• No results found

De waardering in verschillende situaties

Onderzoek naar humane waarden: Een enquête

8.5 De waardering in verschillende situaties

De verschillende onderwerpen zijn niet alleen op het algemene thema humaniteit onderzocht maar ook op de andere waarden. We zullen hier 8 situaties in relatie tot de drie waarden (behandeling, respect en minder vernederend) nader bespreken. Deze situaties hebben zowel betrekking op het concrete dagelijkse leven in de Dr. S. van Mesdagkliniek, de omgangscultuur en de kennis en vaardigheden van medewerkers in relatie tot de omgang met de patiënten en het reflecteren. Allereerst zullen we het totaaloverzicht bespreken. Daarna worden de medewerkers beveiliging en panelleden afzonderlijk besproken.

Tabel 8.4. Overzicht uitkomst enquête op 8 onderwerpen (N=67)

Onderwerp Positief Neutraal Negatief

59% 40% 1% 73% 27% 0% 41% 45% 14% 30% 53% 17% 71% 21% 8% 65% 33% 2% 48% 46% 6% 71% 24% 6% 58% 35% 7%

Situaties 1 t/m 4 uit Tabal 8.4 hebben allemaal te maken met de beheersing c.q. het aanraken of beperken van het lichaam van de patiënt. Situatie 5 heeft te maken met de omgang van medewerkers in relatie tot de patiënt (professionele bejegening). Situaties 6 en 7 hebben te maken met de ontwikkeling van de organisatiecultuur in het algemeen en met functies. Tot slot hebben we de situatie reflecteren en de organisatiecultuur onderzocht (8).

Bij een analyse van deze uitkomst valt het volgende op:

• Men is gemiddeld genomen overwegend positief (58%).

• Er zijn relatief veel neutrale scores (35%) en weinig negatieve scores (7%). • De vragen 6 en 7 over cultuurveranderingen laten een positief beeld zien (65% en 48%).

• Het reflecteren op de organisatiecultuur zelf wordt hoog gewaardeerd (71%), evenals de veranderingen in het gebouw (73%) en kennis en vaardigheden van medewerkers (71%). Deze drie totaal verschillende aspecten blijken op een hoge waardering te kunnen rekenen.

1. Fysiek ingrijpen 2. Gebouw 3. Urine controle 4. Fouilleren

5. Kennis en vaardigheden van medewerkers 6. Cultuurverandering op organisatieniveau 7. Cultuurverandering op functieniveau 8. Reflecteren en de organisatiecultuur Gemiddeld

• Het fysieke ingrijpen (59%), de urinecontroles (41%) en het fouilleren (30%) krijgen in verhouding geen hoge waardering. Deze situaties raken direct het ‘naakte bestaan’ van de patiënt, waarbij er zeer humaan en respectvol gehandeld dient te worden. De waardering op deze situaties omvat een relatief hoog aantal neutralen, zoals hierboven is benoemd.

In dit verband kunnen we ons ook afvragen wat een hoge of lage waardering is. Als een deel van de medewerkers, bijvoorbeeld 60%, een duidelijke positieve verandering scoort kan dit als een goede ontwikkeling worden beschouwd. Het is maar net waar de norm gelegd wordt. Omdat we in het verleden nooit een nulmeting hebben gedaan kunnen we deze waardering niet afzetten tegen een eerder meetmoment. We kunnen dan ook niet spreken van een trend of ontwikkeling ten opzichte van een ander meetmoment. We meten dus alleen een waardering als momentopname over verschillende situaties in relatie tot de humane waarden en humaniteit zelf. Als de verschillen tussen negatief en positief groot zijn zouden we kunnen stellen dat er inderdaad, naar mening van de medewerkers, iets ten goede in de tijdsperiode is veranderd.

Uit Fig. 8.5 blijkt dat slechts weinig medewerkers vinden dat de organisatie inhumaner, meer op beheersing gericht, minder respectvol en meer vernederend is geworden. De negatieve score is dan ook nihil (7%). Uit het bovenstaande kunnen we concluderen dat er sprake is van een positieve ontwikkeling binnen de meeste onderzochte situaties. Hoe sterk of in welke mate deze ontwikkeling zich heeft voorgedaan kunnen we op basis van onze gegevens niet zeggen. We kunnen alleen stellen dat er binnen verschillende onderzochte thema’s sprake is van een positieve ontwikkeling, richting de humane horizon.

Figuur 8.5. Totaaloverzicht waardering per onderwerp.

Kolommen, van links naar rechts: Fysiek ingrijpen, Gebouw, UC, Fouilleren, Kennis en vaardigheden van medewerkers, Cultuurverandering op organisatieniveau, Cultuurverandering op functieniveau, Reflecteren en de organisatiecultuur.

���� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� ��� �� �������� �������� �������� �� �� �� �� �� �� �� ��

Uit Fig. 8.5 wordt wederom duidelijk dat er slechts een zeer klein percentage negatief is over de ontwikkelingen in de organisatie. Daarnaast zijn er op verschillende onderwerpen relatief veel neutralen. De algemene trend is dat de ontwikkeling positief wordt gewaardeerd. Hieronder zullen we de totalen uitsplitsen naar de twee onderzochte groepen.

Tabel 8.5 Waardering van de ontwikkelingen door de medewerkers beveiliging (N=17)

Positief Neutraal Negatief

56% 37% 7%

De medewerkers beveiliging geven een positieve waardering aan de

ontwikkelingen op de verschillende onderwerpen (56%). Het verschil tussen negatief (7%) en positief (56%) is relatief groot. Als we de neutralen wederom optellen bij de negatieve waarderingen krijgen we het volgende beeld: 56% positief versus 44% negatief. Opnieuw laat het dichotomiseren een positief beeld zien met een verschil van 12%.

Tabel 8.6. Waardering van de ontwikkelingen door de panelleden (N=50)

Positief Neutraal Negatief

60% 33% 7%

De panelleden geven een positieve waardering aan de ontwikkelingen op de verschillende onderwerpen (60%). Het verschil tussen positief en negatief (7%) is relatief groot. Als we wederom de neutralen optellen bij de negatieve waarderingen, dan krijgen we het volgende beeld: 60% positief versus 40% negatief. Het dichotomiseren laat wederom een positief beeld zien met een verschil van 20%.

Het verschil in uitkomst tussen de medewerkers beveiliging en de panelleden is 8%, waarbij in beide groepen een positieve trend wordt gescoord. Dit verschil wordt vooral veroorzaakt op het vlak van de positieve waardering en de neutralen. Op het punt van de negatieve waardering scoren beide groepen gelijk. In die zin is dit verschil nauwelijks significant en tonen beide groepen nagenoeg dezelfde trend aan.

Alexander (70)

Alexander is nieuwsgierig welke thema’s en onderwerpen nog meer aan de orde zijn gesteld in de enquête. Ik doe hierbij een bekentenis. “Achteraf beschouwd heb ik veel te veel vragen in de enquête gesteld. Ik ging er vanuit dat de uitslag een veel