• No results found

Drie vormen van toekomstverkenning

3.2 De productie en producenten van toekomstkennis

3.2.2 Drie vormen van toekomstverkenning

Er is in het veld van toekomstverkenning veel discussie over de professionaliteit van het onderzoek en van de onderzoekers. Minder dan in andere professionele domeinen is er sprake van een uitgekristalliseerd ‘body of knowledge’ en een ‘community of practice’. De gemeenschap van toekomstverkenners is gefrag-menteerd, meervoudig en onderling sterk verdeeld over de methoden en functies van dit type onderzoek.19 Van der Duin (2005) meent overigens dat dit wijst op toenemende volwassenheid van het vak. Ik neem in de ‘stromingenstrijd’ van toekomstonderzoekers geen positie in en beperk mij tot een beschouwing van de vormen van toekomstonderzoek. Ik volg daarbij het onderscheid dat in de literatuur20 wordt gemaakt tussen forecasting, foresight en critical futures: 1. Forecasting verwijst naar ‘uitspraken over de manier waarop de toekomst

zal zijn’. Het gaat over ‘voorspellen’, met de vormprincipes die horen bij de productie van zekerheid en waarschijnlijkheid, bij voorkeur op basis van verifieerbare bronnen. De voorspellingen hebben bandbreedtes, maar beschrijven één richting: ‘de toekomst’. De mogelijke of waarschijnlijke scenario’s kunnen input zijn voor een gesprek over ‘wat we willen’.

2. Foresight schetst ‘mogelijkheden van de manier waarop de toekomst eruit zou kunnen zien’. Het betreft ‘vooruitzien’, het genereren van meerdere mogelijke vooruitzichten, die sterk uiteen kunnen lopen. Foresight gaat over de productie van denkbare mogelijkheden, met een breder arsenaal van als ‘mogelijk’ en ‘bruikbaar’ geaccepteerde bronnen. Er is al tijdens het proces

van het doordenken van de opties aandacht voor de wenselijkheid en normativiteit, overigens zonder dat daar ‘keuzes’ in worden gemaakt. Het gesprek over ‘wat we willen’ is onderdeel van het proces, met de aantekening dat de verschillende mogelijkheden naast elkaar worden gepresenteerd. Het gaat nadrukkelijk om mogelijkheden en dus om meervoud: toekomsten.

3. De derde stroming, ‘critical futures’, is de ‘toekomstvariant’ van kritische theorie en richt zich primair op de problematisering van bestaande en dikwijls impliciete veronderstellingen en concepten in het denken over en organiseren van de maatschappij (Sardar, 1999; Inayatullah, 1999; Slaughter, 2004, 2005). Critical futures stelt de kolonisering van de toekomst door hedendaagse denklijnen en machtsverdeling aan de orde. Het gesprek kan dan naar aanleiding van een critical futures studie gaan over ‘wat we blijkbaar willen’ en ‘of dat écht is wat we willen’, of dat het bijvoorbeeld vooral de belangen van een beperkte groep invloedrijke actoren dient.21 De idee is dat de toekomst zo veel mogelijk ‘vrij’ gedacht moet worden en die gedachtevorming niet belemmerd mag worden door ‘keuzes’ voor kapitalisme, technologie, economische groei, nationale staten, westerse waarden, et cetera.

Forecasting: voorspellen

Armstrong (2001:783) definieert ‘forecasting’ als “a prediction or estimate of an actual value in a future time period (for time series) or for another situation (for cross-sectional data)”. Op basis van informatie en systeemmodellen doen verkenners binnen deze methode uitspraken over de toekomstig te verwachten ontwikkelingen in een systeem. Forecasting is, zo stelt Armstrong (2001:2), aan de orde als er sprake is van onzekerheid over een toekomstige situatie en als de bron van onzekerheid in principe niet eenduidig te controleren is. Het doel van forecasting is het genereren van kennis voor beslissers, waarmee men inzicht genereert in de uitkomsten van opties, wat kan leiden tot ‘betere besluiten’. Ramingen van kosten en baten in bijvoorbeeld de komende twintig jaar kunnen beslissers helpen in een afweging tussen twee infrastructurele projecten (CPB/NEI, 2000) en volgens sommigen ook in afwegingen over beleid in het sociaal-maatschappelijke domein (RMO, 2006; In ’t Veld et al., 2006). Volgens Armstrong (2001) helpt forecasting bij het plannen voor de toekomst, faciliteert forecasting rationele besluitvorming en kan forecasting dienen als inhoudelijke basis voor debat over de verschillende variabelen in beleid.

Foresight: verkennen

Foresight is de Engelse term voor toekomstgericht onderzoek. Van der Duin (2005:38) ontleent aan diverse auteurs de volgende definitie: “the general human

capability of looking to the future as well as to studying the future for and by governments”. Van Notten (2005:5) geeft een overzicht van enkele definities, waaronder:

• Fuller (1999): ‘The skill of making meaning of looking ahead.’

• Horton (1999): ‘The process of developing a range of views of possible ways in which the future could develop, and understanding these sufficiently well to be able to decide what decisions can be taken today to create the best possible future tomorrow.’

• Bell (1997): ‘Futures studies aims to invent, examine and evaluate, and propose possible, probable and preferable futures.’

De betekenis van de verschillende definities is ongeveer gelijksoortig: het gaat om een poging om meerdere toekomsten te benoemen, met als doel om bij te dragen aan gedachtevorming over mogelijkheid, waarschijnlijkheid en

wen-selijkheid van toekomsten (‘possible, plausible and preferable futures’), gericht

op het ontwikkelen van handelingsperspectieven voor het heden. De bedoeling van foresight en futuring is niet zozeer het ‘kennen’ van de toekomst, maar het verbreden en/of verdiepen van handelingsperspectieven van beleidsmakers, ‘beslissers’, planners, et cetera.22 Foresight is dus niet alleen toekomstgericht, maar ook handelingsgericht.

De typische basis van de verkenning is dat de ‘futurists’ proberen om het inzicht te vergroten in de ‘krachten’ die de toekomst vormen en deze eventueel te beïnvloeden (‘driving forces’, zie Van der Heijden, 2005; Schwarz, 1996; Bell, 2003). Men onderneemt hierbij bovendien een poging om de toekomst zo veel mogelijk ‘holistisch’ te zien, dus niet te specifiek afgebakend of toegespitst op een klein deel van het probleem. Toekomstverkenners proberen zo veel mogelijk ‘integraal’ naar toekomsten te kijken.

Toekomstverkenningen gaan vaak over ‘ongetemde’, ‘ongestructureerde’ problemen. Er is geen overeenstemming over de kennis en de waarden die in het geding zijn. Zelfs de probleemdefinitie en/of de uitgangssituatie is/zijn betwist. Dat maakt dit type problemen volgens futurists ‘ongeschikt’ voor forecasting. Forecasting behelst slechts een (meetbaar) deel van de kwestie en dat is volgens futurists een tamelijk onbeduidend deel. Futures studies probeert bij te dragen aan het begrip van de werking van de complexe ‘wicked’ problemen en processen en probeert actoren de mogelijkheden te bieden om te midden van deze complexiteit toch bewuste keuzes te maken. Ofwel doordat het doordenken van mogelijke toekomst actoren bewust maakt van wat wenselijk is, of door een verbeterd inzicht te bieden in de toekomstige omstandigheden waarin actoren zullen moeten handelen.

Critical futures: reflectie op (meta-)veronderstellingen

Bij ‘critical futures’ (Sardar, 1999; Inayatullah, 2005) of ‘integral futures’ (Slaughter, 2004, 2005) is het abstractieniveau hoger dan in de voorgaande vormen. De aandacht richt zich niet alleen op de dynamiek en beweging binnen het systeem, maar vooral op het systeem zelf. Wat zijn de drijvende krachten onder/achter dat systeem? Het gaat dus niet om de vraag hoe of hoeveel economische groei tot stand komt, maar wat de betekenis van economische groei is. En waar de fixatie op groei en economie vandaan komen. En wat daar, vervolgens, voor alternatieve denkrichtingen voor bestaan. In lijn met de ‘critical theory’ of de ‘neo-Marxistische theorie’ in de sociale wetenschappen (Parsons, 1995), zijn ‘critical futures’ gericht op de deconstructie van de dominante patronen in ‘ons’ heden, waarin de verdeling van de macht in de samenleving besloten ligt. Deze patronen en assumpties maken dat zelfs in toekomstgericht onderzoek als ‘radicale toekomst’ omschreven varianten nog steeds exponenten zijn van wat critical futurists als ‘status-quo’ omschrijven. Deze toekomstverkenningen houden bijvoorbeeld vast aan de idee van de natiestaat als relevante eenheid van beleid en bestuur, terwijl deze ‘constanten’ op zichzelf niet onveranderlijk of onveranderbaar zijn. Neutraal geformuleerd, en dikwijls als zodanig gebruikt, kunnen ‘critical futures’ actoren bewust maken van de assumpties die impliciet aan denken en verwachtingen ten grondslag liggen. Het tijdelijk ‘wegdenken’ of ‘vervangen’ van die assumpties kan leiden tot meer creativiteit, tot verdere breedte in de doordenking en tot bewustzijn van assumpties die daarvoor impliciet waren gebleven (Kapoor, 2006).

Forecasting Foresight/futuring Critical futures

Doel Beschrijft hoe de

toekomst zal zijn. Beschrijft hoe de toekomst kan zijn. Beschrijft de onderliggende assumpties en patronen van het denken over de toekomst.

Activiteit Voorspellen. Vooruitzien, verkennen.

Reflectie op metaniveau.

Product Productie van

zekerheid. Productie denkbare mogelijkheden. Inzicht in diepe, impliciete assumpties, waarden en machtscoalities. Methode Gebaseerd op verifieerbare bronnen, ‘crisp’ data en ‘strakke’ causale modellen. Gebaseerd op bredere kennis, kunde en ervaringen, ‘fuzzy’ informatie, brede range aan creatieve, interactieve en associatieve methoden.

Zoeken naar waarden, keuzes en assumpties die onder systemen en denkpatronen liggen, zoals bv. in ‘Causal layered analysis’ en ‘Integral futures’.