sikyon samen met de Doriërs, maar omdat Lakestades ook een van de Herakliden was, berokkende hij hem geen kwaad, maar liet hem delen in de macht.

7. Sinds die tijd zijn de Sikyoniërs Doriërs en maakt hun gebied deel uit van het Argivische land. Demetrios, de zoon van Antigonos, heeft de stad van Aigialeus op de vlakte verwoest en heeft bij wat toen de akropolis was de huidige stad gesticht. We zouden er geen goed aan doen te zoeken naar de oorzaak, waardoor de Sikyoniërs zo verzwakt zijn, maar we moeten tevreden zijn met wat Homeros zegt over Zeus,

"die van veel steden de burchten verwoest heeft."

Terwijl zij in zo'n toestand van machteloosheid waren, vond een aardbeving plaats die de stad vrijwel ontvolkte en hen van veel bezienswaardigheden beroofde. Ook de steden in Karië en Lykië werden geteisterd en vooral het eiland Rhodos werd door de aardbeving getroffen, zodat het orakel van de Sybille vervuld leek.

(2) Aan de weg van Korinthe naar Sikyon is het graf van de Lykos van Messene, wie hij ook moge zijn. Ik heb namelijk geen enkele Lykos uit Messene kunnen vinden, die de pentathlon beoefend heeft of een overwinning in Olympia behaald heeft. Dit graf is een hoop aarde, maar de Sikyoniërs zelf begraven hun doden meestal op een gelijksoortige manier. Ze bergen het lichaam in de grond, daarop bouwen ze dan een stenen basis en plaatsen zuilen er op. Hierop maken ze een bovendeel dat op een tempelgevel lijkt. Ze brengen geen inscriptie aan behalve de naam van de dode zelf zonder de naam van zijn vader. Dan zeggen ze de dode vaarwel.

(3) Als je na het graf van Lykos de Asopos overgestoken bent, staat aan de rechterkant het Olympion en een klein eindje verder links van de weg het graf van de Atheense

komediedichter Eupolis. Als je de weg vervolgt in de richting van de stad is er het graf van Xenodike, die in het kraambed gestorven is. Dit is niet in de locale stijl gebouwd, maar zo, dat het uitstekend past bij de schildering die als geen ander de moeite van het bezichtigen waard is.

(4) Ga je verder, dan is er het graf van de Sikyoniërs die bij Pellene, Dyme in Achaia, Megalopolis en Sellasia gesneuveld zijn. Later zal ik hun lotgevallen nauwkeuriger vertellen. Bij de poort is een bron in een grot, waarvan het water niet uit de grond opwelt, maar het druppelt uit het plafond van de grot. Daarom wordt de bron Stazousa genoemd.

(5) Op de tegenwoordige akropolis is een heiligdom van Tyche Akraia en daarachter een heiligdom van de Dioskouroi. Hun beelden zijn net als dat van Tyche van hout. Het beeld van de man met een schild op het toneel van het theater, dat aan de voet van de akropolis gebouwd is, zou Aratos, zoon van Kleinias, voorstellen. Achter het theater is een tempel van Dionysos. De god is van goud en ivoor en naast hem staan Bakchanten van wit marmer.

Deze vrouwen, zegt men, zijn aan Dionysos toegewijd en raken door zijn inspiratie in extase. De Sikyoniërs hebben andere beelden, die geheim gehouden worden. Een keer per jaar brengen ze die 's nachts vanuit het zogenaamde Kosmeterion naar de tempel van Dionysos onder begeleiding van fakkels en locale hymnen. (6) Voorop gaat het beeld dat Bakcheus genoemd wordt, voor hen opgesteld door Andromadas, de zoon van Phlias. Dan volgt de zogeheten Lysios, die in opdracht van de Pythia door de Thebaan Phanes uit Thebe gebracht is. Phanes kwam naar Sikyon, toen Aristomachos, de zoon van Kleodaios, het orakel dat hij gekregen had verkeerd begrepen had en er daardoor niet in slaagde naar de Peloponnesos terug te keren. Aan de rechterkant van de weg van de Dionysostempel naar de markt staat een tempel van Artemis Limnaia. Duidelijk is te zien dat het dak ingestort is. Of

het beeld ergens anders heengebracht is of dat het ter plaatse vernield is, kan men niet vertellen.

(7) Bij de toegang tot de markt staat een tempel van Peitho zonder beeld. De cultus van Peitho is om de volgende reden door hen ingesteld. Apollo en Artemis kwamen, nadat zij Pytho gedood hadden, naar Aigialeia om gereinigd te worden. Een hevige angst overviel hen op de plaats die nog altijd Phobos heet en ze zochten hun toevlucht bij Karmanor in Kreta.

De mensen in Aigialeia werden door de pest getroffen. Zieners geboden hen Apollo en Artemis gunstig te stemmen. (8) Ze stuurden dus zeven jongens en evenveel meisjes als smekelingen naar de rivier Sythas. De goden zouden door hen overgehaald zijn naar de toenmalige akropolis te komen. De plaats waar zij het eerst aankwamen is het heiligdom van Peitho. De ceremonie die nog steeds gehouden wordt is hiermee in overeenstemming. Want de kinderen gaan op het feest van Apollo naar de Sythas. Ze brengen, zoals men zegt, de beelden van de goden naar het heiligdom van Peitho en daarna weer terug naar de tempel van Apollo. De tempel staat op de huidige markt en zou oorspronkelijk gemaakt zijn door Proitos, wiens dochters daar van hun waanzin genezen zijn.

(9) Ook wordt het volgende verteld: Meleager in deze tempel de lans waarmee hij het everzwijn gedood heeft als wijgeschenk neergelegd heeft. Ook de fluiten van Marsyas zouden er liggen. Want toen Silenos door het ongeluk getroffen werd, voerde de rivier de Marsyas de fluiten mee naar de Maiander. Ze kwamen weer te voorschijn in de Asopos. Aan land gekomen in het gebied van Sikyon werden ze door een herder gevonden en aan Apollo gegeven. Van deze wijgeschenken is niets meer over, omdat ze bij een brand in de tempel verbrand zijn. De tegenwoordige tempel en het beeld zijn opgericht door Pythokles.

8. Het heilige domein vlakbij het heiligdom van Peitho, dat aan de Romeinse keizers gewijd is, was eens het huis van de tiran Kleon. Kleisthenes, de zoon van Aristonymos, zoon van Myron, was tiran van de Sikyoniërs, toen zij nog de benedenstad bewoonden, en Kleon werd het in de tegenwoordige stad. Voor dat huis staat een heroön van Aratos, die van de Grieken van zijn tijd de grootste daden verricht heeft. (2) Zijn geschiedenis is als volgt. Na de alleenheerschappij van Kleon kwam bij veel gezagsdragers een zo onbedwingbaar verlangen naar de tirannie op, dat twee mannen, Euthydemos en Timokleides, tegelijk tiran werden. Ze werden door het volk, dat Aratos' vader Kleinias als leider had gekozen, verdreven. Enkele jaren later werd Abantidas tiran. Kleinias was al eerder gestorven. Maar Abantidas dreef Aratos in ballingschap, of misschien was Aratos vrijwillig vertrokken. Abantidas is door enkele mannen uit het gebied gedood en zijn vader Paseas werd onmiddellijk tiran.

(3) Hij werd gedood door Nikokles, die zelf tiran werd. Deze werd door Aratos met een troep Sikyonische ballingen en Argivische huurlingen aangevallen. Doordat hij de aanval 's nachts uitvoerde bleef hij in het donker door sommige bewakers onopgemerkt en andere overweldigde hij. Zo drong hij de stad binnen. Intussen was de ochtend aangebroken. Hij nam het volk mee en haastte zich naar het tirannenhuis. Dat werd gemakkelijk veroverd, maar Nikokles zelf wist te ontsnappen. Aratos gaf de Sikyoniërs de gelijkheid in politieke rechten terug en verzoende zich met de ballingen. Hun huizen en andere bezittingen die verkocht waren gaf hij terug en stelde degenen die ze gekocht hadden uit eigen middelen schadeloos. (4) Omdat alle Grieken bang waren voor de Makedoniërs en Antigonos, de zoon van Demetrios, stadhouder van Philippos, bracht hij de Sikyoniërs, die Doriërs waren, er toe zich aan te sluiten bij de Achaiïsche bond. Meteen werd hij door de Achaiers tot bevelhebber gekozen. Hij leidde hen naar de Lokriërs van Amphissa en het gebied van de Aitoliërs, hun vijanden, en plunderde hun land. Antigonos had Korinthe in handen en er lag een

Makedonisch garnizoen in de stad, maar Aratos bracht met een verrassingsaanval de

Makedoniërs in paniek. Een van de velen die hij bij de overwinning in de strijd doodde was de commandant van het garnizoen, Persaios, die bij Zeno, de zoon van Mnaseas, filosofie gestudeerd had. (5) Na de bevrijding van Korinthe door Aratos sloten de Epidauriërs, de Troizenen die het Argolische Akte bewonen en van de Grieken aan de andere kant van de Isthmos de Megariërs zich bij de bond aan, terwijl Ptolemaios een bondgenootschap met de

Achaiers sloot. De Lakedaimoniërs en hun koning Agis, zoon van Eudamidas, hadden al eerder in een verrassingsaanval Pellene veroverd, maar toen Aratos met zijn leger kwam werden ze in een treffen verslagen. Ze gaven Pellene op en keerden onder bescherming van een wapenstilstandsverdrag naar huis terug.

(6) Aratos vond het na zijn successen op de Peloponnesos ontoelaatbaar het over zijn kant te laten gaan dat Peiraieus en Mounychia en bovendien Salamis en Sounion in handen van de Makedoniërs waren. Omdat hij niet verwachtte dat hij deze steden met geweld zou kunnen veroveren, haalde hij Diogenes, de commandant van het garnizoen, over zijn posities op te geven tegen betaling van honderdvijftig talenten. Zelf droeg hij voor de Atheners het zesde deel van dat bedrag bij. Hij haalde ook Aristomachos, de tiran van Argos, over de

democratie voor de Argivers te herstellen en zich bij de Achaiïsche bond aan te sluiten en veroverde Mantineia op de Lakedaimoniërs, die het bezetten. Maar niet alles voor een mens verloopt zoals hij dat graag wil en daarom zag zelfs Aratos zich gedwongen bondgenoot van de Makedoniërs en Antigonos te worden. Dit gebeurde op de volgende manier.

9. Kleomenes, de zoon van Leonidas, zoon van Kleonymos, die in Sparta de opvolger in het

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN