• No results found

Tot slot vat ik de belangrijkste bevindingen wat betreft de dataverzameling en verwerking samen.

6.2. dataverwerking: transcriptie

In deze paragraaf ga ik in op de maatregelen die we in het ZGL-project hebben genomen om van bandopname tot transcript te komen. Specifiek ga ik in op taal- en vertaalproblemen en op mijn overwegingen en genomen maatregelen met betrekking tot de opschoning van fragmenten. Daarna bespreek ik de aanvullende dramaturgische transcriptiemethode die ik voor de centrale fragmenten in mijn analyse heb gebruikt.

6.2.1. Interpretatie, vertaling en notatie

Dat de transcriptie (het op schrift stellen van de gesproken interviews) een interpretatieve aangelegenheid is en zeker geen louter technische is in narratief onderzoek algemeen bekend (Josselson, 2004). Maar ook buiten het narratieve onderzoek zegt niemand minder dan de Franse socioloog Bourdieu:

“It is clear that even the most literal form of redaction (the simplest

punctuation, the placing of a comma, for example, can determine the whole

sense of a phrase) represents a translation or even an interpretation. This is

even more markedly the case with the kind of redaction proposed here:

breaking with the spontaneistic illusion of a discourse that “speaks for itself,”

it deliberately works off the pragmatics of writing … to orient the reader’s

attention toward the sociologically pertinent features which might escape

unwary or distracted perception.”

(Bourdieu, 1993, p.621-622)

Wanneer een onderzoeker afscheid neemt van de illusie dat een tekst voor zichzelf spreekt, heeft dit als consequentie dat verwerking, analyse en rapportage van data niet als duidelijk te onderscheiden fasen gemarkeerd kunnen worden. Het interpretatieve werk van de transcriptie geldt des te meer in een discursieve of narratieve analyse waarin specifiek aandacht is voor (para)linguïstische elementen. Het werken met vertalingen bemoeilijkt dit interpretatieve werk, omdat dan namelijk informatie ontbreekt over hoe iets gezegd is. In het uitwerken van een vertaald interview krijgt de analist bovendien te maken met een extra interpretatieslag door de vertaler. In het ZGL-project zijn dergelijke nadelen van een vertaling op de koop toe genomen, omdat we daarmee toegang kregen tot een doelgroep die erom bekend staat moeilijk bereikbaar te zijn. Om het verlies van de paralinguïstische dimensie enigszins te compenseren hebben de interviewer-vertalers soms geprobeerd tempo, volume, irritatie, intensiteit, etc. na te bootsen in het uitspreken van de vertaling.

In het ZGL-project werd de transcriptie grotendeels uitbesteed aan studenten. Deze werkwijze nam mij een hoop werk uit handen. Maar ik wilde de transcriptie niet helemaal uitbesteden, omdat ik me realiseerde dat het om interpretatief werk gaat en niet alleen een technische aangelegenheid betreft. Daarom heb ik ten behoeve van de uitwerking van de vertaalde én onvertaalde interviews een uitgebreide instructie gegeven aan de studenten die de transcripten maakten (zie bijlage III). Vervolgens heb ik alle bandopnamen beluisterd en de

105 | hoofdstuk 6

dataverzamelIng- en verwerkIng

uitgewerkte transcripten op basis van het beluisteren van de opnamen waar nodig bijgesteld. Daarbij kwam ik zelfs op het spoor van stukken ‘interview’ op band die niet waren uitgewerkt, omdat deze door degene die het interview had uitgetypt niet als onderdeel van het officiële interview en daarom als onbelangrijk werden beschouwd. Het uitgebreide fragment dat centraal staat in hoofdstuk 8 (Karima & Aisja) is daar een voorbeeld van (zie bijlage IV). Door die intensieve luister- en leesactiviteit raakte ik bekend met mijn interviewdata. De delen van de transcripten die ik in de uiteindelijke rapportage van mijn analyse heb gebruikt, heb ik nogmaals meerdere malen beluisterd en de weergave van paralinguïstische informatie op groter

detailniveau aangepast. Daarbij heb ik de volgende transcriptienotaties gebruikt (Gee, 1991): (.) = aanduiding van een kleine pauze in de stroom tekst

Hoe meer puntjes hoe langer de pauze

[…] = punten tussen vierkante haken geeft aan dat een stuk transcript is weggelaten [Verhaal = aanduiding voor overlappende tekst

verhaal] (interviewer en geïnterviewde praten door elkaar)

(verhaal) = tekst tussen ronde haken betreft commentaar van de onderzoeker, bijvoor beeld over non-verbaal gedrag, of door de onderzoeker aangevulde of aangepaste bewoordingen ten behoeve van opschoning en verduidelijking verhaal = aanduiding van nadruk of klemtoon

verha;al = aanduiding van langgerekte klank º = zachter gesproken

6.2.2. Opschoning: overwegingen en maatregelen

De transcriptie van in ieder geval de Nederlands gesproken interviews (door een deel van de Marokkaans-Nederlandse én door de Nederlandse ouderen) was erop gericht zo dicht mogelijk bij de natuurlijke taal te blijven. Voor de analyse van deze interviews heb ik zo lang mogelijk gebruik gemaakt van die natuurlijke taal. In de uiteindelijke rapportage heb ik de volgende overwegingen gehad om de transcripten in ruwe versie weer te geven of ze op te schonen met het oog op de leesbaarheid ervan. Ik bespreek eerst de argumenten tegen opschoning.

Ten eerste is weergave van de lokale kleur van de taal, zowel het Marokkaans-Nederlands als het Rotterdams-Nederlands, een manier om dichter bij de perspectieven van de

geïnterviewden te komen en recht te doen aan hun karakteristieke taal. Deze eigen taal wordt heel serieus genomen wanneer deze onderwerp wordt van uitgebreide wetenschappelijke analyse. Een tweede reden om de typische taalkleur niet helemaal weg te poetsen en tot ABN om te vormen, is dat een Marokkaans-Nederlandse taal kan worden gezien als onderdeel van een multiculturele samenleving waarmee gezondheidsprofessionals en onderzoekers in hun werk te maken hebben. Dit typische eigen taalgebruik is daarmee een reflectie van deze tijd5. Dit betekent

een erkenning van de realiteit van een multiculturele samenleving en processen van interculturalisatie in de zorg, waarmee veel mensen zowel privé als professioneel dagelijks te maken hebben. Een derde reden is het vermijden van een extra interpretatieslag door de analist. Zeker in een minutieuze linguïstische analyse moet voorzichtigheid in acht worden genomen bij het sleutelen aan de eigen woorden van geïnterviewden.

Ik had echter ook drie argumenten voor opschoning. Ten eerste kunnen geïnterviewden zich in een interview dat niet in hun eigen, eerste taal wordt gehouden, minder eloquent en precies uitdrukken. Daardoor ontstaat mogelijk onterecht een te negatief beeld over hun

uitdrukkingsvaardigheden en denkvermogen. Ten tweede wordt het voor de onderzoeker en lezer moeilijker hen te begrijpen. Het bespreken van analyses met studenten, begeleiders en

medeonderzoekers werd vaak bemoeilijkt doordat zij moeite hadden om de fragmenten te lezen, wat soms betekende dat zij uit irritatie afhaakten. Het kwam ook voor dat luisteraars lacherig deden over het gebrekkige taalgebruik (dialect, spreektaal, Marokkaans-Nederlands). Dergelijke reacties zouden ook kunnen worden opgevat als kenmerkend voor een multiculturele

samenleving. Deze ervaring, gecombineerd met ten derde de zorg die sommige Marokkaanse geïnterviewden uitspraken om verkeerd begrepen te worden, heb ik afgewogen tegen het risico van een extra interpretatieslag. Om zowel de lezers te accommoderen als het risico van misinterpretatie en misrepresentatie van de geïnterviewden tegen te gaan, heb ik in beperkte mate voor opschoning van de geselecteerde fragmenten gekozen. Daarnaast vraag ik de lezer geduld te hebben en open te staan voor de taal en wereld van mijn geïnterviewden.

Maatregelen die ik heb genomen om het genoemde interpretatierisico te ondervangen zijn: de analyse zo lang mogelijk op de oorspronkelijke tekst doen;

bewust omgaan met het interpretatieve werk en het effect van opschoning; •

opschoning zien als onderdeel van de analyse; •

weergave tussen haakjes, wanneer tekst is toegevoegd of aangepast om het interpre- •

tatieve werk van de onderzoeker zo transparant en daarmee navolgbaar mogelijk te houden;

weergave van de oorspronkelijke bewoordingen in een voetnoot bij het herformuleren •

van een woord of zin;

grotere terughoudendheid in de analyse van vertaalde dan van niet-vertaalde interview- •

fragmenten;

selectie van (grotendeels) Nederlands gesproken interviews als voorbeeldcasussen, en •

vertaalde interviews overwegend gebruiken als achtergrondinformatie;

voorleggen van fragmenten en analyses aan anderen (die deskundig zijn op het gebied van •

de Marokkaanse taal en cultuur).

6.2.3. Transformatie van fragmenten tot dramaturgische weergave

Een vorm van transcriptie (en interpretatie) die ik heb toegepast is door de geselecteerde fragmenten als ‘performance’ weer te geven. Deze performanceweergave van fragmenten ontleen ik aan Riessman (1993, 2007) en aan Emerson en Frosh (2004), die zich baseren op Gee’s psycholinguïstische transcriptiemethode (1991). Gee concentreert zich op de poëtische structuur van de woorden van de geïnterviewde. Net als Riessman ga ik redelijk vrij om met Gee’s

transcriptiemethode om twee redenen. Ten eerste omdat Riessman ervoor waarschuwt voorzichtigheid in acht te nemen bij het toepassen van deze methode in een andere taal dan het Engels waarvoor deze ontwikkeld is. Ten tweede omdat het zwaartepunt op een dialogische analyse ligt en minder op een intrapsychische analyse zoals bij Gee het geval is. Hierin volg ik Riessmans aanpassing ten opzichte van Gee om de bijdrage van de interviewer weer te geven. Zij maakt hiervoor gebruik van de theatermetafoor van de scène in plaats van wat Gee strofes noemde (zie hieronder). Daarmee haalt ze het performance karakter van het vertellen van

107 | hoofdstuk 6

dataverzamelIng- en verwerkIng

verhalen naar voren. Performance is een begrip dat zij ontleent aan Goffmans inmiddels klassieke boek The Presentation of Self in Everyday Life (1956). Het begrip performance is door P. Nijhoff (1993) in een Nederlandse vertaling van Goffman’s boek vertaald als dramaturgie. Het drama- turgische karakter kan nog versterkt worden door de aanduidingen van de andere analyse- eenheden van Gee in toneeltermen te gieten: Deel wordt dan akte; stanza wordt dan sequens6.

De dramaturgische weergave is om drie redenen relevant voor mijn onderzoek naar gezond leven. Ten eerste richt het de aandacht op de communicatieve en sociale functie van het vertellen van verhalen. Dit sluit aan bij het dialogische perspectief in de narratieve psychologie en bij gezond leven als dynamische relatie (hoofdstuk 2). De schijn van een enkele verteller wordt in traditionele vormen van representatie versterkt door de interviewer en diens vragen uit de presentatie van fragmenten te houden (Emerson & Frosh, 2004; Riessman, 2007). In een dialogisch narratieve analyse, ondersteund door de dramaturgische weergave, worden de interactionele en communicatieve context echter als potentieel interessant studiemateriaal gezien om de manier waarop betekenissen tot stand komen te achterhalen. Concreet betekent dit in mijn onderzoek dat ik (net als Riessman, Emerson en Frosh) interviewfragmenten presenteer in een ruime discoursecontext7 en met weergave van de interviewvragen en van de non-verbale inbreng

van de interviewer zoals instemmende geluiden of gelach.

De focus op scènes, die onderdeel uitmaken van de dramaturgische weergave, maakt ten tweede een spatiële analyse mogelijk door niet exclusief de temporele sequentie voorop te stellen. Dit is van belang met het oog op een van de kenmerken van het kleine verhaal (aandacht voor verschillende ordeningsprincipes). Ten derde kom ik zelf tot nog een aanpassing in verband met de verruimde uitgangspunten ten aanzien van ‘narratief’ van het kleine verhaal, namelijk wat betreft het toelaten van niet alleen het geactualiseerde, maar ook het mogelijke, wenselijke en hypothetische. Ik beperk me daarom niet tot hoofdzinnen zoals Gee (die bijzinnen ondergeschikt maakte), omdat dan hypothetische ‘als…dan’ constructies8 wegvallen, terwijl die in mijn analyse

juist een belangrijke plaats innemen. Bijzinnen verdienen bovendien net zoveel aandacht als hoofdzinnen in het door mij ontwikkelde perspectief, omdat het kleine daarin minstens zo belangrijk is als het grote.

De analist komt in een paar stappen van een ruw uitgewerkt transcript tot een

dramaturgische weergave (zie bijlagen IV-VI voor voorbeelden van fragmenten die dramaturgisch zijn weergegeven). De eerste stap is het herhaaldelijk luisteren naar de bandopname om op basis van paralinguïstische informatie het begin en einde van zinnen en de focus van de zinnen te bepalen. Iedere zin begint op een nieuwe regel in de weergave. Zinnen worden dus niet op basis van inhoudelijke gronden of grammaticale regels afgebakend, maar op basis van stemhoogte, tempo en dergelijke. Hierdoor komt het natuurlijke ritme van de gesproken woorden goed tot zijn recht. De zinnen worden vervolgens gegroepeerd in sequensen, die gekenmerkt worden door een perspectiefwisseling in protagonist, plek of thema. Sequensen worden dus juist wel met behulp van grammaticale en inhoudelijke middelen bepaald. Meerdere sequensen samen vormen een scène gegroepeerd rondom een overkoepelend thema of perspectief. Meerdere scènes vormen

6 Een sequens is de kleinste narratieve eenheid van een film of toneelstuk, dat wordt gekenmerkt door eenheid van tijd, plaats en handeling. Bron: http://www.ada-online.be/nlada/spip.php?article376 [toegang 25 jan 2010].

7 Discours verwijst hier naar de omringende tekst in het interview, niet naar het bredere begrip ‘vertogen’.

8 In het Nederlands bestaat grammaticaal overigens niet zo’n duidelijk onderscheid tussen ‘als/wanneer…dan’ als in het Engelse ‘if’ en ‘when’.

samen een akte. Alle sequensen, scènes en aktes krijgen een titel. Het bepalen van foci, zinnen, sequensen, scènes en aktes, en het toekennen van titels aan deze onderdelen is een cyclisch- interactief en interpretatief proces.

Deze uitgebreide bewerking van interviewfragmenten zou opgevat kunnen worden als een verregaande vorm van interpretatie van de kant van de onderzoeker. Dit geldt zeker voor de manier waarop ik titels heb toegekend aan onderdelen. Maar deze toekenning gebeurde door nauwgezet de betekenisverlening van onderzochten te volgen. In dit type analyse gaat het daarbij niet alleen om wat die onderzochten zeggen, maar ook hoe ze het zeggen én waarom en aan wie zij hun verhaal vertellen (Riessman, 2007). Dit laatste is de grootste winst van een

dramaturgische weergave. Het volgen van het ritme van de gesproken taal in de weergave heeft, anders dan op het eerste gezicht lijkt gezien de bewerkelijkheid van deze transcriptiemethode, tot effect dat de natuurlijke taal juist beter tot haar recht komt dan in veel gebruikelijkere ruwe weergaven9.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN