• No results found

Interview respondent 10 (R10) Naam interviewer: Tonke Huizing

LITERATUURLIJST Literatuur

Bijlage 14 Interview respondent 10 (R10) Naam interviewer: Tonke Huizing

Naam geïnterviewde: P. Erpetiet

Soort bezoeker: filmbezoeker (en tijdens het interview bleken ze ook in de tentoonstelling te zijn geweest voor de film aan)

Datum interview: 03-12-2015 Datum uitgewerkt: 08-12-2015 Duur: 00:15:24 Interviewer = I Respondent = R10 Informatie respondent Leeftijd: 67 Woonplaats: Alkmaar

Studie/werk/bezigheid: gepensioneerd, doet vrijwilligerswerk als rondleider bij Museum Het Dolhuys

Bezocht EYE alleen/met…: met een vriend

Transcriptie interview

I: [Begin introductie over studie staat niet op de opname] eh ja het heette voorheen Algemene Cultuurwetenschappen, maar ze hebben onlangs de naam eh moeten veranderen. En eigenlijk sinds vorig jaar september. En als onderdeel van mijn studie heb ik vorig jaar een half jaar hier stage gelopen op de marketingafdeling. En toen had ik een kwantitatief

publieksonderzoek wat ik coördineerde, en van daaruit dacht ik, kwam bij mij het idee op om eh hier mijn afstudeerscriptie te gaan schrijven. Dus zodoende. En het onderzoek eh gaat eh, ik doe onderzoek naar de functies van kunstmusea in de huidige Nederlandse maatschappij. R10: Oke, ja.

I: En eh EYE is dan mijn case study, vanwege nou die bijzondere combinatie eigenlijk met het gebouw en ook de tentoonstellingen maar dat je ook films kunt kijken. Dus eh dat in het kort over mijn onderzoek.

R10: Oke.

I: Kunt u uzelf nog even kort introduceren?

R10: Eh ik ben dus bijna achtenzestig. Ik heb eh tot 2013 denk ik, ja begin 2013 gewerkt. Daarna eh met pensioen. Niet helemaal naar mijn zin, eh het eh de activiteit, de structuur ontbrak. Dus eh in 2014 ben ik weer begonnen met eh, bij hoe heet dat vrijwilligerswelk, en dat doe ik ook in een museum. Het museum van de psychiatrie, en daar heb ik ook eh. I: Oh ja, Het Dolhuys toch?

R10: Ja, ja. Ik heb ooit eh ik heb veertig jaar in de psychiatrie gewerkt, en nu ben ik rondleider in eh Het Dolhuys.

I: Oh dat is wel heel interessant eigenlijk dan, ja.

R10: Ja. En sinds die tijd eh ja, dat heeft heel goed die periode zonder werk opgepakt. Ja voor de rest ben ik getrouwd, ook al veertig jaar, en eh twee kinderen die allebei al op zichzelf wonen.

I: Ja. En u woont in Amsterdam? R10: Alkmaar.

158

I: Alkmaar, oke. Eh en bezoekt u ook wel vaak eh musea? R10: Ja, heel regelmatig.

I: Ja, en wat voor soort musea?

R10: Eh van alles, eh Stedelijk, eh Rijks, laatst waren we in het Teylers Museum, eh Fundatie eh ja eigenlijk waar tentoonstellingen zijn die me aanspreken eh ga ik altijd, en daar heb ik nu ook veel meer tijd voor, ja.

I: Ja, en heeft u ook een Museumkaart? R10: Ja.

I: En een Cineville-pas? R10: Sorry?

I: Een Cineville-pas?

R10: Nee, nee een Cineville-pas heb ik niet. Ik heb er wel over gedacht, maar nee, dat leek me toch niet, ik ga wel heel vaak naar de film, maar ik keek toch niet eh in de zomerperiode heel weinig dus ik heb niet eh nee.

I: Oke. En was u vandaag voor het eerst in EYE?

R10: Nee, nee, ik ben hier al veel meer geweest. Hij was hier wel voor de eerste keer [respondent richt zich tot zijn vriend].

I: Oke. Eh u bent hier vaker geweest. R10: Ja.

I: En dan naar de film of ook een tentoonstelling geweest? R10: Tentoonstelling en film, meestal combineer ik het, ja. I: Oke. Kunt u nog herinneren welke tentoonstellingen? R10: Ja die van die Zuid-Afrikaan, hoe heet hij eh. I: Kentridge.

R10: Ja, ja. Dat was de laatste waar ik was. I: Oke. En u was vandaag in EYE met eh? R10: Met een goede vriend van me.

I: Ja, oke. En eh even denken heeft u ook wel eens, eh wist u dat rondom tentoonstellingen EYE altijd lezingen en debatten, flankerend programma, filmprogramma organiseert? R10: Ja vaag wist ik het wel, maar op zich gaat daar mijn interesse niet echt naar uit. I: Nee, bent u dan dus ook nog niet geweest?

R10: Nee.

I: Oke, en als u in het algemeen een kunstmuseum bezoekt met welke eh, heeft u dan bepaalde verwachtingen met betrekking tot uw bezoek of niet?

R10: Ja nou ja weet je [respondent lacht], ik lees eh want zo kom ik ook tot een museum, ik lees in de krant er wat over, en ja ik hoop dat die verwachting dan uitkomt. Dat inderdaad die lovende recensie bij mij als zodanig wordt gezien, ja.

I: Ja, dus u komt vaak echt specifiek voor een tentoonstelling naar een museum? R10: Ja.

I: En eh waarom bent u vandaag eh naar EYE gegaan?

R10: Nou meer, wij gingen weer een dagje met zijn tweeën weg en toen was één van de ideeën EYE. En nou ik kon vertellen dat eh dat Raymond ook vond nou oke gaan we dat doen. Ja.

I: Oke, en hoe dacht u over EYE voordat u vandaag EYE bezocht had? Wat vond u van EYE? R10: Positief en dat is positief gebleven.

I: Oke. En had u ook nog bepaalde behoeftes waardoor u naar EYE bent gegaan, bijvoorbeeld ontspanning?

R10: Ja de lunch is bijvoorbeeld heel goed. I: Lunch?

159

I: Want u bent u binnen gekomen, bent u toen gelijk naar de film gegaan of heeft u ook nog andere dingen gedaan hier?

R10: Nee we zijn eerst eh gaan lunchen, toen zijn we naar de tentoonstelling gegaan en toen naar de film.

I: Ja. En bent u ook van plan hierna naar iets in het museum te gaan, bijvoorbeeld de museumwinkel of eh?

R10: Ja ik loop vaak nog even de eh museumwinkel in. I: Ja.

R10: Ik koop zelden wat maar ik ga altijd even kijken. I: Ja, gewoon even rondkijken.

R10: Ja.

I: En heeft u ook nog voorafgaand aan dit bezoek nog eh informatiebronnen over EYE geraadpleegd?

R10: Nee, nee. Nee want EYE was op zich bekend bij mij.

I: Precies. En heeft u ook wel eens op de website van EYE gekeken?

R10: Ja meer, meer om te kijken welke films er draaien. Of welke tentoonstelling er is. I: En wat vond u in het algemeen van de website?

R10: Ja informatief, goed, ja.

I: Oke. En eh welke verwachtingen had u van eh voorafgaand aan dit bezoek? Met betrekking tot dit bezoek?

R10: [Korte stilte] Tja. I: Waren die er überhaupt?

R10: Ja, nee veel meer van dat het een heel aangename combinatie is, lunch, museum, tentoonstelling en film.

I: Ja, oke. Eh en wat vond u van de service van het personeel aan de balie en in het restaurant? R10: Goed.

I: Oke. Eh bent u al wel eens in het Panorama geweest? Dat is de permanente opstelling hier beneden.

R10: Nee. Ja nou langs gelopen ja. I: Maar nooit echt bezocht?

R10: Nee, nee.

I: En hoe heeft u uw gehele bezoek tot nu toe ervaren? R10: Goed.

I: Ja, en eh ook het restaurant, de lunch was allemaal goed? R10: Ja.

I: Oke. Heeft u ook nog eh een of meerdere folders in handen gehad of gelezen? R10: Nee.

I: En wat vind u van het gebouw van EYE?

R10: Ja prachtig. Het is zowel buiten is het heel bijzonder als binnen, dit licht met dat schitterende panorama, mooie verlichting, ja.

I: Hmhm. Heeft het wel eens een rol gespeeld, het gebouw, in uw beslissing om naar EYE te gaan?

R10: Nee, nee. Nou zeg van misschien mijn aller allereerste bezoek, dat ik dacht ik wil het gebouw wel eens van binnen zien ja.

I: Ja. Oke. En eh heeft het bezoek vandaag aan alle verwachtingen voldaan? R10: Ja.

I: En in welke behoeftes heeft het bezoek vandaag voorzien?

R10: Eh zeg maar contact, onderling goed contact. Eh lekker gegeten, eh goede sfeer en temperatuur bijvoorbeeld is aangenaam het is niet te heet maar ook niet eh koud, eh voldoende aanbod van cultuur, goede film, ja.

160

I: Hmhm. En wat vind u sterke punten van EYE?

R10: Sterke punten, nou ik denk daar hadden wij het net over dat het toch een ander museum is dan een eh zeg maar traditioneel museum. Dat er dus film is, terwijl er film ook vertoond wordt, en dat je dus een aanbod van van films hebt onder één dak. Zonder dat je het idee hebt van eh oh de hele dag in één gebouw. Het is uitdagend genoeg om eh meer dingen te zien. I: Ja. En ziet u nog verbeterpunten? Of niet, kan ook niet natuurlijk.

R10: Ja het zou vast wel kunnen, maar ik heb ze niet.

I: Nee. En eh u bent naar William Kentridge die tentoonstelling geweest, is daar u nog iets van dat bezoek bijgebleven?

R10: Ja ik vond het prachtig. Ik vind het zo bijzonder, oh van Kentridge? I: Ja.

R10: Ja dat vond ik ook bijzonder, dat die eh natuurlijk die lopende parade vond ik prachtig. Maar ook die andere dingen van hem. En bij EYE wordt je zo eh gevangen door het beeld en eh is het eigenlijk lijk je voor het eerst zo bewust te worden van hoe een kunstenaar met het beeld omgaat. En eh elke keer treft me dat dan wel.

I: Ja.

R10: Hoe sprekend beeld eh is.

I: Ja. En wat zijn de eerste woorden die in u opkomen als u aan EYE denkt? R10: [Korte stilte] Ja, [respondent lacht] lekker dicht bij het station.

I: Ja.

R10: En eh prachtig uitzicht. En goede films. I: Hmhm.

R10: Ja en tentoonstellingen dat eh, eh ja toevallig heb ik het elke keer getroffen met tentoonstellingen, maar zeg maar het kernbegrip is de atmosfeer, het uitzicht, de lunch, dichtbij het station en eh en een eh goed filmhuis.

I: Ja. En als u EYE in één woord zou moeten omschrijven?

R10: In één woord omschrijven. Moet je één? Ja het zijn er wel drie. I: [Interviewer lacht] Nou mag ook alle drie, u mag ze alle drie noemen. R10: Goed, ja goed. In één woord is goed. Kwalitatief goed, ja.

I: Ja. En eh u bent naar zowel films als tentoonstellingen geweest. Als u aan EYE denkt, denkt u dan aan eh voornamelijk toch museum of voornamelijk bioscoop, of ziet u het als één geheel?

R10: Ja ik denk eerder toch bioscoop. En eh de tentoonstelling, ik denk dat ik ook wel als ik in Amsterdam, we hebben namelijk ook een goed filmhuis in Alkmaar, als ik in Amsterdam was zou ik hier wel naar de film gaan, en een tentoonstelling is een toetje, is extra.

I: Ja, oke. En is er een verschil tussen hoe u EYE zag vandaag voordat u EYE had bezocht en nu?

R10: Nee, geen verschil.

I: Nee, oke. En hoe ziet u de waarde van EYE ten opzichte van andere kunstmusea? R10: Nou ja dat is dan denk ik toch wel die eh het eh, het filmtheater. Zeg maar ik heb een goede tentoonstelling gezien, waar ik misschien anders ook wel geweest was, maar dat je daarna dan ook nog naar een film kan gaan dat is de extra lading.

I: En ziet u ook nog concurrenten voor EYE?

R10: [Korte stilte] Ja hoe heet dat Foam? Je had vroeger Foam? I: Ja, fotografiemuseum.

R10: Ja.

I: Oke. Ik zal even kort uitleggen, eh we komen nu bij het laatste deel, ik maak in mijn scriptie eh het eerste deel is literatuuronderzoek, en de hand van literatuuronderzoek heb ik eh.

161

I: Een aantal functies opgesteld en dat ben ik nu dus aan het testen. Eh en ik maak daarbij een heel duidelijk onderscheid tussen taken van musea en functies. En taken dat zijn echt de werkzaamheden die het bestaansrecht van musea uitmaken, dus die liggen gewoon vast. Voor musea is dat he het collectiebeheer, dus het verzamelen, renoveren maar ook presenteren van de collectie. Voor EYE komen daar dan specifiek nog twee taken bij. Eh dat is de coördinatie van de landelijke filmeducatie, dus dat is los wat ze aan educatie in het gebouw doen maar echt wat gebeurt er op basisscholen en middelbare scholen. En eh de derde taak is dan eh de internationale promotie van de Nederlandse film en filmsector.

R10: Oke.

I: En functies dat zijn dan echt de manieren waarop die taken eh uitgevoerd worden. Dus dat is meer richting het publiek, meer richting de maatschappij. En doelen met betrekking tot het publiek en de maatschappij die daarbij komen kijken. Als ik dat zo omschrijf, wat zouden dan volgens u de functies zijn van EYE?

R10: [Korte stilte] Nou zeg maar een eh ja jeetje mina, het eh ja het eh is toegankelijkheid dan een eh? Ja, toegankelijkheid. Eh publiciteit in de zin van dat je goed eh duidelijk maakt van wat je biedt en ook heel specifiek tentoonstellingen en films. Eh gastvrijheid. [Korte stilte] Ja bereikbaarheid, maar goed, dat dat heeft EYE niet in eigen hand. Die is gewoon goed. Eh ja ik weet niet de eh daarnet was er een studentengroepje wat eh waarin een docent hen rondleidt en toelichting kreeg op een film van Antionioni, ik denk dat dat ook een functie is dat je eh maar goed ik weet niet of dat een docent geschoold was of van EYE, maar als het van EYE is dan moet je dus ook een goede eh professionele rondleider hebben. Ja.

I: Ja, dus u ziet ook wel bepaalde educatieve functies voor EYE? R10: Ja.

I: En ziet u ook eh een sociale functie voor EYE?

R10: Ja ik denk dat het restaurant een sociale functie heeft, en het aardige is als je natuurlijk je hebt een tentoonstelling bezocht en een goede film gezien, en je bent hier later weer dan kom je met elkaar in gesprek over de film of tentoonstelling, dus in die zin zouden ze ook een sociale functie hebben. Ik weet niet of ze daarnaar moeten streven, want anders zit het restaurant straks helemaal vol en zijn er geen plekken voor nieuwe mensen meer. Maar het heeft zeker een sociale functie.

I: Ja. Oke. En eh ik zal eh kort even de functies noemen zoals ik ze dan heb opgesteld. Dat zijn vier overkoepelende functies. Eh educatieve functies, sociale functies, maatschappelijke functies en entertainmentfuncties. Nou dat laatste klinkt heel groot maar dat is nou ja dat ze op een recreatieve manier inspelen op de behoefte aan beleving. Bijvoorbeeld EYE doet ook mee aan Museumnacht dus dan eh, mensen kunnen naar de tentoonstelling maar ook allerlei entertainment-achtige dingen daaromheen. En nou sociaal dat is echt die sociale

ontmoetingsplek dat ze daar op inzetten, zodat ze stimuleren dat mensen elkaar treffen en met elkaar praten. Maatschappelijk is dat ze zich bezighouden met laagdrempeligheid, zoals u net zei toegankelijkheid. Maar ook het eh faciliteren of op gang eh zetten of eh maken, op gang eh.

R10: Brengen [respondent lacht] I: Brengen van debat.

R10: Ja oke.

I: Maar ook stedelijke ontwikkeling, dus zoals bijvoorbeeld wat hier met noord eh is gebeurd. R10: Ja, ja dat is goed gelukt.

I: En eh even kijken welke heb ik dan, dan heb ik ze allemaal gehad he? Ja. R10: Ja volgens mij vier of vijf heb je er gehad, ik heb ze niet geteld. I: Ja vier. Als ik dat zo eh zeg kunt u zich daarin vinden?

R10: Ja weet je de eh welke noemde je ook alweer de stedelijke functie, ja ik weet niet of dan eh.

162

I: Ja valt onder maatschappelijk dan.

R10: Ja het maatschappelijke en het debat dat hoeft voor mij nooit zo. Dan denk ik ja. I: Oke.

R10: Ja ik weet niet in hoeverre je een functie moet hebben in het opvoeden van mensen of het eh attenderen van een debat.

I: Oke.

R10: Ik eh nee ik vind het eh dat zou ik niet zo gauw doen. I: Oke.

R10: Ik vind het wel knap hoe eh Amsterdam Noord eh hoe dat deel is geworden van Amsterdam.

I: Ja. En verder, wat ik dan net zei van de functies zoals ik die heb opgesteld, ziet u daar nog toevoegingen aan verder of nog andere dingen waar u zich niet in kunt vinden?

R10: Ja er waren een paar die ik ook genoemd had he? I: Ja, toegankelijkheid, sociaal, educatief.

R10: Ja nou educatief zeker ja. En dat stedelijk zou ik niet zo doen, maar die andere wel, ja. I: Precies, oke. Eh en eh bent u van plan om nog eens terug te komen en ook om het aan te bevelen aan anderen?

R10: Jawel hoor, ja. I: Oke, nou dat was het. R10: Dat was het. I: Nou heel erg bedankt.

163

Bijlage 15 – Interview respondent 11 (R11)