• No results found

tische industrie op het voorschrijfgedrag

Tekstblok 1.6: Gedragscode voor sponsoring.

1.3.5 De relatie tot de consument

De eindgebruiker wenst en krijgt een steeds grotere stem in de keuze van het product. Het is te verwachten dat de leveranciers zich in toenemende mate ook tot de consument gaan richten. Enkele voorbeelden hiervan staan in tekstblok 1.7.

1.3.6 De relatie tot de verzekeraar

Sinds 1998 zijn de zorgverzekeraars risicodragend geworden en neemt het belang toe om voordelige en doelmatige producten te verstrekken. De zorgverzekeraars sluiten nu op grote schaal contracten af met aanbieders om op deze manier een lagere prijs te bedingen. Zorgverzekeraars mogen nu ook zelf bepalen welke producten ze in hun pak- ket opnemen. Er vindt hierdoor meer concurrentie plaats tussen aanbieders van hulp- middelen met als resultaat dat de markt transparanter wordt. Voor een aantal hulpmidde- len is de prijs de laatste jaren dan ook gedaald, terwijl voor andere producten (o.a. diabetesteststrips) dit maar nauwelijks het geval is. Het is onduidelijk in hoeverre bij- voorbeeld prijsafspraken tussen grote leveranciers hier een rol spelen (zie ook hoofd- stuk 5 van deel A).

DEEL A: DE PRODUCENTEN G E N E E S M I D D E L E N E N M E D I S C H E H U L P M I D D E L E N

• Spaarsysteem voor de consument

“Een nieuw bedrijf op het gebied van stomamate- rialen bood producten aan tegen een prijs die aanzienlijk lager was dan wat de concurrentie gewend was te vragen. Een spaarsysteem zorgde ervoor dat de gebruiker bij aankoop van een doos stomahulpmiddelen tien gulden contant terug- kreeg. Dat werkte…. Het was wel vervelend dat meteen enkele zorgverzekeraars op de stoep stonden, die dat tientje terug eisten. Die bonden echter in toen het bedrijf de prijsverhoudingen in de markt in beeld bracht en daarmee liet zien hoeveel de verzekeraars al verdienden op de patiënten die voor het nieuwe systeem kozen” (Van Wijck, 2001b).

• Het ‘merkentrouw’ maken van patiënten Leveranciers van stomamaterialen leggen soms direct contact via de stomaverpleegkundige met de patiënt, als deze nog in het ziekenhuis verblijft wegens de stoma-operatie. Op deze manier wordt

gepoogd de stoma-patiënt, die levenslang stoma- hulpmiddelen (zoals stomazakjes) blijft gebrui- ken, ‘merkentrouw’ te maken. Dit kan bijvoor- beeld bereikt worden door een goede instructie en begeleiding in het ziekenhuis en het afleveren van een grote verpakking stomazakjes. De fabri- kant/leverancier neemt hierbij vaak genoegen met een kleine marge door aan het ziekenhuis een gereduceerde prijs in rekening te brengen. Omdat dit gunstig is voor het ziekenhuis wordt voor het betreffende merk gekozen (Brouwer et al., 1998). Is de patiënt thuis door zijn voorraad ‘goedkope’ stomazakjes heen, dan wordt bij de volgende bestelling een hogere toeslag berekend. Deze toe- slag liep wel eens op tot 50%. Het ministerie van EZ vond het onacceptabel dat dergelijke prijsver- schillen (voor hetzelfde product) bestonden bin- nen en buiten het ziekenhuis, en heeft toen een maximum toeslag bepaald van 25% (pers. comm. Mulder, Z-index).

2

DE DISTRIBUTEURS

Samenvatting

Met de aflevering van geneesmiddelen door openbare apotheken en apotheekhoudende huisartsen is ongeveer een vijfde deel van de totale kosten van extramurale farmaceutische hulp gemoeid

• In 2000 ontvingen openbare apotheken 1,4 miljard gulden (ruim 0,6 mil- jard euro) aan afleververgoeding en de apotheekhoudende huisartsen ruim 84 miljoen gulden (ruim 38 miljoen euro).

Er vinden belangrijke veranderingen plaats in het afleveren van geneesmid- delen

• Er is sprake van een toenemende verstrengeling tussen groothandel en openbare apotheken, onder meer doordat de groothandel apotheken opkoopt.

• Het aantal afleverpunten voor geneesmiddelen neemt toe door groei van het aantal openbare apotheken en de opkomst van polikliniek- apotheken.

• De honorering van openbare apothekers wordt minder volume-afhanke- lijk en voor een klein deel afhankelijk van het indienen van (kwaliteits)jaarplannen bij de zorgverzekeraar.

• De positie van apotheekhoudende huisartsen in de toekomst is onduidelijk.

Distributiekanalen en prijsstelling voor medische hulpmiddelen zijn zeer divers en ondoorzichtig in vergelijking met geneesmiddelen

• Het distributiekanaal voor medische hulpmiddelen heeft soms veel schakels, waardoor de prijs (onnodig) hoog is.

• Door de vele afspraken van de afzonderlijke verzekeraars met producen- ten en distributeurs is de prijsstelling en aflevering van medische hulp- middelen ondoorzichtig.

• Met name de hoogte van de gebruikte opslagpercentages is niet onder- bouwd.

• De vergoeding voor de apotheker varieert per productgroep. Voor de overige distributiekanalen geldt waarschijnlijk hetzelfde.

• Er zijn weinig actuele gegevens over het aandeel van de verschillende distributiekanalen.

2.1

De distributie en aflevering van genees-

middelen

A. van den Berg Jeths

De distributie van geneesmiddelen voor extramuraal gebruik vindt op dit moment nage- noeg geheel plaats via groothandel, openbare apotheek en apotheekhoudende huisarts. De functie van apothekers bij de medicatiebewaking komt aan de orde in hoofdstuk 3 van deel A.

2.1.1 De groothandel

De groothandel vormt de tussenschakel tussen de producenten van geneesmiddelen en de apotheker. Een gering deel van de geneesmiddelen wordt rechtstreeks door de geneesmiddelenfabrikant geleverd aan de apotheken (ongeveer 5% van de afzet van in Nederland actieve fabrikanten). De distributie is grotendeels in handen van drie lande- lijk opererende ‘volgesorteerde’ groothandelsfirma’s voor openbare apotheken. De grootste qua omzet is OPG, dat vroeger stond voor Onderlinge Pharmaceutische Groot- handel, oorspronkelijk een coöperatie, maar thans een beursgenoteerde onderneming. De tweede is Interpharm, thans nog onderdeel van de beursgenoteerde Internatio-Müller groep. De derde is Brocacef Farma, tot voor kort een dochteronderneming van ACF Holding. Brocacef Farma is medio 2000 ingelijfd bij het Duitse Phoenix, dat actief is in bijna heel Europa (Medisch Vandaag, 5 juli 2000).

Daarnaast zijn er ‘bijna volgesorteerde’ groothandelsfirma’s en ‘discounters’, ook wel ‘rugzakkers’ genoemd. Deze laatste hebben kleine tot middelgrote assortimenten of bestaan uit zeer gespecialiseerde inkoopcombinaties van apothekers (Buurma et al., 1996). Tekstblok 2.1 geeft meer details.

Uit het bovenstaande volgt dat er een grote mate van verwevenheid is tussen de winst- marges van de producenten en de groothandel. Maar de groothandel is ook een belang- rijke tegenspeler geworden van de farmaceutische industrie. De groothandel probeert de

DEEL A: DE DISTRIBUTEURS G E N E E S M I D D E L E N E N M E D I S C H E H U L P M I D D E L E N

De groothandel realiseert op veelgevraagde geneesmiddelen een hoger rendement dan op minder verkochte geneesmiddelen. Daardoor is de breed gesorteerde groothandel kwetsbaar voor nieuw toetredende ‘discounters’ die zich toeleg- gen op de veel gevraagde geneesmiddelen. Om de concurrentiedruk te verminderen heeft de vol- gesorteerde groothandel zijn prijs- en conditiebe- leid zo ingericht dat het voor apothekers minder aantrekkelijk wordt om de snellopende artikelen van de discounter te betrekken en de minder vaak verkochte bij de volgesorteerde groothandel. Toch blijkt in de praktijk de discounter in staat

hoge inkoopkortingen bij de producenten te bedingen. Deze kortingen worden in de vorm van bonussen (gratis leveringen) doorgespeeld aan de apotheekhoudenden. Daardoor staat de laatste jaren het marktaandeel van de volgesorteerde groothandel onder druk. Er is derhalve sprake van een hevige concurrentie binnen de groothandel. Dat heeft tot gevolg dat zij scherpe condities inzetten (zoals hoge kortingen) om afnemers te behouden en/of te verkrijgen. Naar schatting wordt de helft van de kortingen verleend aan de discounters (Buurma et al., 1996).