• No results found

Interview Ido Abram Naam interviewer: Tonke Huizing

LITERATUURLIJST Literatuur

Bijlage 4 Interview Ido Abram Naam interviewer: Tonke Huizing

Naam geïnterviewde: Ido Abram Functie bij EYE: adjunct-directeur Datum interview: 18-11-2015 Datum uitgewerkt: 18-11-2015 Duur: 00:44:20

T: Ik doe een masteropleiding bij de UvA, Kunst en Cultuur in het Publieke Domein. En ik heb vorig jaar dus hier stage gelopen en toen heb ik van Hendrik Beerda die analyse gemaakt van die onderzoeksresultaten. En daaruit kwam eigenlijk de vraag voort 'maar hoe zien mensen EYE nou eigenlijk precies?'. En vanuit dat uitgangspunt ben ik een beetje gaan denken hoe kan ik mijn scriptie vormgeven. Eh een masterscriptie is wel breder omdat dat moet omdat het een masterscriptie is, eh dus de onderzoeksvraag die ik heb is eh wat zijn de functies van kunstmusea in de huidig Nederlandse maatschappij? En eh EYE is daarbij de case study. Dat is dan dus het kwalitatieve gedeelte. Nou dan ga ik eh zeven filmbezoekers, zeven tentoonstellingsbezoekers en zeven niet-bezoekers maar die wel bekend zijn met EYE interviewen. En eh ik heb nu het eerste deel van mijn scriptie, de eerste helft, af. Dat is echt het literatuurgedeelte, aan de hand van literatuur heb ik eh ja de ontstaansgeschiedenis van musea omschreven en eh verandering in focus van intern gericht, dus eh dat ze op de collectie zijn gericht, en dat daarnaast de publieksfocus is opgekomen. Ik zit trouwens heel even te denken of het niet handiger is om iets naar boven te zitten omdat anders eh het

koffiezetapparaat eh.

I: Ja laten we dat maar doen, ik hoor alleen maar koffiezet-geluiden. [Interviewer en geïnterviewde lopen naar een rustiger plekje]

T: Nou ik heb dus aan de hand daarvan, en eh daarna beschrijf ik nog veranderingen in het publiek, museumpubliek. De samenstelling en de behoeftes. Aan de hand van die twee beschrijvingen kom ik tot een eerste analyse, voorlopige analyse, van functies van

kunstmusea in de huidige maatschappij. Eh ik zal die later pas toelichten want daar gaan we het nog over hebben. Eh en dan test ik dat als het ware in het case study-gedeelte. Dus dan kijk ik of dat inderdaad ook zo volgens de bezoekers is.

I: Hoe dat door het publiek geconcipieerd wordt eigenlijk.

T: Ja, en of dat bij EYE ook zo het geval is. Daarmee vergelijk ik dan deze interviews met de medewerkers en ook aan de hand van beleidsplannen zal ik dan opstellen wat vanuit die kant de functies zijn en taken. En dat vergelijk ik dan met de resultaten van het publiek. En dan eh kom ik tot een conclusie.

I: Leuk.

T: Ik zal uiteindelijk nog wel een rapport speciaal voor EYE schrijven omdat het een heel breed onderzoek is.

I: Ja.

T: Dus dan gewoon een soort conclusie, concluderend rapport voor EYE. I: Ja.

[Korte onderbreking door de bediening met het brengen van koffie] T: Eh dus dat een beetje, is dat duidelijk?

83

T: [Interviewer lacht] Nou dan wilde ik inderdaad nog vragen of je eerst nog een soort introductie op jezelf, achtergrond en je functie, zou willen geven.

I: Ja eh, Ido Abram, adjunct-directeur van EYE. Verantwoordelijk voor programmering, filmprogrammering, educatie, publieksservice en eh internationaal. Dus de internationale promotie van de Nederlandse Film. Eh ik kom niet uit de museale wereld, ik kom echt uit de filmwereld, eigenlijk specifiek de festivalwereld. Dus ik heb met name voor eh de grote Nederlandse filmfestivals gewerkt, en enkele buitenlandse filmfestivals. En ik heb voor een coachings-centrum voor filmmakers, een internationaal coachings-centrum voor filmmakers gewerkt. Eh EYE is mijn eerst, was mijn eerste kennismaking met de museale wereld. En ik dacht altijd dat de museale wereld heel rustig en heel relaxed was.

T: [Interviewer lacht] Het tegendeel eh.

I: Het tegendeel is waar. Ik heb nog nooit zo hard gewerkt als ik hier gewerkt heb. Dus dat eigenlijk. Eh dat ben ik.

T: Ja. Wat heb je gestudeerd? I: Film- en televisiewetenschappen. T: Oja.

I: Eh dus eigenlijk heb ik gewoon, toen heb ik gewoon zes jaar heel veel plezier gehad. En tijdens mijn studie ben ik al gaan werken.

T: Oké.

I: Ben ik in de filmwereld gaan werken, bij het Nederlands Filmfestival, ben ik daar begonnen.

T: Oh oké. Dan echt als medewerker of als vrijwilliger?

I: Eh het eerste jaar was ik vrijwilliger, maar eh me enorm ingelikt en toen het jaar erna als hoofd marketing en communicatie. Met dien verstande nog wel, het was toen een veel kleiner festival. En eh de toenmalige directeur dacht toen oh kijk, dan kan ik het als stage doen dan kost het me niks.

T: Ja.

I: Eh maar dat heb ik wel goed gedaan, ik heb er vijf jaar gewerkt uiteindelijk.

T: Oké. Eh even kijken, in mijn onderzoek maak ik een heel duidelijk onderscheid tussen de taken van musea en de functies. Taken dat zijn echt de eh kernactiviteiten die het

bestaansrecht van musea uitmaken. Dus dat is het verzamelen, bewaren, beheren en

presenteren van de collectie. En functies zijn dan de manieren waarop die taken uitgevoerd worden, de doelen die daarbij kunnen komen kijken.

I: Hmhm.

T: Eh kun je je daarin vinden, in dat verschil?

I: Zeker, maar ik weet zeker dat ik het heel vaak door elkaar ga halen. Maar op zich zoals jij het nu schetst is een heel heldere verdeling.

T: Ja, zo verderop in het interview zal het nog wel duidelijker worden als ik de functies zal duiden die ik heb. Maar daarvoor moet ik eerst nog vragen hoe jij de functies van EYE ziet, dus nog onbevooroordeeld zeg maar. Dus eh hoe zou je die omschrijven?

I: Nou onze belangrijkste functie, hoewel ik wil het niet in hiërarchische termen praten, maar is het beheren en eh behoud van de audiovisuele filmcollectie van Nederland. Dat is natuurlijk dubbelop, audiovisuele collectie. De audiovisuele collectie van Nederland, filmcollectie Nederland.

T: Ja.

I: Eh en dat zijn dus niet alleen Nederlandse films gemaakt met overheidssteun, eh maar dat is veel meer. Eigenlijk beheren wij in onze archief eh dat wat er in Nederland op filmgebied te zien is, gemaakt is et cetera. Eh dat moet niet alleen beheerd worden, het moet behouden worden, het moet geconserveerd worden en het moet ontsloten worden. En die

84

Eigenlijk simpelweg omdat mensen willen weten van wat gebeurt er met mijn belastinggeld? Dat is heel kort door de bocht gezegd, maar ik vind het wel heel legitiem.

T: Ja, hmhm.

I: Eh toen ik bij EYE kwam vijf-en-een-half-jaar geleden eh constateerde ik eigenlijk dat onze collectie het best bewaarde geheim van EYE was. Terwijl een collectie is altijd in mijn optiek, nogmaals niet meer overal [fragment niet heel duidelijk te horen, het lijkt erop dat 'niet meer overal' wordt gezegd maar dit is dus niet zeker] in die museale wereld, maar wel de corner-

stone waar een museum op gebouwd is. Zonder collectie heb je geen museum. Eh dus ik

verbaasde me daar heel erg over. Ik vond dat behoorlijk naar binnen gekeerd. Eh en dat was natuurlijk ook omdat je beperkte ruimte en middelen had, eh.

T: Even tussendoor, toen je bij EYE kwam was dat al in dit gebouw of?

I: Nee dat was in het Vondelpark. Het was natuurlijk met de bedoeling dat met die gebouw, het museumgebouw, die ontsluiting van die collectie in allerlei soorten en maten en vormen eh naar een hoger plan getilt zou worden. Dat was voor mij ook een van de grote uitdagingen om hier te komen overigens. Dat vind ik leuk, dingen veranderen en dingen proberen beter te maken met elkaar.

T: Ja.

I: Eh dus beheer en behoud van de collectie is functie nummer één. Dan een andere

belangrijke functie eh maar meer naar de buitenkant of b2b, is internationale promotie van Nederlandse films. Die is bij ons belegd, niet onomstreden eh want andere organisaties vinden dat het beter bij het Filmfonds kan. Nou en het Filmfonds vind dat het bij het Filmfonds zou moeten liggen. Eh de overheid, OCW, heeft echt anders besloten en ik vind dat zij daar echt gelijk in hebben. Eh het is niet iets wat je in je eentje doet, maar het is wel een van onze belangrijke taken of functies, functies moet ik zeggen. [Interviewer lacht] Hier ga ik al. Eh dus zorgen dat internationaal de Nederlandse film en de Nederlandse filmindustrie goed op de kaart staat. Door middel van festivalselecties, door middel van aanwezigheid op grote

festivals, maar ook door speciale programma's met het consulaat, ambassades, of Oscar- inzendingen eh The Golden Globes. Dus echt zorgen dat wereldwijd mensen op de hoogte zijn van wat gebeurt er in Nederland op audiovisueel filmgebied. Maar ook natuurlijk om een economische spinoff te eh bevorderen, zodat films aangekocht worden, uitgebracht worden in die landen et cetera et cetera.

T: Precies, ja.

I: Dus dat is een belangrijke functie ook. Dan hebben we ook nog een andere functie, dat is de landelijke coördinatie van filmeducatie. Dus dat staat eigenlijk los van wat wij hier zelf in het museum doen aan educatie, dat komt bij nummer één. Maar de landelijke coördinatie is om te zorgen dat er een volledig beeld is van wat het aanbod op het gebied van filmeducatie in het land, en om overlap te voorkomen. Dus dat niet allerlei organisaties hetzelfde soort

programma doen. T: Ja.

I: Maar dat je echt een breed pallet aan activiteiten krijgt, dat zowel de onderwijswereld als de museale wereld, of sorry filmwereld dit is echt de filmwereld, op de hoogte is van de

mogelijkheden en proberen dat naar een hoger plan te tillen, en te zorgen dat meer mensen met filmeducatie eh, heel dichtschurend tegen media-educatie en mediawijsheid, eh op de hoogte komen en in aanraking komen.

T: Ja.

I: Onder het motto, kinderen zien natuurlijk veel eerder beelden dan dat ze kunnen praten eh, dus ze worden veel eerder door beelden gevormd dan door teksten en literatuur en andere dingen.

T: Hmhm.

85

T: Ja. En als je de functies van EYE richting het publiek, je noemde net al educatie, zeg maar dan in het museum zelf zeg maar, eh.

I: Eh nou ja in het museum zelf is inzicht geven in de rijkdom van film als kunst, of als kunstvorm. Eh en dat gaat dus echt vanaf amusement tot en met eh avant-garde,

experimenteel, filmische experimenten noem het maar op. Dus eigenlijk het hele pallet eh historisch maar ook heel erg kijkend naar de toekomst en wat er nu aan de hand is. Eh en dat middels presentatievormen, dus filmprogramma's, tentoonstellingen, eh educatieve

programma's, workshops, eh opstellingen in het gebouw, eh mensen daarmee in aanraking brengen. Ik denk dat onze belangrijkste functie is om mensen eh te laten zien hoe mooi, krachtig en belangrijk film is, niet alleen als amusement maar ook als kunstvorm. En dat dan eigenlijk vanaf het ontstaan van de film, toch nog steeds de puber onder alle kunstvormen of alle kunstuitingen, eh hoe krachtig film kan zijn.

T: Ja.

I: Hoe krachtig beeld kan zijn, bewegend beeld.

T: Ja, oké. Eh nou dan zal ik even uitleggen de functies zoals ik ze heb opgesteld. Eh het kwam ook aardig overeen.

I: Godzijdank.

T: Eh ik heb vier overkoepelende functies opgesteld, en die dragen allemaal kleinere functies onder zich. Dat zijn educatieve functies, entertainment-functies, sociale functies en

maatschappelijke functies. I: Ja.

T: En onder educatieve functies heb ik allereerst traditionele het bevorderen van

wetenschappelijk onderzoek en kennisontwikkeling. Eh maar ook eh edutainment, dus dat je eh educatie in een vermakelijke vorm aanbiedt.

I: Ik wil dat woord nooit meer horen [interviewer lacht], maar ik begrijp wat je bedoelt [geïnterviewde en interviewer lachen].

T: Gaan we het daar zo over hebben. [geïnterviewde lacht] Eh en emancipatorische functies, eh dat is dat musea, dat hoort dus onder educatieve functies, musea richten zich bijvoorbeeld in een tentoonstelling op één bepaalde kunstenaar of één stroming of genre en willen het publiek daarmee in aanraking laten komen en het publiek daar ook kennis over geven. En op die manier als het ware het verleden levend houden voor allerlei generaties, en in de toekomst. Eh onder entertainment-functies, nou ja dat is heel erg inspelen op die totale beleving. Eh dus kom een dagje uit, het is niet alleen de tentoonstelling of alleen film, maar ook het

museumrestaurant en de museumwinkel, en randprogrammering is belangrijk en ook de service naar het publiek toe.

I: Zeker.

T: Dus personeel. Eh en onder sociale functies, het belangrijkste daaronder is dat musea als eh sociale ontmoetingsplek zijn gaan fungeren. Dus waar mensen komen om te ontspannen, te ontsnappen uit het alledaagse leven, maar ook om te werken. Dus wat je ziet dat zzp'ers steeds meer in het museumcafé gaan zitten, of wat hier ook gebeurt dat vergaderzalen door externen gehuurd kunnen worden. Eh en ook eh inspelen op identiteitsvorming voor het publiek, die op zoek zijn naar authentieke ervaringen en soms met een museumbezoek kunnen zeggen 'dit ben ik' of hun identiteit aanscherpen. Eh en maatschappelijke functies is het bevorderen van de laagdrempeligheid van musea, en eh ook de debat-functie dus het op gang brengen en faciliteren van debat, het bieden van context eh en mensen tot inzicht laten komen. En eh musea als instrument voor stedelijke ontwikkeling, dus zowel voor nou ja wat verloederde gebieden, zoals nou ja het Bilbao-effect eh maar ook eh.

I: Amsterdam noord bij uitstek.

T: Precies, ja. En eh ook voor instrument als citymarketing, dus dat ze daar ook voor worden ingezet. Speelt dat allemaal ook bij EYE denk je?

86

I: Eh ja zeker. Eh ik kan ze niet allemaal nu weer reproduceren wat je net hebt gezegd, maar ik herken het allemaal. Kijk ik heb het heel erg over onze specifieke functies gehad, maar dit zijn allemaal dingen waar je als museum, niet alleen als museum trouwens dan denk ik ook als culturele plek in een stad wat een museum ook is, moet en kan bieden en wil bieden. Eh een aantal dingen vind ik niet specifiek gericht op musea. Die ontmoetingsplek zeker, maar je ziet ook iedereen werkt in Coffee Company's en dat soort zaken. En alle hippe tentjes daar zitten ook alleen maar zzp'ers te werken. Je ziet gewoon dat mensen heel erg anders zijn gaan werken. Een kantoor is niet meer heilig, je gaat gewoon zitten daar waar je je prettig voelt. Je hebt wifi en je kan aan de slag. Eh ik vind dat je als museum daar op moet inspelen, begrijp me niet verkeerd. Ik omarm het zeker, ik vind het belangrijk. Eh het heeft ook met je identiteit te maken waar je gaat zitten, waar je gezien wordt, waar je je afspraken doet. Eh dat doe je liever in een plek die een bepaalde uitstraling heeft dan in een eh groenteboer. Nou dat kan ook heel interessant zijn [interviewer lacht]. Eh sociaal-maatschappelijk, zeker. Eh dat doen wij middels onze programmering. En je probeert een debat op gang te brengen, of bij te dragen aan een debat wat in een maatschappij heerst. Eh ik vind beide eigenlijk even

belangrijk. Ik vind dat er teveel nadruk ligt op dat je trendsettend moet zijn. Ik vind het net zo belangrijk dat je meedoet aan het debat, en daar een bijdrage aan levert. Eh om even een flauw voorbeeld te geven, het is een heel flauw voorbeeld maar het geeft het wel aan, toen wij zaterdagavond door de gemeente gevraagd werden kan het gebouw rood-wit-blauw vanwege de aanslagen, dan vind ik dat je daar niet over na moet denken, dat je daar niet over moet overleggen et cetera, dat ga je gewoon doen. Er zijn namelijk voors en tegens, er zijn ook redenen om het niet te doen. Maar als er zoiets in de wereld aan de gang is, vind ik dat je mee moet doen. Om 12.00 uur een minuut stilte, daar doen wij aan mee. Alle films moet je

gewoon stopzetten. Eh dat vind niemand leuk, het is heel veel werk extra, maar wel belangrijk. En als het nog in die, want dit zijn hele simpele voorbeelden, maar als ik mijn programmering erop aan kan passen en films kan vertonen uit de collectie of weet ik veel waar, die een bijdrage leveren aan dit debat wat nu speelt in de maatschappij zou ik dat ogenblikkelijk doen. Daar veeg ik echt de zalen voor leeg. Dat is heel mooi gezegd, in de praktijk blijkt dat veel ingewikkelder, maar ik vind dat je daar altijd ruimte voor moet maken. Nou dit is een heel groot maatschappelijk debat, maar het vluchtelingen-debat en ook

vreemdelingenhaat et cetera. Het feit dat wij een programma hebben gedaan over eh wat was het ook alweer, eh als ik breedsprakig ben moet je me kort houden hoor.

T: Nee hoor ik vind het heel interessant allemaal wat je zegt. I: Eh een programma over de eh vrouwelijke filmmakers uit eh. T: Ja, de Arabische wereld.

I: De Arabische wereld. Daar zit natuurlijk een gedachte achter. Het heeft te maken met de emancipatorische functie van vrouwen in die wereld, maar ook de verhalen uit die wereld voor een ander voetlicht brengen. Eh dan wil ik niet zeggen dat vrouwen dat altijd anders doen dan mannen, maar het is minder bekend in onze wereld. Ik vind zo'n programma

geslaagd niet als de zalen vol zitten. Ik vind zo'n programma geslaagd als je een breed publiek weet te bereiken, eh Nederlandse, eh internationale mensen, eh moslims, katholieken, breed zeg maar. Dat je mensen met elkaar kan laten kijken naar onderwerpen, culturen die eh waar ze anders minder mee in aanraking komen. En als er nou één is die na afloop van zo'n

filmprogramma of zo'n film denkt 'dat is toch anders dan ik dacht', dan heb je je doel bereikt. Eh en dat kan dus op allerlei niveaus. Dat kan ook zijn iemand die naar een tentoonstelling als Antonioni gaat, en denkt 'nou dat is gewoon een dooie saaie Italiaanse filmmaker', maar je komt buiten en denkt 'verdomme, eigenlijk wat die man doet is heel vernieuwend, of eigenlijk nog heel modern'. Dat is toch die emancipatorische functie, dan heb je je doel bereikt. En natuurlijk heb ik het liever niet over één maar over honderden, maar dat is je taak. Je wil mensen inzichten geven, door de kracht van film, anders naar de wereld te laten kijken.

87

T: Ja.

I: Of op eenzelfde manier naar de wereld te laten kijken, maar ze handvatten te geven dat ze