• No results found

Eerder onderzoek naar de theologie van dr J. Koopmans

In document VU Research Portal (pagina 33-37)

Aan het werk van Koopmans is tot op heden een beperkt aantal publicaties gewijd die geen van alle een omvattende systematische beschrijving van zijn theologie beogen.

Koopmans’ collega en naaste medewerker K.H. Kroon – hij was gedu-rende enige tijd hulpprediker in Koopmans’ Amsterdamse wijk toen deze in beslag genomen werd door werkzaamheden voor christen-Joden – liet de arti-kelen van Koopmans die hij bijeengebracht had in de bundel Onder het Woord voorafgaan door een inleiding.41 In dit stuk geeft hij met name biografische gegevens, maar er worden ook enkele theologische lijnen getrokken. Die cir-kelen rond de titel van de bundel:

“Onder het Woord” heeft Koopmans immers geleefd, gezocht en gedacht. “Onder het Woord” heeft hij van het begin tot het einde geschreven, ge-sproken en gehandeld. “Onder het Woord” werd hij, juist in een stadium van grotere rijpheid gekomen, neergeveld.42

Met de titel die hij aan de bundel meegaf, maakte Kroon duidelijk waar hij Koopmans zag staan: ‘Onder het Woord’. Daarmee gaf hij niet alleen aan dat Koopmans vóór alles Schrifttheoloog was, maar ook dat hij, zelf onder beslag van dat Woord, geleefd en gesproken heeft.

K.H. Miskotte schreef een inleiding op de Laatste Postille43 die hij samen-stelde uit nagelaten preekschetsen en wijdde in In de Waagschaal tot twee keer toe artikelen aan Koopmans.44 In deze stukken is het Miskotte vooral er om te

41 K.H. Kroon, ‘Inleiding’ in: Koopmans, Onder het Woord, VII-XVI.

42 K.H. Kroon, ‘Inleiding’, VII.

43 K.H. Miskotte, ‘Ter inleiding’ in J. Koopmans, Laatste Postille, Nijkerk 1947, 5-10.

44 Het eerste artikel is gepubliceerd in nr. 37 van de jaargang 1948-1949 naar aanleiding van de in Onder het Woord gebundelde artikelen van Koopmans: ‘Waar het op aan komt’ in K.H. Miskotte, In de Waagschaal. Een keur uit de artikelen van Dr. K.H.

Miskotte uit de eerste vijf jaargangen van In de Waagschaal (Verzameld werk deel 1),

Kam-pen 1982, 286-291. Het tweede stuk is getiteld ‘Dr Jan Koopmans. Overleden 24 maart 1945’ en is verschenen in nr. 29 van de jaargang 1954-1955 ter gelegenheid van de tiende sterfdag van Koopmans. Dit stuk – dat een verkortende bewerking is van de inleiding die Miskotte voor de Laatste Postille schreef – is opgenomen in K.H. Miskotte,

doen de herinnering aan zijn jongere collega levend te houden en zijn werk onder de aandacht te brengen. Om het belang van Koopmans’ werk te onder-strepen, duidt hij het eigene ervan aan:

En – wonderlijk – wanneer men dan zeggen zal, waarin het eigenlijk-nieuwe gelegen is, dan is het alsof het bijzondere zich verscholen houdt in onschijn-bare accenten, in weinig opmerkelijke wendingen en in een totaal-opzet, die zich nauwelijks onderscheidt van een degelijke doorsnee-preek van goed-ge-reformeerden huize. Men voelt wel dadelijk de innige verbintenis met het bijbelsch taaleigen, men bespeurt iets van een synthese der didactische en der pastorale elementen, men verwondert zich soms over het vermogen, vanuit de taalkunde te komen tot een scheiding der geesten (b.v. als het verschil van ām en goj, van laos en ethnos wordt toegepast in het verweer tegen het anti-semitisme), en, bij oogenblikken, zal welhaast ieder onder de bekoring komen van een hymnische stem, die niets van zijn ingetogenheid behoefde af te leg-gen, om tot deze lofverheffing te komen (…) overal wordt als met nieuwe tongen getuigd van de vergeving der zonden, dat zij de ontsluiting van het leven, van het hééle leven is; overal wordt ons een nieuw besef als het ware opgedrongen, dat in de herhaling van het geopenbaarde woord (…) meer hulp voor het dagelijksche leven vrijkomt dan in het spontane en geniale woord.45

Het bijzondere van Koopmans ligt volgens Miskotte dus verscholen. En dat betekent dat zijn teksten aandachtig en zorgvuldig gelezen dienen te worden om de eigen accenten die Miskotte wel degelijk waarneemt (‘hulp voor het dagelijkse leven’ die ‘vrijkomt’ in de ‘herhaling van het geopenbaarde woord’) niet te missen. Verder wijst hij op de lichte verschuivingen die bij Koopmans onder invloed van de dialectische theologie zijn opgetreden in de gangbare orthodoxie – zonder verder aan te duiden wat hij daarmee bedoelt.46 In het artikel van 1949 herhaalt hij dat punt:

Wie Koopmans’ opstellen leest, zal zich verbazen hoe weinig actuele pole-miek daarin voorkomt, hoe nauwelijks merkbaar de dialectische theologie hier en daar de dingen ietwat anders heeft doen stellen. Het revolutionaire is er verstild en verstelligd tot een revisionisme bij gemeenzaam overleg van een concilie, dat nog niet gedaagd is, maar in de geest reeds begonnen is; diens

In de Waagschaal. Gekozen en ingeleid door W. Barnard en dr J.J. Buskes, Amsterdam 1960,

250-254.

45 Miskotte, ‘Ter inleiding’, 7v, vgl. Miskotte, ‘Waar het op aan komt’, 287.

taak zou het zijn, de traditie, de katholiek-gereformeerde traditie, met milde handen, ruime blik en beslist hart te reformeren.47

Helaas blijft onduidelijk op welke punten Miskotte deze reformatie van de ka-tholiek-gereformeerde traditie vorm ziet krijgen. En hoe hij dat concilie voor zich zag wordt niet duidelijk. Bedoelt hij daarmee te zeggen dat Koopmans’ teksten voor de gehele oecumene van belang zijn? Dat Miskotte het werk van zijn jongere vriend en collega bewonderd heeft, is in ieder geval evident.

A. van Haarlem schreef in het Biografisch Lexicon het artikel over Koop-mans.48 De aard van dit lexicon brengt mee dat met name biografische gegevens worden vermeld, maar een korte typering van Koopmans’ theologie ontbreekt ook hier toch niet. Van Haarlem sluit zijn artikel namelijk af met de volgende typering:

Het ging K. niet om een repristinatie van de theologie van de kerkvaders en de reformatoren, maar om een gehoorzaam luisteren in verbondenheid met de vaderen naar het woord van God, die in het heden door middel van de Schrift spreekt. De theol. arbeid stond bij hem in dienst van de verkondiging van de kerk in de wereld van zijn tijd. Bij hem werd zichtbaar dat het rechte theologiseren leidt tot de rechte daden en beslissingen.49

Van Haarlem wijst daarmee in feite hetzelfde punt aan dat ook Miskotte had aangewezen: Koopmans is gespitst op hulp voor het dagelijks leven als christen in de wereld. Voor Koopmans is theologie: dienst aan de verkondiging van de kerk in de wereld van zijn tijd. Recht theologiseren wil leiden tot rechte daden en beslissingen.

De meest omvattende publicatie over Koopmans tot nu toe is van de hand van G.W. Marchal. Jan Koopmans. Dienaar tot de oogst50 is de titel van deze

‘luis-tervrucht’, zoals Marchal zelf zijn boek heeft getypeerd. Het boek wil een teken van dankbaarheid zijn voor wat Marchal van Koopmans geleerd heeft. Het is dan ook niet opgezet als een systematische studie die de samenhang in Koop-mans’ theologie onderzoekt, maar vooral als een eerbetoon. De waarde van dit boek is dat Marchal hierin een grote hoeveelheid biografisch en theologisch

47 Miskotte, ‘Waar het op aan komt’, 288.

48 A. van Haarlem, ‘Koopmans, Jan’ in D. Nauta e.a. (red.), Biografisch lexicon voor

de geschiedenis van het Nederlandse Protestantisme. Deel 1, Kampen 1978, 100-103.

49 Van Haarlem, ‘Koopmans, Jan’, 103.

materiaal bijeen heeft gebracht. Het boek beoogt vooral door te geven van wat Koopmans geschreven heeft en bevat daarom veel citaten. Verschillende paral-lellen met anderen (Augustinus, Luther, Calvijn, Gunning, Noordmans en Barth) worden aangewezen. De ondertitel die Marchal aan zijn boek heeft meegegeven, maakt duidelijk wat hij kenmerkend acht voor Koopmans: hij was een dienaar die leefde uit de verwachting van Christus’ komst. Vlak na het verschijnen van dit grote boek over Koopmans verscheen van de hand van Marchal ook nog een kleinere studie over Koopmans en de Joden51. In deze brochure brengt Marchal materiaal bijeen waaruit helder wordt hoe Koopmans sprak over en zich inzette voor het Joodse volk.

In 2008 verscheen een bundel opstellen over Koopmans.52 Deze bundel bevat de lezingen die gehouden zijn op een studiedag van drie theologische universiteiten (Kampen I (destijds een vestiging van de Protestantse theolo-gische universiteit), Kampen II (de predikantsopleiding van de Gereformeerde kerken vrijgemaakt) en Apeldoorn (de predikantsopleiding van de Christelijke Gereformeerde kerken)) op 27 januari 2007. In deze bundel worden verschil-lende aspecten van Koopmans’ werk belicht. De opzet van het boek maakt dat de vraag naar de samenhang van Koopmans’ theologiseren niet expliciet gesteld wordt en dus slechts hier en daar in het voorbijgaan wordt aangestipt. De af-zonderlijke artikelen bieden echter wel veel materiaal rond verschillende as-pecten van Koopmans’ werk: zo wordt zijn verhouding tot Noordmans en tot Miskotte in beeld gebracht en worden zijn grotere publicaties besproken. Te-vens wordt ingegaan op de sterTe-venskunst die in Koopmans’ oeuvre zichtbaar wordt, zijn visie op de liturgie en zijn gedachten rond Israël.

In 2017 verdedigde P. Kromdijk zijn dissertatie over de Doorbraak.53 In dat boek is een kort hoofdstuk gewijd aan Koopmans, die door Kromdijk tot de ‘doorbrekers’ gerekend wordt. De insteek van zijn boek maakt dat de be-langstelling uitgaat naar Koopmans’ visie op de plaats van de kerk in de samen-leving. Hij tekent Koopmans als leerling van Barth en Noordmans en wijst erop dat hij pleitte voor hervorming van de samenleving waarbij het Konink-rijk van God oriëntatiepunt moest zijn.

51 G.W. Marchal, Koopmans en de Joden (Verkenning en bezinning, 20e jaargang, nr. 1, Maart 1986), Leusden 1986.

52 G.C. den Hertog & G.W. Neven (red.), Jan Koopmans (1905-1945). Theoloog

bij de tijd, Kampen 2008.

53 P. Kromdijk, Eenheid in verscheidenheid. Doorbraak in de Nederlandse Hervormde

Kortom: een uitputtende studie naar Koopmans’ theologie is nog niet uit-gevoerd. In de stukken die over hem geschreven zijn wordt gewezen op de concentratie op de Schrift (Kroon en Miskotte), op de gerichtheid op het rechte handelen (Van Haarlem en Miskotte), op de subtiele wijzigingen die Koopmans aanbrengt ten opzichte van de klassiek-gereformeerde theologie (Miskotte), op de verwachting die zijn theologie doortrekt (Marchal en Krom-dijk) en op de aandacht voor de relevantie van het christelijk geloof voor de samenleving (Kromdijk). Deze accenten tezamen geven extra grond aan de verwachting dat een onderzoek van Koopmans’ theologie onder het gezichts-punt van het spreken van de kerk zicht zal geven op een belangrijke kern van zijn werk.

In document VU Research Portal (pagina 33-37)