• No results found

The sense of coherence is a global orientation that expresses the extent to which one has a pervasive, enduring though dynamic feeling of confidence that

2.5. samenvatting van de aandachtrichtende begrippen

Welke aandachtrichtende begrippen21 neem ik op basis van de bespreking in dit hoofdstuk

mee in de verdere uitwerking van de narratieve psychologie als onderzoeksbenadering? Canguilhem vertegenwoordigt in dit hoofdstuk de ‘stem’ die de aandacht vestigt op de rol van

gezondheidsbevordering (Saan & de Haes, 2005) en in een meer filosofische bijdrage in een publicatie van het RIVM

Tijd voor Gezond Gedrag (De Regt, in Jansen, Schuit & Lucht, 2002). De Regt verwoordt de inzet als volgt:

“Misschien houdt dan ook het zo verkrampte denken in gezondheidsrisico’s eens op, wat maakt dat we in plaats van gezondheid bevorderen, mensen vooral angstig maken voor risico’s op ziekte. Je gelukkig voelen heeft ook te maken met je kunnen ontplooien, met vrijheid en onafhankelijkheid. Gelukkige mensen kunnen en zullen vaker kiezen voor een gezonde leefstijl, niet uit angst maar als kans” (p.255).

20 Volgens Van Hooft (1997) is het om tot volledige ontwikkeling van een gezond zelf te komen niet voldoende om te overleven, onze dagelijkse taken te kunnen vervullen en positieve emoties en stimulans te ervaren. Daar bovenop is het volgens hem van belang dat we het gevoel hebben dat de dingen die we bereiken en ervaren onderdeel uitmaken van een zinvol leven. Zingeving zorgt ervoor dat we onze levens als eenheid ervaren, ergens in geloven en het helpt “an articulated form of selfhood through which we can define our fulfillment as human beings” te bewerkstelligen.

21 Ik formuleer deze aandachtrichtende begrippen niet om binnen dit onderzoek empirisch uitsluitsel te geven over de

onderzochte groep, maar om a) de richting aan te geven voor de methodologieontwikkeling en b) meer in het algemeen luisteraars, of dat nu onderzoekers zijn of gezondheidsprofessionals, te sensitiveren voor een alternatief gezondheidsconcept dan de gangbare biomedische.

053 | hoofdstuk 2

gezond leven als dynamIsche relatIe tussen IndIvIdu en omgevIng

lichaamsbewustzijn en de eigen ordening die het lichaam aanbrengt zonder dat daar bewuste sturing aan ten pas komt. Zijn vertrouwen in het lichamelijk vermogen om een nieuwe ordening tot stand te brengen en het centraal stellen van organische processen op individueel niveau is een belangrijke tegenhanger in een gezondheidsbevorderingscontext waarin de nadruk vooral ligt op objectieve, rationele kennis over het lichaam. Op basis van Canguilhem (en later bevestigd bij Herzlich) heb ik vervolgens onderscheid gemaakt tussen een behoudende en creërende gezondheidsvorm. Verder ontleende ik aan hem dat de creërende gezondheidsvorm openend en transcenderend is. Interessant is verder dat gebruik én misbruik van de fysieke gezondheid een component is van de creërende gezondheidsvorm. Tenslotte bood zijn biologische

conceptualisering het inzicht dat gezond leven op dit organische niveau een momentaan karakter heeft. Aan dit momentane karakter kan worden toegevoegd dat gezond leven een proces is van voortdurende lichamelijke monitoring en aanpassing aan nieuwe normen voor gezond leven.

Herzlichs studie geeft inzicht in de sociale representatie van gezondheid. Vooral

interessant voor het onderzoek naar gezond leven is de karakterisering van positieve gezondheid door haar respondenten als een dynamisch evenwicht, als multidimensioneel en als een activiteit. Haar studie (en de vervolgstudies hierop) heb ik genoemd om zichtbaar te maken dat een multidimensionale, dynamische en positieve opvatting van gezondheid breed voorkomt in alledaagse opvattingen en dus meer is dan een door onderzoekers bedacht construct. In de sociale representatietheorie verdwijnt echter inzicht in de individuele variatie en dynamiek zoals Herzlich (1973) zelfkritisch opmerkt. Nog een kritiekpunt op de sociale representatietheorie dat ik besprak is de veronderstelling dat de persoonlijke betekenisverlening geen rationele, propositionele structuur hoeft te hebben. Gezondheidsuitspraken worden veel meer gekenmerkt door ambivalentie en contradicties dan door logische consistenties die de sociale

representatietheorie veronderstelt. Juist de manier waarop mensen ieder op unieke wijze, met ambivalentie en contradicties, vormgeven aan gezond leven is onderwerp van mijn onderzoek.

Het vele onderzoek in navolging van Antonovsky heeft aangetoond dat individuele betekenisverlening (en zingeving in het bijzonder) direct van invloed is op de fysieke gezondheid. Antonovsky is echter zeer terughoudend wat betreft de mogelijkheden voor versterking van het individuele vermogen om zin te geven. De rol die hij aan omgevingsinvloeden toekent, maakt dat hij mogelijkheden voor versterking van de SOC vooral op institutioneel en maatschappelijk niveau ziet en duidelijke grenzen constateert aan wat hulpverleners in concrete individuele gevallen kunnen betekenen. Dit is een belangrijke relativering van te hoge verwachtingen ten aanzien van snelle of grote resultaten op individueel niveau. Maar tegelijkertijd moedigt zijn onderzoek aan tot het bestuderen van manieren om het individuele vermogen tot zingeving of zinervaring te versterken. Wat ik bovendien meeneem van Antonovsky is een functioneel perspectief op behoud en verandering, waardoor het mogelijk wordt om de behoudende en creërende

gezondheidsvormen anders dan bij Canguilhem niet in een hiërarchische relatie tot elkaar te beschouwen. Gezondheid als veranderingsmogelijkheid is niet superieur aan behoud. Dit leek me gezien de doelgroep ouderen een welkome insteek.

Een overkoepelend punt dat bij deze auteurs terugkomt, is dat gezond leven gezien moet worden als een dynamische relatie tussen individu en omgeving. Met de conceptualisering van gezond leven als dynamische relatie tussen individu en omgeving bouw ik voort op kenmerken van gezond leven als dynamiek en de inbedding in collectieve betekenisverlening als

aandachtrichtende begrippen (zie §1.4.). De bespreking van de drie auteurs in dit hoofdstuk specificeert hoe gezond leven als dynamische relatie tussen individu en omgeving vorm krijgt. De aandacht voor omgevingsfactoren is op zich niet nieuw. De sociale (en ook de fysieke) omgeving wordt in de gezondheidsbevordering in toenemende mate opgenomen in het rijtje gezondheidsdeterminanten (Saan & De Haes, 2005). Deze neutrale of technische terminologie van de omgeving als determinant veronderstelt echter een scheiding tussen subject en object, in plaats van een meer relationele conceptualisering van gezond leven als een dynamische relatie tussen individu en omgeving. Bij Canguilhem zijn zowel het organisme als de omgeving

dynamisch. Herzlichs respondenten spreken over een dynamisch evenwicht en Antonovsky geeft aan dat omgevingsfactoren niet ongezond zijn als zodanig, maar afhankelijk van hoe ze betekenis krijgen. Hij verlegt daarmee de focus van risicomijding naar het zoeken naar mogelijkheden voor gezond potentieel.

Dit betekenisverleningsperspectief op gezond leven als dynamische relatie tussen individu en omgeving, met als focus de rol die anderen spelen in het samen en alleen gezond leven, werk ik in het tweede deel verder uit in de dialogisch narratief-psychologische benadering. Maar eerst sta ik in het laatste hoofdstuk van dit eerste deel stil bij de methodologische

hoofdstuk 3

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN