• No results found

Mensen, die denken dat wat bij olifanten door de mond naar buiten steekt geen hoorns, maar tanden zijn, moeten maar eens naar de eland kijken, een dier in het Keltische land, of naar de

Ethiopische stier. Mannelijke elanden hebben hoorns op hun wenkbrauwen, maar bij de vrouwtjesdieren groeien ze helemaal niet. Bij de Ethiopische stier groeit de hoorn op de neus. Wie zou er dus erg verbaasd over kunnen zijn dat er een dier is, waarbij de hoorns door de mond groeien? (2) Men kan ook zijn vergissing nog corrigeren aan de hand van de volgende gegevens. Bij dieren vallen ieder jaar de hoorns af en groeien daarna weer aan. Dat gebeurt bij herten en gemzen en bij olifanten gaat het net zo. Maar er is geen dier, waarbij een tand voor de tweede keer groeit, althans geen volwassen dier. Als dat wat door de mond steekt geen hoorn, maar een tand was, hoe zou het dan weer kunnen aangroeien? En dan nog iets: tanden zijn van nature niet gevoelig voor vuur. Maar de hoorns van runderen en

olifanten krijgen onder invloed van vuur in plaats van een gebogen een vlakke of andere vorm. De onderkaak van het nijlpaard en het everzwijn heeft slagtanden, maar dat er hoorns op de kaken groeien heb ik nog nooit gezien. (3) Ieder moet nu goed weten dat bij de olifant de hoorns door de slapen naar beneden gaan en zo naar buiten buigen. Ik weet dat niet alleen van horen zeggen, maar ik heb in Campanië in het heiligdom van Artemis een schedel van een olifant gezien. Het heiligdom ligt op een afstand van ongeveer dertig stadiën van Capua, de hoofdstad van Campanië. De olifant verschilt niet alleen door de manier waarop de hoorns groeien van andere dieren, maar ook in zijn omvang en uiterlijk lijkt hij totaal niet op een ander dier. Volgens mij zijn de Grieken buitengewoon ijverig en sparen geen middelen

om de goden te vereren, daar ze ivoor uit India en Ethiopië halen voor de vervaardiging van beelden.

(4) In Olympia is een wollen gordijn, versierd met Assyrische weefsels en Phoinikisch purper, een wijgeschenk van Antiochos, die ook de aegis boven het theater in Athene met de afbeelding van Gorgo als wijgeschenk geschonken heeft. Dat gordijn wordt niet helemaal tot het dak opgetrokken zoals in de tempel van Artemis in Ephese, maar men laat het met koorden tot de vloer zakken. (5) De wijgeschenken die binnen of in de voorhof staan zijn een troon van de Etruskische koning Arimnestos, de eerste barbaar die een wijgeschenk aan Zeus in Olympia gaf, en bronzen paarden van Kyniska als aandenken aan een Olympische overwinning. Die zijn minder groot dan echte paarden en staan, als je binnenkomt, aan de rechterkant. Ook staat er een met brons overtrokken drievoet, waarop overwinningskransen uitgestald werden voordat de tafel gemaakt was. (6) Er staan beelden van keizers:

Hadrianus, van marmer uit Paros, gewijd door de steden van de Achaiïsche bond, en Trajanus, gewijd door alle Grieken. Deze keizer onderwierp de Geten ten noorden van Thrakië en voerde oorlog tegen Osroës, de afstammeling van Arsakes, en tegen de Parthen.

De aanzienlijkste bouwwerken die hij liet maken zijn de naar hem genoemde thermen, een groot rond theater, een hippodroom met een lengte van twee stadiën en het forum in Rome, dat niet alleen om zijn algehele schoonheid bezienswaardig is, maar in het bijzonder om het dak dat van brons gemaakt is.

(7) Op ronde sokkels staan twee beelden opgesteld. De ene is van barnsteen en stelt de Romeinse keizer Augustus voor, de andere is van ivoor en dat zou een beeld zijn van

Nikomedes, koning van Bithynië. De grootste stad in Bithynië heette vroeger Astakos, maar nu is zij naar hem Nikomedeia genoemd. De oorspronkelijke stichter was Zypoites, naar de naam te oordelen een Thrakiër. Het barnsteen, waarvan het beeld van Augustus gemaakt is, is een natuurproduct en wordt gevonden in het zand van de Eridanos. Het is uiterst zeldzaam en om meerdere redenen kostbaar voor mensen. Het andere “barnsteen” is een legering van goud en zilver. (8) In de tempel van Olympia bevinden zich wijgeschenken van Nero: drie kransen die bladeren van de wilde olijf imiteren en een vierde krans in de vorm van

eikenbladeren. Er liggen ook vijfentwintig bronzen schilden, die hopliten moeten dragen bij de wapenrace. Dan is er nog een aantal stele´s. Op een daarvan staat een inscriptie met de eed die de Eliërs afgelegd hebben voor de Atheners, Argivers en Mantineeërs, dat zij honderd jaar lang bondgenoten zouden zijn.

13. Binnen de Altis ligt ook een apart heilig terrein, gewijd aan Pelops. Van de heroën wordt hij in Olympia door de Eliërs het meest vereerd, zoals Zeus het meest van alle goden. Het Pelopion ligt rechts van de ingang van de tempel van Zeus, aan de noordkant. Het ligt zo ver van de tempel af dat er op het tussenliggende stuk beelden en andere wijgeschenken staan.

Het Pelopion begint ongeveer ter hoogte van het midden van de tempel en reikt tot het achterste deel daarvan. Het wordt omgeven door een stenen omheining, waarbinnen bomen groeien en beelden staan.

(2) De ingang is aan de westzijde. Volgens de legende heeft Herakles, de zoon van

Amphytrion, het heiligdom aan Pelops gewijd, omdat hij de achterkleinzoon van hem was.

Bovendien gaat het verhaal dat hij in de kuil aan Pelops offerde. Nog altijd offeren de archonten van het jaar aan hem. Het offerdier is een zwarte ram. De ziener krijgt geen enkel stuk daarvan, maar het is gebruik dat alleen de nek gegeven wordt aan de man die

“houthakker” genoemd wordt. (3) De houthakker is een van de dienaren van Zeus, wiens taak het is tegen een vastgesteld tarief hout voor offers te leveren aan steden en

particulieren. Dat mag alleen hout van de witte populier zijn en van geen andere boom.

Wanneer iemand, Eliër of vreemdeling, van het vlees van het dier dat aan Pelops geofferd wordt heeft gegeten, is het hem niet toegestaan de tempel van Zeus te betreden. Hetzelfde geldt voor degenen die in Pergamon bij de rivier Kaïkos aan Telephos offeren. Zij mogen ook niet naar de tempel van Asklepios gaan, voordat ze een bad genomen hebben.

(4) Ook wordt het volgende verteld. Toen de oorlog tussen de Grieken en Trojanen lang duurde, profeteerden de waarzeggers hun dat ze de stad niet zouden veroveren, voordat ze de pijl en boog van Herakles en een bot van Pelops gehaald hadden. Dus werd Philoktetes naar het legerkamp ontboden en uit Pisa werd hun een bot van Pelops, een schouderblad, gebracht. Tijdens de thuisreis verging het schip dat de bot vervoerde bij Euboia in een storm.

(5) Vele jaren na de verovering van Troje zette een visser, Damarmenos, zijn netten in zee uit en haalde het bot op. Verbaasd over de grootte daarvan hield hij het verborgen onder het zand. Tenslotte ging hij naar Delphi met de vraag van welke man het bot was en wat hij ermee moest doen. (6) Nu was er door goddelijke voorzienigheid net op dat moment een gezantschap van Eliërs die om bevrijding van een pestepidemie baden. De Pythia droeg hun nu op de beenderen van Pelops terug te zoeken en Damarmenos moest wat hij gevonden had aan de Eliërs teruggeven. Toen hij dat gedaan had, beloonden de Eliërs hem door hem en zijn nakomelingen te benoemen tot bewakers van het bot. Tegenwoordig is het schouderblad van Pelops verdwenen, omdat het, naar ik denk, lange tijd diep in de zee verborgen is geweest en het niet alleen door de tijd, maar evenzeer door het zoute water is aangetast. (7) Er zijn nog steeds sporen over die er op wijzen dat Pelops en Tantalos in ons land gewoond hebben. Er is een meer dat naar Tantalos genoemd is en een beroemd graf. Er staat een troon van Pelops op de top van de berg Sipylos achter het heiligdom van Plastene, de Moeder, en als je de rivier Hermos overgestoken bent, zie je in Temnos een beeld van Aphrodite, dat van een jonge myrteboom gemaakt is. Volgens de traditie heeft Pelops dat gewijd, toen hij de godin genadig stemde en Hippodameia ten huwelijk vroeg.(8) Het altaar van de Olympische Zeus staat ongeveer even ver van het Pelopion als van het heiligdom van Hera; het staat voor beide gebouwen. Volgens sommigen is het gebouwd door Herakles van de Ida, maar anderen beweren dat het twee generaties na Herakles door plaatselijke helden gebouwd is.

Het is gemaakt van de as van de schenkels van aan Zeus geofferde offerdieren, net zoals in Pergamon. Ook het altaar van Hera op Samos bestaat uit as en dat is zeker niet mooier dan wat de Atheners in Attika escharai (brandofferaltaren) noemen. (9) De omtrek van de basis van het altaar in Olympia, prothysis genoemd, bedraagt honderdvijfentwintig voet en van het bovengedeelte tweeëndertig voet. De totale hoogte van het altaar is tweeëntwintig voet.

Men heeft de gewoonte de offerdieren zelf op het onderste deel, de prothysis, te offeren.

Maar de schenkels worden naar het hoogste deel van het altaar gebracht en daar geofferd.

(10) Aan beide kanten leiden marmeren treden omhoog naar de prothysis, maar de treden daarvandaan naar het bovendeel van het altaar zijn in de as uitgehouwen. Meisjes en vrouwen mogen, wanneer het hen niet verboden is in Olympia te komen, tot de prothysis komen. Alleen mannen mogen vandaar naar het hoogste deel van het altaar klimmen.Ook buiten de officiële feesten om wordt er door particulieren aan Zeus geofferd en iedere dag worden door de Eliërs offers gebracht. (11) Ieder jaar houden waarzeggers zorgvuldig in de gaten wanneer het de negentiende dag van de maand Elaphios is. Dan halen ze de as uit het prytaneion, mengen het met water van de Alpheios tot een soort specie en pleisteren het altaar daarmee. Met ander water kan de as nooit tot specie gemaakt worden. Dat is de reden, waarom de Alpheios als de meest geliefde rivier van de Olympische Zeus beschouwd wordt.

Er is ook in Didyma een altaar van de Milesiërs. Dat is, zoals de Milesiërs zeggen, door Herakles van Thebe gemaakt van het bloed van offerdieren. Maar in later tijden heeft het bloed van de offerdieren dit altaar niet bijzonder hoog gemaakt.

14. Het altaar in Olympia heeft nog iets bijzonders: de wouwen, die tot de meest roofzuchtige vogels behoren, doen de mensen die in Olympia offeren geen enkel kwaad. Wanneer echter een wouw eens de ingewanden of een stuk vlees rooft, wordt dat beschouwd als een

ongunstig voorteken voor wie offert. Herakles, de zoon van Alkmene, zou eens bij het offeren erg veel last van vliegen hebben gehad. Dus offerde hij uit eigen beweging of op advies van iemand anders aan Zeus Apomyios (Vliegenverjager). Zo werden de vliegen naar de overkant van de Alpheios verjaagd. De Eliërs zouden op dezelfde manier aan Zeus Apomyios offeren om de vliegen uit Olympia weg te jagen.

(2) De Eliërs plegen voor hun offers aan Zeus hout van geen andere boom dan de witte populier te gebruiken. De reden waarom ze de witte populier verkiezen is volgens mij dat Herakles deze uit Thesprotis in Griekenland heeft gebracht. Ik denk dat Herakles zelf ook, toen hij in Olympia aan Zeus offerde, de schenkels van de offerdieren op populierenhout verbrand heeft. Herakles ontdekte de witte populier bij de rivier de Acheron in Thesprotis en daarom wordt hij door Homeros Acheroïs genoemd.

(3) Het is altijd zo geweest dat rivieren van elkaar verschillen en niet dezelfde

eigenschappen hebben voor de groei van verschillende soorten planten en bomen. Zo groeien tamarisken het best en het meest aan de Maiander, aan de Asopos in Boiotië groeit het hoogste riet en de Perseaboom gedijt slechts in het water van de Nijl. Zo is het dus helemaal niet vreemd dat de witte populier eerst aan de Acheron groeide, de wilde olijfboom aan de Alpheios en dat de zwarte populier thuis hoort aan de Keltische Eridanos in het land van de Kelten.

(4) Nu ik het grootste altaar beschreven heb, wil ik de aandacht vestigen op alle altaren in Olympia. De volgorde die ik daarbij zal aanhouden is die waarin de Eliërs gewoonlijk daarop hun offers brengen. Eerst offeren ze aan Hestia, vervolgens aan de Olympische Zeus, terwijl ze naar het altaar in de tempel gaan, daarna aan <Zeus Laoitas en Poseidon Laoitas>.

Dit offer vindt gewoonlijk plaats op één altaar. Het vierde offer is aan Artemis en het vijfde aan Athene Leïtis, (5) het zesde aan Ergane (Werkster). De nakomelingen van Pheidias, die Phaidryntai (Schoonmakers) genoemd worden, hebben van de Eliërs het privilege ontvangen het beeld van Zeus te reinigen van het vuil dat er aankleeft en voordat zij beginnen offeren ze aan deze Ergane.

Er staat nog een altaar van Athene, dichtbij de tempel en daarnaast een vierkant altaar van Artemis dat geleidelijk hoger wordt.

(6) Na de hier genoemde altaren volgt een altaar waarop aan Alpheios en Artemis

gezamenlijk geofferd wordt. Waarom dat zo gedaan wordt, vertelt Pindaros in een ode en ik zal het beschrijven in mijn verslag over Letrini.

Niet ver daarvandaan staat nog een altaar voor Alpheios en daarnaast een van Hephaistos.

Dit altaar wordt door sommige Eliërs het altaar van Zeus Areios genoemd en dezelfde mensen beweren dat Oinomaos, steeds wanneer hij een van de vrijers van Hippodameia zou uitdagen tot een wagenrace, hierop aan Zeus Areios offerde.

(7) Dan volgt een altaar van Herakles met de bijnaam Parastates en een voor Herakles´

broers Epimedes, Idas, Paionaios en Iasos. Ik weet dat het altaar van Idas door anderen het altaar van Akesidas genoemd wordt.

Op de plaats waar de fundamenten van het huis van Oinomaos liggen staan twee altaren, een van Zeus Herkaios, dat Oinomaos zelf gebouwd schijn te hebben, en een van Zeus

keraunios, dat volgens mij gebouwd is toen het huis van Oinomaos door de bliksem

getroffen was. (8) Het grote altaar heb ik kort hiervoor al beschreven en wordt het altaar van de Olympische Zeus genoemd. Daarnaast staat een altaar voor de Onbekende Goden en dan een altaar van Zeus Katharsios (Reiniger), een van Nike en weer een van Zeus, met de bijnaam Chthonios. Er zijn altaren van alle goden en van Hera, bijgenaamd de Olympische, dat ook van as gemaakt is. Dat zou door Klymenes gewijd zijn. Dan volgt een

gemeenschappelijk altaar van Apollo en Hermes. Over hen hebben de Grieken namelijk het verhaal dat Hermes de uitvinder was van de lier en Apollo van de citer.

(9) Dan komen achtereenvolgens een altaar van Homonoia, weer een van Athene en een van de Moeder der goden.

Heel dicht bij de ingang van het stadion staan twee altaren.

Het ene wordt het altaar van Hermes Enagonios (Wedstrijdbewaker) genoemd, het andere Kairos; over hem bestaat, naar ik weet, een hymne van Ion van Chios. In die hymne wordt Kairos voorgesteld als de jongste zoon van Zeus. Dichtbij het schathuisje van de Sikyoniërs staat een altaar van Herakles, een van de Koureten, of Herakles, de zoon van Alkmene.

Beide versies worden verteld.

(10) Op het zogenaamde Gaion staat een altaar van Gè, ook bestaande uit as. Hier zou in oude tijden een orakel van Gè geweest zijn.

Op het zogenaamde Stomion is het altaar voor Themis gebouwd.

Rondom het altaar van Zeus Katabaites (Afdaler) loopt een omheining. Dit altaar staat bij het grote altaar van as.

Men moet er aan blijven denken dat de altaren niet in de volgorde waarin ze staan

opgenoemd worden, maar dat mijn beschrijving de volgorde aanhoudt die de Eliërs bij het offeren volgen.

Bij het heilige domein van Pelops staat een gemeenschappelijk altaar van Dionysos en de Chariten, daartussen een altaar van de Muzen en naast hen een altaar van de Nimfen.

15. Buiten de Altis staat een gebouw dat men het atelier van Pheidias noemt. Daar heeft Pheidias elk onderdeel van het beeld vervaardigd. In dat gebouw staat een

gemeenschappelijk altaar voor alle goden. Wanneer je weer teruggaat naar de Altis, kom je bij het Leonidaion. (2) Dit staat buiten het heilige omheinde gebied bij de toegang tot de Altis die voor processies bestemd is, de enige weg voor processiegangers. Het is gewijd door Leonidas, iemand uit de streek,en in mijn tijd verbleven de Romeinse gouverneurs van Griekenland er. Het Leonidaion en de processieingang zijn van elkaar gescheiden door een straat, want wat door de Atheners een steegje wordt genoemd heet bij de Eliërs een straat.

(3) Waar je het Leonidaion aan de linkerkant passeert, staat in de Altis een altaar van Aphrodite en dan een van de Horai.

Ongeveer ter hoogte van het achterdeel van de tempel van Zeus groeit aan de rechterkant een olijfboom. Die wordt Kallistephanos genoemd en de takken worden gebruikt voor de overwinningskransen bij de Olympische wedstrijden.

Bij deze olijfboom staat een altaar voor de nimfen die ook Kallistephanai genoemd worden.

(4) Buiten de Altis, rechts van het Leonidaion, staat een altaar van Artemis Agoraia en een altaar voor de Meesteressen. Over de godin die men Meesteres noemt zal ik in mijn beschrijving van Arkadië vertellen.

Dan staat er een altaar van Zeus Agoraios en voor de zogenaamde Proëdria een altaar van Apollo, bijgenaamd Pythios en daarna een van Dionysos. Dat altaar zou niet oud zijn en gewijd door particuliere burgers.

(5) Wanneer je naar het startpunt van de wagenrace gaat, zie je een altaar met het opschrift Moiragetes. Het is duidelijk dat dit een bijnaam is van Zeus, die de menselijke

aangelegenheden kent, alles wat door de Moiren wordt beschoren en wat ze weigeren.

Vlak daarbij is ook een altaar, langwerpig van vorm, van de Moiren, dan een altaar van Hermes en de volgende twee zijn van de Zeus Hypsistos (de Allerhoogste).

Ongeveer op het midden van de startplaats van de wagenrace staan onder de blote hemel altaren van Poseidon Hippios en Hera Hippia.

Naast de zuil een altaar van de Dioskouroi.

(6) Aan de ene kant van de toegang tot wat men de Embolos (sprekerstribune) noemt staat een altaar van Ares Hippios, aan de andere kant een van Athene Hippia.

Wanneer je dan de Embolos zelf betreedt, staat er een altaar van de Nimfen die men Akmenai noemt.

Als je terugkomt van de zuilengalerij die de Eliërs zuilengalerij van Agnaptos noemen, naar de architect die hem gemaakt heeft, zie je rechts een altaar van Artemis.

(7) Wanneer je via de processieingang de Altis weer betreedt, zie je achter het Heraion een altaar van de rivier Kladeos en een altaar van Artemis.

Het altaar daarachter is van Apollo, het vierde altaar is van Artemis met de bijnaam Kokkoka (met de granaatappel) en het vijfde altaar is van Apollo Thermios.

Het altaar daarachter is van Apollo, het vierde altaar is van Artemis met de bijnaam Kokkoka (met de granaatappel) en het vijfde altaar is van Apollo Thermios.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN