• No results found

HOOFDSTUK 2 – CASE STUDY: EYE FILMMUSEUM

2.1 Introductie case study

EYE is in 2010 ontstaan door een fusie van het Filmmuseum, Holland Film, Filmbank en het Nederlands Instituut voor Filmeducatie. Aan deze fusie gaat een boeiende geschiedenis vooraf, die begint met het ontstaan van de Stichting Nederlands Film Museum in 1952. De stichting was een fusie van de collecties van het Nederlands Historisch Film Archief (NHFA) en filmtheater De Uitkijk.142 Stichting Nederlands Film Museum nam zijn intrek in een ruimte in het Stedelijk Museum, maar verhuisde in 1972 naar het Vondelparkpaviljoen – middenin het Vondelpark. Hier vonden filmvertoningen plaats, werden tentoonstellingen georganiseerd en werd een filmbibliotheek opgezet.143 De activiteiten op het gebied van documentatie, presentatie, distributie en restauratie werden in de loop der jaren steeds uitvoeriger en

intensiever. Uitbreiding van de ruimtes werd hiermee opnieuw noodzakelijk.144 Hierop begon de organisatie met het vormgeven van de plannen voor een geheel nieuw en groter

museumgebouw. In 2009 werd aan de oevers van het IJ in Amsterdam-Noord gestart met de bouw van het nieuwe onderkomen voor het Nederlands Film Museum. In 2010 veranderde de naam in EYE Filminstituut Nederland, naar aanleiding van de al genoemde fusie van het Filmmuseum, Holland Film, Filmbank en het Nederlands Instituut voor Filmeducatie. De fusie vond plaats in opdracht van de overheid, om de diverse instituten – die afzonderlijk subsidie ontvingen – samen te brengen tot één instituut voor de filmbranche. In de

communicatie brengt EYE zichzelf voornamelijk naar voren als ‘EYE Filmmuseum’ in plaats van ‘EYE Filminstituut’. Op 4 april 2012 werd het nieuwe, architectonisch bijzondere,

gebouw van EYE geopend. Het nieuwe museumcomplex, ontworpen door de Oostenrijkse architecten Roman Delugan en Elke Delugan-Meissl, heeft een expositieruimte, vier bioscoopzalen, een educatieve verdieping, een museumshop en een bar-restaurant.145

In dit nieuwe gebouw heeft EYE een breed scala aan publieksactiviteiten ontwikkeld met onder andere drie à vier wisselende tentoonstellingen per jaar, een vaste tentoonstelling (het Panorama), thematische filmprogramma’s en retrospectieven, series en reeksen zoals

141 EYE beleidsplan 2012-2016. Amsterdam: EYE Filminstituut Nederland. De geïnterviewde EYE-

medewerkers zijn Sandra den Hamer (directrice), Ido Abram (adjunct-directeur), Jaap Guldemond (director of exhibitions) en Marjolijn Bronkhuyzen (sectormanager Marketing, Communicatie & Events).

142 Schumacher, Erik. "Van bezemkast naar futuristisch filmkasteel."Cineville. 23 juli 2010. 25 mei 2015. <http://cineville.nl/magazine/van-bezemkast-naar-futuristisch-filmkasteel>.

143 Deze beschrijving van de ontstaansgeschiedenis van EYE is afkomstig uit mijn stageverslag, dat ik in mei 2015 heb geschreven ter afsluiting van mijn stageperiode bij EYE.

144 Schumacher.

30

Cinema concerten, en workshops, debatten en lezingen.146 Daarnaast vertoont EYE hedendaagse arthouse films in de bioscoopzalen en heeft EYE een uitgebreide kinder- en jeugdprogrammering. De wisselende tentoonstellingen bevinden zich op de raakvlakken tussen film en beeldende kunst, en besteden aandacht aan ‘het snijvlak tussen film en nieuwe media (…), grote filmmakers, thema’s of bepaalde genres en stromingen in de filmkunst’.147

Afb. 4: Buitenkant gebouw EYE148

Op het gebied van filmrestauratie, -onderzoek en -educatie heeft EYE kennis en expertise die zowel nationaal als internationaal geroemd wordt.149 De filmbibliotheek van EYE, die meer dan veertigduizend Nederlandse en buitenlandse films beslaat en daarmee de grootste filmbibliotheek van Nederland is, is gevestigd in een ander gebouw in het zuiden van Amsterdam in Overamstel. Naast films beheert de EYE-bibliotheek andere informatiebronnen uit de gehele periode van de filmgeschiedenis, zoals boeken, dvd’s, tijdschriften en

krantenknipsels.150 Daarnaast heeft EYE diverse depots, verspreid over verschillende locaties in Noord-Holland, waar films geconserveerd en gerestaureerd worden. De verschillende depots en de filmbibliotheek worden in de loop van 2016 samengebracht in een nieuw collectiecentrum, waarvan de bouw begin 2016 werd afgerond.151 In dit gebouw, dat ook in Amsterdam Noord gevestigd is, komen drie belangrijke werkterreinen van EYE samen:

146 EYE beleidsplan 2012-2016, 16. 147 EYE beleidsplan 2012-2016, 16.

148 Noordijk, Maarten. Buitenkant gebouw EYE Filmmuseum. 2013. Amsterdam. Gedownload via < https://www.eyefilm.nl/pers/beeldmateriaal>.

149 "Over Eye." EYE Film. 03 nov. 2015. <https://www.eyefilm.nl/over-eye>.

150 "Bibliotheek." EYE Film. 25 mei 2015. <https://www.eyefilm.nl/activiteiten/bibliotheek>. Deze omschrijving over de filmbibliotheek van EYE is afkomstig uit mijn stageverslag, dat ik in mei 2015 heb geschreven ter afsluiting van mijn stageperiode bij EYE.

151 "Sleutels EYE Collectiecentrum Overhandigd." EYE Film. 4 jan. 2016. 5 apr. 2016. <https://www.eyefilm.nl/over-eye/nieuws/sleutels-eye-collectiecentrum-overhandigd>.

31

conservatie, restauratie en onderzoek.152 Naast depot moet het collectiecentrum fungeren als ‘modern expertisecentrum’ voor ‘een internationaal professioneel publiek van

wetenschappers, filmmakers en studenten’.153

Afb. 5: Ontwerp EYE Collectiecentrum154

De traditionele kerntaken van EYE richten zich volgens het eigen beleidsplan op het ‘beheren, contextualiseren en vertonen van filmisch erfgoed’.155 Als beheerder draagt EYE zorg voor haar uitgebreide collectie films, boeken, dvd’s, en andere materialen met betrekking tot de filmgeschiedenis. EYE houdt zich niet alleen bezig met de restauratie en digitalisering van de collectie, maar ook met het presenteren en in context plaatsen van de collectie, zoals in een cinematografische, maatschappelijke of historische context.156,157 Deze kerntaken met betrekking tot de collectie komen overeen met wat in hoofdstuk 1 omschreven werd als de kerntaak van kunstmusea: het verzamelen, bewaren, beheren en presenteren van de collectie, oftewel collectiebeheer. Daarnaast heeft EYE echter nog twee andere belangrijke taken die het bestaansrecht van EYE uitmaken. Deze taken liggen vast in de opdracht die vanuit de overheid is gegeven, en waarvoor EYE subsidie ontvangt: het coördineren van de landelijke educatie op het gebied van film en de internationale promotie van Nederlandse films en versterking van de positie van de Nederlandse filmsector.

Het coördineren van de landelijke filmeducatie staat los van de educatie die in het museum zelf gedaan wordt. Deze coördinatie is erop gericht te zorgen ‘dat er een volledig beeld is van wat het aanbod op het gebied van filmeducatie in het land [is], en om overlap te voorkomen’.158 Hierbij kan gedacht worden aan activiteiten zoals ‘het organiseren van

152 "Minister Bussemaker geeft startsein bouw EYE Collectiecentrum op 12 november 2014." EYE Film, 11 nov. 2014. 03 nov. 2015. <https://www.eyefilm.nl/nieuws/over-eye/minister-bussemaker-geeft-startsein-bouw- eye-collectiecentrum-op-12-november-2014>.

153 Ibid.

154 Ontwerp EYE Collectiecentrum. Cepezedprojects. 3 nov. 2015. <http://www.cepezedprojects.nl/start-bouw- depot-amsterdam-in-zicht/>.

155 EYE beleidsplan 2012-2016, 8. 156 Ibid.

157 Deze uitleg van de kerntaken van EYE is afkomstig uit mijn stageverslag, dat ik in mei 2015 heb geschreven ter afsluiting van mijn stageperiode bij EYE.

158 Interview Ido Abram. 18 nov. 2015. Ido Abram omschrijft het coördineren van de landelijke filmeducatie (en ook de internationale promotie van de Nederlandse film(sector)) als functies, en maakt duidelijk dat dit de belangrijkste functies voor EYE zijn, die het bestaansrecht van EYE vormen. In mijn optiek valt dit onder

32

netwerkbijeenkomsten’ en ‘coördinatie en beheer van de websites Filmeducatie.nl en

Kijkgoed.nl’, wat centrale platformen zijn met educatief materiaal van diverse aanbieders.159 De afdeling EYE International houdt zich bezig met de internationale promotie en versterking van de Nederlandse films en filmsector. Activiteiten die hierbij horen zijn de ‘ondersteuning en begeleiding van Nederlandse filmmakers en producenten op de internationale markt’ en het ‘organiseren van de deelname van Nederlandse films op internationale festivals en markten zoals Cannes, Berlijn, Venetië, Sundance, Toronto tot en met coördinatie van de Nederlandse Oscar-inzending’.160

Kortom, EYE heeft drie taken die haar bestaansrecht als museum uitmaken. Zoals bij ieder museum valt hier om te beginnen collectiebeheer onder (het verzamelen, bewaren, beheren en presenteren van de collectie). Daarnaast horen de coördinatie van de landelijke filmeducatie en de internationale promotie en versterking van de Nederlandse film en filmsector tot haar taken.

Zoals eerder duidelijk werd heeft EYE een zeer uitgebreid aanbod van programma’s,

tentoonstellingen, films en andere activiteiten. Hoewel EYE ook hedendaagse films vertoont, is EYE geen bioscoop maar een museum: ‘wij zijn een museum dat ook hedendaagse films vertoont’, aldus Den Hamer.161 EYE duidt film als kunstvorm, en positioneert zich dus als ‘museum van de film’.162 Uiteindelijk wil EYE een ‘nieuw cultureel onderscheidend, ondernemend en maatschappelijk relevant filminstituut [zijn], waarbij alle onderdelen een zinvolle functie vervullen, zelfstandig en ten opzichte van elkaar’.163

EYE positioneert zich aan de hand van drie unique selling points. De eerste is dat EYE het enige filmmuseum in Nederland is. In het beleidsplan omschrijft EYE dit concept ook wel als: ‘de complete filmwereld binnen handbereik, als een cinematografisch wonderland’.164 Het tweede punt waarmee EYE zich positioneert is de locatie en het nieuwe gebouw. EYE is de ‘eerste grote herkenbare culturele instelling aan de Noordoever’.165 Het iconische gebouw is voor EYE ‘van ontegenzeggelijk belang’ – zoals alle vier geïnterviewde medewerkers duidelijk aangeven – doordat het de nieuwsgierigheid van mensen wekt en daarmee een aanzuigende kracht heeft.166 Ten derde tracht EYE zich te positioneren door middel van de ‘uniciteit en kwaliteit van het aanbod en de individuele programma-onderdelen’.167 Al met al wil de organisatie duidelijk maken dat EYE ‘the place to be’ is, waar je prettig kunt zitten, en – zo stelt de sectormanager Marketing, Communicatie & Events – op een ‘bijzondere

inspirerende manier in aanraking’ komt met alles ‘wat met films te maken heeft’.168

‘taken’ en niet ‘functies’, zoals uitgelegd in hoofdstuk 1. Vandaar dat ik deze activiteiten onder de taken van EYE plaats en niet onder de functies van EYE.

159 EYE beleidsplan 2012-2016, 17. 160 Ibid., 18

161 Interview Sandra den Hamer. 16 nov. 2015. 162 Ibid.

163 EYE beleidsplan 2012-2016, 9. 164 Ibid., 27

165 Ibid.

166 Interview Ido Abram. 18 nov. 2015. 167 EYE beleidsplan 2012-2016, 27

33

Het publiek neemt voor EYE een belangrijke rol in, wat duidelijk naar voren komt in het beleidsplan en uit de interviews met de medewerkers Den Hamer, Abram, Bronkhuyzen en Guldemond. Het beheer en behoud van de collectie blijft het fundament van EYE, maar, zoals Den Hamer stelt, ‘de collectie [krijgt] pas echt waarde (…) als je het kan ontsluiten’.169 In het beleidsplan van EYE staat: ‘Film bestaat alleen bij de gratie van een publiek’.170 Dit is iets waar EYE zich sterk van bewust is en wat ook direct aansluit bij haar missie: ‘EYE is er voor en van de film, voor iedereen, met iedereen’.171 De collectie ontsluiten, oftewel het publiek in aanraking brengen met de collectie, is dus een belangrijk uitgangspunt voor EYE. Ook in de manier waarop dit gebeurt speelt het publiek voor EYE een grote rol: gastvrijheid en service wordt gezien als een ‘belangrijk goed’.172 Belangrijk is hierbij wel dat de inhoud centraal blijft staan en dat hier niet aan getornd wordt, zoals Guldemond nadrukkelijk stelt: ‘Je hebt verschillende musea. Sommige musea zijn op zoek naar een publiek, andere musea zijn op zoek naar kunst en proberen daar publiek voor te trekken. En ik denk dat wij dat laatste (…) zijn’.173