• No results found

Tot slot vat ik de belangrijkste bevindingen wat betreft de dataverzameling en verwerking samen.

6.3. selectie van de voorbeeldcasussen en de interviewfragmenten

Ten behoeve van het demonstreren, evalueren en waar nodig bijstellen van de verzamelde analytische middelen in mijn onderzoek heb ik drie voorbeeldcasussen geselecteerd.

Respectievelijk gaat het om de vertelling van Said (een Marokkaanse man) in hoofdstuk 7, om de vertelling van twee Marokkaanse vrouwen (Karima & Aisja10) in hoofdstuk 8, en die van een

Marokkaanse man (Abdullah) in hoofdstuk 9. De selectie hiervan is tot stand gekomen na uitvoerige lezing en open codering (in Atlas-ti) van alle 22 goed bevonden interviews in het ZGL-project en in wisselwerking met het theoretisch kader. Doorslaggevend in de selectie waren naast de vraagstelling en het theoretische kader de volgende technische, inhoudelijke en methodologische overwegingen.

Vanwege de vertalings- en interpretatieproblematiek zoals hierboven uiteengezet, heb ik in eerste instantie gekozen voor interviews die (grotendeels althans) in het Nederlands zijn gehouden. Het interview met Abdullah was een van de interviews die voldeed aan wat ik

toentertijd verstond onder voldoende kwaliteit voor een goede narratieve analyse: interviews met voldoende lengte (minimaal anderhalf uur), en voldoende dialogische kwaliteit en diepgang. De inhoudelijke diepgang komt tot uitdrukking in de interferentie van de sociale, existentiële en lichamelijke dimensie van gezond leven in plaats van een beperking tot hoofdzakelijk BRAVO- thematiek (gedragsmatige dimensie). Dit was tevens een interview dat ik zelf heb gehouden, waardoor ik geen gebruik hoefde te maken van secundaire data (door anderen verzameld) en dus een extra interpretatieslag kon vermijden.

Later heb ik hieraan twee interviews toegevoegd die op een aantal punten afwijken van de hier geformuleerde technische criteria. Die aanvulling hangt samen met mijn verschuivend inzicht in narratieve analyse mede door de kennismaking met de verruimde criteria van het kleine verhaal. Het interview dat Karima (een peer in het project) hield met Aisja is een voorbeeld van het genoemde natuurlijke onderzoeksgesprek (§6.1.2.). Opname van dit gesprek gaf me de mogelijkheid de analyse van een gesprek met twee vertellers in het onderzoek te betrekken. Het interview dat Ila (een intermediair in het project) hield met Said gaf me de mogelijkheid om een

9 Met dank aan Laurens ten Kate voor het attent maken op dit effect.

109 | hoofdstuk 6

dataverzamelIng- en verwerkIng

interview op te nemen waarin de interactie tussen de interviewer en geïnterviewde niet bepaald mooi dialogisch en glad verloopt. Ila en Said verschillen namelijk behoorlijk in opvatting over de gewenste manier om gezond leven te bereiken. De overeenkomst tussen deze laatste twee voorbeeldcasussen zijn de, vanuit de gangbare criteria van een goed interview beschouwd, onorthodoxe interviewerrol en ongebruikelijke interactie.

De drie geselecteerde casussen samen geven de mogelijkheid om verschillende aspecten van de dialogische relatie te onderzoeken. Een van die aspecten is het spanningsveld tussen distantie en betrokkenheid, en daarbinnen de mate van sociale en culturele afstand tussen interviewer en geïnterviewde, zoals die tot uitdrukking komt in een glijdende schaal van overeenkomst op voor dit onderzoek centrale identiteitsposities. Eerder gaf ik aan hoe ik meer in het algemeen heb geprobeerd de sociale en culturele afstand tussen mijzelf en de onderzochten te overbruggen (§1.1.). De lijst met identiteitsposities die ik hier noem is niet uitputtend, maar een selectie van de in het ZGL-project belangrijkste posities. Of deze voor de geïnterviewden zelf aantoonbare relevantie hebben in het interview (vertellerperspectief) of volgens mij relevant zijn om de betekenisverlening te verhelderen (onderzoekersperspectief), is een kwestie om in de analyse te onderzoeken. De mate van verschil in identiteitsposities (tussen interviewer en geïnterviewde) in de gekozen interviews verschuift van:

1. geheel overeenkomstig: overeenkomst in sekse, etniciteit, leeftijd, opleidingsniveau en gezondheidstoestand (Karima en Aisja, zie hoofdstuk 8), naar

2. gedeeltelijk overeenkomstig: overeenkomst in sekse, etniciteit en leeftijd; verschil in opleidingsniveau en gezondheidstoestand (Said en Ila, zie hoofdstuk 7), naar 3. niet overeenkomstig: verschil in sekse, etniciteit, leeftijd, opleidingsniveau en

gezondheidstoestand (Abdullah en ik, zie hoofdstuk 9).

Binnen de voorbeeldcasussen was het belangrijkste inhoudelijke criterium voor de keuze van fragmenten het verhelderen van de zoektocht naar mogelijkheden voor gezond leven, inclusief potentieel gezond leven. Veel interviews bleken gedomineerd te worden door ziektegerelateerde betekenisverlening. Vanuit mijn centrale vraagstelling was ik echter juist op zoek naar (potentieel) gezond leven. Dit betekende dat de analyse niet primair gericht moest zijn op het weergeven van een zo compleet mogelijk beeld van het interview als geheel, of van de overkoepelende thematiek. Ik ben juist op zoek gegaan naar afwijkende gevallen (fragmenten, zinssneden, woorden) wat betreft de mogelijkheid om (potentieel) gezond leven op te sporen. Het zoeken naar positief afwijkende gevallen is een belangrijk methodologische strategie in

onderzoek met gezondheidsbevorderende vraagstellingen (Antonovsky, 1987), waartoe het ZGL-project gerekend kan worden. Hiermee is niet gezegd dat gezond leven altijd bevorderd zou moeten of kan worden. Het ging me erom te onderzoeken hoe gezond potentieel opgespoord zou kunnen worden.

6.4. samenvatting

In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk concludeerde ik dat de soort vraag en de achtergrond van de geïnterviewde van invloed kan zijn op de verkregen antwoorden, maar dat niet eenduidig vaststaat welke invloed. Om deze en andere redenen is een kwalitatief interview opgevat als conversatie van belang voor onderzoek naar gezond leven. Daarbij merkte ik op dat sturende interviewvragen, mits reflectief en sensitief ingezet, niet uitgesloten zouden moeten worden gezien het dialogische karakter van de interviews. Verder kwam ik tot de conclusie dat de

opvatting van het interview als conversatie nog onvoldoende is om een deel van de ZGL- interviews te karakteriseren en introduceerde ik het ‘natuurlijk onderzoeksgesprek’ als aanduiding voor dit type interviews. Deze aanduiding is geïnspireerd door de kleine

verhalenbenadering (§4.2.) en beoogt dit type peer-peerinterviews als relevante onderzoeksdata onder de aandacht te brengen. Tot slot van deze bespreking noemde ik het belang om interviews niet als neutrale ingangen tot ervaringen te beschouwen, maar er rekening mee te houden dat (delen van) conversaties over gezond leven, ook in onderzoek, ideologische en morele claims zijn.

In de tweede paragraaf besprak ik methodologische kwesties in de transcriptie van interviews. Ik begon met te benadrukken dat de transcriptie een interpretatieve activiteit is. Dit geldt niet alleen voor vertalingen, maar überhaupt voor het op schrift stellen van gesproken woord. Onderzoekers maken allerlei keuzes in de weergave van interviewfragmenten. Ik expliciteerde mijn keuzes ten aanzien van de mate waarin ik ruwe transcripten opschoonde of juist dichter bij de natuurlijke taal probeerde te blijven. Vervolgens gaf ik aan dat de door mij gekozen dramaturgische weergave van interviewfragmenten enerzijds meer interpretatie vergt en anderzijds de natuurlijke taal meer tot uitdrukking weet te brengen. Ik heb gekozen voor een dramaturgische weergave in de transcriptie van fragmenten om een dialogische/performance analyse te ondersteunen.

Tot slot van dit hoofdstuk expliciteerde ik de criteria op basis waarvan ik de voorbeeldcasussen – die ik gebruik ter demonstratie, evaluatie en aanscherping van mijn onderzoeksmethodologie – heb geselecteerd. Het belangrijkste in die selectie is niet de representativiteit van de casussen, maar een zo groot mogelijke variatie ten aanzien van de identiteitsposities van interviewer en geïnterviewde. Dit criterium hangt samen met de dialogische insteek van mijn onderzoeksmethodologie en het relationele karakter van gezond leven. Als criterium voor de selectie van fragmenten binnen de voorbeeldcasussen noemde ik de inhoudelijke relevantie voor de zoektocht naar mogelijkheden voor gezond leven. Welke analysemethode ik heb samengesteld en toegepast om in de aldus verzamelde, geprepareerde en geselecteerde interviews en fragmenten dit (potentieel) gezonde leven op te sporen, is onderwerp van het volgende hoofdstuk.

hoofdstuk 7

analyse

In dit hoofdstuk vervolg ik de concretisering van de

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN