• No results found

Functies van EYE volgens de organisatie zelf

HOOFDSTUK 2 – CASE STUDY: EYE FILMMUSEUM

2.2 Functies van EYE volgens de organisatie zelf

In hoofdstuk 1 heb ik op grond van literatuurstudie de volgende functies voor hedendaagse kunstmusea opgesteld: educatieve functies, entertainment-functies, sociale functies en maatschappelijke functies. Met vier EYE-medewerkers sprak ik over de functies van EYE.174 In de interviews vroeg ik hen, zonder hen kennis te geven van de uitkomsten van mijn literatuurstudie, wat zij als de functies van EYE zagen. Op deze manier kreeg ik antwoorden gebaseerd op hun praktijkervaring. De door de geïnterviewden genoemde functies kwamen grotendeels overeen met de in hoofdstuk 1 opgestelde functies. Nadat de EYE-medewerkers in hun eigen bewoordingen de functies van EYE hadden besproken, legde ik hen de vier categorieën van functies uit zoals ik die heb opgesteld, en vroeg ik hen in hoeverre ze zich hierin konden vinden met betrekking tot EYE. Alle geïnterviewden gaven aan dat ze deze functies stuk voor stuk bij EYE terugzagen. Volgens de organisatie zelf heeft EYE dus educatieve functies, entertainment-functies, sociale functies en maatschappelijke functies. De educatieve functie van EYE wordt door Bronkhuyzen treffend verwoord: EYE is volgens haar ‘pionier, schatbewaarder en gids van bewegend beeld en alles wat daarmee

samenhangt’.175 Educatieve functies zijn voor EYE erg belangrijk, wat ook blijkt uit het feit dat dit door drie van de vier geïnterviewden spontaan als functie genoemd werd.

Kennisontwikkeling van het publiek wordt gestimuleerd door onder andere ‘educatieve tours bij filmprogramma’s, tentoonstellingen en de digitale schatkamers’.176 EYE wil het publiek in aanraking brengen met film als kunstvorm, een functie die – zoals in hoofdstuk 1 aangegeven

169 Interview Sandra den Hamer. 16 nov. 2015. 170 EYE beleidsplan 2012-2016, 8.

171 Ibid., 9.

172 Interview Marjolijn Bronkhuyzen. 11 nov. 2015. 173 Interview Jaap Guldemond. 16 nov. 2015.

174 De geïnterviewde EYE-medewerkers waren Sandra den Hamer (directrice), Ido Abram (adjunct-directeur), Jaap Guldemond (director of exhibitions) en Marjolijn Bronkhuyzen (sectormanager Marketing, Communicatie & Events).

175 Interview Marjolijn Bronkhuyzen. 11 nov. 2015. 176 EYE beleidsplan 2013-2016, 16.

34

– door Elshout omschreven wordt als de emancipatorische functie van musea.177 Dit wordt gedaan door aandacht te besteden aan ‘grote filmmakers, thema’s of bepaalde genres en stromingen in de filmkunst’.178 Zo besteedde EYE aandacht aan de filmregisseur

Michelangelo Antonioni, met de tentoonstelling Michelangelo Antonioni – Il maestro del

cinema van eind 2015 tot begin 2016. En de huidige tentoonstelling Close-Up – A New Generation of Film and Video Artists in the Netherlands ook een voorbeeld van de

emancipatorische functie. Met deze tentoonstelling besteedt EYE aandacht aan een nieuwe generatie film- en videokunstenaars in Nederland, en laat het publiek kennismaken met deze nieuw kunstvormen. Hiermee geeft EYE een museale status aan de kunstvormen van deze kunstenaars. Kortom, EYE wil ‘inzicht geven in de rijkdom van film als (…) kunstvorm’, iets wat Abram zelfs als de belangrijkste rol van EYE ziet.179

EYE richt zich er daarnaast op om educatie aan te bieden in combinatie met vermaak, oftewel op edutainment. Zo biedt EYE diverse interactieve workshops speciaal ontwikkeld voor het primair en secondair onderwijs, zoals de Workshop 3D films. Leerlingen krijgen hier les in de werking van licht, diepte en zwaartekracht, om vervolgens zelf aan de slag te gaan met een 3D camera.180 Dit sluit aan op de constatering van Fiona McLean dat de educatieve functies van musea steeds meer entertainment-gericht zijn geworden.181

Een andere belangrijke functie die onder de educatieve functies van EYE valt, is de academische functie. Deze functie werd in hoofdstuk 1 omschreven als het faciliteren en stimuleren van wetenschappelijk onderzoek en kennisontwikkeling, dus zonder de term ‘academische functie’ te gebruiken. De term ‘academische functie’ die door de Bronkhuyzen en Den Hamer werd genoemd, is een treffende definiëring hiervan. Deze functie is zoals ook uit het beleidsplan blijkt erg belangrijk voor EYE, en komt tot uiting in activiteiten als het stimuleren en ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek, het organiseren van lezingen, workshops en conferenties op het gebied van digitale restauratie en conserveringstechnieken en de organisatie en invulling – in samenwerking met de UvA – van een master Preservation

& Presentation of the Moving Image.182

Het bieden van entertainment is daarnaast een aandachtspunt voor EYE. Het museum geeft onder andere uiting aan deze functie door mee te doen aan projecten als Museumnacht, en door programma’s aan te bieden als Seeing Sounds waarbij moderne bekende artiesten zich laten inspireren door en gebruik maken van de filmcollectie van EYE tijdens hun optreden in EYE.183 Met dit soort programma’s verschaft EYE vermaak aan het publiek. Het draait er volgens Abram om een goede balans aan te brengen tussen amusement en inhoud, iets wat EYE volgens hem goed doet: ‘ik ben trots op onze balans, daar ben ik oprecht trots op’.184 EYE biedt daarnaast entertainment door zich te richten op de gehele beleving: ‘We zetten dat

177 Afkomstig uit: Elshout, Dos. De moderne museumwereld in Nederland: Sociale dynamiek in beleid, erfgoed,

markt, wetenschap en media. Manuscript dissertatie. Amsterdam: UvA, 2015. 11.

178 Ibid.

179 Interview Ido Abram. 18 nov. 2015.

180 "Workshop - 3D-films." Eyefilm.nl. 19 nov. 2015. <https://www.eyefilm.nl/educatie/primair- onderwijs/workshops/workshop-3d-films>.

181 McLean 1994, 192.

182 EYE beleidsplan 2013-2016, 17. 183 Ibid.

35

in: je gaat naar Noord, je hebt de pont als beleving, je komt bij EYE en je kunt er een hele dag van maken inclusief appeltaart, tentoonstelling, EYEwalk, een rondtour in het Panorama en een borrel en dan ook nog even naar de film’.185 Een belangrijke subfunctie is voor EYE dus het verschaffen en stimuleren van een totale beleving aan de bezoekers, door te zorgen dat het publiek een hele dag kan doorbrengen in het gebouw van EYE. Hiermee deelt de organisatie van EYE het inzicht van Pine en Gilmore dat het in de huidige samenleving draait om belevenissen, waarbij het essentieel is dat producten en diensten een beleveniswaarde krijgen.186

EYE ziet overduidelijk het belang van sociale functies, zoals niet alleen blijkt uit de

interviews en het beleidsplan maar ook uit de architectuur van het gebouw. Het gebouw speelt voor EYE een sleutelrol in het creëren van een sociale ontmoetingsplek. Het hart van het gebouw is ‘de Arena’, waar zich het museumcafé en –restaurant bevindt. Dit gedeelte van het gebouw is gratis toegankelijk (samen met het Panorama, de permanente tentoonstelling), de bezoeker hoeft namelijk alleen een kaartje te kopen voor het bezoeken van de tentoonstelling, een film of een ander programmaonderdeel dat in een van de bioscoopzalen plaatsvindt. De Arena functioneert hierdoor als centrale ontmoetingsplek: ‘vanuit de Arena ga je naar de functies. Dan ga je naar de studio voor workshops of naar beneden naar het Panorama voor de permanente tentoonstelling, of je gaat naar de filmzalen. Dat gebeurt allemaal vanuit het hart van de organisatie, om elkaar ook daarna weer daar te treffen om na afloop wat je gedaan hebt met elkaar daarover te spreken’.187 Deze visie van de organisatie van EYE sluit aan op die van Kotler en Kotler, die al in 2000 betogen dat musea richting hun publiek een belangrijke rol vervullen als ontmoetingsplek.188 Ook met haar activiteiten wil EYE bezoekers stimuleren om elkaar te ontmoeten door activiteiten te organiseren als feesten en grootschalige openbare openingen van tentoonstellingen en filmprogramma’s.189

Den Hamer, Guldemond en Abram constateren dat EYE ook een rol kan spelen in de identiteitsversterking van bezoekers; dit kan op heel verschillende manieren, zoals uit de antwoorden blijkt. Het kan bijvoorbeeld, zoals Den Hamer stelt, door beelden te tonen uit de Nederlandse geschiedenis, waarmee getoond kan worden ‘waar je vandaan komt, hoe het was’.190 Hierdoor kan er bij bezoekers een identificatie plaatsvinden, wat van invloed kan zijn op de versterking van hun eigen identiteit. Dit is wat Van der Horst, De Groot en Lagendijk ook betogen in het rapport Meer dan waard: De maatschappelijke betekenis van musea: musea kunnen volgens hen mensen herinneren aan wie ze zijn en door middel van nieuwe ervaringen bijdragen aan verdere versterking van de identiteit.191 Abram stelt dat

identiteitsversterking vooral een rol speelt bij de bezoekers die naar EYE komen om te werken of voor werkafspraken. Bronkhuyzen ziet identiteitsversterking als functie vooral aanwezig bij bedrijven, waarbij firma’s het gebouw van EYE afhuren of evenementen in EYE hebben om een bepaalde identiteit uit te stralen en ‘iets tentoon te spreiden ten opzichte van

185 Interview Marjolijn Bronkhuyzen. 11 nov. 2015. 186 Pine en Gilmore 2012, 31.

187 Interview Marjolijn Bronkhuyzen. 11 nov. 2015. 188 Kotler en Kotler 2000, 281.

189 Ibid.

190 Interview Sandra den Hamer. 16 nov. 2015.

36

hun klanten’. Ook leden van de vriendenclub van EYE gebruiken volgens Bronkhuyzen hun lidmaatschap – waarmee ze EYE financieel ondersteunen – om zich te onderscheiden en op die manier de eigen identiteit te versterken.

Maatschappelijke functies spelen voor EYE een essentiële rol. Deze functie werd door twee van de vier geïnterviewden genoemd al voordat ik deze functie zelf aanstipte in het interview. Het stimuleren en faciliteren van debat is een belangrijk doel in de programmering, zoals Abram aangeeft: ‘je probeert een debat op gang te brengen, of bij te dragen aan een debat wat in de maatschappij heerst’.192 Dit is precies wat Nespoli en Odding ook betogen: musea moeten volgens hen een podium voor debat zijn.193 De contextualisering van de collectie en inbedding hiervan in de maatschappij is belangrijk voor EYE, zoals ook Bronkhuyzen aangeeft.194 Een voorbeeld van zo’n programma dat Abram geeft is het filmprogramma

Arabische vrouwen achter de camera (over vrouwelijke Arabische filmregisseurs), dat in juni

2015 plaatsvond: ‘Ik vind zo’n programma geslaagd als je een breed publiek weet te bereiken (…). Dat je mensen met elkaar kan laten kijken naar onderwerpen, culturen (…) waar ze anders minder mee in aanraking komen’.195 Iets wat hierop aansluit, en door Guldemond specifiek genoemd wordt als belangrijke maatschappelijke functie, is Bildung, waarmee hij doelt op het vergroten van het bewustzijn van mensen: ‘dat je laat zien dat er aan ieder aspect niet twee kanten maar wel twintig kanten zitten. Dus dat je (…) mensen zeg maar een

fijnsnariger instrumentarium geeft om het gewone echte leven ook vervolgens weer te lijf te gaan’.196 Een concreet voorbeeld hiervan is het kunstwerk ‘Full Contact’ van de kunstenaar David Verbeek, dat in de huidige tentoonstelling Close-Up – A New Generation of Film and

Video Artists in the Netherlands te zien is. Dit werk toont de belevingswereld van een

dronepiloot die per ongeluk een verkeerd doel, een school met kinderen bombardeert. Hiermee stelt Verbeek maatschappelijke vragen over de persoonlijke beleving van de dronepiloot en het gebruik van drones als oorlogswapen, en zet de toeschouwer aan vanuit meerdere oogpunten naar deze situatie te kijken.

Laagdrempeligheid is daarnaast een aandachtspunt voor EYE, iets waar Guldemond rekening mee probeert te houden in zijn tentoonstellingen: ‘Inhoudelijk moet het gewoon heel relevant (…) zijn, maar ik ben me er wel van bewust dat het ook een kant moet hebben die een soort makkelijker instapbaar niveau heeft’.197 Eveneens heeft EYE een waardevolle rol in de stedelijke ontwikkeling van stadsdeel Amsterdam-Noord, een gebied dat met de komst van EYE letterlijk op de kaart is gezet: hield een plattegrond van Amsterdam eerst op bij het Centraal Station, nu staat ook Amsterdam-Noord met EYE op de plattegrond.198 Dit is precies wat Heidenreich en Plaza definiëren als de maatschappelijke rol van musea: het bijdragen aan stedelijke ontwikkeling, in hoofdstuk 1 ook wel omschreven als het ‘Bilbao effect’.199 EYE heeft volgens Bronkhuyzen gezorgd voor een ‘boost om naar Amsterdam-Noord te komen’,

192 Interview Ido Abram. 18 nov. 2015. 193 Nespoli en Odding 2004, 32.

194 Interview Marjolijn Bronkhuyzen. 11 nov. 2015. 195 Interview Ido Abram. 18 nov. 2015.

196 Interview Jaap Guldemond. 16 nov. 2015. 197 Ibid.

198 Interview Sandra den Hamer. 16 nov. 2015. 199 Heidenreich en Plaza 2013, 1441.

37

een boost die niet alleen heeft plaatsgevonden bij mensen die EYE bezoeken, maar ook bij bedrijven en organisaties die zich sinds de komst van EYE in Amsterdam-Noord hebben gevestigd.200

Uit de gesprekken met de EYE-medewerkers over de functies van EYE kwamen een aantal functies naar voren die ik hierboven nog niet heb besproken. Bronkhuyzen noemde de internationale functie van EYE, en Den Hamer noemde de presentatiefunctie en

collectiefunctie. Dit zijn volgens de opvatting in deze scriptie geen functies van EYE, maar taken van EYE. Dit zijn namelijk kernwerkzaamheden die vastliggen in de opdracht die EYE heeft vanuit de overheid (waarvoor zij dus subsidie krijgen), en die daarmee het bestaansrecht van EYE uitmaken. Om deze reden heb ik deze functies niet in bovenstaande bespreking van de functies van EYE verwerkt, maar in paragraaf 2.1 bij de omschrijving van de taken van EYE.201 Ook noemt Bronkhuyzen als functie nog de publieksfunctie, waarmee zij de gerichtheid op het publiek in de activiteiten en service van het museum bedoelt. Dit is meer een werk- en denkwijze, die niet per se onder de vier categorieën van functies van EYE valt. Deze publieksgerichtheid overkoepelt juist deze functies, die alle vier gericht zijn op het publiek.

Deze redenen, samen met het gegeven dat de respondenten alle vier aangaven zich te kunnen vinden in de door mij opgestelde categorieën functies, vormen de verklaring voor het feit dat al deze genoemde functies niet in de bespreking van de functies van EYE volgens de organisatie zelf voorkomen, en dus ook niet in schema 2 zijn opgenomen. Daarom stelde ik aan het begin van deze paragraaf dat de functies die de geïnterviewden vanuit hun

praktijkervaring opstelden grotendeels overeenkomen met de in hoofdstuk 1 opgestelde functies.

Mijn conclusie is dat EYE volgens de organisatie zelf educatieve functies,

entertainmentfuncties, sociale functies en maatschappelijke functies heeft. In onderstaand schema zijn de functies van EYE, zoals deze door de organisatie zelf gezien worden, samengevat:

200 Interview Marjolijn Bronkhuyzen. 11 nov. 2015. Dit is wat Florida ook betoogt in zijn boek The rise of the

creative class uit 2002. In dit boek introduceert Florida de ‘creatieve klasse’, een nieuwe economische klasse die

een gunstig economisch klimaat creëert en daarmee stedelijke ontwikkeling stimuleert.

201 Hieruit blijkt dat de begrippen ‘taken’ en ‘functies’ in de praktijk vaak door elkaar lopen in het gebruik en de uitleg van deze termen. Dit zal ook in de volgende paragraaf duidelijk worden, waar de onderzoeksresultaten van het publieksonderzoek besproken en geanalyseerd worden. Ook onder het publiek waren een aantal

respondenten die deze termen door elkaar gebruikten, en bepaalde activiteiten van EYE als functies omschreef terwijl dit volgens de opvattingen van deze scriptie juist taken zijn.

38

Schema 2: Overzicht functies van EYE volgens de organisatie zelf