• No results found

4. JURIDISCHE LEGITIMITEIT 53

4.2 Menselijke waardigheid en autonomie

4.2.4 Solidariteit

In vergelijking met vrijheid en gelijkheid kreeg het idee van broederschap of solidariteit een ondergeschikte plek in de democratische theorie en de vertaling in het recht. “Broederschap wordt verondersteld minder specifiek een politiek concept te zijn, dat op zichzelf geen van de democratische rechten definieert, maar daarentegen op bepaalde geesteshoudingen en gedrags-vormen wijst zonder welke wij de door deze rechten uitgedrukte waarden uit het oog zouden verliezen”, aldus Rawls.243

Solidariteit houdt zijns inziens in dat de beter gesitueerden hun grotere voordelen alleen willen hebben onder een stelsel waarin dit de minder fortuinlijken tot profijt strekt.

237

Niessen, R.E.C.M., “Over de legitimatie van belastingheffing”, in A.C. Rijkers (red.), Geppaartbundel: Beschouwingen

over grondslagen, Opstellen aangeboden aan prof. Mr. Ch. P.A. Geppaart, Deventer, Kluwer, 1996, pp. 153,54.

238

Happé, R.H., Drie beginselen van fiscale rechtsbescherming, Deventer, Kluwer, 1996, pp. 26 e.v.

239

HR 6 juni 1979, BNB 1979/211.

240

In dit arrest ging het om het percentage van de pensionprijs dat bewoners van een bejaardenhuis tot de buitengewone lasten mochten rekenen (fiscale aftrekpost). De Belastingdienst had voor een aantal bewoners 33% van de pensionprijs in aanmerking genomen zonder bewijs te vragen, terwijl voor de betrokkene slechts 20% was toegestaan. De Hoge Raad beslist dat nu de aftrekpost bij andere bewoners zonder bewijst tot een percentage van 33% was toegelaten dit beleid ook bij betrokkene moet worden gevolgd.

241

Zie paragraaf 7.4.3 voor een uitgebreide behandeling van het gelijkheidsbeginsel in het belastingrecht.

242

Happé, R.H., Drie beginselen van fiscale rechtsbescherming, Deventer, Kluwer, 1996.

243

62

Toch is binnen door de Nederlandse politiek de laatste jaren in toenemende mate aandacht gevraagd voor solidariteit als één van de kernwaarden van de rechtsstaat. Zo merkt de commissie Uitdragen kernwaarden van de rechtsstaat in haar advies aan de regering op dat broederschap, of de meer moderne term solidariteit, naast vrijheid en gelijkheid de derde pijler is waarop de moderne westerse samenleving is gebouwd: “Het zou verkeerd zijn om te denken dat de rechtsstaat alleen eisen stelt aan de overheid, terwijl de burgers van de rechtsstaat daaraan uitsluitend rechten ontlenen. Het is waar dat de rechtsstaat er is in het belang van de burgers, maar dat geldt voor alle burgers. Juist daarom hebben de burgers in een rechtsstaat ook verplichtingen tegenover elkaar en tegenover de overheid.”244

We zullen hierna zien dat deze kernwaarde van de rechtsstaat op herkenbare wijze terugkomt in de

rechtvaardigheidsbeleving van individuele mensen.245

Burgers hebben dus zowel rechten om alleen aan beperkingen te worden onderworpen die bij de wet zijn vastgesteld, als plichten om bij te dragen aan de samenleving. De plichten dienen om de rechten en vrije ontplooiing van iedereen mogelijk te maken.246 Het is een misvatting te denken dat de rechtsstaat kan functioneren zonder het vertrouwen van de burgers, maar evenzo dat dit mogelijk is zonder hun actieve steun en betrokkenheid bij de realisatie van de waarden waar de rechtsstaat uiteindelijk voor staat.247

Solidariteit en belastingheffing

Solidariteit roept in onze moderne, op het individu georiënteerde, samenleving vragen op. Zeker wanneer deze in verband wordt gebracht met belastingheffing. Niessen verwoordt die twijfel als volgt: “De staat, zoals hier beschreven, is tot stand kunnen komen doordat de grote meerderheid van de bevolking tot de overtuiging is geraakt dat een grote mate van onderlinge samenwerking het eigenbelang het meest dient.”248

Dat betekent echter niet dat het collectieve en het eigen belang volledig versmelten. De mens onderscheidt binnen het “samen optrekken” steeds de verschillende belangen en dat geldt zeker als het gaat om belasting betalen.249 Ook anderen menen dat vanwege het feit dat belasting betalen het individuele vrij besteedbare inkomen aantast de mogelijkheid van belastingweerstand niet uitgesloten mag worden.250 Dit

244

Commissie ‘Uitdragen kernwaarden van de Rechtsstaat’ , Onverschilligheid is geen optie, de rechtsstaat maken we

samen, Den Haag, Commissie ‘Uitdragen kernwaarden van de Rechtsstaat’ , 2008, p. 5.

245

Zie paragraaf 5.7 en 5.8.

246

Komter, A.F., J.Burgers en G. Engbersen, Het cement van de samenleving, Een verkennende studie naar solidariteit

en cohesie, Amsterdam, Amsterdam University Press, 2000, p. 120.

247

Commissie “Uitdragen kernwaarden van de rechtsstaat”, 2008, pp. 29-30.

248

Niessen, R.E.C.M., “Over de legitimatie van belastingheffing”, in A.C. Rijkers (red.), Geppaartbundel: Beschouwingen

over grondslagen, Opstellen aangeboden aan prof. Mr. Ch. P.A. Geppaart, Deventer, Kluwer, 1996, p. 152.

249

Niessen, R.E.C.M., “Over de legitimatie van belastingheffing”, in A.C. Rijkers (red.), Geppaartbundel: Beschouwingen

over grondslagen, Opstellen aangeboden aan prof. Mr. Ch. P.A. Geppaart, Deventer, Kluwer, 1996, p. 152.

250

Albregtse, D.A., “Economische aspecten van belastingweerstand”, in D.J. Hessing, H. Elffers en J.H. Christiaanse (red.), Belastingontduiking: juridische, economische en psychologische aspecten van belastingweerstand, 1989.

63

gebrek aan vertrouwen in de fiscale solidariteit van burgers zien we terug in de Algemene wet inzake Rijksbelastingen (AWR) waarin veel mogelijkheden voor de inspecteur tot controle en dwang zijn opgenomen.251 We zullen in het vervolg van de studie zien op welke wijze sociale wetenschappen onderzoek doen naar de fiscale beleving van burgers en welke resultaten dit empirisch onderzoek oplevert. Nu reeds kan worden opgemerkt dat onderzoek naar de bereid-heid van burgers om bij te dragen in de collectieve lasten in de vorm van belastingen een genuanceerd beeld oplevert. Er zijn veel factoren die invloed uitoefenen op de bereidheid tot nakoming van fiscale verplichtingen door burgers.252

Toch zijn er vanuit de rechtswetenschap ook signalen dat er sprake is van fiscale solidariteit bij mensen. Zo kan het draagkrachtbeginsel in het belastingstelsel worden aangemerkt als een prominent element van solidariteit.253 Dit beginsel van het belastingrecht normeert de verdeling van de belastingdruk over de burgers. Het is een beginsel dat specifiek aan de belastingheffing ten grondslag moet liggen omwille van een rechtvaardige belastingheffing.254 Weliswaar betreft het hier een afgedwongen vorm van solidariteit, maar tegelijkertijd is het draagkrachtbeginsel politiek en maatschappelijk breed geaccepteerd.

Een pleidooi voor de vrijwillige toepassing van solidariteit komt van Happé en Gribnau in hun preadviezen voor de Vereniging van belastingwetenschap.255 In de toenemende aandacht voor

corporate governance en corporate responsibility zien zij mogelijkheden voor de fiscaliteit

om aan te sluiten bij de idee van verantwoord ondernemerschap. Een voorbeeld hiervan is het betalen van belasting naar de mate waarin natuurlijke hulpbronnen van dat land worden geëxploiteerd.256 Ze veronderstellen daarbij dat ondernemingen bereid en in staat zijn om het gemeenschapsbelang naar redelijkheid in te passen in hun commerciële doelstellingen. Het betalen van belasting tot een, vanuit maatschappelijk oogpunt bezien, redelijk niveau kan daarvan deel uitmaken. Hier is sprake van solidariteit in een moderne commerciële en morele zin.

Na bespreking van de klassieke fundamentele politieke waarden waarop de rechtsstaatgedachte is gestoeld komen we nu toe aan de positie van het recht in de

samenleving. We zullen vaststellen dat het recht binnen de rechtsstaat het werkelijke gezag vormt.

251

Algemene wet inzake rijksbelastingen, Wet van 2 juli 1959.

252

Zie hoofdstuk 6.

253

Stevens, L.G.M., Elementair belastingrecht, Deventer, Kluwer, 2009, pp. 10 e.v.

254

Gribnau, J.L.M., Bijdragen aan een rechtvaardige belastingheffing, Amersfoort, Sdu Uitgevers Fiscale en Financiële Uitgevers, 2007, p. 47.

255

Happe, R., “Belastingethiek: een kwestie van fair share”, in Geschriften van de Vereniging voor belastingwetenschap

no. 243, Belastingen en ethiek, Deventer, Kluwer, 2011, en Gribnau, J.L.M., “Fiscale ethiek: wederkerige verantwoordelijkheid voor de integriteit van het belastingrecht”, in Geschriften van de Vereniging voor

belastingwetenschap no. 243, Belastingen en ethiek, Deventer, Kluwer, 2011.

256

Gribnau, J.L.M. en R.Hamers, “Tax planning:spel met regels dat om ethisch houvast vraagt – deel 2 Ethische visies en beslissingsfactoren”, WFR 2011/ 290.

64