• No results found

Administratieve lasten als gevolg van eigen bijdrage.

invloed op gezondheid en zorg

Tekstblok 4.14: Administratieve lasten als gevolg van eigen bijdrage.

Voldoende ‘countervailing power’ bij zorgverzekeraars?

Bij aanbesteding van de inkoop van geneesmiddelen krijgen producenten te maken met verzekeraars, de door de verzekeraars gecontracteerde groothand of apothekers. Indien verzekeraars zelf de inkoop gaan verzorgen zal er voldoende ‘countervailing power’ (capaciteit qua menskracht en beschikbare kennis) ontwikkeld moeten worden. Moge- lijk komt de positie van kleine producenten en de niet-volgesorteerde groothandel onder druk als gevolg van concurrentie door grote producenten en de volgesorteerde groothan- del. Ook is het denkbaar dat grote producenten ‘dump-praktijken’ hanteren om – nadat de concurrenten uit de markt zijn gedrukt – tot forse prijsstijgingen over te gaan (Van Luijn, 2001b). Dit gaat waarschijnlijk ook op voor een deel van de medische hulpmid- delen (bij bulkmarkten).

Differentiatie en flexibilisering staan op gespannen voet met transparantie

Meer variabele honorering van zorgverleners maakt het complexer om de kostenont- wikkeling van genees- en hulpmiddelen te monitoren, bijvoorbeeld doordat verzeke- raars kiezen voor verschillende beloningssystemen voor doelmatig voorschrijven en afleveren.

Een grotere keuzevrijheid van de consument kan conflicteren met doelmatigheid

Als de consument een grotere keuzevrijheid krijgt, moet de zorgaanbieder een groter assortiment kunnen aanbieden. Voordelen die behaald worden door centrale inkoop, beperkte voorraad etc. kunnen hierdoor teniet worden gedaan. Iedere zorgverzekeraar zal hierin zijn strategie kunnen bepalen. Zet men in op een zo voordelig mogelijke polis of op zoveel mogelijk keuzevrijheid? Het is ook mogelijk om met verschillende polis- sen te werken of met aanvullende verzekeringen. Zal de consument meer hechten aan keuzevrijheid of geeft de prijs de doorslag? Gezien het streven naar doelmatigheid van zorgverzekeraars is het mogelijk dat de keuzevrijheid bij geneesmiddelen eerder af- dan toeneemt. Zullen verzekeraars hun verzekerden straks alleen nog de mogelijkheid geven te kiezen uit een paar merken en typen rollators?

Evidence-based medicine en eisen/verwachtingen van de patiënt kunnen conflicteren De toenemende eisen/verwachtingen van de patiënt conflicteren soms met de professio- nele standaarden van zorgverleners, en kunnen lijnrecht staan tegenover het beleid van ‘zinnig en zuinig’ van de overheid; zie tekstblok 4.15.

Het samengaan van de toegenomen druk van de patiënt en evidence-based medicine heeft volgens Okkes en Lamberts (2000) geleid tot een ‘post- traditionele geneeskunde’, waarbij het hande- lingsrepertoire van de arts in drie categorieën is onder te verdelen: A, B en C handelen. A staat voor evidence-based, B voor niet-evidence- based, maar wel geneeskundig gelegitimeerd en

C voor handelingen die niet-evidence-based zijn en ook niet legitiem (maar waartegen geen for- meel of wettelijk bezwaar bestaat). Zij signaleren een groeiende pressie op de arts om enerzijds meer volgens standaarden, en dus ‘A’ te handelen en anderzijds meer gehoor te geven aan de wens van de klant en dus om meer ‘C’ te handelen.

De consument wordt koning?

Zorgverzekeraars zullen op uniforme wijze in hun verzekeringsreglement moeten vast- leggen, met welke producten en diensten zij de wettelijke aanspraken in hun pakket con- cretiseren (Van Luijn, 2001b). Mogelijk kan dit ook in de vorm van verwijzing naar pro- tocollen en functiegerichte aanspraken. Door de reglementen van verschillende verzekeraars te vergelijken kan de consument kiezen welk pakket voor hem/haar het meest geschikt lijkt. Daarbij speelt mogelijk ook de hoogte van de nominale premie een rol. Het is echter de vraag of de verschillen tussen de nominale premies dusdanig groot zullen worden dat zij daadwerkelijk als stimulans kunnen dienen voor de verzekerde om voor een bepaalde verzekeraar te kiezen. Verder is het de vraag of de verzekerde de betekenis van zijn/haar keuze kan overzien, mede omdat de consument niet weet welke aandoeningen op zijn/haar weg kunnen komen. De consument heeft wel de mogelijk- heid om het volgende jaar weer van verzekeraar te wisselen.

Daarnaast zal er een grotere differentiatie tussen de aanvullende pakketten ontstaan. De hoeveelheid aan verschillende (met name aanvullende) pakketten maakt het in de toe- komst lastig voor de consument om overzicht te houden. Het kiezen voor de beste ver- zekering wordt steeds complexer. Dit geldt zeker waar het gaat om geneesmiddelen en een groot deel van de medische hulpmiddelen, waarvoor veel kennis van zaken nodig is om een onderbouwde keuze te kunnen maken. Het is bijvoorbeeld voorstelbaar dat wel- geregistreerde, maar niet tot het pakket toegelaten, geneesmiddelen in een aanvullend pakket kunnen worden opgenomen. Maar hoe kan de consument beoordelen of het voor hem/haar zinvol is om zich bij te verzekeren?

Bij de omslag van aanbod- naar vraaggerichte zorg is het van belang dat de consument zelfstandig keuzes kan maken. Daartoe zal deze moeten beschikken over de benodigde kennis en informatie om ook werkelijk keuzen te kunnen maken. In dit kader is CVZ bezig te onderzoeken in hoeverre een op de patiënt gericht Farmacotherapeutisch Kom- pas kan worden ontwikkeld. In het algemeen zou bezien moeten worden of (betere) voorlichting over voor- en nadelen van verschillende behandelopties de rol van de patiënt kan versterken. Voor een aantal hulpmiddelen wordt op dit moment de haalbaar- heid van een productgebonden budget onderzocht. Voor de meer ingewikkelde gebruiksmiddelen is het aannemelijk dat (vooralsnog) voorschrijvers/aanbieders een belangrijke invloed op de keuze blijven uitoefenen (bijv. bij hoorapparaten), terwijl bij verbruiksartikelen de verzekeraars en de patiënt een grotere stem kunnen hebben (bijv. bij stomamaterialen). De keerzijde van een grotere invloed van de consument kan zijn dat de doelmatigheid afneemt, bijvoorbeeld door een grotere gevoeligheid voor reclame of doordat een groter assortiment moet worden aangehouden ten behoeve van de keuze- vrijheid.

Moet alles wat kan?

Het aanbod aan technologische vernieuwingen zet onverminderd door. Het is echter geen automatisme dat al deze nieuwe, vaak (zeker in het beginstadium) dure, technolo- gieën in het verstrekkingenpakket worden opgenomen. Eén van de vragen is of genees- middelen die de effecten van ongezond leven (deels) kunnen compenseren in het pakket

thuishoren. Bovendien ontstaan er veel ethische vraagstukken rondom het gebruik van nieuwe technologieën, zoals de transplantatie van lichaamsdelen en gendiagnostiek bij IVF om te bepalen of er erfelijke aandoeningen aanwezig zijn.

De medisch-technologische ontwikkelingen kunnen bijdragen aan een verdere verbete- ring van de gezondheidstoestand, maar zullen waarschijnlijk ook een groot beslag leg- gen op het budget voor de gezondheidszorg of uitbreidingen van dit budget noodzake- lijk maken. Er zullen afwegingen moeten worden gemaakt of deze ontwikkelingen ethisch aanvaardbaar zijn en behoren tot de ‘noodzakelijke zorg’. Als de technologische ontwikkelingen bij genees- en hulpmiddelen sneller gaan dan bij de rest van de zorg, is de vraag aan de orde of het wenselijk is in de toekomst een groter deel van het zorgbud- get aan genees- en hulpmiddelen te besteden. Het is van belang om methoden te ontwik- kelen om dergelijke kosten-baten afwegingen te maken.

Abraham E. De beste medicijn voor elk is en blijft een beker melk. Opvattingen van moeders over medicijngebruik bij alledaagse gezondheids- klachten van kinderen. In: Goethals A, Hak T, Have P ten. Kwalitatieve medische sociologie. Amsterdam, SISWO, 1997: 21-42.

Alders M. Allochtonenprognose 2000-2050: over tien jaar 2 miljoen allochtonen. CBS-Maandsta- tistiek van de bevolking 2001; 49 (3): 17-22. Algemene Rekenkamer. Hulpmiddelen in de

gezondheidszorg. Den Haag: Sdu Uitgevers, 2001. Ook als kamerstuk: Tweede Kamer, verga- derjaar 2001-2002, 28 120, nrs. 1-2.

Anoniem. Commentaar. Innovator, maart 2001. Asten JAAM van. E-commerce. Column in: Memo.

‘s Hertogenbosch: Maxxim Medical Europe BV, 2001; april: 7.

Baarsma BE, Paape AH. Het blijft behelpen 4. De markt van diabeteshulpmiddelen. Amsterdam: Stichting Economisch Onderzoek der Universi- teit van Amsterdam, 1998a.

Baarsma BE, Paape AH. Het blijft behelpen 7. De markt van de therapeutische elastische kousen. Amsterdam: Stichting voor Economisch Onder- zoek der Universiteit van Amsterdam, 1998b. Ballance R. Pogany J. Forstner H. The World’s

Pharmaceutical Industries: An international Per- spective on Innovation, Competition and Policy. Hants: Edward Elgar for United Nations Indus- trial Development Organization, 1992. Beekum WT van, Quak ABWM. Naar een infra-

structuur voor informatie over medische hulp- middelen in het licht van doelmatigheid. Leiden: TNO-PG rapport PG/VGZ/99.022, 1999. Berg Jeths A van den, Stokx LJ, Vos JS, Kommer

GJ, Ribbens MC, Ende MC van den. Stijgende geneesmiddelenkosten: theoretische en prakti- sche inzichten. RIVM rapportnummer 278620 001. Bilthoven: RIVM, 1999.

Berg Jeths A van den, Wolff I. Toekomstige farma- cotherapie bij coronaire hartziekten: gevolgen voor gezondheid en zorg. In: Timmerman H, Berg Jeths A van den (eindred.). Geneesmiddelen nu en in de toekomst. Achtergrondstudie bij de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2002. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001: 238- 245.

Biermans M, Dekker J, Bartelds A, Ende E van der. Het voorschrijven van hulpmiddelen door de huisarts. Utrecht: NIVEL, 2000a.

Biermans MCJ, Adam SGM, Bakker DH de. Zelf- zorgmiddelen uit het ziekenfondspakket: Beleids- evaluatie maatregel uitsluiting buiten-WTG-mid- delen. Utrecht: NIVEL, 2000b.

Bleeker JK, Reelick NF. De gezondheid van Marok- kanen in de Randstad. GGD Rotterdam e.o., 1998.

Boer S de, Laan JW van der. Farmacotherapie bij depressie: huidige situatie en toekomstverwach- tingen. In: Timmerman H, Berg Jeths A van den (eindred.). Geneesmiddelen nu en in de toekomst. Achtergrondstudie bij de Volksgezondheid Toe- komst Verkenning 2002. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001: 170-177.

Bokkel Huinink WW ten, Schornagel JH. De medi- camenteuze behandeling van dikke darm- en endeldarmkanker: huidige situatie en toekomst- verwachtingen. In: Timmerman H, Berg Jeths A van den (eindred.). Geneesmiddelen nu en in de toekomst. Achtergrondstudie bij de Volksgezond- heid Toekomst Verkenning 2002. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001: 80-87.

Bourdieu P. Distinction. A Social Critique of the Judgement of Taste. London: Routledge & Kegan Paul, 1984.

Bradley CP. Decision making and prescribing pat- terns - a literature review. Family Practice 1991; 8: 276-287.

Brouwer NM, Meulenbeek AJG, Zijderveld CE. Het blijft behelpen 3. De markt van de stoma-artike- len. Amsterdam: Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam, 1998.

Bruin ML De. Toekomstige farmacotherapie bij dia- betes mellitus: gevolgen voor gezondheid en zorg. In: Timmerman H, Berg Jeths A van den (eindred.). Geneesmiddelen nu en in de toekomst. Achtergrondstudie bij de Volksgezondheid Toe- komst Verkenning 2002. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001a: 111-122.

Bruin ML De. Toekomstige farmacotherapie bij depressie: gevolgen voor gezondheid en zorg. In: Timmerman H, Berg Jeths A van den (eindred.). Geneesmiddelen nu en in de toekomst. Achter- grondstudie bij de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2002. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001b: 178-188.

Bruin ML De. Toekomstige farmacotherapie bij astma en COPD: gevolgen voor gezondheid en zorg. In: Timmerman H, Berg Jeths A van den (eindred.). Geneesmiddelen nu en in de toekomst. Achtergrondstudie bij de Volksgezondheid Toe- komst Verkenning 2002. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001c: 330-347.

Bruin ML De. Toekomstige farmacotherapie bij reu- matoïde artritis: gevolgen voor gezondheid en zorg. In: Timmerman H, Berg Jeths A van den (eindred.). Geneesmiddelen nu en in de toekomst. Achtergrondstudie bij de Volksgezondheid Toe- komst Verkenning 2002. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001d: 359-372.

Burg M van den. Jaarplan Beleidsonderzoek Hulp- middelen 2000. Amstelveen: CVZ, 1999. Buurma H, Jong-van den Berg LTW de, Leufkens

HGM (red.). Het geneesmiddel. Utrecht: Weten- schappelijke uitgeverij Bunge, 1996.

Buurma H, Smet PAGM de, Egberts ACG. Prescrip- tiewijzigingen door openbare apotheken. Pharm Weekbl 2001a; 136: 1159-1160.

Buurma H, Smet PAGM de, Hoff OP van den, Egberts ACG. Nature, frequency and determinants of prescription modifications in Dutch community pharmacies. Br J Clin Pharmacol 2001b; 52: 85- 91.

Butler CC, Rollnick, Pill R et al. Understanding the culture of prescribing: qualitative study of general practitioners’ and patients’ perceptions of antibio- tics for sore throats. BMJ 1998; 317: 637-642. Cassee E Th. Naar de dokter. Enkele achtergronden

van ziektegedrag en gezondheidszorg. Meppel: Boom, 1973.

Carrière EGJ, Smals A. Farmacotherapie bij osteopo- rose: huidige situatie en toekomstverwachtingen. In: Timmerman H, Berg Jeths A van den (eind- red.). Geneesmiddelen nu en in de toekomst. Ach- tergrondstudie bij de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2002. Houten: Bohn Stafleu Van Log- hum, 2001: 390-399.

CBO in samenwerking met de Nederlandse Hart- stichting, et al. Behandeling en preventie van coronaire hartziekten door verlaging van de plas- macholesterolconcentratie. Consensus cholesterol, tweede herziening april 1998. Utrecht: CBO, 1998.

CBS. De leefsituatie van Surinamers en Antillianen in Nederland 1985. Deel 2. Kerncijfers. Den Haag: Staatsuitgeverij, 1988.

Cockburn J, Pit S. Prescribing behaviour in clinical practice: patients’ expectations and doctors’ per- ceptions of patients’ expectations – a questionnai- re study. BMJ 1997; 315: 520-523.

Commissie van de Europese Gemeenschappen. Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van commu- nautaire procedures voor het verlenen van vergun- ningen, het toezicht en de geneesmiddelenbewa- king met betrekking tot geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling. Brussel, 26 novem- ber 2001.

Consumentenbond. Opmars van de medische zelftest tegen wil en dank. Nieuwsbrief Gezondheid, 2001: 18; 1-2.

CPB/SCP. Trends, dilemma’s en beleid. Essays over de ontwikkelingen op langere termijn. Den Haag: CPB/SCP, 2000.

Crommentuyn R. De Braziliaanse methode. Medisch Contact 2001; 16: 616-619.

CVZ. GIPeilingen nr. 13. Kengetallen farmaceuti- sche hulp 1990-1998. Amstelveen: CVZ/Genees- middelen Informatie Project (GIP), 1999. CVZ. Onderzoek behoeftepeiling bij gebruikers van

incontinentiemateriaal en professionals over het productoverzicht en gebruikersoordelen. Amstel- veen: CVZ Accountancy en Onderzoek, oktober 2000a.

CVZ. GIPhulpmiddelen 1997-1998. Amstelveen: CVZ/GIP (Geneesmiddelen Informatie Project), 2000b.

CVZ. GIPsignaal. Gebruik van Benzodiazepinen 1993-1998. Amstelveen: CVZ, 2000c. CVZ. MLT-raming genees- en hulpmiddelen 2001-

2006. Brief van de heer Van Laarhoven d.d. 19 april 2001 (kenmerk SEA/GIP/21018621) aan de heer Wever, Directie Genees- en hulpmiddelen- voorziening van VWS, 2001.

CZ/VWS/IZ-2218327. Reactie op het advies Gezondheidsraad ‘Urine-incontinentie’. Brief van de Minister van VWS aan de Tweede Kamer. Den Haag, 10 oktober 2001.

Davidse, W, Groot REB de, Haanen HCM. Regisseur aan banden. Artsen en verzekeraars wijzen samen dure geneesmiddelen toe. Medisch Contact 2001; 56: 1446-1449.

Deloitte & Touche Bakkenist. Rapportage Effecteva- luatie proeftuinen farmaceutische zorg - Samen- vatting. Bijlage bij GMT/G-2237268. Beleid far- maceutische zorg. Brief van de Minister van VWS aan de voorzitter van de Tweede Kamer d.d. 27 november 2001.

Denktas, S. Vogels HMG, Niehof T, et al. Minderhe- denmonitor 1999. Rotterdam: ISEO, 1999. DGB/VWS/HM-2201318. Uitvoeringstoets deregu-

lering Regeling Hulpmiddelen 1996. Brief van de Staatssecretaris van VWS aan CVZ, 20 juli 2001. DGB/VWS/HM-2209325. Programma deregulering

hulpmiddelen. Brief van de Minister en Staatsse- cretaris van VWS aan de Tweede Kamer, 4 sep- tember 2001.

Donnat O, Cogneau D. Les pratiques culturelles des Français 1973-1989. Parijs: La découverte/La Documentation Française, 1990.

Drongelen AW van, Peters-Volleberg GWM, Berg Jeths, A van den. Hoorhulpmiddelen: historische ontwikkelingen en toekomstverwachtingen. RIVM rapport 605910 003. Bilthoven: RIVM, 2000.

Dukkers van Emden DM, Smeenk RCJ, Verblackt HWJ, Westerveld MC, Wiersma Tj. NHG-stan- daard M14: Het Spiraaltje. Juni 2000.

Dijk L van, Barnhoorn H, Bakker D de. Het Farmaco Therapie Overleg in 1999. Stand van zaken en effecten op voorschrijven. Utrecht: Nivel, 2001. Duijn HJ van, Ouden H den, Slootweg AP et al.

Opvattingen van patiënten en huisartsen over luchtwegklachten. Huisarts Wet 2001, 44: 394. Egberts ACG, Leufkens HGM. Ongewenste, onbe-

doelde en suboptimale effecten van geneesmidde- len. In: Timmerman H, Berg Jeths A van den (eindred.). Geneesmiddelen nu en in de toekomst. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001: 521- 533.

Eucomed. European Medical Technologies and Devices Industry Profile 2000. Zie: www.euco- med.be.

FEZ/VWS/U-98113. Kostenbeheersing medische hulpmiddelen. Brief van de Minister aan de Twee- de Kamer, 2 februari 1998.

Financiële Dagblad het. GlaxoSmithKleine hindert prallelimport medicijnen, 2 januari 2002. Financiële Dagblad het. Weg vrij voor fusie grootste

zorgverzekeraar, 1 maart 2002.

Fleming DM. The European study of referrals from primary to secondary care. Amsterdam: Thesis Publishers, 1993. Ook verschenen als proefschrift Rijksuniversiteit Maastricht, 1993.

Foekema H, Huijssoon L, Oskam N. Het belang van geneesmiddelen voor de Nederlander: nu en in de toekomst. Amsterdam: NIPO, 1998.

Foekema HAF. Wij voelen ons gezond (NIPO onder- zoek). Congresbundel ‘De week van het genees- middel’. NEFARMA, 1999.

Folmer K, Mot E, Douven R, Gameren E van, Woit- tiez I, Timmermans J. Een scenario voor de zorg- uitgaven 2003-2006. CPB Document no 007 (CPB/SCP m.m.v. RIVM). Den Haag: CPB, 2001. Gerritsen HJ, Bruijn M. Bevordering doelmatigheid

farmaceutische hulp door zorgverzekeraars. Publi- catienummer 01/59. Amstelveen: CVZ, 2001. Gezondheidsraad. Cholesterolverlagende therapie.

Publicatienr 2000/17. Den Haag: Gezondheids- raad, 2000.

Gezondheidsraad. Bevolkingsonderzoek naar dikke- darmkanker. Publicatienr 2001/01. Den Haag: Gezondheidsraad, 2001.

Giezen-Biegstraaten LMGJ, Bosma ES. Toename hulpmiddelengebruik: inventariserende studie naar achtergronden en trends. Groningen: KITTZ, 2000.

GMT/VWS/G-2237268. Beleid farmaceutische zorg. Brief van de Minister van VWS aan de voorzitter van de Tweede Kamer, 27 november 2001.

GMV/VWS/MHB-98073. Plan van aanpak kosten- beheersing medische hulpmiddelen. Brief van de Minister en Staatssecretaris van VWS aan de Tweede Kamer, 13 november 1998. Ook als kamerstuk: Tweede Kamer, vergaderjaar 1998- 1999, 24 124 nr 69.

GMV/VWS/992292. Het onderzoek naar kortingen en bonussen. Brief van de Minister van VWS aan de KNMP, 27 januari 1999.

GMV/VWS/MH-2070543. Rapport ‘Productgebon- den budget hulpmiddelen’. Brief van de minister van VWS aan het CVZ, 16 mei 2000.

GMV/VWS/MH-2111941. Poliklinisch voorgeschre- ven hulpmiddelen. Brief van de Minister van VWS aan de Tweede Kamer, 31 oktober 2000. GMV/VWS/2104481. Regeringsstandpunt motie

beleid geneesmiddelen. Brief van de Minister van VWS aan de Tweede Kamer, 22 september 2000. Ook als Kamerstuk 24 124 nr 110.

GMV/VWS/2150895. Nadere uitwerking verkoop zelfzorggeneesmiddelen. Brief van de Minister van VWS aan de Voorzitter van de Vaste Commis- sie voor VWS van de Tweede Kamer, 7 februari 2001.

GMV/VWS/2150629. Besluit Stuurgroep Weesge- neesmiddelen. Staatscourant, 12 april 2001. GMV/VWS-2191036. Reclame voor geneesmidde-

len. Brief van de Minister van VWS aan de voor- zitter van de Tweede Kamer, 15 juni 2001. Goes ES, Grijseels EWM, Quarles van Ufford MA,

Hout B van. Passende medische zorg in de cardio- logie. Utrecht: KNMG, 1999.

Gönül, FF, Carter F, Petrova E, Srinivasan K. Promo- tion of prescription drugs and its impact on physi- cians’ choice behavior. Journal of Marketing, 2001; 65: 79-90.

Graeff PA de. Farmacotherapie bij coronaire hart- ziekten: huidige situatie en toekomstverwachtin- gen. In: Timmerman H, Berg Jeths A van den (eindred.). Geneesmiddelen nu en in de toekomst. Achtergrondstudie bij de Volksgezondheid Toe- komst Verkenning 2002. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001: 226-238.

Grielen SJ, Schuller-Punt R, Bakker DH de. Het voorschrijven van geneesmiddelen op stofnaam door huisartsen. Effecten van het implementatie- programma ‘voorschrijven op stofnaam’. Utrecht: NIVEL, 1999.

Groenewegen PP, Delnoij DMJ. Wat zou Nederland zijn zonder de huisarts? Utrecht: Elsevier/De Tijd- stroom, 1997.

Haaijer-Ruskamp FM, Denig P. Het voorschrijven van geneesmiddelen. In: Buurma H, De Jong-van den Berg LTW, Leufkens HGM (eindred.). Het geneesmiddel (2e druk). Maarssen:

Haan J de, Broek A van den, Schnabel P. Het nieuwe consumeren. Een vooruitblik vanuit demografie en individualisering. SCP Werkdocument 72. Den Haag: SCP, 2001.

Henderson R, Cockburn I. Scale, Scope, and Spillo- vers: The Determinants of Research Productivity in Drug Discovery. Rand Journal of Economics 1996; 27: 32-59.

Herings RMC, Panneman MJM, Lodder AC, Graag EJ de. Farmacotherapie in beweging. Utrecht: PHARMO Instituut, 2000.

Herten LM van. Toekomstige ontwikkelingen in hulpmiddelengebruik: inventarisatie van belang- rijke aspecten. Leiden: TNO, 2000.

Herweijer L. Onderwijs en opleiding. In: Klerk MMY de (eindred.) Rapportage ouderen 2001. Veranderingen in de leefsituatie. Den Haag: SCP, 2001: 19-21.

Hileman B. Counterfeit drugs. FDA battles growing global problem of fake, substandard pharmaceuti- cals in the U.S. Chemical & Engineering 2001, October 29: 19-21.

Horikx A. Bayer haalt Lipobay ‘tijdelijk’ van de markt. Pharm Weekbl 2001; 136: 1205.

Hulten RP van. Blue Boy – Why not? Studies of ben- zodiazepine use in a Dutch community. Diss. Utrecht: Universiteit Utrecht, 1998. Hutten JBF. Workload and provision of care in

general practice. Utrecht: Nivel, 1998.

Huttin C. Drug Price Divergence in Europe: Regula- tory Aspects. Health Affairs 1999; 18: 245-249. IGZ. Marketingplannen voor UR-geneesmiddelen:

De feitelijke stand van zaken. Den Haag: IGZ, sector Reclametoezicht, 2001a.

IGZ. Jaarrapportage 2000. Den Haag: IGZ, juni 2001b.

Ipso Facto. Behoeftepeiling Hulpmiddelenkompas. Eindrapportage. Houten: Ipso Facto, 1999. Jabaaij L, Stokx LJ, Bakker DH de. Indicaties voor

het gebruik van rofecoxib. Meer ‘off-label’ dan ‘on-label’ gebruikt. Pharm Weekbl 2001a; 136: 1538-1541.

Jabaaij L, Stokx LJ, Bakker DH de. Artrosemiddel in de lift. Huisartsen schrijven rofecoxib breder voor dan geïndiceerd is. Medisch Contact 2001b; 56: 1493-1496.

Jacobzone S. Pharmaceutical policies in OECD countries: Reconciling social and industrial goals. Occasional paper 40. Labour Market and Social Policy. Paris: OECD, 2000.

Jong A de. Bevolkingsprognose 2000-2050: veron- derstellingen en methodiek. CBS-Maandstatistiek van de bevolking 2001; 49 (1): 17-21.

Kam F de, Nypels F. De Zorg van Nederland. Waar-