• No results found

Algemene Politieke Beschouwingen in 2000: ‘het wachten moe’

De teneur in de Algemene Politieke Beschouwingen in 2000 is dat er een groot tekort is in de publieke dienstverlening, dat schril afsteekt tegen de gunstige economische berichten. De stand van de publieke zaak wordt door De Hoop Scheffer (CDA) gekenmerkt door “wachten”128, Marijnissen (SP) spreekt van een “kille zakelijke waarborgstaat”129 en Rosenmöller (GL) constateert dat “de collectieve sector onder enorme druk staat”130. Er is volgens elk van de oppositiepartijen een vorm van ‘verschraling’ opgetreden, die contrasteert met de positieve macro-economische en financieel-economische cijfers die het kabinet presenteert. De Hoop Scheffer: “Als het op papier zo goed gaat, waarom gaat het dan in de praktijk niet beter?”131 Volgens het CDA ontbreekt het Paars II aan een visie om het zo ruim voorradige geld goed te besteden. Er is geen visie op de toekomst en dat belemmert het kabinet volgens het CDA in het anticiperen op de uitdagingen van de toekomst.132 Volgens de SP en GroenLinks is het probleem van Paars precies andersom, namelijk dat Paars te veel uitgaat van een ‘neo-liberale visie’ op de rol van de staat. Het ‘ontbreekt’ niet aan visie, het probleem ís de visie. Marijnissen meent dat inmiddels niet alleen de publieke zaak, maar ook de publieke moraal “verweesd”133 is geraakt. Dat leidt tot maatschappelijke frictie en tot maatschappelijke onvrede over de prestaties van de overheid.

CDA: structureel sparen

Waar de oppositiepartijen zich verenigen in kritiek op de maatschappelijke gevolgen van ‘Paars’, zijn zij verdeeld over de balans tussen investeren en sparen die moet worden gekozen. Het CDA ziet een gebrek aan visie als het probleem en meent dat met een nieuwe visie, een nieuw plan en nieuw elan in de uitvoering daarvan met hetzelfde geld meer kan worden bereikt. Het gaat volgens De Hoop Scheffer niet om geld, “daaraan ontbreekt het dit kabinet niet”, maar “om wat je met het geld doet”134. Volgens het CDA gaat het om een koerswijziging, niet om structureel ‘méér’ investeren. Wel zijn er volgens het CDA incidentele impulsen nodig. Veel belangrijker is volgens De Hoop Scheffer de aflossing van de staatsschuld. Het CDA wil zich structureel voegen naar wat in de partij de ‘Balkenende-norm’ is gaan heten, naar de financieel woordvoerder van de partij op dat moment, waarmee de schuld in 25 jaar, ook in moeilijke tijden, wordt afgelost. Het gaat volgens het CDA om een structureel commitment aan de aflossing van de staatsschuld, dus onder alle economische omstandigheden. De aflossing is nu volgens het CDA te zeer afhankelijk van de economische ontwikkeling en is te zeer open voor debat. Het CDA ziet twee problemen: het geld dat er is wordt verkeerd geïnvesteerd, waardoor het niet tot verbetering van de huidige situatie leidt. Daarnaast wordt er te weinig geïnvesteerd in het oplossen van het toekomstige probleem van de vergrijzing, doordat er nog te weinig en te incidenteel wordt afgelost aan de staatsschuld.

Box: De Hoop Scheffer en de ‘Balkenende-norm’

“Bij monde van onze financieel woordvoerder de heer Balkenende hebben wij niet het vorige najaar maar het najaar dáárvoor een norm geïntroduceerd die aangeeft dat naar het oordeel van onze fractie ten minste 75% van de inkomstenmeevallers moet worden aangewend voor de aflossing van de staatsschuld. Wat de resterende 25% betreft willen wij keuzen maken die drieërlei kunnen zijn. Die 25% of een groot gedeelte daarvan gaat, zoals nu gebeurt, naar aflossing van de staatsschuld, óf dit gedeelte wordt bestemd voor lastenverlichting - wij hebben hier een voorkeur voor gerichte en niet voor generieke lastenverlichting, maar sluiten het laatste niet uit - óf dit gedeelte wordt benut voor de mogelijkheid die wij nu kiezen. In onze moties hebben wij ervoor gekozen, een gedeelte van deze 25% te benutten voor het wegnemen van knelpunten in het beleid die wij zo ernstig achten dat wij bereid zijn om die geringe vermindering van de staatsschuld voor onze rekening te nemen. Ik zeg er overigens bij dat het ook bij het toepassen van de normen zoals wij ze willen hanteren, wel degelijk mogelijk is om de staatsschuld in een periode van 25 jaar

SP en GroenLinks: extra investeren, incidenteel sparen

De SP en GroenLinks vinden de aflossing van de staatsschuld onder de bestaande omstandigheden ‘onzinnig’. Investeringen zijn gevraagd. Er is volgens Marijnissen bij het kabinet sprake van een ‘fixatie’ op economische groei, het financieringstekort en de staatsschuld: hierdoor wordt het tekort in de publieke zaak veroorzaakt. Het kabinet is volgens GroenLinks “het zicht op de samenleving verloren”.136 Rosenmöller plaatst de zeven miljard gulden ‘investeringen’ door het kabinet in het perspectief van de 23 miljard gulden voor aflossing van de staatsschuld. Het kabinet spaart te veel en investeert te weinig. De tegenbegroting van GroenLinks, zo benadrukt Rosenmöller, laat zien dat problemen als werkgelegenheid kunnen worden opgelost zonder dat dit ten koste gaat van de verlichting van de staatsschuld.137 Volgens de SP en GroenLinks kiest het kabinet te veel voor sparen en is men voornemens om dat nu ook nog ‘structureel’ te maken, terwijl men juist structureel te weinig investeert in de publieke zaak. De toekomst wordt ten onrechte belangrijker gemaakt dan de bestaande situatie, terwijl de positieve toekomstige effecten van investeringen door het kabinet niet worden gezien, net zoals ook de ‘milieuschuld’ door het kabinet niet wordt gezien. Het kabinet benadert de toekomst volgens de SP en GL alleen ‘economisch’ en verliest de samenleving uit het oog.

PvdA: structureel sparen én investeren

Coalitiepartij PvdA meent dat er sprake is van een nieuwe fase in de ontwikkeling van de verzorgingsstaat. Het is volgens de PvdA “tijd voor de volgende stap”.138 De verzorgingsstaat moet worden vernieuwd, zodat ongelijkheid en tweedeling afnemen. Iedereen moet volgens de PvdA de kans krijgen om mee te doen. Onderdeel van de volgende stap is een ambitieuze combinatie van aflossen van de staatsschuld én een intensivering van beleid in de sectoren waar dat het hardst nodig is, onderwijs, zorg en veiligheid. Melkert: “Wij zien een schema dat ervoor kan zorgen dat de staatsschuld over 25 jaar uitkomt op nul. Het AOW-spaarfonds is dan voller dan bij de start was voorzien. Wij kunnen ons binden aan een langjarige inspanning om de lasten van de generaties voor ons om te zetten in een schone lei voor de generaties na ons door daar bovenop ruimte te houden die rechtstreeks voortvloeit uit de nu gecreëerde ruimte.”139 De PvdA geeft voor 2000 en 2001 prioriteit aan de aflossing van de staatsschuld, maar wil per jaar een afweging maken tussen aflossing, investering en lastenverlichting.

VVD: voorbereiden op een zekere toekomst

Dijkstal benadrukt namens de VVD dat er sprake is van een grote onzekerheid in het economisch beeld. Naast die onzekerheid staat volgens hem echter de “zekerheid”140 van de vergrijzing. Daar moet het kabinet volgens Dijkstal

ernstig rekening mee houden: “Vanuit alle hoeken en gaten worden we gewaarschuwd en wordt ons gezegd, dat wij met deze demografische ontwikkeling nu rekening moeten houden. Straks komen wij namelijk te staan voor hoge uitgaven voor de zorg en de AOW. Nogmaals, met die hoge uitgaven moet reeds nu rekening worden gehouden.”141 De VVD wil daarom het behoedzame scenario in de begroting aanhouden en streven naar het volledig wegwerken van de toekomstige rentelasten. De VVD wil niet verder investeren, maar is van mening dat een koerswijziging in onder andere de sociale zekerheid en de zorg voor verbeteringen moet zorgen. Ondertussen moet het wegwerken van de rentelasten op de staatsschuld in de besteding van meevallers absolute prioriteit hebben.

D66: niet rigide aflossen

De coalitiepartij D66 maakt zich zorgen over de publieke zaak. “De bodem van Nederland is schraal”,142 zo meent fractievoorzitter De Graaf. Volgens D66 is het nu tijd om het ambitieniveau van de overheid sterk op te schroeven en verder te investeren in de verzorgingsstaat. Die moet meedoen “in de top van de Champions League”.143 Toch is er met de toenemende onzekerheid in het sociaaleconomisch beleid voorzichtigheid geboden. D66 wil “de nadruk leggen op de combinatie van versnelde aflossing van de staatsschuld en inlossing van de maatschappelijke schuld”. Volgens De Graaf ligt de komende jaren de prioriteit bij “structurele en institutionele hervormingen”, in het bijzonder in de zorg en het onderwijs, omdat het met de bestaande instrumenten niet lijkt te lukken. D66 is dus voor investeringen, die echter gepaard zouden moeten gaan met hervormingen, en wil per jaar bezien welk deel van de meevallers voor schuldaflossing kan worden aangewend. Daarbij mag het inlossen van de volgens D66 nu bestaande en klemmende ‘maatschappelijke schuld’ niet in gevaar komen.

Het kabinet antwoordt: ‘balans gevonden’

Het kabinet heeft volgens minister-president Kok bewust gekozen voor een gemengd pakket maatregelen, om oververhitting van de economie te voorkomen. Hierin is de aflossing van de staatsschuld een belangrijke factor: “Het kabinet heeft een balans gezocht en naar zijn mening ook gevonden, tussen extra uitgaven, verlaging van lasten en het terugbrengen van de overheidsschuld. De combinatie van een blijvend solide begrotingsbeleid en een groeiende arbeidsparticipatie, maakt voor het eerst sinds lange tijd een begroting met een overschot mogelijk. Het kabinet neemt er met instemming kennis van dat de Kamer dit breed ondersteunt. De reductie van de overheidsschuld in relatieve zin en in guldens is nodig om de lasten van de vergrijzing niet naar de toekomst te

verschuiven. Met de verdere voeding van het AOW-fonds kunnen wij een welvaartsvast ouderenpensioen veilig stellen.”144

Algemene Financiële Beschouwingen in 2000

De financiële woordvoerders zijn het niet eens over de mate waarin aflossing van de staatsschuld als reservering voor toekomstige vergrijzing in concrete normen zou moeten worden vastgelegd en wat de rol van het spaarfonds moet zijn. Het CDA is bij monde van financieel woordvoerder Jan Peter Balkenende blij met de voornemens van het kabinet voor de aflossing van de staatsschuld, al gaan ze voor het CDA niet ver genoeg. Vergrijzing vergt volgens Balkenende “een meerjarige strategie om de overheidsfinanciën verder op orde te brengen”.145 Balkenende: “Het is zaak in het beleid vanaf nu dit beleidskompas te gaan hanteren. Het is de beste budgettaire waarborg om in de toekomst noodzakelijke publieke voorzieningen in stand te houden en waar nodig op peil te brengen. Geen nodeloze belasting dus van toekomstige generaties, want de komende vergrijzing is niet een onverwacht verschijnsel.”146 Het CDA is kritisch over de methodiek van het ‘AOW-spaarfonds’. Die leidt volgens Balkenende niet tot verlichting, maar tot nieuwe schulden. Sparen moet daarom volgens het CDA niet via een dergelijk fonds plaatsvinden, maar in ‘reële aflossing’ gebeuren.

Volgens Crone (PvdA) biedt het spaarfonds daarentegen juist een ‘stevige basis’ om de vergrijzingslasten op te vangen. Crone: “Het spaarfonds leidt tot een aflossing van 300 miljard, als er daarnaast geen andere tekorten zijn.”147 Meevallers zouden niet in aflossing van de schuld, maar in het spaarfonds moeten worden gestort. Hiermee wordt ook het risico van oververhitting van de economie vermeden. De bijdragen aan het spaarfonds lopen volgens Crone “enorm op door rente op rente”.148 Zo kan de schuld ook volgens de PvdA uiteindelijk in 25 jaar volledig worden afgelost, wat voor die partij een nieuw voornemen is. Balkenende vraagt zich af wat de PvdA zal doen als het economisch minder gaat. Volgens Crone moet de beleidsverandering bij de PvdA geplaatst worden in de verdere verbetering van de economie. Vanuit een begrotingsoverschot ontstaat een ander perspectief op de schuld dan vanuit een situatie van een begrotingsevenwicht of tekort. Balkenende vindt dat onvoldoende. “Je kunt het vaststellen van een beleidsperspectief om van de staatsschuld af te komen niet laten afhangen van het feit of het goed gaat de laatste maanden of de laatste jaren.” Het zit volgens hem ‘dieper’: “Je moet daar een strategie voor ontwikkelen. Dat is een bewust streven op langere termijn.”149 Crone ziet dat anders. De aflossing hoeft vooraf niet precies te worden vastgelegd: “Het gaat om het zicht op de lange termijn. Wij zullen wel zien.”150 Crone benadrukt ook dat aflossing niet ten koste van investeringen hoeft te gaan: “Wij kunnen nu én het rendement binnenhalen van aflossing van de staatsschuld

- een appeltje voor de dorst van de vergrijzing - én wij kunnen trendmatig de uitgavenverhogingen doorzetten.”151 VVD-woordvoerder Van Beek meent dat het nodig is om ‘de rentelast’ weg te werken: daarom is het spaarfonds voor de VVD geen gelukkige constructie, omdat hiermee een nieuwe schuld ontstaat. Van Beek wil het liefst aflossen in reële guldens, dus niet via het AOW-spaarfonds. Van Beek heeft “er geen principiële bezwaren tegen dat de overheid een schuld heeft”.152 Het probleem ligt volgens hem bij de rente die moet worden betaald in een toekomstige periode waar de begrotingsruimte krap zal zijn. “Ik vind dat we door moeten gaan tot we de rentelast kwijt zijn, omdat we volgens de berekeningen ongeveer 70 miljard structurele ruimte moeten hebben.”153

Algemene Politieke Beschouwingen van 2001: ‘de vinger aan de pols’

De APB van 2001 vinden een week plaats na ‘9/11’. Er zijn grote zorgen over de mogelijke economische gevolgen van de aanslag, maar het gaat om meer dan de aanslag alleen. De economische signalen laten al het hele jaar een wisselend beeld zien. Zo vertonen de beurskoersen gedurende het jaar een geleidelijke maar gestage daling, groeit de inflatie en stokt de banengroei. Minister-president Kok belooft dat het kabinet de komende tijd vooral “de vinger aan de pols zal houden”.154 De APB van 2001 zijn óók de laatste voor de verkiezingen die in 2002 gehouden zullen worden. Binnen de coalitie rommelt het. Vooral de PvdA en de VVD komen steeds meer tegenover elkaar te staan in de aanpak van een aantal ‘hardnekkige problemen’. Rond belangrijke dossiers als de vernieuwing in de zorg en de sociale zekerheid is het gesprek in de coalitie gestrand. Dat onderwerp wordt ‘doorgeschoven’ naar een volgende regering.

CDA: ‘nieuwe inhoud’

De Hoop Scheffer spreekt in de APB over de inhoudelijke heroriëntatie van het CDA, gevat in een reeks rapporten van het Wetenschappelijk Instituut155. Het CDA wijst op een serie door Paars nog niet opgeloste problemen, waaronder het aantal WAO-ers, de nog steeds achterblijvende arbeidsparticipatie, het zorgstelsel, wachtlijsten in de zorg en het aanhoudend groeiende beroep op de AWBZ.156 De Hoop Scheffer presenteert de ‘levensloopregeling’: een nieuw concept waarmee werknemers kunnen sparen voor betaald verlof voor zorg, ouderschap en studie. De levensloopregeling is voor het CDA een nieuwe stap in het “levensloopbeleid”.157 De economische ontwikkeling baart De Hoop Scheffer grote zorgen, maar ook onder deze moeilijkere omstandigheden staat het CDA volgens hem pal voor aflossing van de staatsschuld in één generatie: “Voor het CDA heeft de afbouw van de staatsschuld de hoogste prioriteit.”158 De aflossing mag niet afhankelijk worden gemaakt van economische

ontwikkelingen: “Het gaat uiteindelijk om de zorg voor onze kinderen, om de vraag wat voor samenleving wij onze kinderen nalaten.”159

SP en GroenLinks: ‘groeiende armoede en milieuschuld’

De SP en GroenLinks zijn onverminderd kritisch. Rosenmöller ziet “toenemende welvaart, maar ook een toenemend onbehagen”.160 De overheid moet daarom op zoek naar een nieuw evenwicht, maar daarbij “moet prioriteit worden gegeven aan investeringen”.161 En er moet volgens Rosenmöller meer aandacht zijn voor de “milieuschuld”. Marijnissen gaat namens de SP nog een stap verder. Van Paars zijn volgens hem alleen de financiële resultaten fraai. Daar staat een lange lijst domeinen tegenover waarin ‘Paars’ volgens de SP alleen voor ‘verschraling’ en ‘groeiende armoede’ heeft gezorgd.162

PvdA: ‘een pas op de plaats’

Het is volgens de PvdA nodig om de publieke voorzieningen verder uit te bouwen en te komen tot een “modernisering van de publieke sector die het mogelijk moet maken in een goede balans tussen investering en kwaliteit Nederland voldoende voor te bereiden op zijn toekomst.”163 Melkert verwijst naar de noodzaak om de prestaties van de publieke dienst te verbeteren. Dat gebeurt de komende tijd voor wat betreft de PvdA wel onder de voorwaarde van een voorzichtig begrotingsbeleid. Vooralsnog maakt de PvdA “een pas op de plaats”,164 omdat men de economische onzekerheid te groot vindt.

VVD: ‘versobering van regelingen’

De VVD constateert een zorgwekkende ontwikkeling in de economie. De krapte op de arbeidsmarkt wordt nu echt voelbaar en de loonontwikkeling is volgens Dijkstal veel te hoog, een punt dat ook de PvdA én de regering veel zorgen baart. Volgens Dijkstal begint de concurrentiepositie van Nederland ‘gevaar te lopen’. Voor de sociale zekerheid voorziet Dijkstal voor de komende periode belangrijke veranderingen. Er zijn nog steeds te veel ‘inactieven’, en “dat is een raar probleem voor een land dat veel krapte op de arbeidsmarkt kent”.165 Dijkstal “denkt aan een versobering van regelingen”, waaronder de VUT en de WAO, in lijn met het advies van de commissie-Donner. Ook in de zorg zijn volgens de VVD veranderingen nodig. Om op toekomstige kostenont-wikkelingen te anticiperen is volgens de VVD “een stelselwijziging noodzakelijk”.166 Dijkstal geeft aan dat de ideeën van de VVD nauw aansluiten bij die van het CDA, vooral in het verdelen van de verantwoordelijkheden en de grotere ruimte voor verzekeraars en de vraag van de burger.

D66: ‘inlossing van de maatschappelijke schuld’

Volgens Thom de Graaf is de komende tijd “voorzichtigheid geboden”,167 nu onduidelijk is hoe de economie zich de komende tijd zal ontwikkelen. In het sociaaleconomisch beleid wil D66 de komende jaren “de nadruk leggen op de combinatie van versnelde aflossing van de staatsschuld en inlossing van de maatschappelijke schuld”.168 De Graaf merkt daarbij op dat “aflossen van de staatsschuld geen doel op zich is, maar een middel om te voorkomen dat wij de volgende generaties belasten met de schulden die wij zijn aangegaan”.169 Aan de genoemde periode van 25 jaar moet volgens De Graaf ‘niet rigide’ worden vastgehouden. “Staat de economische groei het toe, dan is het mooi, maar steeds zal een afweging nodig zijn tussen wat de samenleving nu nodig heeft en wat moet worden gedaan voor de samenleving van morgen.”170

Algemene Financiële Beschouwingen 2001: ‘wat is het politieke signaal?’

De AFB van 2001 vinden een week na de APB plaats. Binnen het CDA heeft dan een belangrijke verandering plaatsgevonden.171 Jaap de Hoop Scheffer is als fractievoorzitter afgetreden, waarna Jan Peter Balkenende van financieel woordvoerder tot voorzitter van de CDA-fractie promoveert. Joop Wijn neemt het financieel woordvoerderschap over en voert als ‘eerste daad’ het woord bij de AFB. Volgens Wijn krijgt de economie de rekening gepresenteerd van eerder gevoerd beleid: “de lucht is uit de luchtbel gelopen”.172 Overmatige lastenverlichting heeft de economie oververhit. Wijn wil dat een nieuwe regering de aanwijzingen van de Studiegroep Begrotingsruimte volgt: “De overheid kan de extra uitgaven in verband met de vergrijzing alleen opvangen