• No results found

Interview respondent 15 (R15) Naam interviewer: Tonke Huizing

LITERATUURLIJST Literatuur

Bijlage 19 Interview respondent 15 (R15) Naam interviewer: Tonke Huizing

Naam geïnterviewde: F. Smit Soort bezoeker: cafébezoeker Datum interview: 07-12-2015 Datum uitgewerkt: 08-12-2015 Duur: 00:11:46 Interviewer = I Respondent = R15 Informatie respondent Leeftijd: 72 Woonplaats: Amsterdam Studie/werk/bezigheid: Gepensioneerd

Bezocht EYE alleen/met…: Samen met zijn vrouw

Transcriptie interview

I: Nou ik zal mezelf nog kort even introduceren, ik ben Tonke en ik studeer aan de UvA en ik doe de master Kunst en Cultuur in het Publieke Domein. Ik heb hier vorig jaar ook stage gelopen en vandaar is ook bij mij het idee ontstaan om hier onderzoek te doen voor mijn afstuderen. En mijn onderzoek richt zich op de functies van Nederlandse kunstmusea, waarbij EYE dan mijn case study is vanwege eigenlijk het bijzondere, diversiteit aan aanbod zeg maar. Eh dus dat een beetje over mijn onderzoek. Zou u uzelf nog even kunnen introduceren? R15: Ik ben eh mijn naam is Frans, eh ik ben gepensioneerd. Ik heb vroeger, heel vroeger gestudeerd, rechten. Ik ben daarna zelfstandig geworden en daarna organisatieadviseur geworden. En dat is het.

I: Oke, en wat is uw leeftijd als ik vragen mag? R15: Tweeënzeventig.

I: Tweeënzeventig. En u woont ook in Amsterdam? R15: Jazeker.

I: Bezoekt u ook wel eens andere musea? R15: Ja, heel veel.

I: En eh bezoekt u dan vaak, eh gebeurt het ook wel eens dat u een ander museum bezoekt alleen vanwege het museumcafé of is dat eh?

R15: Nou soms eh zoek ik wel eens een museum op omdat ik naar de wc moet, maar meestal ga ik gewoon voor de kunst of voor de tentoonstelling ja.

I: En bent u wel eens eerder hier. R15: Jazeker.

I: In het museumcafé geweest? R15: Ja, vele keren.

I: En heeft u ook wel eens een tentoonstelling of een film hier bezocht of iets anders gedaan? R15: Ik heb hier wel films gezien. Ik geloof dat ik het museum eh nooit bezocht heb. Of wel, ja ik heb het wel een keer bezocht, ja nou weet ik het weer.

I: Weet u nog welke tentoonstelling dat was? R15: Nee dat weet ik niet meer.

189

I: Oke nou maakt niet uit.

R15: Dat is twee jaar geleden of anderhalf jaar geleden. I: Oke, en eh met wie hebt u vandaag EYE bezocht? R15: Eh of met mijn vrouw of met vrienden.

I: Hmhm, ja. Oke. En u bezoekt ook wel eens andere musea, is dat op regelmatige basis? R15: Ja.

I: Wat voor soort eh.

R15: Nou Rijksmuseum, natuurlijk Stedelijk Museum veel, Gemeentemuseum, Groningen ga ik graag naartoe. Even kijken.

Vrouw van respondent: Vermeer.

R15: Oja, ja Vermeer in Den Haag was dat. Vrouw van respondent: Frans Hals.

R15: Frans Hals museum ja, nou ja, dat zijn vrij veel musea. I: Ah oke, nou ik kom ook uit Groningen.

R15: Oh kijk eens aan, ja het Groninger Museum is ook mooi. [Interviewer lacht, vrouw van de respondent zegt iets op de achtergrond maar dat is niet hoorbaar, daarna onderbreking door de bediening van het restaurant]

I: En heeft u ook een Museumkaart? R15: Jazeker.

I: En wat was vandaag de reden voor eh voor uw bezoek?

R15: Eh nou zij is vrij en wij hadden trek in een eh in een eh [vrouw van de respondent lacht] citroentaartje. Het is hier, de citroentaartjes zijn hier het lekkerst.

I: Nou dat is mooi, dus jullie komen echt op de citroentaart af. R15: Helemaal [respondent en vrouw van respondent lachen]

I: En eh als u een kunstmuseum bezoekt in het algemeen, met wat voor doel eh is dat tentoonstellingsgerelateerd of gaat u ook wel eens heen om u te laten verrassen?

R15: Het is meestal tentoonstellingsgerelateerd. Maar dat zijn dan meestal bij de openingen of vlak na de openingen, dan heb ik er iets over gelezen en denk ik nou dat wil ik wel eens zien. I: En heeft u dan ook bepaalde verwachtingen bij het bezoek?

R15: Jazeker.

I: Wat voor verwachtingen?

R15: Nou dat ik eh zeer verrast ga worden. Ik heb vorige keer, in Zwolle ben ik twee keer geweest. Eén keer Jan Kremer, dat vond ik echt geweldig, de tweede keer was het eh hoe heet het William Turner, dat viel me zwaar tegen. Daar had ik veel meer van verwacht.

I: Oke, en waardoor viel het dan tegen?

R15: Nou vanwege de recensie dacht ik nou het zal iets schitterends zijn, en het viel me eigenlijk eh ja ik vond het geen mooie opbouw ook. Kennelijk moet ik nog een keer naar Enschede en daar is het tweede gedeelte, en dat is mooier zeggen ze.

I: Hmhm.

R15: Of zeggen vrienden van mij.

I: Oke. En heeft u ook nog bepaalde behoeftes eh iets leren of vermaak of ontspannen ofzoiets.

R15: Het is eigenlijk leren, leren kijken. Elke keer opnieuw leren kijken. Dat vind ik het belangrijkste. En ik heb laatst iets ontdekt in het Stedelijk Museum, toen keek ik naar een soort Rothko schilderij, dat was groot rood en toen opeens wist ik opeens waarom vind ik dat zo boeiend. Omdat ik daarin kan wegdromen en mijn eigen dingen kan fantaseren. Terwijl het toch bij veel figuratieve kunst, ja dan denkt die mevrouw die kijkt naar me op dat schilderij en dan wat zou ze denken enzo, maar dat is veel gerichter. Terwijl bij Rothko ofzo dat is dat hele abstracte, nou dan kan je fantasie elke kant uit gaan. Ja?

190

R15: Dus dat vind ik eh dat leer ik elke keer weer eigenlijk. I: Oke. En hoe dacht u over EYE voordat u EYE bezocht had?

R15: Nou ja dat het een schitterend gebouw is. En dat ik het hier altijd gezellig vind, en een prachtig uitzicht. En ik hou van Amsterdam, ja.

I: Ja. En naast de lekkere taart, waren er nog andere behoeftes om hierheen te gaan? R15: Nu vandaag? Nee, alleen de behoefte om die taart te eten.

Vrouw van de respondent: En we kwamen hier om te fietsen ook.

R15: We kwamen om te fietsen ook inderdaad. We komen helemaal uit Buitenveldert. I: Oh ja, precies. Dat is wel een fietstochtje.

R15: Ja, gewoon fietstochtje.

I: En had u nog verwachtingen van dit bezoek?

R15: Eh nee ik had totaal geen verwacht, dat is juist het aardige dat u dan komt en dat eh dan wordt ik verrast. He zonder verwachtingen is het beste om te leven.

I: Ja. En wat vind u sterke punten van EYE?

R15: Het eh het restaurant, de filmzalen, het uitzicht natuurlijk, eh op zich het gebouw als ik er naartoe rij op de fiets dan blijf ik het elke keer een wonder vinden wat ik vind staan. Dus dat zijn eigenlijk de dingen.

I: Ziet u ook verbeterpunten? R15: Verbeterpunten.

Vrouw van respondent: Het geluid.

R15: Het geluid, ja het geluid dat is een goeie, ja het geluid. De akoestiek is hier niet goed. I: Ja, precies, hmhm.

R15: Hoor maar, als er kinderen zijn dan galmt het hier en dan kun je elkaar nauwelijks verstaan. Dat is zo, dat is het enige, heel goed [respondent richt zich tot zijn vrouw].

I: En wat zijn de eerste woorden die in u opkomen als u denkt aan EYE? Welke gedachtes of associaties krijgt u dan?

R15: Uitzicht.

I: Ja. En als u EYE in één woord zou moeten omschrijven?

R15: EYE in één woord, dat is een moeilijke. Uitzicht, ja gewoon dit, ja het is het uitzicht. I: En als u aan EYE denkt denkt u dan als eerste of vooral aan het café of denkt u ook aan dingen uit bijvoorbeeld denkt u ook aan het aanbod zoals films of tentoonstellingen? R15: Nou meestal het café, en op tweede plaats de film.

I: En hoe ziet u EYE dan precies? Want u bent zich ervan bewust dat hier zowel films als tentoonstellingen zijn, ziet u het dan als museum of eh bioscoop of juist als allebei dat het echt een geheel is?

R15: Gewoon puur als bioscoop, ja.

I: Oke. Even kijken, eh heeft u nog bepaalde verwachtingen als u aan EYE denkt? R15: Naar EYE ga?

I: Als u aan EYE denkt.

R15: Ik hoop elke keer, maar dat weet ik al van tevoren, dat het heel mooi weer zal zijn en de zon hier binnen schijnt. Maar dat is niet zo [respondent en vrouw van respondent lachen]. Maar ik zei al, ik kom zonder verwachtingen ergens.

I: Ja. Nou u zei al het uitzicht, wat vind u verder van het gebouw van EYE?

R15: Ja ik blijf het gewoon, al die trappen hier, het is gewoon schitterend gebouwd. Het is ontzettend fantasievol gebouwd. Met alle hoeken en gaten, het is een spannend gebouw. Dat is het.

I: Ja. Heeft het ook wel eens een rol gespeeld in uw beslissing om naar EYE te komen het gebouw?

R15: Ja, zeker de eerste keer toen ik hier voor het eerst naar EYE ging.

191

R15: Nou dat sla ik niet zo hoog aan, want ik heb maar één eh één tentonstelling hier gezien, en die heeft weinig indruk op mij gemaakt. Dus, en ik zeg het al he als ik aan EYE denk denk ik ook aan film en het café, maar niet aan het museum. Dus het staat eigenlijk op de lagere plaats voor mij.

I: Oke, ja. Ziet u ook nog concurrenten voor EYE of eh? R15: Nee. Totaal niet.

I: Oke nou dan komen we nu bij het laatste stukje eh ik zal kort uitleggen in mijn scriptie, het literatuurgedeelte is al af dus het eerste deel en.

R15: Gefeliciteerd. [Interviewer lacht]

I: En dat test ik als het ware hier zeg maar. Ik heb daar aan de hand van literatuur functies opgesteld van musea en eh ik maak daarbij een heel duidelijk onderscheid tussen taken en functies. Taken dat zijn echt de werkzaamheden die het bestaansrecht uitmaken, die liggen vast, daarvoor krijgen ze opdracht vanuit de overheid en in het geval van musea is dus, dat is de collectie. Dus het bewaren, renoveren maar ook het presenteren van de collectie. En functies dat is dan meer, veel meer richting het publiek hoe musea functioneren richting het publiek, welke functies musea voor een publiek in de maatschappij hebben. Als ik dat zo omschrijf hoe zou u dan de functies van EYE zien?

R15: De functies zijn het streelt de schoonheid van mensen. De architectuur van het gebouw, dat is gewoon een zegen voor het oog, echt. Dan het café en ontzettende lekkere

citroentaartjes [respondent en vrouw van respondent lachen]. En de filmzalen als er een goede film draait, althans als ik een film zie waarvan ik zeg nou leuk of die wil ik zien, dan vind ik de filmzaal schitterend.

I: Hmhm.

R15: Dat is eigenlijk de functies die ik zie.

I: En ziet u ook een bepaalde sociale functie voor een museum als EYE?

R15: Een sociale functie, eh nou ja het is een trefpunt voor veel Amsterdammers om hier vooral als het mooi weer is buiten te zitten. Eh ik denk dat dat het eigenlijk het enige is. Dat eh gezamenlijk hier gezellig zitten. Maar dat is zo Amsterdams er zijn weinig contacten onder de mensen. Zij [respondent doelt op zijn vrouw] maakt constant contacten met mensen maar ja komt uit een land waar dat gebruikelijk is. En dat eh dat doen Amsterdammers niet. Zij komt uit Iran, dus ja daar maken ze snel contact met elkaar.

I: Oke, interessant. En eh nou ik zal kort even uitleggen de functies zoals ik ze heb opgesteld. Eh ik heb vier overkoepelende functies, dat zijn educatieve functies, sociale functies,

maatschappelijke functies en entertainmentfuncties. Nou klinkt dat heel groot het is niet pretpark in die zin maar meer eh he.

R15: Film?

I: Bijvoorbeeld film of dat je nou EYE doet bijvoorbeeld mee aan Museumnacht, dus dan presenteren ze de tentoonstelling waar ze niks aan veranderen, maar daaromheen is entertainment.

R15: Oja Museumnacht. Oh dat wist ik niet.

I: Maatschappelijk is eh dat ze zich richten op laagdrempeligheid, dus verschillende

bevolkingsgroepen aantrekken en eh ook debat, het op gang brengen of stimuleren van debat. Dus dat zijn in het algemeen functies van musea, zoals ik eh mijn hypothese zeg maar. Kunt u zich daarin vinden? Denkt u nou dat denk ik juist niet, of ik heb een toevoeging?

R15: Eh debat, ik denk dat dat zouden ze dan meer duidelijker moeten maken en ik denk dat dat een hele goeie maatschappelijke functie is.

I: Ja.

R15: Nou entertainmentfunctie is duidelijk he films, en musea nou museumstuk maar dat heeft mij niet zo aangetrokken. Het café hier is ongelooflijk. Nou het sociale gedeelte ja dat heb ik al gezegd, de mogelijkheden zijn er hier. Alleen die Amsterdammers maken er geen

192

gebruik van. Amsterdammers zijn individualisten en die willen hun autonomie bewaken en zijn ontzettend bang voor de ander [respondent lacht].

I: Ja.

R15: Dat is het ook ja.

I: Ja, oke. Nou eh laatste vraag bent u van plan hier nog eens terug te komen en eh uw bezoek aan te bevelen aan anderen?

R15: Ja dat doe ik altijd. Doe ik altijd. Jaarclubgenoten die elders in het land wonen zeg ik altijd ga nou naar EYE. En neem een citroentaartje [respondent en vrouw van respondent lachen].

I: Mooie afsluiter [interviewer lacht]. R15: Zeker.

193

Bijlage 20 – Interview respondent 16 (R16)