• No results found

Reflectieve onderzoeksmethode

H4 Evaluatief Onderzoek

4.5 Reflectieve onderzoeksmethode

Evaluatieonderzoek is, zoals ook in dit geval, vaak praktijkgericht. Het gaat immers om de evaluatie van een aantal beleidsinterventies (handelingen) binnen een organisatie en de effecten daar van. In het voorgaande hebben we gezien dat evaluatieonderzoek niet alleen kwantitatief of normatief hoeft te zijn, maar dat er ook allerlei kwalitatieve onderzoeksmethoden kunnen worden aangewend. De verhalen van mensen, waarin de meningen, gevoelens en gedachten worden geuit, kunnen bijvoorbeeld als belangrijke bronnen voor evaluatieonderzoek worden gebruikt. Zoals we hierboven hebben gezien, kunnen er op een democratische wijze verschillende belanghebbenden bij evaluatieonderzoek betrokken worden. Hierdoor ontstaat er een proces van interactieve reflectie als vertrekpunt voor gezamenlijke oordeelsvorming. Hierbij staat niet zozeer de legitimering van beschreven en geanalyseerde informatie centraal, maar de kennisontwikkeling die voortkomt uit het discours en de reflectie zelf.

Reflectief onderzoek is een van de sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmethoden en kan aangevuld worden met andere methoden of zelf een aanvulling zijn op andere vormen van onderzoek (Ashmore, 1989). Er zijn allerlei verschillende reflectieve onderzoeksmethoden die binnen de sociale wetenschappen worden toegepast. Om die reden vraagt een reflectieve onderzoeksstrategie ook zelf om reflectie. Hierbij zijn zaken als de reflectie op de gekozen methode, de relatie tussen de onderzoeker en het object en de wijze van de verwerking van de gegevens van belang. Het verwerken van verhalen (narratieve methode) is in de

traditie van sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmethoden niet ongebruikelijk. Bijvoorbeeld in antropologisch onderzoek of in onderzoek naar interacties tussen mensen is dit een vaak gehanteerde methode. Het werken met open interviews of optekenen van levensverhalen levert vaak een grote rijkdom aan geschakeerde informatie op (Plummer, 2001: 171–183).

Het begrip ‘reflecterend handelingsonderzoek’ is beschreven door Boonstra die als bijzonder hoogleraar Management en Veranderingen in Organisaties is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam (Boonstra, 2000). Het reflecterend handelingsonderzoek geeft bruikbare aanknopingspunten voor de te volgen onderzoekslijn, doch kan als concept helaas niet meer worden toegepast. De reorganisatie is immers al afgerond en de effecten (organisatieverandering en) daarvan kunnen nu onderzocht worden. Boonstra gaat er vanuit dat de ervaringsdeskundigen in organisaties belangrijke kennisdragers zijn. Hij brengt hen op basis van gelijkwaardigheid binnen een dynamisch model samen met de onderzoekers (Boonstra, 2000: 34). Boonstra stelt hierbij dat het meervoudig kijken, zowel vanuit het standpunt van de professional als de wetenschapper, bijdraagt aan bruikbare kennis en inzichten van organisatievraagstukken. De praktijk en de theorie ontmoeten elkaar binnen een wetenschappelijk en professioneel discours, wat kan leiden tot theorievorming en kennisproductie. In dit onderzoek is er ook sprake van een vorm van meervoudig kijken. Het is echter beschreven vanuit een reconstructie van de ontwikkelingen in de organisatie (dus achteraf) waarbij verschillende kwalitatieve onderzoeksmethoden zijn aangewend

Niet alleen wetenschappers, maar ook veranderingsdeskundigen die zich met name met de praktijk van verandermanagement bezig houden, pleiten voor leer- en ontwikkelingstrajecten voor leidinggevenden waarbij de reflectie op eigen handelen en uitproberen van nieuwe inzichten centraal staat. Via de weg van ‘reflective practioning’ kan gepoogd worden de weg van junior naar ‘master practioner’ af te leggen (de Caluwé en Vermaak, 2002: 239–248). Deze weg van praktijkgericht leren loopt via concrete ervaringen, naar observaties en reflectie, naar nieuwe inzichten, conceptvorming en het oefenen en uittesten van de nieuwe inzichten, die vervolgens weer concrete nieuwe ervaringen opleveren. Met deze nieuwe ervaringen kan de cirkel van het praktijkgericht leren weer opnieuw worden gevolgd.

Dit onderzoek is niet alleen een evaluatief maar ook een reflectief verslag dat van ‘binnenuit’ is geschreven. In dit reflectief verslag wordt het verhaal van een aantal gebeurtenissen in een organisatie verteld. We krijgen niet alleen zicht op de veranderingen in de organisatie en de meningen van diverse betrokkenen, maar we krijgen ook een beeld van het relatief gesloten domein van een TBS-Kliniek en het ‘managementspel’ daarbinnen in een bepaalde periode. Tot slot krijgen we mede aan de hand van Alexanders opmerkingen en vragen ook zicht op allerlei gedachten

en overwegingen van de onderzoeker en ervaringsdeskundige zelf. In die zin is het reflectieve karakter als onderdeel van dit evaluatieonderzoek vormgegeven vanuit een meervoudig kijken. In dit meervoudige kijken spelen naast het persoonlijke verhaal van de onderzoeker en de verhalen van andere betrokkene, verschillende wetenschappelijke onderzoeksmethoden en theorieën een rol.

Reflectief handelen wil hier zeggen dat de onderzoeker regelmatig reflecteert op de redenen van zijn handelen. Die redenen bestaan uit doelen die hij beoogt met zijn handelen, de middelen die hem daarbij beschikbaar staan en de alternatieven en mogelijkheden die zich daarbij voordoen. De onderzoeker is desgevraagd in staat daarover te verhalen en daarover met anderen is discussie te treden.

De belangrijkste reflectieve activiteiten zijn:

• Het reflecteren gedurende het onderzoeksverslag aan de hand van Alexander. • He beschrijving van de crisis en organisatieveranderingen aan de hand van

Goffmans theorie waarbij anekdotes van de onderzoeker worden verwerkt. • Het tussentijds overleggen met de patiënten welke thema’s nader onderzocht

zouden moeten worden in het kader van het humaniseringsproces.

• Een gesprek met drie verschillende groepen belanghebbenden en een dialoog tussen de belanghebbenden over de resultaten aan het slot van dit onderzoek. Vanuit dit meervoudig en reflectief kijken wordt niet alleen de geloofwaardigheid bevorderd, maar worden ook de andere kwaliteitscriteria (validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid) ondersteund. Dit evaluatieonderzoek kent dus twee belangrijke pijlers van onderzoeksmethoden.

De twee pijlers van dit evaluatieonderzoek

Evaluatieonderzoek naar het humaniseringsproces in de Dr. S. van Mesdagkliniek

1. Een meervoudig perspectief:

Strategieën uit vier verschillende generaties evaluatie onderzoek

2. Reflectief onderzoek:

Strategieën uit verschillende vormen van reflectief onderzoek

Samenvatting

Evaluatieonderzoek moet voldoen aan bepaalde criteria. Het onderzoek moet valide, betrouwbaar en toepasbaar zijn. In dit onderzoek wordt er nog een vierde criterium aan toegevoegd, namelijk geloofwaardigheid. De onderzoeker heeft hier op basis van een drietal argumenten voor gekozen:

1. De positie van de onderzoeker die zowel onderzoeker als ervaringsdeskundige is.

2. De aard van het onderzoeksdomein, een gesloten justitiële instelling.

3. Het onderwerp, humane waarden als kernthema bij organisatieveranderingen en het doen van evaluatieonderzoek.

Dit evaluatieonderzoek is gebaseerd op twee pijlers. Er worden elementen en methoden uit de verschillende generaties, inclusief de vierde generatie, van evaluatieonderzoek toegepast, en er worden vormen van ‘reflectief onderzoek’ aangewend. Samen vormen deze twee pijlers de gekozen aanpak van dit evaluatieonderzoek.

Alexander (20)

Alexander slaat zichzelf op zijn bovenbeen. “Tjonge, deze beschouwing over evaluatieonderzoek is op zich al een artikeltje waard. Als ik het goed begrijp dwingt de complexiteit van jouw onderwerp je hier nadrukkelijk tot een fundamentele bezinning op jouw positie en methode als onderzoeker. Daarbij kies je ervoor te switchen vanuit de verschillende standpunten. Inhoud, vorm én context worden op deze manier met elkaar verbonden. Het is juist dat je deze fundamentele vraag hier eerst beantwoordt voordat je verder gaat met je onderzoek.”

Alexander zwijgt en lijkt ineens minder enthousiast. “Ik weet echter niet of ik het hier wel volledig mee eens kan zijn.”

“Intellectuelen blijven op de een of andere manier altijd kritisch”, zeg ik zachtjes terug.

“Maar eh”, vervolgt Alexander, naast een visie over het ‘meervoudig kijken’ heb je ook een theoretisch kader nodig.”

Ik knik instemmend en rond eerst het thema ‘reflectie’ verder af voordat ik daar nader op in ga. “Reflectie kent vele verschijningsvormen. We komen reflectie bijvoorbeeld tegen in de literatuur, in de logica en in de natuurkunde en fotografie. Reflectie is een methode om aspecten van de dagelijkse realiteit te beschouwen en weer te geven. Voor sommigen is reflectie een bedreiging, voor anderen is het een kritisch wapen om te gebruiken tegen anderen en voor weer anderen is het een

unieke kans (Ahsmore, 1989: 28).Mijn ervaring is dat reflectie ons uittilt boven de

dagelijkse, vaak weerbarstige managementpraktijk. In die zin is reflectie voor mij een bron van inspiratie en telkens weer een unieke kans.”