• No results found

KOOPHANDEL WETBOEK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "KOOPHANDEL WETBOEK"

Copied!
464
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WETBOEK

VAN

KOOPHANDEL

KITAB PERNIAGAAN.

(2)

0038 3834

(3)

É

(4)
(5)

WETBOEK

VAN

K O O P H A N D E L

JCtîab £Perr?iaga'at7

Tersalin oleh

F. W I G G E R S .

Tertjitak pada

„ T A M A N S A R I . "

B A T A V I A .

1911.

(6)

WETBOEK VAN KOOP- HANDEL VOOR NE-

DERLANDSCH INDIE.

Algemeene bepaling.

EERSTE BOEK.

Van den Koophandel in het algemeen.

TITEL 1.

Van Kooplieden en da- den van koophandel.

TITEL II.

Van koopmansboeken.

TITEL III.

Van Vennootschop van koophandel,

KITAB HOEKOEM PER- NIAGAAN BAGI NE-

GRI HINDIA NE-

DERLAND. Katja.

Prentah jang Sedjati. ! KITABJANG PERTAMA.

Pada menjataken hal perniagaan dengan sedja- tinja.

TITEL JANG PERTAMA.

Pada menjataken hal soedagar soedagar dan

perboeatan soedagar. 2 TITELJANGKEDOEA .

Pada menjataken hal

boekoe dagang. 6 TITEL JANG KETIGA.

Pada menjataken hal perseroewan dagang.

(7)

Katja.

Algemeene bepalingen.

Van de vennootschap onder eene firma en van die bij wijze van geld- schieting of en comman- dite genaamd.

Van de naamlooze ven- nootschappen van koop- handel.

Van handelingen voor gemeene rekening.

TITEL IV.

Van Beurzen van koop handel makelaars en Kassiers.

Van Beurzen van koop- handel.

Van makelaars.

Van kassiers.

TITEL V.

Van Commissionairs.

Van expediteurs.

Van voerlieden, schip- pers, rivieren en binnen wateren bevarende.

Prentah2 jang sedjati. 12 Pada menjataken hal

berdagang dengan perse- roean (firma atau kongsi) dan hal berdagang de-

ngan companjon. 13 Pada menjataken hal

perseroan2 dagang jang tiada memakei nama

orang (maatschappij.) 25 Pada menjataken hal

perboewatan orang jang berdagang bersama sama. 38 TITELJANG KEAMPAT.

Pada menjataken hal beurs (pasar atau pakan) tempat koempoelan soe-

dagar dan makelaar dan kassier.

Pada menjataken beurs

koempoelan soedagar. 3g Pada menjataken hal

orang makelaar. 41 Pada menjataken hal

kassier. 47 TITEL JANG KE LIMA.

Hal commissionair, ^48 Hal orang jang djadi

expediteur. 54 Hal koesir,, djoeragan

praoe jan? djalan di kali

kali atau tasik, 57

(8)

TITEL VI 1. Van denaard en den vorm van Wisselbrieven.

2. Van di verbindtenis tusschen den trekker en den nemer van een wis- selbrief.

3. Van het accepteren van wisselbrieven en van den borgtogt a v a l ge- naamd.

4. Van het endosseren van wisselbrieven.

5. Van di verbindtenis tusschen den trekker en den acceptant tusschen den houder en den accep- tant en den houder en de endossanten.

6. Van den verraltijd en de betaling van wis- selbrieven.

7. Van de regten en verrichtingen van den hou- der bij non acceptatie af non betaling van den wis- selbrief,

8. Van het teniet gaan van wisselschuld,

TITEL JANG KEANAM dari pada hal keadaan

dan matjamnja wissel 64 Perdjandjian antara orang jang memberi dan orang jang mengambil

soerat wissel 66 Hal trima aken memba-

jar harga wissel dan hal soerat aval (tanggoengan] 71

Hal memindahken soe-

rat wissel pada orang laen. 84 Perdjandjian antara jang

memberi wissel dengan jang maoe membajar an- tara jang maoe bajar dan jang pegang antara jang memegang dan jang di

pasrakken wissel 88 Hal temponja memba-

jar dan bajaiannja wissel 92 Hak dan kewadjiban orang jang pegang djika- tida maoe di trima aken dibajar atau djika tida di

bajar 105 Hal hapoesnja oetang

wissel. 123

(9)

Katja.

TITEL VII. TITEL KE KETOEDJOE.

1. Van Orderbrief jes of promessen aan order.

2. Van assignation.

3. Van kassier papier en ander papier aan toonder.

TITEL VIII.

Hal soerat orderbrief (acceptatie) atau promesje 127 hal soerat assignatie hal soerat soerat kassier dan kertas kertas laen jang

misti di bajar pada jang

toendjoeken. 135 TITEL KE DELAPAN.

Van reclame of terug Hal minta kembali ba-

vordering in zahe van rang dagangan. 143 koophandel.

TITEL IX.

Van Assurantie of ver- zekering in het algemeen.

TITEL X.

1. Van verzekering te- gen gevat en van brand.

2. Van verzekering te- gen gevaren waaraan voortbrengelen van den landbouw te velde onder- heving zijn.

3. Van levensverzeke- ring.

TWEEDE BOEK

TITEL KESEMBILAN.

Hal assurantie dengan sedjatinja.

TITEL KE X.

assurantie bahaja Hal

api.

Hal assurantie bahaja jang bole kena pada ha- sil pertaneman jang masih di atas tanah.

Hal assurantie djiwa.

153

177

185 186

KITAB JANG KEDOEWA

TITEL I TITEL PERTAMA

Van Zeeschepen Hal kapal

(10)

TITEL II TITEL KEDOEWA Van eigenaars, mederee- Hal si ampoenja kapal ders en van boekhouders si toeroet mempoenjai dan van schepen. boekhouder kapal.

TITEL 111 Van den schipper

TITEL IV

TITEL KE TIGA Halnja kapitein kapal.

TITEL KE AMPAT 188 199

208

Van het huren van Hal sewahnja opsier2

scheeps officieren en kapal orang kapal dan hak scheeps gezellen en der- dan kewadjibannja orang2

zelver regten en pligten. itoe.

TITEL V

1. Van den vorm en het voorwerp der Con- tracten voor bevrachting van schepen.

2. Van den regten en pligten van vervrachten en bevrachten.

3. Van de ontbinding der contracten van be- vrachting.

4. Van Cognossementen 5. Van Passagiers op Zeereizen.

TITEL VI.

236 TITEL KELIMA

Hal matjemnja dan ba- rang toedjoean kontrakt2

memoewatin dan menje- Wah kapal

Hal kawadjiban orang jang membawa moewa- tan dau jang kasi moewa tan

Hal petjahnja kontrakt memoewatken barang.

Hal cognossement.

Hal orang orang passa- gier.

TITEL KE ANAM.

267

273 291 299 305

Van schade door over- Dari pada keroegian zeilen aanzeilen aanvaren sebab ketoebroek dan

en aandrijven veroorzaakt, keanjoetan. alO

(11)

TITEL VII.

Van schipbreuk, stran- ding en zeevonden.

TITEL VIII.

Van Bodemerij.

TITEL IX.

1. Van den vorm en den inhoud der verzeke- ring.

2. Van de begrooting der verzekerde voorwer- pen.

3. Van het begin en het einde van het gevaar.

4. Van de regten en pligten van den verze- keraar en den verzekerde.

5. Van abandonnement 6. Van de pligten en regten der makelaars in zee assuransie.

TITEL X.

TITEL KE TOEDJOE.

Hal karem, terdampar dan pendapetan laoet.

TITEL KE DELAPAN.

Hal Bodemerij (gade).

TITEL KE SEMBILAN.

1. Roepanja dan isinja kontrakt pertanggoengan.

2. Prihal menaksir ba- rang barang jang di ma- soeken assuransie.

3. Prihal moelanjadan pengabisannja bahaja-

4. Dari pada hak dan kewa djibnnja si penanggoeng dan si tertanggoeng.

5. Dari hal mening- galken (kapal).

6. Halhakdankewadji- bannja makelaar makelaar dalem assuransie laoet.

TITEL KE SEPOELOE- 316

330

344

316 364

369 391

402

Van verzekering tegen Assuransie bahaja pe- de gevaren van vervoer ngangkoetan di darat dan te land op rivieren. di soengei2 dan djalan

djalan di aer dalem negn. 407

TITEL XI. TITEL KE 11.

1. Van de averijen in Hal avarij dengan oe-

het algemeen. moera. 411

(12)

TITEL XII. TITEL KE DOEA BLAS.

Van het te niet gaan Dari pada hal matinja der verbindtenissen in den djandji djandjian di da- zeehandel. lem perniagaan di laoet.

TITEL XIII. TITEL KE TIGA BELAS.

Van Schepen en vaar- tuigen niet opeuropeesche weze getuigd en van schepen en vaartuigen welke de rivieren en bin- nenwateren bevaren.

Dari hal kapal kapal dan benda pelajaran jang tida pake tali tali lajar tjara Europa dan kapal kapal dan benda pelajaran jang belajar di kali kali.

Verkortingen.

Potongan Perkataan.

A. B. Aigemeene bepalingen van wetgeving.

B. S. Reglement Burgerlijken stand.

B. W. Burgerlijk Wetboek.

Bijbl of Bb. Bijblad .of het staatsblad.

Civ. Code civil-

Co. Code de [Commerce.

Kh. Wetboet van Koophandel.

N. Kh. Nederlandsch Wetboek van Koophandel.

Stb. Staatsblad.

(13)

VOOR BAGI

NEDERLANDSCH-INDIE. (') (Afgekondigdbij Publicatievan

den 30sten April 1847, Stb. no. 23).

ALQEMEENE BEPALING.

ArtiKe!

NEGRI HINDIA NEDER- LAND. (*) (Jang telah di njataken de-

ngan soerat oendang oen- dang Goebermen daripa-

da 30hariboelan -ipril tahon 1847 (Staats-

blad No. 23).

PRENTAH PRENTAHJANG SEDjATI.

Fatsal 1.

Het Burgerlijk Wetboek is, voor zoo verre daarvan bij dit Wetboek niet bijzon- derlijk is afgeweken, ook op zaken van koophandel toe- passelijk. (A.B. 15; B.w. 614 v., 1161, 1250, 1319, 1617, 1774, 1878 1898; Kh. 15, 97, v., 85, (') Met uitzondering van de woorden en verdere schepe- lingen eene maandgagie voor- komende in het slot van den eersten volzin van art. 398, is dit Wetboek geheel toe- passelijk op vreemde Ooster- lingen. (Stb. 55 79art. l § l l c , art. 5,6,8, '0; 65-60.)

Bahoewa oendang oendang negri, jang di namai, „Bur- gerlijk Wetboek" jaitoe ter- pakei djoega aken perkara perkara perniaga'an, sekedar jang tiada di simpangi oleh kitab hoekoem ini.

(*) Adapon kitab hoekoem ini, pada sekaliannja, terpakei bagi segala orang Asing, seperti bangsa Tjina dan Arab dan lain-lain sessmanja i toe.

(14)

138, 156, 203, 244, 296, 452, 747.)

Behalve de bewijsmiddelen, bij dit en bij het Burgerlijk Wetboek aangewezen, zal, in zaken van koophandel, het bewijs door getuigen, in alle gevallen, en zonder aanzien van den aard of het bedrag des onderwerps, worden toe- gelaten, ten ware bij dit Wet- boek, een bepaald middel van bewijs bij uitsluiting is voor- geschreven. (B.w. 615, 1866 v., 1878, 1898; Kh. 11, 22, 38, 255. 257 v.. Rv. 224, v., 310.

581 le en 3*; T. XX — 85 v.;

N. Kh. 1.

EERSTE BOEK.

VAN DEN KOOPHANDEL IN HET ALGEMEEN.

EERSTE TITEL.

VAN KOOPLIEDEN EN VAN DADEN VAN KOOP-

HANDEL.

Artikel 2.

Kooplieden zijn diegenen welke daden van koophandel

Maka segala daja oepaja, bakal menerangken barang soewatoe hak, atau barang soewatoe parkara, ja itoe di oendjoekken pada kitab per- niagaan ini dan pada oendang oendang negri [Burgerlijk Wetboek].

Laen dari pada itoe, maka didalem segala perkara per- niaga'an, maskipoen bebrapa besar atau ketjil djoemblah- nja, di bri idzin kepada soe- dagar-soedagar aken memba- wa saksi aken menerangken itoe, laen djikaloe soedali di pastiken pada kitab hoekoem jang ini, daja oepaja jang mana wadjib di terbitken.

KITAB JANÜ PERTAMA.

Pada menjatakcn hal pernia- gaan dengan sedjatinja.

TITEL JANG PERTAMA.

Pada menjataken hal soe- dagar-soedagar dan per-

boeatan soedagar.

Fatsal 2 Maka jang di kataken soe- dagar, ja itoe segala orang

(15)

uitoefenen en daarvan hun gewoon beroep maken. (B.w.

113, 430, 1330 v., 1882; Kh.

3 4, 6 v., 11, Rv. 581 le en 3e; N. Kh. 2; Co. 1.)

Artikel 3.

Door daden van koophan- del verstaat de wet, in het algemeen, het koopen van waren, om dezelve weder te verkoopen, in het groot of in het klein, hetzij ruw, hetzij bewerkt, of om alleen het gebruik daarvan te verhuren (B.w. 511 4", 1457 v., 1548.

Kh. 2, 4; N. Kh. 3; Co. 632.)

Artikel 4.

Onder daden van koophan- del begiijpt de wet insge- lijks :

1". den commissiehandel ; (Kh. 76 v.1

2". alles wat tot den wissel- handel betrekking heeft, zon- der onderscheid welke perso- nen zulks ook moge aangaan, en hetgeen orderbriefjes be- treft, alleenlijk ten opzigte

jang melakoekenpekerdja'an dagang dan jang mentjahari kahidoepan dari pada daga- ngan.

Fatsal 3.

Adapon melakoeken pe- kerdjaan dagang, pada am- bilan oendang oeiidangjaitoe membeli barang, dengan nia- tan aken mendjoewal itoe koembali, baik dengan banjak sama sekali, baik dengan sedikit sedikit, baik barang kasar, baik barang jang soe- dah di kerdjai, atau dengan niatan aken kasi sewali saha- dja, barang itoe.

Fatsal 4.

Menoeroet oendang-oen- dang maka masoek djoega dalem djoemlah perboeatàn dagangan ja'ni:

1. dagang komisi, artinja itoe djoewal beli barang aken goenanja orang lain, dengan mendapet oepah,

2. segala kaoentoengan jang di tarik dari pada hal membri wissel, tiada di perbeidaken siapa orangnja, baik soedagar, baik orang jang boekan soedagar, ma-

(16)

van kooplieden: 'Kh. 69 v., 297 v., Rv. 300. 581 T'en 3".i

3". de handelingen van koop lieden, bankiers, kassiers, makelaars, houders van pu- blieke fondsen, zoo ten laste van Nederlandsch-lndië en van het koningrijk der Ne- derlanden als van vreemde mogendheden, allen in hunne betrekking ais zoodanig; ^Kh.

62 v., 74 v., 681 v.)

4". alles wat betrekking heeft tot aannemingen, tot

het bouwen, herstellen en uitrusten van schepen, als- mede het koopen en verkoo- pen van schepen voor de vaart, zoo binnen als buiten Nederlandsch-lndië; 'B. w.

1604; Kh. 309 v.j-

5". alle expeditiën en ver-

ka artinja wissel, jaitoe trima oewang orang, de- ngan prentah aken inem- bajar itoe kepada sa-orang di tempat lain, dengan di tentoeken djoemlah dan na- manja, dan lagi masoek perboeatan dagangan segala soerat orderbrief (accept) arti- nja soerat tanggoeng mem- bajar oewang antara soedaga- dengan soedagar;

3. segala pekerdjaan soe- dagar-soedagar, dan orang jang pegang bank, dan kassier, dan makelaar 'tjeng- kauw besary dan orang jang pegang kantor admi- nistratie, artinja jang me- ngoeroesi perkara oewang, baik atas tanggoengan Goe- bermen Hindia Nederland, baik atas tanggoengan ka- radjaan Nederland, baik atas tanggoengan karadjaan-ka- radjaan jang asing, masing- masing sekadar djabatan- nja itoe.

4. segala kerdja pembo- rongan aken membikin, dan membetoelken, dan aken me- lati gkapken kapal-kapal dan lagi hal membeli dan men- djoewal kapal-kapal boe wat "

pelajaran, baik di dalem, baik di loewar negri Hin- dia Nederland.

5. segala hal berkirim

(17)

voer van koopmanschappen;

(Kh. 86 v., 91 v.)

6". het koopen en verkoo- Pen van scheepstuigagie en Scheeps-mondbehoeften! (B.

w. 1457 v.)

7". alle reederijen, verhuri- ngen of bevrachtingen van schepen, mitsgaders bodeme- rijen en andere overeenkom- sten betreffende den z-ehan- del; (Kh. 320 v., 353, 569 v.)

8". het aangaan van huur van schippers, stuurlieden en scheepsgezellen, en derzelver verbindtenissen, ten dienste van koopvaardijschepen; (Kh.

341 v., 394 v.)

9". de handelingen van fac- oors, cargadoors, convooi- oopers, boekhouders en an- dere bedienden van kooplie- den, ter zake van den handel van den koopman, in wiens dienst zij werkzaam zijn;

10". alle assurantiën, [Kh.

246 v., 387 V., 592,-686 v.; N.

Kh. 4: Co. 632 v.; T. XX - 94J

Artikel 5.

dan mengangkoet barang dagangan.

6. hal membeli dan men- djoewal barang kalangkapan kapal dan makanan orang kapal.

7. segala hal mengoeroesi dan kasi sevvah kapal dan memoewatken kapal, dan hal menggadei kapal atau moe- watannja serta lain-lain per- djandjian fkontrakj tentang perkara perniagaan di laoet.

8. hal sewali orang, aken djadi nachoda, dan moeallim dan anak kapal, seria segala perdjandjian aker. -goenanja kapal dagang.

9. segala pekerdjaan fac- toor jang memegang perniagaan, dan jang me- moewatken kapal, dan jang menghanter kapal, dan jang pepang boekoe, dan boe- djang boedjang jang me- ngoeroesi dagangan soeda- gar pada siapa ija masoek kerdja.

10. segala perkara assu- rantie. Maka sapoeloh per- kara jang terseboet di atas ini masoek djoemlah perboe- atan dagangan adanja.

Fatsal 5.

De verpligtingen ontstaan- Maka segala kewadjiban.

(18)

de uit het aanzeilen, over- zeilen, aanvaren of aandrij- ven, — uit hulp of redding en berging bij schipbreuk, stranding of zeevonden,—uit, werping en uit avarij, — zijn zaken van koophandel. 'Kh.

367 v., 534 v., 545 v., 696 v.;

N. Kh. 5.y

T W E E D E T I T E L .

VAN KOOPMANSBÖEKEN.

Artikel 6.

Elk koopman is verpligt dagboek te houden, waarin, van dag tot dag, naar orde des tijds, zonder witte vakken, tusschenregels of kantteeke- ningen, moeten worden aan- geteekend zijne inschulden en schulden de ondernemingen in zijnen handel, de trekkingen, acceptatiën, ot endossemen- ten van wissels en andere handelspapieren, zijne ver-

jang terbit dari pada hal kapal beradoe, atau kena tohor, atau hanjoet, serta segala kewadjiban jang ter- bit dari pada hal membri pertoeloengan kepada kapal- kapal, di dalem kasoesahan, dan hal menjimpanken ba- rang poengoetan bekas dari pada kapal-kapal jang pe- tjah, atau iang tevkaram, atau jang roesak, maka se- kalian itoe di kata ken per- kara perniagaan.

TITEL JANG KADOEWA.

PADA MENJATAKEN HAL

BOEKOE DAGANG.

Fatsal 6.

Masing-masing soedagar maka wadjib atasnja aken memegang boekoe hari, da- lem jang mana misti di toelisken satiap-tiap hari se- gala hoetang pioetangnja soedagar itoe, dan segala pentjakapannja, dan segala soerat acceptatie dan s3e- rat wissel dan soerat da- gangan jang lain-lain jang telah di trima atau di pes-

6

(19)

bindteiiissen, en in het alge- meen, alles wat hij ontvangt en uitgeeft, van welken aard het ook zij; alles onvermin- derd zoodanige verdere boe- ken als in den koophandel gebruikelijk zijn, doch waar- van het houden door de wettelijke bepalingen niet geboden wordt. (B.w. 1882;

Kh. 2 v., 8 v., 66, 86; Sir 319 9"; Ini. Str. 320 9"; N Kh. 6; Co. 8. 10; T. XX-94.J

Artikel 7.

Hij is verpligt de brieven, welke hij ontvangt, te be- waren, en van diegenen, welke hij afzendt, een ko- piiboek te houden. [B.w.

1967; Kh. 6, 10 v.; N. Kh. 7, Co. 8, Stb. 65—60.)

rahken olehnja dan segala perdjandjian jang soedah di perdjandjiken oleh soedagar itoe, pendeknja, segala jang masoek atau kaloewar, mas- kipon bageimana roepadjoe- ga, adapon boekoe hari itoe misti di pegangnja dengan atoeran jang baik, maka di dalemnja di larang, tiada boleh tinggalken tempat jang kosong atau di toelisken pada antara sabaris-barisnja atau di sabelah sainpingnja.

Lain dari pada itoe maka di wadjibken atas soedagar soedagar aken memegang lain-lain boekoe djoega, ma- na jang biasa di pegang dalem perniaga'an, maskipon tiada di titahken dengan oendang-oendang.

Fatsal 7.

Maka soedagar-soedagar itoe, wadjib atasnja aken menjimpan segala soerat jang di trimanja.

Segala soerat jang di ki- rim kaloewar wadjib di kopi- ken dahoeloe dalem boe- koe jang di namai boekoe copy, jang misti ada pada tiap-tiap soedagar.

7

(20)

Artikel 8.

Hij is verpligt alle jaren, binnen de zes eerste maan- den van elk jaar, eenen staat en balans op te ma- ken, in een afzonderlijk daartoe bestemd register in te schrijven en eigenhandig te onderteekenen. (B.w." 1881, Kh. 6, 11 v., N. Kh. Co.

9, Stb. 65—60.)

Artikel 9.

De Gouverneur-Generaal is bevoegd om: bij toepas- selijkverklaring van dezen titel op de inlandsche of als zoodanig aangemerkte kooplieden, deze tijdelijk te ontheffen van het nakomen der bepalingen in de drie voorgaande artikelen vervat.

en daarvoor in de plaats te stellen de verpligttng om naauwkeurige en volledige boeken of aanteekeningen te houden, op de wijze bij elks landaard in gebruik. (Stb.

47—23 art. 7. 55—79 art. 2, T. XX—95.)

Fatsal 8.

Maka soedagar-suedagar itoe, wadjib atasnja, satiap- tiap tahon, dalem wates anam boelan jang pertama, memboewat satoe soerat daf- tar [staat] dan satoe soerat

perbandingan [balans) aken menjataken segala harta ben- danja; maka staat dan balans jang terseboet wadjtb di toeliskennja di dalem satoe boekoe (register) jang di persediaken pada perkara itoe sahadja, laloe di tanda- ken tangan oleh soedagar itoe sendiri.

Fatsal 9.

Djikaloe oendang-oendang ini,padakemoedian hari, di la- koeken atas anak negri, orang soedagar. maka koewasalah Sri Padoeka jang di Pertoean Besar Goebernoer Djendral melepasken dahoeloe aken marika itoe,- pada sakoetika—, dari pada kewadjiban jang ter- seboet pada tiga fatsal jang di atas tadi, hanjalah di wadjib- ken kepada soedagar5 anak ne- gri itoe aken memegang boe- koe atau soerat'-1 peringatan, se- bagimana biasa bangsanja de- ngen saksama dan samporna.

8

(21)

Artikel 10. Fatsal 10.

De kooplieden zijn gehou- den hunne boeken dertig jaren lang te bewaren. (B.w.

1967, Kh. 6 v.. 35, N. Kh. 9, Co. 11.

Artikel 11.

Indien de handeling niet geheel ontkend, of het be- staan derzelve in het alge- meen bewezen wordt, leve- ren rigtig gehouden koop- mansboeken, des gevorderd met eede gesterkt, of door den dood bevestigd, het be- wijs op tusschen kooplieden wegens zaken hunnen han- del betreffende, ten aanzien van den tijd der handeling en der levering, de hoeda- nigheid, de hoeveelheid en den prijs der goederen, be- houdens tegenbewijs, ook de kopijboeken van brieven, rigtig gehouden, kunnen door den regter als middel van bewijs worden aangenomen.

[B.w. 1881 v., Kh. 6 v., 12 v., 68, Ini. R. 170, N. Kh. 10 Co. 12 v., 109]..

Maka soeda^ar-soedagar itoe, wadjib atasnja aken menjimpan boekoe-boekoe- nja itoe, tiga poeloh tahon lamanja.

Fatsal 11.

Adapon boekoe-boekoe da- gang, jaitoe mer.djadi ke- frangan antara soedagar de- ngan soedagar, atas pri hal perniagaannja, dan atas wak- toe mendjoewal beli barang, dan atas pri matjam barang jang soedah di kasi masok dan banjaknja dan harganja, itoepon djikaloe tiada di sangkalken, atau djikaloe perbóeatan itoe soedah te- rang pada orang banjak, maskipon soedagar itoe te- lah meninggalken doenia, maka apabila di pinta maka haroes' djoewa di pertegoeh- ken perboewatan itoe, de- ngan soempah.

Maka boekoe-boekoe, da- lem jang mana soedah di kopiken soerat-soerat jang kaloewar jang di namai co- pyboek itoe, djoewapon bo- leh di trima oleh hakim se- perti daja oepaja dan mem- bri djalan aken menerang- ken barang soewatoe perkara dagang.

y

(22)

Artikel 12. Fatsal 12.

Men kan niemand noodza- ken om zijne boeken, ba- lansen, en verdere daartoe betrekkelijke papieren, open te leggen, dan alleen ten behoeve van hem die als erfgenaam, als belangheb- bende in eene gemeenschap, als vennoot, als aansteller van factoors of bewindvoer- ders, daarbij een regelregt, belang heeft, en eindelijk in geval van faillissement. (B.w.

573, 10821 Kh. 4 9". 13. 35.

N. Kh. 11, Co. 4H) Artikel 13.

In den loop van een regts- geding kan de regter, op verzoek van eene der par- tijen, of zelfs van ambtswege.

de openlegging der boeken bevelen, ten einde daarvan inzage of een uittreksel te doen nemen voor zoo veel het punt in geschil betreft.

[Kh. 11 v., 67.)

In geval die boeken zich bevinden op eene andere plaats dan die waar de reg-

Saorang poen tiada boleh di paksa aken toendjoek boekoe-boekoenja. dan ba- lansnja, dan lain soerat-soe- ratnja, malainken djikaloe di minta lihat aken goenanja aliwaris, atau saorang jang ada goenanja dalem persa- koetoewan harta itoe, atap saorang jang persero di da- lem kongsi itoe, atau saorang jang berkoewasa mengo.e- roesi dagangan itoe, dan lagi djikaloe soedagar itoe soedah djatoh failliet.

Fatsal 13.

Pada tengah bitjara di liadepan hakim djikaloe ada perminta-an dari pada barang soewatoe pihak, ma- ka bolehlah hakim raema- rentahken aken menoendjoek boekoe, dan lagi hakim bo- leh minta boekoe soedagar itoe, atas djabatannja sendiri, aken melihat itoe atau aken mengambil petikannja sebra- pa jang kena pada perkara jang di atjaraken itoelah.

Djikatoe boekoe b oekoe itoe ada di tempat lain, di loewar tempat kadoedoekan-

10

(23)

ter. voor welken de zaak hangt, gevestigd is, staat het hem vrij den plaatselij- ken regter, of. bij ontsten- tenis van dezen, aan het hoofd van het plaatselijk bestuur, op te dragen om van dezelve boeken inzage te nemen, en van zijne be-

vinding een verbaal op te maken en over te zenden.

[R. O. 33, N. Kh. 12, Co.

15, 16.

Het hoofd van het plaat- selijk bestuur kan zich in geval van zoodanige opdragt.

door een ander europeesch ambtenaar doen vervangen.

(Ov. 103, Bb. 379, 810,1706.) Bij bevolen overlegging of inzage van boeken of aanteekeningen, gehouden door inlandsche of als zoo- danig aangemerkte kooplie- den, kan van den bijstand van deskundigen worden ge- bruik gemaakt, ter beko- ming der noodige ophelde- ringen omtrent den aard en den inhoud van die boeken of aanteekeningen. Rv. 215 v.

Hij, die nalaat aan het regterlijk bevel te voldoen tot het openleggen zijner boeken, of wel, die weigert dezelve open te leggen in- dien de tegenpartij zich aan dezelve wil gedragen, doet daardoor een vermoeden in zijn nadeel ontstaan.

nja hakim jang menjelesihkeiih perkara itoe, maka tsah ha- kim itoe menitahken kepada hakim jang lain, di tempatnja boekoe itoe, atau kepada ke- pala pemarentahan negri itoe, soepaja melihat boekoe-boe- koe jang terseboet, dan mem- boewat dan berkirim soerat procesverbaal, menjataken pendapetannja.

Adapoen kepala pemaren- tah negri itô.', apabila mena- rima titah jang sademikian, boleh ija menjerahken peker- dja-an itoe kepada saorang wakil, bangsa Eropa.

Djikaloe di titahken aken menoendjoek atau melihat boekoe-boekoe atau soerat soerat peringatan, jang di pe- gang oleh soejdagarsoedagar, bangsa anak negri, maka boleh di minta pertoeloengan nja orang pandei, soepaja diperoleh ketrangan jang sa- haroesnja atas pri hal boekoe atau soerat perniaga-an itoe dan boenjinja.

Barang siapa jang soedah di titahken oleh hakim laloe melaleiken menoendjoek boe- koenja atau tiada maoe kasi lihat boekoe itoe atas permin- ta-an pihak lawannja (moe- soehnja) maka ijapon mena- roh sjak atas dirinja, aken karoegian dirinja sendirilah.

Î 1

(24)

In beide gevallen, kan de regter aan de tegenpartij den eed opleggen, al ware er geen ander bewijs aan- wezig. IB.w. 1888, 1916 1940 v., Rv. 124, N. Kh. 13, Co.

17, T. XX— 97.1

D E R D E T I T E L . VAN VENNOOTSCHAP VAN

KOOPHANDEL.

EERSTE AFDEELING.

A Igemecne bepalingen.

Artikel 14.

De wet erkent drie soor- ten van ven-nootschappen van koophandel: [')

de vennootschap onder eene firma; [Kh. 16 v., 22 v.)

de vennootschap bij wijze van geldschieting, anders compagnieschap en comman- dite genaamd; [Kh. 19 v.)

de naamlooze vennoot- schap. [Kh. 36 v., 57 v., 286, 320 v., 390; N. Kh. 14; Co. 19.1

l1] Ook de Kongsies van Chineezen. Stb. 55—79art. 6.

1

Pada kedoewa hal terse- boet, tsahlah hakim menitah- ken kepada pihak lawannja.

aken bersoempah, maskipon tida ada tanda ketrangan jang hadlir.

TITEL JANG KATIGA.

P A D A MENJATAKEN HAL P E R -

S E R O W A N D A G A N G .

BAHAGIAN JANG PERTAMA.

Prent ah prent ah jang sedjatt.

Fatsal 14.

Oleh oendang-oendang ada- lah di akoei tiga matjam kongsi-kongsi (*) jaitoe :

berdagang dengan perse- roan, jang di namai firma [kongsil.

toeroet berdagang (djadi kongsi" dengan kasi oewang seperti pindjeman, companjon

namanja.

berdagang dengan tiada pakei nama orang [pake merk sadja ].

[*] Kongsi kongsi orang Tjina djoega di akoei.

(25)

'Artikel 15.

De verbindtenissen van vennootschappen van koop- handel worden geregeerd door de overeenkomsten der partijen, door de bijzondere wetten van koophandel, en door het burgerlijk regt.

(B.w. 1618 v.; Kh. 1; N. Kh.

15; Co. 18.]

TWEEDE AFDEELING.

Van de vennootschap on- der eene firma, en van

die bij wijze van geld- schieting of EN

COMMANDITE

genaamd.

Artikel 16.

De vennootschap onder eene firma is diegene, wel- ke twee of meer personen aangaan, ten einde onder eenen gemeenschappeiijken naam koophandel te drijven [Kh. 3 v., 22 v., 26 1", 29, 750, 780; Rv. 6 5"; 8 2', 99;

N. 16 Co. 20]

Fatsal 15.

Adapoen segala kongsi,, perseroan dagang itoe, wadjib atasnja menoeroet soerat per- djandjiannja jang soedah di bikin, sabelah menjeblah, de- ngan menoeroet atoeran hoe- koem perniagaan jang kena pada masing masing itoe dan lagi dengan menoeroet atoe- ran Burgerlijk regt.

BAGIAN JANG KADOEWA.

Pada menjataken hal ber- dagang dengan persero

an (firma atau kong si) dan hal berda-

gang dengan companjon.

Fatsal 16.

Adapoen hal berdagang de- ngan perseroan (firma', maka artinja itoe djikaloe doewa orang, atau lebih dari pada doewa, ada memboewat per- djandjian dengan maksoed.

aken berdagang bersama sa- ma dan dengan memakei sa- toe nama firma kongsi'.

3

(26)

Artikel 17. Fatsal 17.

Elk der vennooten, die daarvan niet is uitgesloten, is bevoegd ten name der vennootschap te handelen, gelden uit te geven en te ontvangen, en de vennoot- schap aan derden, en der- den aan de vennootschap te verbinden.

Handelingen welke niet tot de vennootschap betrek- kelijk zijn, of tot welke de vennooten volgens de over- eenkomst onbevoegd zijn, worden onder ;deze bepa- lingen niet begrepen. (B.w.

1632, 1636, 1639, 1642; Kh.

20, 26, 29, 32, N. Kh. 17, Co. 22).

In vennootschappen onder eene firma is elk der ven- nooten, wegens de verbind- tenissen der vennootschap, hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk. (B.w. " 1282,

Masing masing persero ber- koewasa aken berniaga de- ngan nama firma itoe boleh ija membajar, oewang boleh ija menarima oewang boleh ija memboewat perdjandjian sama orang lain, dan orang lain boleh memboewat per- djandjian sama dia, lain dji- kaloe persero itoe soedah di ketjoewaliken, artinja djika- loe soedah di tentoeken lebih doeloe, bahoewa segala jang terseboet tadi, tiada masoek dalem kekwasaännja per- sero itoe.

Perboeatan perboeatan aken hal perkara jang lain lain, jang tiada masoek kongsi itoe, atau jang persero per- seronja tiada berkoewasa akenmemperboewatken, oleh kerana kontraknja, ja itoe ti- ada terbilang pada fatsal fat- sal peratoeran ini.

Masing masing persero da- lem sasoewatoe kongsi misti tanggoeng atas segala per- djandjian jang soedah di bi- kin oleh kongsi itoe, pada sagenap genapnja, artinja Artikel 18. Fatsal 18.

14

(27)

1642, 1811, N. Kh. 18, Co.

22, Bb. 2638.)

De vennootschap bij wijze van geldschieting, anders en commandite genaamd wordt aangegaan tusschen eenen persoon, of tusschen meer- dere hoofdelijk voor het ge- heel aansprakelijke ven- nooten, en eenen of meer andere personen als geld- schieters.

Eene vennootschap kan alzoo te gelijker tijd zijn vennootschap onder eene rirma. ten aanzien van de vennooten onder de firma, en eene vennootschap bij wijze van geldschieting, ten aanzien van den geldschie- ter. [Kh. 16, 20, 22 v., N.

Kh. 19, Co. 23, 24.]

Artikel 20.

Behoudens de uitzonde- ring in het tweede lid van artikel 30 voorkomende, mag de naam van den vennoot bij wijze van geldschieting

persero itoe satoe persatoe misti tanggoeng, atas ante- ronja, maka tiada boleh bi- tjara dari membagi bagi.

Adapoen kongsi jang ber- dagang dengan modal pin- djaman, seperti berdagang dengan companjon boleh di djalanken oleh satoe orang, artinja dengan perseroan, atas tanggoengannja masing ma-

sing orang jang masoek per- sero, maka itoepoen ada sa- toe perdjandjian antara jang memindjatn dan companjon jang kasi pindjam modal itoe.

Maka kongsi jang sade- mikian itoe boleh di kataken firma, sekadar kewadjiban persero-perseronja, saorang dengan saorang, dan boleh di kataken berdagang de- ngan memindjem modal, se- kedar kewadjibannja kepa- da jang ampoenja modal itoe [maka ija poen djadi persero djoegaj:

Fatsal 20.

Nama persero (companjon) jang kasi pindjem modal itoe tiada boleh dipake dalem kong- si jang demikian, ketjoeali di dalem hal jang terseboet Artikel 19. Fatsal 19.

15

(28)

in de firma niet worden ge- bezigd. [Kh. 19,]

Deze vennoot mag geene daad van beheer verrigten of in de zaken van de ven- nootschap werkzaam zijn, zelfs niet uii kracht eener, volmagt. (Kh. 17, 21, 32.)

Hij draagt niet verder in de schade dan ten beloope der gelden, welke hij in de vennootschap heeft ingebragt of heeft moeten inbrengen, zonder dat hij immer tot teruggave van genotene win- sten verpligt zij [B.w. 1642 v.;

N. Kh. 20; Co. 25 v.]

Artikel 21.

De vennoot bij wijze van geldschieting, die de bepa- lingen van het eerste of van het tweede lid van het vorige artikel overtreedt, is wegens alle de schulden enverbind- tenissen van de vennootschap hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk. [Kh. 18,749 v.;

N. Kh. 21; Co 28.]

Artikel 22.

De vennootschappen onder eene firma moeten worden

1

pada fatsal 30 di bawah ini, bagiannja jang kedoea.

Persero jang kasi pindjem modal tiada boleh tjampoer dalem pemegangan kongsi itoe, djoega tiada boleh ija bekerdja di dalemnja.

Companjon jang kasi pin- djem modal itoe tiada oesah tanggoeng atas keroegian kongsi jang terseboet, hanja- lah sekedar sedjoemblah oe wang modal jang ija soedah masoekken, atau jang ija soe- dah misti masoekken, lagi tiada boleh di wadjibken kepadanja aken memoelang- ken oentoeng jang dia soedah dapet.

Fatsal 21.

Maka companjon jang kasi pindjem modal, djikaloe me- langkah boenji fatsal 20 di atas ini, ajat jang per- tama atau jang kedoea, mis- ti ija tanggoeng atas segala oetang dan segala perdjan- djian jang soedah di bikin oleh kongsi jang terseboet (jang dia pindjemi oewang.>

Fatsal 22.

Maka segala perseroan perseroan dengan firma itoe

(29)

aangegaan bij authentieke acte, zonder dat het gemis eener acte aan derden kan worden tegengeworpen. (B.w.

1868, 1874, 1895 v., 1898; Kh.

1, 26,29,21; N. Kh. 22; Co.

39,42; T. X X - 100.)

Artikel 23.

De vennooten onder eene firma zijn verpligt de acte, in de daartoe bestemde re- gisters, te doen inschrijven, ter griffie van den raad van justitie, binnen wiens regts- gebied de vennootschap is gevestigd. (Ov. 82; B.w. 152;

Kh. 24, 27 v., 30 v., 38 v.; N.

Kh. 23; Co. 42; T. XX — 101.)

Artikel 24.

Het staat echter aan de vennooten onder eene firma vrij, om de acte slechts bij uittreksel in authentieken vorm te doen inschrijven.

(Kh. 26,38; N. Kh. 24; Co. 42, T. X X - 1 0 1 )

Artikel 25.

Een iegelijk kan de inge-

wadjib di dirikeu dengan soerat acte jang sjah, arti- nja soerat pe.djandjian jang di perboeatken di hadepan soeatoe Notaris, aken tetapi djika tiada ada soerat jang sjah itoe, tiada boieh di per- salahken pada orang Iain.

Fatsal 23.

Adapoen persero persero dalem sesoeatoe firma itoe, wadjib atasnia. aken menjoe- roeh mendaftarken soerat actenja pada kantor griffier Raad justitie, jang meme- gang 'koeasa hoekoem di tempat kedoedoekannja fir- ma itoe, maka di masoek- kenlah pada daftar jang di persediaken bagi perkara itoe.

Fatsal 24.

Aken tetapi, djikaloe di kehendaki oleh persero per- sero itoe, boleh djoega ma- rika menjoeroeh mendaftar- ken satoe petikan sadja dari pada soerat actenja itoe, tapi petikan jang sjah adanja.

Fatsal 25

Segaia orang, maskipoen 7 K h. 2.

(30)

schrevene acte of derzelver uittreksels inzien en daarvan, te zijnen koste, afschrift be- komen. (Kh. 38, N. Kh. 25, Co. 42, Stb. 51 — 27 art. 7.)

Het uittreksel bij artikel 24 vermeld, moet inhouden :

I". ; den naam, voornaam, het beroep en de woonplaats der vennooten, (Kh. 16, 19 v.i 2". de opgave der firma met aanduiding of de ven- nootschap is algemeen, dan wel, of zij zich tot eenigen bijzonderen tak van koophan- del bepaalt, en in het laatste geval, met aanduiding van dien bijzonderen tak ('Kh. 17.

3". de aanwijzing der ven- nooten, die van de teekening der firma zijn uitgesloten, [Kh. 17].

4". het tijdstip waarop de vennootschap begint en zal eindigen.

5". en voorts, in het alge- meen, zoodanige gedeelten der overeenkomst, welke ter bepaling van de regten van derden omtrent de vennooten moeten dienen. [Kh. 27 v..

N. Kh. 26, Co. 43.]

siapa djoega, boleh dapet melihat soerat aete itoe, atau petikannja, jang soe- dah di daftarken, djoega sembarang orang boleh raen- dapet salinannja, asal soeka membajar ongkosnja.

Maka petikan, jang ter- seboet pada fatsal 24 di atas ini, wadjib menjataken:

i. nama dan pentjarian dan tempat kedoedoekannja persero persero itoe;

2. nama firma, dengan di njataken adakah firma itoe ber- dagang pada segala matjem dagangan atau satoe matjem sacija, djikaioe satoe matjem sadja maka wadjibdi seboet- ken dagangan apalah itoe;

3. wadjibdi tentoekenper- sero jang mana tiada bole me- naro tapa k tangan, art i n ja tiada

berkwasateeken soeratsoerat;

4. waktoenja kapan per- seroan itoe moela di djalan- ken dan kapan brentinja/

5. dan lagi haroes di se- boetken haknja orang lain di dalem perseroan itoe ^dji- kaioe ada orang lain jang mempoenjai hak

Artikel 26. Fatsal 26.

18

(31)

Artikel 27. Fatsal 27.

De inschrijving zal moeten worden gedagteekend op den dag op welken de aete of het uittreksel ter griffie ge- hragt is. (Kh. 23, N. Kh. 27.y

De vennooten zijn daaren- boven verpligt om een uit- treksel der acte, overeen- komstig het voorschrift van artikel 26, te doen bekend maken in het officiel nieuws- blad. fOv. 105, B.w. 444, 1036. Kh. 29, 38, N. Kh. 28.

N. Kh. 28, ï . XX - 102.]

Zoo lang die inschrijving en de bekendmaking niet zijn geschied, zal de ven- nootschap onder eene firma, ten óanzien van derden, worden aangemerkt als al- gemeen voor alle handelza- ken, als aangegaan voor eenen onbcpaalden tijd, en als geenen der vennooten uitsluitende van het recht om voor de firma te hande- len en te teekenen.

Adapoen pertanggalan men- daftarken soerat acte atau petikannja itoe mistinja tanggal harinja kapan soerat itoe soedah di bawa dan di persembahken pada kantor Griffier itoe.

Lain dari pada itoe, maka wadjib atas persero persero jang terseboet, aken maloem- ken satoe petikan dari pada soerat actenja, di soe- rat kabar Goebermen, jaitoe dengan menoeroet prentah fatsal 26 di atas ini.

Maka selamanja soerat acte itoe, atau petikan- nja, belon di daftarken pada kantor GritfierRaadJus- titie, dan blon di maloemken dalem soerat chabar Goeber- men, maka perseroan dengan nama firma itoe — tentang hak orang lain—di pandang seperti berdagang pada sega- la mat jam barang dagangan, dengan tiada di perhingga- ken temponja, dan dengan Artikel 28. Fatsal 28.

Artikel 29. Fatsal 29.

19

(32)

In geval van verschil tus- schen het ingeschrevene en het bekend gemaakte, wer- ken alleen tegen derden zoodanige bepalingen, welke, naar aanleiding van het vorige artikel, in hef officieel nieuwsblad zijn vermeld.

IB.w. 1916; Kh. 30 v., 39;N.

Kh. 29; Co. 42, T. XX—103.

Artikel 30.

De firma van eene ont- bondene vennootschap kan, hetzij uit kracht der overeen- komst, hetzij indien de ge- wezen vennoot, wiens naam in de firma voorkwam, daarin uitdrukkelijk toestemf, of, bij overlijden, dezelfs erfgenamen zich niet daar- tegen verzetten, door eenen of meer personeu worden aangehouden, welke, ten blij- ke daarvan, eene acte moe- ten uitbrengen, en dezelve doen inschrijven en in het officieel nieuwsblad doen bekend maken, op den voet en wijze als bij artikel 23 en volgende is bepaald, en op de straffe bij artikel 29 vermeld.

tiada di tetapken siapakah dari pada persero persero itoe tsah dan siapakah tiada tiada tsah aken bertapak ta- ngan Iteeken soerat soerat).

Djikaloe ada perbeidahan antara jang tertoelis pada daftar di kantor Griffier Raad Justitie dengan jang soedah di njataken dalem halaman soerat chabar Goebermen sa- hingga terdiadi katjilakaän dengan orang lain, maka boe- njinja soerat chabar Goeber- nement itoelah jang terpakei.

Fatsal 30.

Djikaloe sasoewatoe firma soedah terpetjah, maka boleh djoega firma itoe di teroesken koembali, oleh satoe ateu lebih dari pada sstoe orang, itoepoen djikaloe dhoeloe soedah di djandjiken jang demikian, atau djikaloe di soekai oleh persero jang la- ma, jang dhoeloe soedah terseboet namonja dalem fir- ma itoe, atau—pada hal per- sero itoe telah meninggal doenia—djikaloe warits, aken tetapi, barang siapa jang me- neroesken firma itoe, wadjib atasnja menerangken segala hal jang tersaboet, jaitoe de- ngan soerat acte, maka soe- rat acte itoepoen wadjib di toelisken dalem daftar di

(33)

De bepaiing van het eerste lid van" artikel 20 is niet toepasselijk, indien de afgetrcdene, van vennoot onder eene firma, vennoot bij wijze van geldsehieting is geworden. (B.w. 1651, K h 26, N. Kh. 30, T, X X - 103.

Artikel 31.

kantor Griffier Raad Jus- titie serta di moewatkennja dalem soerat chabar Goe- bermen, dengan menoeroet sjart fatsal 23 dan fatsal fatsal jang kemoedian dari padaitoe.

Maka apabila tiada di toeroet boenji fatsal faisal jang ter- seboet, maka dikenaken fatsal 29 di atas ini.

Barang apa jang di ten- toeken pada fatsal 20, bahgi- annja jang pertama, tiada terpakei djikaloe saorang per- seroan jangsoedah kaloewar dari pada sasoewatoe firma kemoedian masoek koembali di dalem firma itoe, mendjadi companjon jang membri mo- dal.

Fatsal 31.

De ontbinding eener ven- nootschap onder eene firma, vöör den tijd bij de overeen- komst bep?ald, of door afstand of opzegging tot stand gebragt, derzel ver ver- lenging na verloop van het bepaalde tijdstip, mitsgaders alle veranderingen in de overeenkomst gemaakt, wel- ke derden aangaan, geschie- den mede bij authentieke acte, en zijn aan de voor- melde inschrijving en be- kendmaking in het officieel nieuwsblad onderworpen.

Djikaloe sasoewatoe per- seroan (firma) di petjahken, sebelom sampei kepada wak- toenja jang di perdjandjiken, atau di petjahkennja sebab di pesrahken pada orang lain, atau di poetoeskennja oleh persero persero, atau djika- loe sasoewatoe firma, satelah lampau temponja jang di te- tapken, teroes di landjoetken, atau djikaloe di bikin pero- bahan dalem soerat perdjan- djiannja firma itoe jang moe- la moela sahingga mengena- ken orang lain, maka segala

21

(34)

Het nalaten daarvan heeft ten gevolge dat de ontbin- ding, afstand, opzegging of verandering niet tegen der- den werken.

Bij verzuim van inschrij- ving en bekendmaking, in geval van verlenging der vennootschap, zijn de bepa- lingen van artikel 29 toepas- selijk. (B.w. 1646 v.; Kh. 22, 26, 30; N. Kh. 31; Co. 46; T.

XX—103.)

Artikel 32.

Bij de ontbinding der ven- nootschap zulleü de ven- nooten, die het regt van be- heer hebben gehad, de za- ken der gewezen vennoot- schap moeten vereffenen in naam van dezelfde firma, tenzij bij de overeenkomst anders ware bepaald, of de gezamenlijke vennooten (die bij wijze van geldschieting niet daaronder begrepen», hoofdelijk en bij meerderheid van stemmen, eenen ande-

itoepoen wadjib di djadiken dengan soerat soerat acte jang tsah serta di toelisken pada daftar di kantor Raad Justitie dan di moewatken dalem soerat chabar Goe- bermen.

t Pada hal barang jang wa- - djib itoe di laleiken, maka f mernetjahken, atau tnenjerah- - ken atau memoetoesken per- djandjian itoe tiada lakoe bagi orang lain.

Dan lagi, djikaloe perse- l roan itoe di landjoetken te- ' tapi di laleiken menoelis

• itoe pada daftar jang terse-

• boet, djoega tiada di njata- , kennja dalem soerat chabar . Goebermen, maka atas per-

seroan itoe di kenaken atoe- ran fatsal 29 di atas ini.

Fatsal 32.

Apabila sasoewatoe firma di petjahken, maka persero- perseronja, mana jang ber- koewasa mengoeroesi perka- ra firma itoe, wadjib menje- lesihken segala halnja firma jang soedah berhenti itoe, melainken djikaloe soedah di tentoeken lain roepa dalem soerat perdjandjian, atau dji- kaloe sekalian perseronja, dengan kebanjakan soewara, soedah memilih saoranglain aken menjelesihken hal ahwal 22

(35)

ren vereffenaar hadden be- noemd.

Indien de stemmen staken beschikt de raad van justi- tie, zoodanig als hij in het belang der ontbondene ven- nootschap meest geraden zal achten. (B.w. 1652; Kh. 17,20, 22, 31, 56; Rv. 6 5", 99; N.

Kh. 32; T. XX—104.

Indien de staat der kas van de ontbondene vennoot- schap niet toereikt om de opeischbarc schulden te be- talen, zullen zij, die met de vereffening belast zijn, de benoodigde penningen kun- nen vorderen, welke door elk der vennooten, voor zijn aandeel in de vennoot- schap, zullen moeten wor- den ingebracht. (Kh. 18, 32;

N. Kh. 33.)

Artikel 34.

De gelden, die gedurende de vereffening uit de kas der vennootschap kunnen gemist worden, zullen voor-

firma itoe (saorang compa- nion jang tjoema membri oe- wang modal tiada masoek dalem atoeran fatsal ini).

Djikaloe perkara itoe tiada dapet di poetoesken oleh per- sero-persero, dengan kebanja kan soewara, kerana koerang moefakat, maka Raad Justitie- lah jang memoetoesken se- bagimana jang di fikirken paling berfaedah bagi perse- roan jang soedah terpetjah itoe.

Djikaloe kas firma jang telah terpetjah itoe, oewang- nja tiada tjoekoep aken mem- bajar hoetang hoetang jang soedah boleh di tagih, maka barang siapa jang menjele- sihken perkara itoe ialah misti menagih oewang jang di ha- djatken itoe dari pada perse- ro-persero, maka masing-ma- sing misti bajar sekadar bah- giannja dalem firma itoe.

Fatsal 34.

Maka sedang perkara firma itoe di oeroesken, djikaloe ada oewang di kas, jang lebih, dan jang tiada oesah di pa-

Artikel 33. Fatsal 33.

23

(36)

loopig worden verdeeld, (Kh.

33; N, Kh. 34.]

Artikel 35.

Na de vereffening zullen indien daaromrent niets is overeengekomen, de hoeken en papieren, tot de geschei- dene vennootschap behoord hebbende, blijven berusten onder dien vennoot, welke daartoe bij meerderheid van stemmen, of, bij staking, door den raad van justitie verkozen wordt; behoudens vrijen toegang tot dezelve voor de vennooten of hunne regtverkrijgenden. IB.w. 1081 v., 1652, 1885; Kh. 12, 56; N.

Kh, 35.]

24

kei ''aken membajar hoetang)' maka oewang itoe boleh di bahgi-bahgikendahoeloe ]an- tara persero-persero .

Fatsal 35.

Satelah soedah di selesih- ken dan di tjereiken perseroan itoe, maka boekoe-boekoe dan soerat-soeratnja — dji- kaloe tiada di tentoeken apa-apa dengan soerat per- djandjian — tinggallah pada tangannja saorang persero jang terpilih pada itoe oleh persero-persero sendiri dengan kebanjakan soewara, atau jang terpilih oleh Raad Justitie pada hal persero-per- sero itoe koerang moefakat, aken tetapi persero-persero jang lain, atau barang siapa jang mendapet haknja, boleh dateng melihat boekoe-bae- koe dan soerat-soerat, kapan soeka.

(37)

DERDE AFDEELINQ.

Van de naamlooze ven- nootschap van

koophandel.

Artikel 36.

De naamlooze vennoot- schap heeft geene firma, noch draagt den naam van een of meer der vennooten, maar zij ontleent hare bena- ming alleen van het voor- werp harer handels- onderne- ming.

i Alvorens dezelve tot stand kan worden gebragt moet de acte harer oprigting, of een ontwerp daarvan, aan den Gouverneur-Generaal worden ingezonden, ten ein- de daarop zijne bewilliging te erlangen.

Bij elke verandering in de voorwaarden, en bij ver- lenging der vennootschap, wordt gelijke bewilliging vereischt. (Kh. 3, 4, 37 V., 51; Rv. 99; N. Kh. 36; Co.

29, 30. 37; Stb. 7 0 - 6 4 art.

10; 72—48, 80—220 art. 3, Bb. 330, T. XX-105.]

BAGIAN JANG KATIGA.

Pada menjataken hal per- sero'an-persero'an da-

gang jang tiada me- makei nama orang.

Fatsal 36.

Adapoen perseroän-perse- roän jang tiada memakei na- ma orang, jaitoe tiada am- poenja firma, dan tiada pakei nama orang jang masoek persero di dalemnja, melain- ken ija memakei nama pen- tjakapan jang mana didjalan- ken olehnja.

Maka sabelomnja boleh di diriken kongsi jang demikian itoe, maka soerat acte jang.

menjataken perdjandjiannja, atau toeladannja sahadja, wa- djib di kirim dahoeloe kepada Toewan Besar Goebernoer Djendral, meminta idzinnja Sri Padoeka itoe.

Tiap-tiap di obahken per- djandjiannja, atau djikaloe perseroan itoe di landjoetken, maka farloe mendapet idzin dahoeloe dari pada Sri Pa- doeka jang di Pertoean Besar.

25

(38)

Artikel 37.

Indien de vennootschap niet strijdt met de goede zeden of de openbare orde, en er overigens geene ge- wigtige bedenking tegen hare oprigting bestaat, noch ook de acte bepalingen be- vaal tegen al hetgeen bij artikel 38 tot en met artikel 55 is voorgeschreven, wordt dj bewilliging door den Gouverneur^Generaal ver- leend.

Bij weigering der bewilli- ging, wordt de reden daar- van aan de verzoekers, tot hun narigt, medegedeeld, fen ware de Gouverneur- Generaal het ongeraden mögt achten deze mededeeling te doen plaats hebben.

De bewilliging kan, als daartoe termen zijn, afhan- kelijk gemaakt worden vau de voorwaarde dat de ven- nootschap zich onderwerpe aan ontbinding, wanneer de Gouverneur-Generaal die noodig oordeelt voor het algemeen belang.

Wanneer de bewilliging

Fatsal 37.

Djikaloe tiada melanggar adat jang baik, djoega tiada meianggarketartiban.dan dji- kaloe soerat perdjandjiannja itoe tiada memoewat atoeran jang bersalahan dengan boe- nji fatsal 38 dateng kepada 55 di bawah ini, maka hen- daklah Sri Padoeka jang di Pertoean Besar Goebernoer Djendral membri idzin aken mendiriken kongsi jang tiada memakei nama orang itoe.

Apabila tiada di briken idzin itoe maka di seboet- ken sebabnja kepada jang meminta idzin itoe, soepaja di ketahoeinja, laen perkara djikaloe Sri Padoeka jang di Pertoean Besar merasa tia- da haroes menjataken sebab itoe.

Pada hal di pikirken ha- roes, dan djikaloe ada se- babnja. maka dalem soerat idzin itoe boleh di masoek- ken satoe fatsal perdjandjian, menjataken bahoewa di tri- ma oleh jang ampoenja pen- tjakepan itoe jang persero- annya di petjahken apabila Sri Padoeka jang di Per- toean Besar merasa perloe memetjahken dia, aken goe- nanja orang banjak.

Maka djikaloe idzin itoe

(39)

onvoorwaardelijk is verleend, kan de vennootschap niet op openbaar gezag ontbon- den worden dan nadat het hoog-geregtshof, in de zaak gehoord, verklaard zal heb- ben dat de bestuurders aan de bepalingen en vooi waar- den der acte van vennoot- schap niet hebben voldaan.

[A. B. 23; B.w. 1335, 1653;

Kh. 45, 50; Stb. 80—220 art.

5; N. Kh, 37; T. XX-105.)

Artikel 38.

soedah di briken, tiada de- ngan sjah perdjandjian apa apa, maka perseroan itoe tiada boleh di petjahken atas prentah negri, me- lainken djikaloe soedah di tanja doeloe pikirannja Raad Besar (Hoog Qeregts hof> dan soedah di kataken oleh Raad Besar bahoewa bestuur, jang memegang kwasa perseroan itoe, tiada toeroet atoeran dan per- djandjian, sebagi jang terse- boet pada soerat actenja.

Fatsal 38.

De acte van "vennootschap moet in authentieken vorm worden verleden, op straffe van nietigheid. (Kh. 22 v., 42, 48 v., 52 v., 56, 58J

De vennooten zijn verpligt de acte, in haar geheel, mitsgaders de bewilliging van den Gouverneur-Gene- raal, te doen inschrijven op de daartoe bestemde open- bare registers, ter griffie van van den raad van justitie binnen wiens regtsgebied de vennootschap gevestigd is, en dezelve openbaar te ma- ken door middel van het officieel nieuwsblad, welke openbaarmaking kosteloos geschiedt. (Qv. 82, 105; Kh. 23.)

Adapoen soerat acte per- seroan itoe wadjib di per- boeatken dengan atoeran jang sjah di hadepan söeatoe Notaris) djika tiada, maka batallah soerat itoe.

Maka persero perseronja itoe, wadjib atasnja menjoe- roeh menoelisken soerat acte itoe dengan sagenapnja, ser- ta dengan soerat idzinnja Sri Padoeka jang di Per- toean Besar Goebernoer Djenr dral, pada daftar di kanto- üriffier Raad Justitie, jang memegang, pengoewasaäii hoekoem pada tempat kadoe- doekannja perseroan itoe, la- loe di moewatkennja soerat soerat itoe dalem soerat kabar Goebermen, maka menioe- 27

(40)

Al het bovenstaande geldt ten aanzien van veranderin- gen in de voorwaarden, of bij verlenging der vennootschap.

De bepaling van artikel 25 is ook te dezen toepas- selijk. (N. Kh. 38; Co. 40, 45 v.; T . XX—109.'

Artikel 39.

Zoo lang de bij het vorige artikel vermelde inschrijving en bekendmaking niet heb- ben plaats gehad, zijn de bestuurders, voor hunne handelingen, persoonlijk en elk voor het geheel, aan derden vQrbonden. (Kh. 45;

47; N. Kh. 39.)

Artikel 40.

watken dalem soerat chabar itoe tiada dengan membajar apa apa.

Demikian djoega di lakoe- ken djikaloe soerat perdjan- djian perseroan itoe di obah- ken, atau djikaloe perseroan itoe di landjoetken. maka atoeran di atas inilah di toe- roet.

Barang apa jang di tentoe- ken pada fatsal 25 di atas tadi terpakei djoega pada hal ini.

Fatsal 39.

Selamanja seerat acte dan dan soerat idzin, jang terse- boet di fatsal 38 di atas ini, belom di toelisken pada daf- tar di kantor Griffier Raad Justitie dan belom di njataken dalem soerat chabar Goe- bermen, maka barang siapa jang djadi bestuur, artinja jang memegang koewasa mendjalanken perseroan itoe, wadjib menanggoerrg atas perboeatannja marika aken orang lain, maka masing- masing menanggoeng itoe pada sahanteronnja [tiada ter- bahgi-bahgi),

Fatsa! 40.

Het kapitaal der vennoot- Maka öewang modainja

28

(41)

schap wordt verdeeld in actiën of aandeelen, op naam, of in blanco.

De vennooten of houders dier actiën of aandeelen zijn niet verder aansprakelijk dan voor het volle beloop der- vel ve- (Kh. 42, 47, 50 v.;

N. Kh. 40; Co. 33 v.1

Geene actiën of aandeelen in blanco kunnen worden uitgegeven, zoo lang derzel- ver volle bedrag niet in de kas der vennootschap is gestort. [B.w. 1977; Kh. 43;

Rv. 6 no. 7, N. Kh. 41.)

Bij de acte wordt bepaald op welke wijze de overdragt geschiedt van actiën of aan- deelen, op naam staande, zij kan plaats hebben dooreene verklaring van den vennoot en den verkrijger aan de bestuurders beteekend, of door eene gelijke verklaring in de boeken der vennoot- schap inschreven en door of van wege beiden gcteekend.

(B.w. 613 v., 1977, N. Kh.

42, Co. 35.v.]

perseroan itoe di bahgi bahgi- ken dalem acte acte atau aan- deel, baik pakei nama orang, baik tiada pakei itoe (blanco),

Adapoen persero-persero atau jang pegang aandeel itoe melainken misti tang- goeng atas djoemlah harga aandeelnja dengan sagenap- nja. lain dari pada itoe tida.

Maka soerat aandeel jang blanco itoe tiada boleh di brihken pada orang orang selama djoemlah oewangnja

belom di bajar dalem kas perseroan dengan segenap- nja.

Pada soerat acte, perdjan- djian perseroan itoe, adalah di tentoeken bageimana misti di pesrahken ^overdragt) soe- rat aandeel itoe jang di alas nama orang. Maka pesrah- ken itoe kepada saorang lain, boleh dengan pengakoeän dari persero jang menjerah-

ken dan orang jang menda- pet aandeel itoe, [:maka pe- ngakoeän itoe di bri tahoe- ken kepada bestuur, boleh:

djoega pengakoeän itoe di

Artikel 41. Fatsal 41.

Artikel 42. Fatsal 42.

29

(42)

Artikel 43.

Indien het vol bedrag van zoodanige actie of aandeel niet is gestort, blijft de oorspronkelijke vennoot, of diens erven of regthebben- den, tot de storting van het verschuldigde aan de ven- nootschap verbonden, ten ware de bestuurders, en de commissarissen zoo die bestaan, zich uitdrukkelijk met den nieuwen verkrijger hadden tevreden gesteld, en eerstgemelde van alle ver- antwoordelijkheid ontslagen.

(B.w 833. 955, 1417, Kh.' 41, N. Kh. 43.)

Artikel 44.

Üe vennootschap wordt beheerd door daartoe door de vennooten aangestelde bestuurders, deelgennoten of anderen, al dan' niet loon trekkende, met of zonder toezigt van Commissarissen.

toelisken sahadja dalem boe- koe perseroan laloe d, taroh tapak tangan oleh kadoewa fihak sebelah menjeblah.

Parsal 43.

Djikaloe satoe aandeel jang di pesrahken kepada saorang lain, belorn • di bajar habis djoemlah harganja, dengan sagenapnja, maka persero jang moela moelanja soedah mengambil aandeel itoe, atau waritsnja, atau jang menda- pet haknja wadjib aken me- nanggoeng atas harga aan- deel itoe, jang di hoetang kepada perseroan, melainken djikaloe bestuur atau komm is- saris dari perseroan itóe ka- loe ada, soedah trima per baik aken orang jang mendapet aandeel itoe dan soedah mem-

bebasken pada orang jang moela moela mengambil itoe aandeel, dari pàda segala ketanggoengannja.

Fatsal 44.

Ada poen perkara perseroan itoe di oeroesi oleh orang bestuur, persero djoega, jang di pilih oleh sesama persero, atau di oeroesinja oleh orang lain, baik dengan makan oe- pah, baik tiada makan oepah,

(43)

De bestuurders mogen niet onherroepelijk worden aangesteld. [B.w. 1636, 1814 v., Kh. 17, 38, 52, 54, v. N Kh. 44, Co. 31.)

baik dengan kommissaris ba- ik tiada dengan kommissaris jang melihat-lihati pekerdja- ännja bestuur.

Maka lid bestuur itoe ti- ada boleh di angkat dan di djadiken boewat selama-la- manja, maka boleh di tjaboet djabatannja itoe.

Artikel 45. Fatsal 45.

De bestuurders zijn niet verder verantwoordelijk, dan ter zake van de behoorlijke uitvoering van den aan hen opgedragen last, zij zijn, uit kracht der verbindtenissen van de vennootschap, aan derden niet persoonlijk ver- bonden.

Indien zij echter eene of andere der bepalingen van de acte of van de nadere veranderingen in de voor- waarden overtreden, zijn zij jegens derden ieder hoofde- lijk en voor het geheel aansprakelijk voor de scha- de, welke die derden daar- door hebben geleden. (B.w.

1800 v., Kh. 39, 47, 55, N.

Kh. 45, Co. 32.1

Adapotn jang doedoek da- lem bestuur itoe misti tang- goeng atas pekerdjaän jang di titahken kepadanja, soe- paja di djalanken dengan se- patoetnja, lain dari pada itoe tiada ada tanggoengannja apa apa, maka dalem perdjan- djian-perdjandjian jang di bi- kin oleh perseroan itoe, sama orang lain, maka lid bestuur itoe tiada tertarik di dalem- nja.

Aken tetapi, djikaloe lid bestuur melangkahi barang soewatoe atoeran dari pada acte perseroan itoe, sebagi- mana jang soedah di obah- ken kemoedian, maka masing masing lid itoe ialah misti tanggoeng atas keroegian jang soedah di kenaken ke- pada orang lain seanteronja.

31

(44)

Artikel 46.

De naamiooze vennoot- schap moet voor eenen be- paalden tijd worden aange- gaan, behoudens derzelver verlenging, telken reize, na het verloopen van dien tijd.

(B.w. 1646 1", Kh. 38, N. Kh.

46.)

Artikel 47.

Zoodra aan de bestuurders is gebleken, dat het maat- schappelijk kapitaal een ver- lies van vijftig ten honderd heeft ondergaan, zijn zij ver- pligt daarvan aankondiging- te doen in een daartoe ter griffie van den raad van justitie aan te leggen regis- ter, mitsgaders in het officieel nieuwsblad.

Indien het verlies vijf en zeventig ten honderd beloopt, is de vennootschap van regtswege ontbonden, en zijn de bestuurdes persoon- lijk en hoofdelijk voor het geheel jegens derden veran- woordelijk voor alle ver- bindtenissen, welke zij, na- dat het bestaan van die vermindering aan hen be- kend was of moest bekend zijn, hebben aangegaan. (Kh.

39, 45, 48, N. Kh. 47.)

32

Fatsal 46.

Adapoen perseroan jang tiada pakei nama orang, wa- djib ditetapken brapa' lama tempo djalannja,—djikaloe lampau tempo itoe, maka bo- leh di landjoetkennja lagi.

Fatsal 47.

Apabila soedah njata kepa- da bestuur bahoewa perse- roan itoe telah kena roegi lima poeloeh percent, maka sakoetika djoega wadjib ija membri tahoeken hal itoe di dalem daftar di kantor Grif- fier Raad Justitie, jang me- mang di persediaken pada hal perkara itoe, serta di njatakennja di dalem soerat chabar Goebermen.

Djikaloe keroegian itoe djoemlahnja toedjoeh poeloeh lima percent, maka petjahlah- peseroän itoe, oleh kerna sjart hoek oeman, maka lid bestuur itce misti tanggoeng atas se- gala perdjandjian sama orang lain jang di bikin kemoedi- an, sasoedahnja dia orang (bestuur itoey tahoe, atau misti tahoe, bahoewa perse- roan itoe soedah moendoer toedjoeh poeloeh lima per- cent.

(45)

Artikel 48.

Ten einde de ontbinding, in voege voorschreven, te voorkomen, zal de acte be- palingen kunnen bevatten tot het oprigten eener re- serve-kas, waaruit de ont- brekende penningen geheel of gedeeltelijk kunnen wor- den aangevuld. (Kh. 49, N.

Kh 58.]

Artikel 49.

i de acte mogen geene vaste renten worden be- dongen. De uitdeelingen ge- schieden uit de inkomsten, na aftrek van alle de uitgaven.

Er kan echter worden overeengekomen dat, die uit- deelingen niet meer dan ze- kere hoeveelheid zullen be- dragen. 'Kh. 48, 55, Ng Kh.

49.)

Artikel 50.

De bewilliging van den

Fatsal 48.

Aken menegoehken, soe- paja djangan di petjahken perseroan itoe, tjara bagi- mana terseboet di atas ini, maka di dalem soerat actenja boleh di masoekken fatsal perdjandjian aken menaroh oewang simpanan atau oe- wang pendjaga, goenanja aken menjoekoepken oewang jang kakoerangan itoe, baik pada sagenapnja, baik pada sehahgiarmja djoewa.

Fatsal 49.

Maka dalem soerat acte, perdjandjian perseroan itoe, tiada boleh di djandjiken membajar oewang boenga jang tetap djoemlahnja, maka bagi bagian itoe di bajar dari pada oewang jang soedah masoek satelah dipotong se- gala oewang jang soedah kaloewar djadi ongkos.

Aken tetapi, boleh di djan- djiken bahoewa tiada nanti di bajar bagi bagian lebih dari pada sadjoemlahjang di tetapken..

Fatsal 50.

Adapo^n Sri Padoekajang

;3 Kh. 3.

(46)

Gouverneur-Generaal zal niet worden verleend, tenzij blij- ke dat de eerste oprigters te zamen ten minste een vijf- de van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen;

er zal voorts een termijn worden bepaald, binnen wel- ke het overige gedeelte der actiën of aandeelen zal moe- ten geplaatst zijn. Die ter- mijn kan steeds door den Gouverneur-Generaal, op verzoek der oprigters, wor- den verlengd. (Kh. 36 v.; N.

Kh. 50.)

De vennootschap zal geen aanvang kunnen nemen vóór dat ten minste tien ten honderd van het gemeen- schappelijk kapitaal gestort zij. IKh. 41, 50; N. Kh. 51.]

Artikel 52.

Indien de werkzaam beden der commissarissen zich

di Pertoeän Besar Goeber- noer Djendral tiadalah mem- bri idzin aken mendiriken perseroan itoe melainken dji- kaloe soedah bernjata bahoe- wa orang orang jang moela- moela mendiriken dia ber- sama sama ada ampoenja oewatig, sekoerang koerang- nja saperlima bahagian da- ri pada oewang modal perseroan itoe (kapitaal). Dan lagi wadjib di tetapken tem- ponja dalem jang mana aan- deel jang satinggalnja misti habis di djoewaL Maka tem- po jang di tetapken itoe se- lama lamanja boleh di lan- djoetken oleh Sri Padoeka jang di Pertoean Besar Goe- bernoer Djendral djikaloe di pinta oleh jang mendiri- ken perseroan itoe.

Adapoen perseroan itoe tiada boleh di boeka djikaloe oewang modalnja belom ada masoek, sakoerang koerang- nja sapoeloeh percent adanja.

Fatsal 52

Djikaloe kommissaris kom- missaris ampoenja pekerdja-

Artikel 51. Fatsal 51.

34

(47)

blootelijk tot een toezigt over de bestuurders bepalen, en zij alzoo, in geen geval, deel nemen aan eenig beheer, kunnen zij bij de acte wor- den gemagtigd om de reke- ning en verantwoording der bestuurders, namers de ven- nooten, op te nemen en goed te keuren.

In het tegenovergesteld geval moet die opneming en goedkeuring door de ven- nooten, of daartoe bij de acte aangewezen personen, ge- schieden. (Kh. 43 v., 54 v.;

N. Kh. 52. -

Artikel 53.

Bij vennootschappen van verzekering op bepaalde voorwerpen, zal bij de acte een maximum worden be- paald, boven hetwelk, op een en hetzelfde voorwerp, niet zal mogen worden ver- zekerd, ten ware de ven- nooten, bij een uitdrukkelijk beding, zulks aan de be- schikking der bestuurders,

an tiada lain melainken aken melihat liliati perboewatan- nja lid bestuur tetapi marika tiada sekali kali tjampoer dalem hal mengoeroesi pen- tjakapan itoe, maka pada soe- rat acte itoe bolehlah di koewasaken pada kommis- saris kommissaris jang ter- seboet aken memareksa soe- rat perhitoengannja bestuur atas rjamanja persero persero sekalian, djika benar, maka di tetapkennja.

Tetapi djikaloe kommissa- ris masoek dan tjampoer da- lem hal mengoeroesi pen- tjakapan itoe, maka soerat perhitoengannja bestuur wa- djib di preksa dan di tetap- ken oleh persero persero sen- diri, atau jang di pilih oleh orang orang jang teroendjoek dengan soerat acte perseroan.

Fatsal 53.

Pada hal perseroan perse- roan jang menangoeng ke- roegian atas harta orang, jang di namai kantor assu- rantie itoe, maka di dalem soerat actenja wadjib di te- tapkcn watesnja, sebrapa djoemblah jang boleh di tang- goengken, maka tiadalah bo- leh di liwatken wates itoe, hanjalah djikaloe persero per-

(48)

met of zonder de commissa- rissen, hadden overgelaten.

(Kh. 246 v., 253; N. Kh. 53.)

Bij de acte zal worden bepaald op welke wijze het stemregt door de vennooten zal worden uitgeoefend. Ech- ter zal dezelfde persoon niet meer dan zes stemmen voor zich zelven kunnen uit- brengen, indien de vennoot- schap uit honderd of meer actiën of aandeden bestaat;

en niet meer dan drie stem- men, indien dezelve minder beloopt.

üeen bestuurder noch commissaris zal als gemag- tigde bij de stemming op- treden. [Kh. 44 v.; N. Kh. 54.!

seronja soedah memperboe- wat perdjandjian ja.ng tentoe, dalem jang mar.a soedah di pesrahken hal perkara itoe kepada jang pegang bestuur, baik dengan memakei kom- missaris, baik tiada mema- kei kommissaris.

Adapoen pada soerat acte- nja itoe wadjib di tentoeken tjara bageimana persero per- sero itoe nanti nielakoeken hak memoetoesken perkara perkara dengan kebanjakan soewara. Aken tetapi sa- orangpoen tiada dapet me- ngaloewarken soewara, lebih dari pada anam, bagi dirinja sendiri, djikaloe perseroan itoe adaiija dari pada sera- toes aandeel, atau lebih, dan djikaloe aandeelnja koerang dari pada seratoes, maka sa- orangpoen tiada boleh lakoe- ken soewara lebih dari pada tiga.

Pada hal mengàloewarken soewara ifoe, maka tiada bo- leh lid bestuur atau kom- missaris mendjadi koewasa fpolmak aken rnengaloewar- ken soewara boewat teman perseronja].

Artikel 54. Fatsal 54.

36

(49)

Artikel 55.

De bestuurders zijn ver- pligt eenmaal 'sjaars aan de vennooten opgave te doen van de winsten en verliezen, door de vennootschap in het afgeloopen jaar gedaan of geleden.

Die opgave kan geschie- den hetzij in eene algemeene vergadering, hPtzij door dé toezending van eenen staat aan iederen vennoot, hetzij door eene de vennooten aangekondigde ter visie-leg- ging der rekening, gedureu- rende zekeren bij de acte bepaalden tijd. >Kh. 52, Rv.

764 v.; N. Kh. 54.}

Artikel 56.

Eene ontbondene vennoot- schap wordt door de bestuur- der vereffend, ten ware des- wege bij de acte eene andere

manier ware voorgescheven.

[Kh 32 v.; Rv. 99, N. Kh.

56.).

De bepalingen van artikel 35 is te dezen toepasselijk.

Fatsal 55.

Adapoen bestuur itoe, wa- djib atasnja, aken membri kenjataän kepada persero per- sero, setahon sekali, dari pada oentoeng roegi jang persero- an itoe soedah dapet dalem satahon jang telah laloe itoe.

Maka kenjataän itoe boleh di briken dalem koempoelan besar, boleh djoega dengan berkirim soerat daftar kepada satiap tiap orangpersero, baik dengan di bri tahoeken ke- pada persero bahoewa soe- rat perhitoengannja soedah tersedia dan boleh dapet di lihat pada sakoetika dan wak- toe jang di tetapken pada soerat actenja.

Fatsal 56.

Perseroan jang telah soe- dah di petjahken, maka hal perkaranja itoe diselesihken oleh jang pegang bestuur, lain perkara, djikkloe soedah di tentoeken lain roepa pada soerat actenja.

Adapoen pada hal ini ma- ka dilakoeken boenji fatsal 35.

37

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maka orang jang ditoedohken atasnja perboewatan jang memberi hoekoeman krimineel, atau perboewatan melangkah perentah, boleh ija memboewat atau menjoeroh memboewatken salinan

a) segala burgerlijke zaken, jang harganja koerang dari f 20, djika si pendawa ada anaq boemi atawa orang jang disama- kan dengan anaq boemi dan si terdawa ada anaq boemi betoel.

2. oleh madjelis hoekoeni, jang soedah meriksa perkara itoe, atau. djika ditimbang fardloe, oleh lain madjelis hoekoeni, jang sama koewasanja.. Djika kapoetoesannja ditiadakan

bahoewa betoel savja ada sewah 100 baoe tegallan dari B selagi dia masih idoep dengan djandji bajar f 75 sewah erfpacht dalem satoe taon tetapi saija menjangkal ada oetang pada

ada jang di terka, lantas niisti dateng katempat itoe bangke, dan kaloe soedah dia priksa ka-ada-annja itoe mait lantas dia niisti kabaf-in segala pen- dàpetannja kapacla kepala

Diikaloe itoe djawaban tiada maoe di moeat, katjoewali djika boleh dimintaken bajaran, maka ija dihoekoem denda dari ƒ 50 sampe f 500 dengan toetoep boei, dari (i hari sampè 3

Satelah soedah berkata'kata saksi, maka boleh orang jang di toedoeh minta tanjaken kepada kepala Landraad, segala apa-apa jang pada pendapatan orang itoe berfaedah baginja, baik

Oléh sebab dalam bermatjam-matjam peroesahaan, lebih-lebih dionderneming, kerap kali perloe membawa lebih dari empat orang koeli dalam tempat moeatan vrachtauto, maka pembesar jang