• No results found

6 Schriftelijke enquête onder bestuurders 6.1 Inleiding

5,5 Gemiddeld totaal 4,

7.1. Inleiding, kerngegevens

Rochdale is een interessante casus omdat het een turbulent verleden heeft waar het mogelijk ook van heeft geleerd. Dit verleden heeft te maken met oud-bestuurder Möllenkamp die tijdens de PEW veelvuldig aan de orde kwam. Hem werd behalve fraude onder meer ook ‘Zonnekoninggedrag’69 verweten. Alhoewel er al lang en breed een nieuwe wind waait en het huidige bestuur vooral bescheidenheid uitstraalt, wordt Rochdale nog steeds met enige regelmaat aan dit verleden herinnerd.

De kerngegevens die worden weergegeven, betreffen de gegevens zoals die bekend waren ten tijde van het casusonderzoek bij Rochdale, eind 2016. Rochdale, gevestigd in Amsterdam, bezat toen circa 41.000 verhuureenheden en had ongeveer 340 fte in dienst plus nog circa 60 fte in een BV voor onderhoud. Ongeveer driekwart van het woningbezit ligt in Amsterdam. Daarnaast heeft Rochdale woningen in de vier regiogemeenten: Zaanstad; Purmerend; Diemen; en Landsmeer. Het oordeel van huurders over de dienstverlening van Rochdale in de Aedes-benchmark scoort met een C, onder het gemiddelde van woningcorporaties (A is bovengemiddeld, B is gemiddeld). Op financieel gebied scoort Rochdale in de benchmark een A; beter dan gemiddeld met relatief lage bedrijfslasten van €712 per verhuureenheid per jaar.

Tabel 7.1 Kerngegevens Rochdale70

Aantal verhuureenheden (vhe) 41.054

Aantal fte (excl. BV onderhoud) 341

Benchmark oordeel nieuwe huurders C, 7,2 Benchmark bedrijfslasten per vhe A, € 712

Bestedingsruimte nieuwbouw € 417 mln.

Bestedingsruimte verbetering € 332 mln.

Bestedingsruimte huurkorting € 15 mln.

Visitatie 08-08-2016 (periode 2012-2015) Presteren naar opgaven en ambities Presteren volgens belanghebbenden Presteren naar vermogen

Governance 6,7 6,2 6,7 7,5

7.2. Geschiedenis Rochdale

Bij de geschiedenis van Rochdale wordt tevens ingegaan op de geschiedenis van Patrimonium, de grootste fusiepartner van Rochdale. Woningbouwvereniging Rochdale fuseert in 2004 met de stichting Patrimonium die dan drie keer zo veel woningen in bezit heeft als het veel kleinere Rochdale. Desondanks werd gekozen voor de naam Rochdale voor de nieuwe organisatie die verder ging als Woningstichting Rochdale. Möllenkamp was bestuurder van Patrimonium en werd dat na de fusie ook bij Woningstichting Rochdale, samen met bestuurder Koziolek van Rochdale. Patrimonium had sinds 1977 een samenwerkingsverband en personele unie met woningcorporatie Nieuw-Amsterdam. In 2006 fuseert deze noodlijdende saneringscorporatie met Rochdale, met uitsluitend bezit in Amsterdam Zuidoost, waaronder de Bijlmermeer.

69Parlementaire Enquête Woningcorporaties, deelrapport casussen, casus Rochdale. Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 33 606, nr. 6, p. 48.

70 De cijfers hebben betrekking op cijfers die bekend waren ten tijde van de casus omdat ze daarmee in verband

staan. Cijfers Corporaties in Perspectief (CiP) Aedes, verslagjaar 2015; Monitor Indicatieve Bestedingsruimte Woningcorporaties BZK 2016; Visitatierapport Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland 2016. De bestedingsruimte is becijferd op enkele financiële ratio’s en geeft een indicatie. De bedragen zijn niet optelbaar maar betreffen de investeringsruimte die op een van de drie exclusieve categorieën.

7 Rochdale

7.1. Inleiding, kerngegevens

Rochdale is een interessante casus omdat het een turbulent verleden heeft waar het mogelijk ook van heeft geleerd. Dit verleden heeft te maken met oud-bestuurder Möllenkamp die tijdens de PEW veelvuldig aan de orde kwam. Hem werd behalve fraude onder meer ook ‘Zonnekoninggedrag’69 verweten. Alhoewel er al lang en breed een nieuwe wind waait en het huidige bestuur vooral bescheidenheid uitstraalt, wordt Rochdale nog steeds met enige regelmaat aan dit verleden herinnerd.

De kerngegevens die worden weergegeven, betreffen de gegevens zoals die bekend waren ten tijde van het casusonderzoek bij Rochdale, eind 2016. Rochdale, gevestigd in Amsterdam, bezat toen circa 41.000 verhuureenheden en had ongeveer 340 fte in dienst plus nog circa 60 fte in een BV voor onderhoud. Ongeveer driekwart van het woningbezit ligt in Amsterdam. Daarnaast heeft Rochdale woningen in de vier regiogemeenten: Zaanstad; Purmerend; Diemen; en Landsmeer. Het oordeel van huurders over de dienstverlening van Rochdale in de Aedes-benchmark scoort met een C, onder het gemiddelde van woningcorporaties (A is bovengemiddeld, B is gemiddeld). Op financieel gebied scoort Rochdale in de benchmark een A; beter dan gemiddeld met relatief lage bedrijfslasten van €712 per verhuureenheid per jaar.

Tabel 7.1 Kerngegevens Rochdale70

Aantal verhuureenheden (vhe) 41.054

Aantal fte (excl. BV onderhoud) 341

Benchmark oordeel nieuwe huurders C, 7,2 Benchmark bedrijfslasten per vhe A, € 712

Bestedingsruimte nieuwbouw € 417 mln.

Bestedingsruimte verbetering € 332 mln.

Bestedingsruimte huurkorting € 15 mln.

Visitatie 08-08-2016 (periode 2012-2015) Presteren naar opgaven en ambities Presteren volgens belanghebbenden Presteren naar vermogen

Governance 6,7 6,2 6,7 7,5

7.2. Geschiedenis Rochdale

Bij de geschiedenis van Rochdale wordt tevens ingegaan op de geschiedenis van Patrimonium, de grootste fusiepartner van Rochdale. Woningbouwvereniging Rochdale fuseert in 2004 met de stichting Patrimonium die dan drie keer zo veel woningen in bezit heeft als het veel kleinere Rochdale. Desondanks werd gekozen voor de naam Rochdale voor de nieuwe organisatie die verder ging als Woningstichting Rochdale. Möllenkamp was bestuurder van Patrimonium en werd dat na de fusie ook bij Woningstichting Rochdale, samen met bestuurder Koziolek van Rochdale. Patrimonium had sinds 1977 een samenwerkingsverband en personele unie met woningcorporatie Nieuw-Amsterdam. In 2006 fuseert deze noodlijdende saneringscorporatie met Rochdale, met uitsluitend bezit in Amsterdam Zuidoost, waaronder de Bijlmermeer.

69Parlementaire Enquête Woningcorporaties, deelrapport casussen, casus Rochdale. Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 33 606, nr. 6, p. 48.

70 De cijfers hebben betrekking op cijfers die bekend waren ten tijde van de casus omdat ze daarmee in verband

staan. Cijfers Corporaties in Perspectief (CiP) Aedes, verslagjaar 2015; Monitor Indicatieve Bestedingsruimte Woningcorporaties BZK 2016; Visitatierapport Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland 2016. De bestedingsruimte is becijferd op enkele financiële ratio’s en geeft een indicatie. De bedragen zijn niet optelbaar maar betreffen de investeringsruimte die op een van de drie exclusieve categorieën.

Geschiedenis van de coöperatieve bouwvereniging Rochdale

De naam Rochdale komt van een klein plaatsje in Engeland waar in 1844 de eerste arbeiderscoöperatie werd opgericht. Dit was een coöperatieve vereniging van ‘wevers’. De Coöperatieve Bouwvereniging Rochdale wordt 12 mei 1903 in Amsterdam opgericht, kort na invoering van de Woningwet van 1901. Amsterdam groeit door de opkomende industrie snel in die tijd en er werden in hoog tempo huizen voor arbeiders gebouwd van vaak slechte kwaliteit. De slechte kwaliteit van de woningen en de volksgezondheid zijn een belangrijke aanleiding voor de totstandkoming van de Woningwet in 1901, die hierin verbetering moest brengen. Woningbouwverenigingen kwamen, indien zij uitsluitend werkzaam waren in het belang van de verbetering van de volkshuisvesting, in aanmerking voor overheidssteun met deze wet. Daarvoor ontvingen zij financiering en/of subsidie van het Rijk om woningen te bouwen.

Initiatiefnemers van de coöperatieve bouwvereniging Rochdale waren de Amsterdamse tramkoetsier Pieter Roeland en tramconducteur Hendrik Glimmerveen, die daarbij steun kregen van tramdirecteur J.H. Neiszen. Samen met veertig arbeiders, allen werklieden van de gemeente of van een spoorweg- of trammaatschappij en woonachtig in Amsterdam of aangrenzende gemeente, richtten zij Rochdale op. De leden waren aandeelhouder en deden wekelijkse stortingen om hun aandeel van fl. 25,- te verwerven. In 1906 werd Rochdale officieel toegelaten tot de Woningwet en in 1908 ontving Rochdale het eerste bouwvoorschot van fl. 60.000,- van de gemeente Amsterdam. In 1909 werd het eerste blok van 28 woningen gebouwd aan de Van Beuningenstraat. Bewoners-leden van Rochdale behoorden tot het hogere segment van de arbeidersklasse.

Tot aan de Tweede Wereldoorlog wordt het bezit gestaag uitgebreid en vooral na de Tweede Wereldoorlog worden er veel woningen bijgebouwd. Met name in de jaren vijftig in de Amsterdamse ‘tuinsteden’ (Bos en Lommer, Slotermeer, Geuzenveld en Overtoomseveld) en Amsterdam Noord en Buitenveldert. In de zeventiger jaren worden veel woningen gebouwd in de Bijlmermeer, die door de fusie met Nieuw Amsterdam in 2006 aan het bezit van Rochdale werden toegevoegd. Door de snelle groei van Rochdale na de Tweede Wereldoorlog is een aanpassing van de governancestructuur nodig om de organisatie bestuurbaar te houden. In 1954 wordt een ledenraad geïnstalleerd en in 1956 worden er een directeur en administrateur benoemd. In 1982 wordt de coöperatieve bouwvereniging Rochdale omgezet naar een gewone verenigingsvorm. Een van de correspondenten hierover: “Op een gegeven moment kwam iemand van de overheid op het idee dat de naam niet juist was, het kon niet de bedoeling zijn dat een corporatie winst beogend was. Toen is het coöperatieve deeltje uit de naam geschrapt en is Rochdale een ‘gewone’ bouwvereniging geworden.”71

Geschiedenis Patrimonium

Het Nederlandsch Werkliedenverbond Patrimonium krijgt begin 1900 grote concurrentie van het Christelijk Nationaal Vakverbond. Om daar een tegenwicht aan te bieden wordt besloten tot een bredere taakopvatting en extra activiteiten om meer mensen aan zich te binden. Daartoe behoort ook het stichten van woningbouwverenigingen. In verschillende gemeenten worden protestantse woningbouwverenigingen opgericht onder de naam Patrimonium. Op 21 februari 1911 wordt Woningstichting Patrimonium Amsterdam opgericht. Patrimonium Amsterdam fuseert in 1972 met het Zaanse Patrimonium en in 1978 met woningbouwvereniging Diemen. In 1983 wordt woningstichting Patrimonium Purmerend eigendom van Patrimonium Amsterdam en in 1990 wordt woningstichting Patrimonium Kennemerland opgenomen. Patrimonium groeit daarmee uit tot een van de grootste woningcorporaties in Nederland.

In 2004 fuseert Patrimonium met Rochdale. Dat is de eerste fusie met een corporatie die geen protestantse achtergrond heeft. Patrimonium is dan een grote en moderne woningcorporatie. Volgens

71Bronnen: Stadsarchief Amsterdam. Rochdale 75 jaar. Jubileumuitgave. Uitgave ter gelegenheid van het 75-

jarig bestaan van de Coöperatieve Bouwvereniging "Rochdale" u.a. te Amsterdam op 12 mei 1978 (Amsterdam 1978). 100 jaar Rochdale. Een eeuw wonen (Amsterdam 2003). Zie toegangsnummer 15030, inventarisnummer 11132. Rochdale 50 jaar. 12 mei 1903-12 mei 1953 (Amsterdam 1953). 60 jaar Rochdale. 12 mei 1903-12 mei 1963 (Amsterdam 1963).

een van de respondenten stond Rochdale voor een grote investeringsopgave, met name in de Westelijke Tuinsteden, waarvan men het gevoel had dit niet op zelfstandige basis te kunnen doen. Er was in die tijd binnen heel Amsterdam sprake van schaalvergroting in de corporatiesector. Er wordt gezocht naar een fusiepartner. Eerst wordt kort gesproken met Eigen Haard en AWV, woningcorporaties die volgens deze respondent qua cultuur beter pasten bij Rochdale. Maar dat loopt al snel op niets uit. Vervolgens wordt uitgebreid gesproken met Patrimonium en AWV. Nadat AWV afhaakt blijven de stichting Patrimonium en de vereniging Rochdale over. Omdat stichtingen en verenigingen niet kunnen fuseren wordt Rochdale dan eerst een stichting en fuseert vervolgens met Patrimonium.

Rochdale na de fusie met Patrimonium

De PEW beschrijft Rochdale als voorbeeld casus van een bestuurscultuur die exemplarisch is voor de problemen met woningcorporaties. Als belangrijkste voorbeelden bij Rochdale gaat de enquêtecommissie daarbij in op de gang van zaken bij Capelle Makelaars waar Rochdale in de periode 2001-2008 een belang in heeft (makelen is niet toegestaan voor woningcorporaties); de aankoop van het kantoorcomplex Frankemaheerd in 2008 (voor een veel hoger bedrag dan de eerdere taxatiewaarde); de fusiedrang van Rochdale (periode 2004-2008) en signalen over mogelijke misstanden (periode 2004-2008). Het gaat hier te ver om op al deze voorbeelden in te gaan. Het meest in het nieuws komen de verhalen rond bestuursvoorzitter Möllenkamp en zijn Maserati Quatroporte, een auto met blauw kenteken en leasekosten inclusief chauffeur van € 8.475 excl. BTW per maand. Möllenkamp krijgt er zijn bijnaam Maserati man door. De auto zet al snel scheve ogen bij het personeel en leidt tot een anonieme brief aan de RvC van Rochdale. Möllenkamp belooft de auto weg te doen maar blijft er toch in rondrijden, onder meer in Spanje bij zijn vakantieadres. Wanneer de RvC hier achter komt, vormt dat mede de directe aanleiding voor zijn schorsing in 2008 en zijn ontslag in 2009. Möllenkamp wordt uiteindelijk veroordeeld tot 3 jaar en drie maanden celstraf wegens onder meer het ontvangen van steekpenningen, witwassen en het plegen van meineed en tot het terugbetalen aan de Staat van 2,1 miljoen euro. Rochdale worstelt nog steeds met haar imago, aldus verschillende respondenten. Huurders herinneren hen er soms aan, bijvoorbeeld in de trend van “wij krijgen huurverhoging, of er is geen geld voor renovatie, terwijl jullie in dure auto’s rond rijden”.72

Na de schorsing van Möllenkamp eind oktober 2008 wordt een interim bestuurder benoemd. In opdracht van de RvC start Deloitte in november 2008 een forensisch onderzoek waarvan de eerste resultaten eind januari 2009 worden opgeleverd en door de RvC ook aan de minister verstrekt. Dit eerste rapport is de basis voor het ontslag van Möllenkamp. Niet lang daarna treedt, mede op aandringen van de voorzitter van Aedes, de voltallige RvC van Rochdale af en worden er door de minister twee externe toezichthouders aangesteld. In 2009-2010 wordt een nieuwe RvC geïnstalleerd die in 2010 een nieuwe Raad van Bestuur aanstelt.

De “oude” RvC geeft in 2009 opdracht voor een onderzoek naar het eigen functioneren in de periode 2004-2009 waarvan enkele maanden later een rapport verschijnt.73 In het rapport wordt geconcludeerd dat het interne toezicht op meerdere delen ontoereikend was geweest. Deelconclusies uit het rapport zijn: de RvC had een ongezond vertrouwen in de bestuursvoorzitter; de RvC heeft geen adequaat toetsingskader gehanteerd; door het omvangrijke mandaat van het bestuur lag het accent in te grote mate op toezicht achteraf op het handelen van het bestuur; de werkgeverstaak is door de RvC niet goed ingevuld; de RvC heeft toegestaan dat er een onvoldoende functionerend systeem van interne controle bestond en; de RvC is onvoldoende kritisch naar zichzelf geweest.

72 Rapport Parlementaire Enquête Woningcorporaties, Casus Rochdale TK 2014-2015, 33606, nr. 6 p. 48 e.v. 73 Ongezond Vertrouwen, een extern evaluatieonderzoek naar de kwaliteit van het interne toezicht bij Rochdale

2004/2009. Vlug, adviseurs voor economische organisatie en beleid, drs. P. Vlug, mr. J.C.A.M. Huntjens, 25 mei 2009.

Geschiedenis van de coöperatieve bouwvereniging Rochdale

De naam Rochdale komt van een klein plaatsje in Engeland waar in 1844 de eerste arbeiderscoöperatie werd opgericht. Dit was een coöperatieve vereniging van ‘wevers’. De Coöperatieve Bouwvereniging Rochdale wordt 12 mei 1903 in Amsterdam opgericht, kort na invoering van de Woningwet van 1901. Amsterdam groeit door de opkomende industrie snel in die tijd en er werden in hoog tempo huizen voor arbeiders gebouwd van vaak slechte kwaliteit. De slechte kwaliteit van de woningen en de volksgezondheid zijn een belangrijke aanleiding voor de totstandkoming van de Woningwet in 1901, die hierin verbetering moest brengen. Woningbouwverenigingen kwamen, indien zij uitsluitend werkzaam waren in het belang van de verbetering van de volkshuisvesting, in aanmerking voor overheidssteun met deze wet. Daarvoor ontvingen zij financiering en/of subsidie van het Rijk om woningen te bouwen.

Initiatiefnemers van de coöperatieve bouwvereniging Rochdale waren de Amsterdamse tramkoetsier Pieter Roeland en tramconducteur Hendrik Glimmerveen, die daarbij steun kregen van tramdirecteur J.H. Neiszen. Samen met veertig arbeiders, allen werklieden van de gemeente of van een spoorweg- of trammaatschappij en woonachtig in Amsterdam of aangrenzende gemeente, richtten zij Rochdale op. De leden waren aandeelhouder en deden wekelijkse stortingen om hun aandeel van fl. 25,- te verwerven. In 1906 werd Rochdale officieel toegelaten tot de Woningwet en in 1908 ontving Rochdale het eerste bouwvoorschot van fl. 60.000,- van de gemeente Amsterdam. In 1909 werd het eerste blok van 28 woningen gebouwd aan de Van Beuningenstraat. Bewoners-leden van Rochdale behoorden tot het hogere segment van de arbeidersklasse.

Tot aan de Tweede Wereldoorlog wordt het bezit gestaag uitgebreid en vooral na de Tweede Wereldoorlog worden er veel woningen bijgebouwd. Met name in de jaren vijftig in de Amsterdamse ‘tuinsteden’ (Bos en Lommer, Slotermeer, Geuzenveld en Overtoomseveld) en Amsterdam Noord en Buitenveldert. In de zeventiger jaren worden veel woningen gebouwd in de Bijlmermeer, die door de fusie met Nieuw Amsterdam in 2006 aan het bezit van Rochdale werden toegevoegd. Door de snelle groei van Rochdale na de Tweede Wereldoorlog is een aanpassing van de governancestructuur nodig om de organisatie bestuurbaar te houden. In 1954 wordt een ledenraad geïnstalleerd en in 1956 worden er een directeur en administrateur benoemd. In 1982 wordt de coöperatieve bouwvereniging Rochdale omgezet naar een gewone verenigingsvorm. Een van de correspondenten hierover: “Op een gegeven moment kwam iemand van de overheid op het idee dat de naam niet juist was, het kon niet de bedoeling zijn dat een corporatie winst beogend was. Toen is het coöperatieve deeltje uit de naam geschrapt en is Rochdale een ‘gewone’ bouwvereniging geworden.”71

Geschiedenis Patrimonium

Het Nederlandsch Werkliedenverbond Patrimonium krijgt begin 1900 grote concurrentie van het Christelijk Nationaal Vakverbond. Om daar een tegenwicht aan te bieden wordt besloten tot een bredere taakopvatting en extra activiteiten om meer mensen aan zich te binden. Daartoe behoort ook het stichten van woningbouwverenigingen. In verschillende gemeenten worden protestantse woningbouwverenigingen opgericht onder de naam Patrimonium. Op 21 februari 1911 wordt Woningstichting Patrimonium Amsterdam opgericht. Patrimonium Amsterdam fuseert in 1972 met het Zaanse Patrimonium en in 1978 met woningbouwvereniging Diemen. In 1983 wordt woningstichting Patrimonium Purmerend eigendom van Patrimonium Amsterdam en in 1990 wordt woningstichting Patrimonium Kennemerland opgenomen. Patrimonium groeit daarmee uit tot een van de grootste woningcorporaties in Nederland.

In 2004 fuseert Patrimonium met Rochdale. Dat is de eerste fusie met een corporatie die geen protestantse achtergrond heeft. Patrimonium is dan een grote en moderne woningcorporatie. Volgens

71Bronnen: Stadsarchief Amsterdam. Rochdale 75 jaar. Jubileumuitgave. Uitgave ter gelegenheid van het 75-

jarig bestaan van de Coöperatieve Bouwvereniging "Rochdale" u.a. te Amsterdam op 12 mei 1978 (Amsterdam 1978). 100 jaar Rochdale. Een eeuw wonen (Amsterdam 2003). Zie toegangsnummer 15030, inventarisnummer 11132. Rochdale 50 jaar. 12 mei 1903-12 mei 1953 (Amsterdam 1953). 60 jaar Rochdale. 12 mei 1903-12 mei 1963 (Amsterdam 1963).

een van de respondenten stond Rochdale voor een grote investeringsopgave, met name in de Westelijke Tuinsteden, waarvan men het gevoel had dit niet op zelfstandige basis te kunnen doen. Er was in die tijd binnen heel Amsterdam sprake van schaalvergroting in de corporatiesector. Er wordt gezocht naar een fusiepartner. Eerst wordt kort gesproken met Eigen Haard en AWV, woningcorporaties die volgens deze respondent qua cultuur beter pasten bij Rochdale. Maar dat loopt al snel op niets uit. Vervolgens wordt uitgebreid gesproken met Patrimonium en AWV. Nadat AWV afhaakt blijven de stichting Patrimonium en de vereniging Rochdale over. Omdat stichtingen en verenigingen niet kunnen fuseren wordt Rochdale dan eerst een stichting en fuseert vervolgens met Patrimonium.

Rochdale na de fusie met Patrimonium

De PEW beschrijft Rochdale als voorbeeld casus van een bestuurscultuur die exemplarisch is voor de problemen met woningcorporaties. Als belangrijkste voorbeelden bij Rochdale gaat de enquêtecommissie daarbij in op de gang van zaken bij Capelle Makelaars waar Rochdale in de periode 2001-2008 een belang in heeft (makelen is niet toegestaan voor woningcorporaties); de aankoop van het kantoorcomplex Frankemaheerd in 2008 (voor een veel hoger bedrag dan de eerdere taxatiewaarde); de fusiedrang van Rochdale (periode 2004-2008) en signalen over mogelijke misstanden (periode 2004-2008). Het gaat hier te ver om op al deze voorbeelden in te gaan. Het meest in het nieuws komen de verhalen rond bestuursvoorzitter Möllenkamp en zijn Maserati Quatroporte, een auto met blauw kenteken en leasekosten inclusief chauffeur van € 8.475 excl. BTW per maand. Möllenkamp krijgt er zijn bijnaam Maserati man door. De auto zet al snel scheve ogen bij het personeel en leidt tot een anonieme brief aan de RvC van Rochdale. Möllenkamp belooft de auto weg te doen maar blijft er toch in rondrijden, onder meer in Spanje bij zijn vakantieadres. Wanneer de RvC hier achter komt, vormt dat mede de directe aanleiding voor zijn schorsing in 2008 en zijn ontslag in 2009. Möllenkamp wordt uiteindelijk veroordeeld tot 3 jaar en drie maanden celstraf wegens onder meer het ontvangen van steekpenningen, witwassen en het plegen van meineed en tot het terugbetalen aan de Staat van 2,1 miljoen euro. Rochdale worstelt nog steeds met haar imago, aldus verschillende respondenten. Huurders herinneren hen er soms aan, bijvoorbeeld in de trend van “wij krijgen huurverhoging, of er is geen geld voor renovatie, terwijl jullie in dure auto’s rond rijden”.72

Na de schorsing van Möllenkamp eind oktober 2008 wordt een interim bestuurder benoemd. In opdracht van de RvC start Deloitte in november 2008 een forensisch onderzoek waarvan de eerste resultaten eind januari 2009 worden opgeleverd en door de RvC ook aan de minister verstrekt. Dit eerste rapport is de basis voor het ontslag van Möllenkamp. Niet lang daarna treedt, mede op