• No results found

4. Juhayman al-Utaybi: Zijn betekenis voor de Belegering

4.1 Persoon – biografie

Juhayman betekent ‘boos gezicht’ in het Arabisch en is afgeleid van jahama, de verleden tijd van yatajaham, wat jezelf grimmig opstellen betekent.286 Zijn volledige naam is Juhayman bin Mohammed bin Sayf al-Utaybi. Hij is ergens in de jaren ’30 geboren in Sajir, een nederzetting van de Ikhwan, in het westen van Nadjd.287 Hij behoorde tot de Suqur, een tak van de Utaybi stam. De grootvader van Juhayman was Sayf al-Dhan, een ruiter die voor het ontstaan van de Saoedische staat onder ibn Saoed samen met andere bedoeïen aan vele plunderingen deelnam. Zijn grootvader nam echter niet deel aan de opstand van de Broeders,

Ikhwan, tegen ibn Saoed.288 Juhayman’s vader, Mohammed bin Sayf, daarentegen wel. Bin Sayf zou zij aan zij gevochten hebben met Ibn Bijad, leider van de Broeders, in de slag van Sibilla. Bin Sayf overleefde deze slag en leefde tot 1972. 289

Sajir was een kleine nederzetting die niets meekreeg van de toegenomen welvaart en modernisatie in de Saoedische steden. Trofimov omschrijft de situatie voor jonge mannen als Juhayman in het dorp als volgt: ‘Voor de jonge mannen die in dit samengeraapte zootje lemen huizen in een droge, met grind bedekte vlakte woonden, ver van de goed gedijende olievelden, waren er weinig kansen behalve het oeroude kamelen hoeden en dadels verbouwen.’290

Een andere carrièremogelijkheid was werken voor de Nationale Garde. De Nationale Garde, ook wel het ‘Witte Leger’ genoemd vanwege het witte gewaad dat de manschappen dragen, heeft als functie het Koningshuis te beschermen en het land te behoeden voor interne onrust. De Garde vormde tegenwicht voor het reguliere nationale leger en stond onder leiding van een lid van het Saoedisch Koningshuis.291 Juhayman al-Utaybi sloot zich

286 Lacey, Inside the Kingdom, 3.

287 Een precies geboortejaar is bij de verschillende auteurs die over al-Utaybi schrijven niet bekend. Enkel Trofimov waagt zich hier aan door te stellen dat hij zeven jaar na de Slag om Sibilla in 1929, waar ibn Saoed de

Ikhwan versloeg, geboren is, dus in 1936. Graham en Wilson sluiten zich aan bij 1936, echter hebben hier geen

bron voor. Zie Trofimov, Het Beleg van Mekka, 34, Hegghammer en Lacroix, ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 109, Ménoret, ‘Fighting for the Holy Mosque.’, 121 en Wilson en Graham, Saudi Arabia, 57. 288 Hegghammer en Lacroix, ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 109.

289 Of Mohammed bin Sayf daadwerkelijk zij aan zij gevochten heeft met Ibn Bijad is goed mogelijk, maar niet zeker. Trofimov, Hegghammer en Lacroix stellen dat dit zo is op basis van interviews die gevoerd zijn met voormalig lid en ooggetuige van Juhayman’s groep Nasser al-Huzaymi. Zie Trofimov, Het Beleg van Mekka, 34, Hegghammer en Lacroix, ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 109 en Al Mushawah, ‘Juhayman’s Sins’, 46. 290

Trofimov, Het Beleg van Mekka, 41. 291 Trofimov, Het Beleg van Mekka, 41-42.

70 halverwege de jaren ’50 aan bij de Nationale Garde en verliet de Garde halverwege de jaren ’70.292

Gedurende zijn jaren bij de Nationale Garde had al-Utaybi veel vrije tijd die hij gebruikte om lezingen bij te wonen in Mekka van geestelijken als imam ibn Subeil en Bin Baz. Nadat al-Utaybi de Nationale Garde de rug toegekeerd had trok hij naar Medina, waar hij lessen en lezingen van geestelijken als Bin Baz bleef bijwonen.293 Ondertussen had al-Utaybi in 1965 samen met enkele andere mannen Al Jama‘a al-Salafiyya al-Muhtasiba opgericht, wat vertaald kan worden als Salafistische Groep voor de Bevordering van Deugd en Voorkomen van Ondeugd, een groepering waarvan Bin Baz als geestelijk leider werd gezien.294 Deze groep had als doel de Wahhabitische waarden en geloofsopvatting te doen herleven in Saoedi-Arabië.295 In 1977 ontstond er om ideologische redenen een breuk in de groep die ertoe leidde dat al-Utaybi zich afsplitste en zijn eigen groep vormde, de Ikhwan, net als de Ikhwan waar zijn vader toe had behoord.296 Deze groep was twee jaren later verantwoordelijk voor het bezetten van de Grote Moskee, een actie die uiteindelijk een dodelijke afloop had voor Juhayman al-Utaybi, die als leider van deze opstand werd gezien en onthoofd werd op 9 januari 1980.297

4.2 Loopbaan

Nationale Garde

Juhayman al-Utaybi verliet school al op jonge leeftijd, waarna hij zich aanmeldde bij de Nationale Garde. Trofimov is één van de weinige auteurs die schrijft over al-Utaybi’s tijd bij het ‘Witte Leger’, al is het niet geheel duidelijk waar deze informatie vandaan komt. Volgens Trofimov stelde zijn rol binnen de Nationale Garde weinig voor en stelde de Nationale Garde zelf ook weinig voor. Er was weinig militaire discipline en er werd nauwelijks geëxerceerd. Veel van de gardisten kwamen zelfs niet opdagen wanneer er wel geëxerceerd werd. Er waren

292

Volgens Trofimov, Heghammer en Lacroix verliet al-Utaybi de Garde in 1973, terwijl Hrair Dekmejian stelt dat het in 1974 was. Zie Trofimov, Het Beleg van Mekka, 43, Hegghammer en Lacroix, ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 109 en Hrair Dekmejian, R. Islam in Revolution. Fundamentalism in the Arab World. 2e editie. (Syracuse, New York: Syracuse University Press, 1995), 134.

293

Trofimov, Het Beleg van Mekka, 43, Hegghammer en Lacroix, ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 109 en Hrair Dekmejian, Islam in Revolution., 134.

294 Lacroix, Ménoret en Nasser al-Huzaymi stellen dat al-Utaybi medeoprichter was. Zie Lacroix, Awakening

Islam, 90, Ménoret, ‘Fighting for the Holy Mosque.’, 119 en Al Mushawah, ‘Juhayman’s Sins’, 47. Trofimov

stelt enkel dat hij lid werd. Zie Trofimov, Het Beleg van Mekka, 45. Een verdere uitleg over de naam Al Jama‘a

al-Salafiyya al-Muhtasiba en wat voor organisatie dit was zal in hoofdstuk 6 gegeven worden.

295 Trofimov, Het Beleg van Mekka, 45, Hegghammer en Lacroix, ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 106-107 en Lacroix, Awakening Islam, 90-91.

296

Hegghammer en Lacroix, ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 108. 297 Zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.

71 echter volgens Trofimov wel mogelijkheden binnen de Garde om hogerop te komen. Al-Utaybi had deze ambitie niet. Gedurende zijn achttien tot twintigjarige carrière bij de Garde kwam hij niet verder dan korporaal en zou zijn meest verantwoordelijke taak het besturen van een watertruck zijn geweest.298

Als gezegd had al-Utaybi veel vrije tijd gedurende zijn diensttijd bij de Nationale Garde die hij gebruikte om lezingen van vooraanstaande geestelijken bij te wonen. Nadat hij de Garde verliet trok hij naar Medina. Volgens auteurs Hrair Dekmejian, Trofimov, Wilson en Graham ging hij studeren aan de Islamitische Universiteit van Medina, echter Lacroix en Hegghammer betwisten dit. Volgens hen had al-Utaybi, doordat hij vroeg van school af ging, niet de juiste kwalificaties om aan een universiteit te mogen studeren. Zij zeggen dat al-Utaybi wel lessen volgde aan de Dar al-Hadith, Huis van de Hadith, dat onderdeel was van de Islamitische Universiteit in Medina.299 Feit is wel dat al-Utaybi gedurende deze periode lezingen van Bin Baz volgde.300

Bin Baz en Al Jama‘a al-Salafiyya al-Muhtasiba

Bin Baz was een vooraanstaande Islamitische geleerde en had veel aanzien onder de andere

ulama. Als gezegd introduceerde hij een meer pragmatische kijk op hoe het Koningshuis en

de religieuze leiders moesten omgaan met het afwijzen van innovatie en modernisatie.301 Deze pragmatische kijk ontstond echter pas nadat hij de Islamitische Universiteit in Medina had verlaten om in Riyad te gaan werken. Over welke functie hij kreeg en wanneer hij naar Riyad vertrok zijn verscheidene auteurs het niet met elkaar eens. Trofimov stelt dat hij ‘aan het roer van het Departement voor Wetenschappelijk Onderzoek en Voorlichting’ kwam te staan. Een instantie die was belast met de interpretatie van de Islamitische wet en het uitvaardigen van

fatwas. Als voorzitter van dit departement kreeg Bin Baz hetzelfde politieke gewicht als een

hoge minister. Vanaf welk jaar Bin Baz deze functie ging bekleden wordt in het boek van Trofimov niet duidelijk.302 Volgens Hegghammer zou hij in 1971 aan het hoofd van de toen net opgerichte, en al meermaals genoemde, Raad van Religieuze Geleerden of Raad van

Ulama komen. Daarnaast fungeerde hij volgens Hegghammer, zij het onofficieel, als Groot

298

Trofimov, Het Beleg van Mekka, 42-43.

299 Hegghammer en Lacroix, ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 109 en Lacroix, Awakening Islam, 88-89. 300 Zie voetnoot 294.

301

Zie hoofdstuk 1 paragraaf 4.

72 Moefti van Saoedi-Arabië, de hoogste religieuze positie in het Koninkrijk.303 Yizraeli sluit zich daar bij aan door eveneens te stellen dat Bin Baz de opvolger was van Groot Moefti Shaykh Mohammed ibn Ibrahim Al al Shaykh.304 Auteur DeLong-Bas sluit zich daarentegen bij Trofimov aan. Bin Baz zou volgens haar voorzitter van het Departement voor Wetenschappelijk Onderzoek en Voorlichting worden en pas in 1992 Groot Moefti worden.305 Ongeacht wat zijn precieze titel was zijn alle auteurs het er wel over eens dat hij in de jaren ’70 de meest invloedrijke religieuze geleerde van Saoedi-Arabië werd.

Voor Bin Baz de meest invloedrijke religieuze geleerde werd, stond hij bekend om zijn kritiek op de Westerse invloed op het Koningshuis en Saoedi-Arabië en was hij fel tegenstander van de modernisering van het Koninkrijk. In de jaren ’40 stelde hij een fatwa op waarin hij claimde dat op basis van Hadith het verbod op de aanwezigheid van niet-moslims in Mekka en Medina geldig was voor het gehele Arabische Schiereiland. Op basis hiervan meende hij dat de Amerikaanse olie-experts, ingenieurs en militairen oftewel de ongelovigen, kafir, die in Saoedi-Arabië werkzaam waren op dat moment verbannen moesten worden. Volgens ibn Saoed ging dit fatwa tegen zijn beleid in en hij besloot daarom Bin Baz in detentie te plaatsen. Onder de meest conservatieve ulama leverde dit fatwa hem veel bewondering op. Ook na zijn detentie bleef Bin Baz groot tegenstander van de modernisatie die het Koninkrijk in de jaren ’60 en jaren ’70 kenmerkte, tot hij in dienst van het Koningshuis kwam.306

Al-Utaybi woonde lezingen en colleges van Bin Baz bij en richtte de groepering Al Jama‘a

al-Salafiyya al-Muhtasiba op, waarvan Bin Baz geestelijk leider werd. De groepering wist

vele leden te werven onder arme jongeren door ze een goedkoop weekend in de woestijn aan te bieden. Gedurende dit weekend moesten de jongeren in de hitte van de woestijn naar religieuze lezingen luisteren, lange gebed sessies houden en kregen ze weinig te eten. De jongeren werd op het hart gedrukt dat wanneer zij tot Allah zouden bidden, hun gebeden gehoord zouden worden. Meestal werd aan het einde van een lange gebedssessie een ‘godswonder’ gearrangeerd en kregen de jongeren uit het niets een feestmaal voorgeschoteld als beloning voor hun dedicatie aan Allah.307 Al-Utaybi speelde een belangrijke rol bij de

303 Hegghammer, T. ‘The Defense of Muslim Territories Constitutes the First Individual Duty (excerpts)’ in G. Kepel en J-P. Milelli (eds.), Al Qaeda in its own words. (Cambridge Massachusetts en Londen: The Belknap Press of Harvard University Press, 2008), 296n2.

304 Yizraeli, Politics and Society in Saudi Arabia, 71-72. 305

DeLong-Bas, N.J. ‘Bin Baz.’ Encyclopaedia of Islam, 3e ed. (2011): 1 pag. [online encyclopedie],

geraadpleegd op 25 oktober 2015. Beschikbaar via http://referenceworks.brillonline.com/entries/encyclopaedia-of-islam-3/bin-baz-COM_23796>

306

Trofimov, Het Beleg van Mekka, 36-37 en DeLong-Bas, ‘Bin Baz.’, 1. 307 Trofimov, Het Beleg van Mekka, 45.

73 organisatie van deze indoctrinatiereisjes naar de woestijn. Door zijn charismatische uitstraling en bedoeïenachtergrond bleek hij onder de jongeren gerespecteerd te worden.308 Al-Utaybi werd uiteindelijk de hoofdcoördinator voor alle reizen en uitstapjes die de groepering maakte om rekruten te werven.309

In de zomer van 1977 ontstond er om ideologische redenen een breuk binnen Al Jama‘a

al-Salafiyya al-Muhtasiba.310 Een andere reden voor de breuk was dat al-Utaybi was vervreemd van Bin Baz, die bereid was gebleken te werken in dienst van het Koningshuis. Ook al verwierp hij nog immer de modernisatie in Saoedi-Arabië en was hij kritisch over hervormingen in het land, hij zorgde ervoor niet te kritisch te zijn ten opzichte van het Koningshuis, aangezien zijn salaris ook door hen werd betaald en hij al eens eerder in de gevangenis was beland voor kritiek op het Koningshuis. Al-Utaybi was eveneens fel tegenstander van modernisatie en hervormingen, maar durfde, in tegenstelling tot Bin Baz, hiervan de schuld bij het Koningshuis te leggen. Er waren twee kampen binnen Al Jama‘a

al-Salafiyya al-Muhtasiba ontstaan, namelijk tussen de groep van mannen die Bin Baz en de

andere prominente ulama steunden en een groep geleid door al-Utaybi, die bestond uit veelal de jongere leden die niet langer ideologisch op één lijn stonden met Bin Baz en zijn steun van het Koningshuis niet accepteerden. De groep van al-Utaybi brak met Al Jama‘a al-Salafiyya

al-Muhtasiba en ging verder als de Broeders, al-Ikhwan, waarvan al-Utaybi tevens de leider

werd.311 In de periode 1977 tot 1979 kreeg al-Utaybi’s Ikhwan meer en meer gestalte en besloot hij tevens zijn gedachtegoed op papier te zetten. Deze geschriften genaamd Rasa’il

Juhayman Utaybi of kortweg de Zeven Brieven, beschreven het gedachtegoed van

al-Utaybi.312 In dezelfde periode ontstond het idee bij al-Utaybi om de Grote Moskee te bezetten. Deze missie van al-Utaybi zou tevens de ondergang voor al-Utaybi’s Ikhwan betekenen, aangezien het mislukte en al-Utaybi als leider van deze groepering op 9 januari 1980 ter dood veroordeeld werd.

4.3 Betekenis

Of Juhayman al-Utaybi het predicaat groots historisch figuur moet krijgen is discutabel. Dat hangt namelijk af van hoeveel historische waarde gehecht wordt aan de belegering van de

308 Trofimov, Het Beleg van Mekka, 45 en Hrair Dekmejian, Islam in Revolution, 135. 309 Trofimov, Het Beleg van Mekka, 45-46.

310

Hier zal in hoofdstuk 6 nader op in worden gegaan.

311 Trofimov, Het Beleg van Mekka, 47-48, Hegghammer en Laxroix. ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 108-109 en Ménoret, ‘Fighting for the Holy Mosque.’, 122-123.

312

Trofimov, Het Beleg van Mekka, 57 en Kechichian, ‘Islamic Revivalism and Change in Saudi Arabia’, 9-10. Over de Rasa’il Juhayman al-Utaybizal in hoofdstuk 6, paragraaf 4 nader ingegaan worden.

74 Grote Moskee. Eén ding is namelijk wel zeker, zonder al-Utaybi hadden de gebeurtenissen in Mekka eind 1979 nooit plaatsgevonden.

Betekenis Juhayman al-Utaybi voor Al Jama‘a al-Salafiyya al-Muhtasiba

Gezien al-Utaybi’s tribale afkomst en het feit dat hij een nazaat was van een rebel die, zonder succes, tegen het Koningshuis had gevochten was er weinig toekomstperspectief voor hem. Een succesvolle maatschappelijke carrière was niet iets waar hij uitzicht op had en een militaire carrière was enkel mogelijk binnen de Nationale Garde. In zijn thuisdorp Sajir had al-Utaybi niets meegekregen van de toegenomen welvaart en modernisatie die zich wel verspreidde over de Saoedische steden. Deze omstandigheden hebben ongetwijfeld een rol gespeeld in de vorming van zijn anti-Koningshuis opvattingen en het feit dat hij zich aangetrokken voelde tot de puriteinse Islam in de vorm van het Wahhabisme, evenals de vele lezingen van conservatieve religieuze geleerden die hij bijwoonde. Het oprichten en lid zijn van Al Jama‘a al-Salafiyya al-Muhtasiba bood hem een mogelijkheid om deze ideeën en gevoelens te kanaliseren.

Al-Utaybi slaagde er in om een prominente rol binnen Al Jama‘a al-Salafiyya al-Muhtasiba te bekleden. Naast het feit dat hij medeoprichter was droegen juist zijn afkomst, militaire ervaring en zijn religieuze toewijding er aan bij dat hij populair was onder leden van de groepering en veel nieuwe leden wist te rekruteren. Tevens bleek al-Utaybi charismatisch te zijn en had hij ‘een magnetische persoonlijkheid, doordringende ogen en veel lef.’313

Dat al-Utaybi zo populair was binnen Al Jama‘a al-Salafiyya al-Muhtasiba was niet verwonderlijk gezien de afkomst van de leden. De meeste van hen waren jonge, ongetrouwde, mannen en kwamen uit bevolkingsgroepen die achtergesteld werden, zoals de bedoeïengroepen op het platteland van Saoedi-Arabië, waar ook al-Utaybi toe behoorde.314 Tevens waren er ook niet-Saoedische mannen lid van de groep, waarbij het grootste deel uit Jemen kwam.315 Aangezien al-Utaybi een soortgelijke achtergrond had als het gros van de leden, een charismatische man bleek en ouder was dan de meeste leden, kon hij zich manifesteren binnen Al Jama‘a

al-Salafiyya al-Muhtasiba. Aangezien de andere leiders van de groep veelal religieuze geleerden

waren die niet eenzelfde achtergrond als al-Utaybi hadden en zich niet dusdanig uitspraken

313 Trofimov, Het Beleg van Mekka, 45, Hegghammer en Laxroix. ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 109 en Hrair Dekmejian, Islam in Revolution, 115.

314

Vele mannen waren halverwege hun twintiger jaren.

75 tegen het Koningshuis, is het niet verwonderlijk dat na de splitsing binnen de groep de meeste jonge leden besloten zich achter al-Utaybi te scharen.316

Al-Utaybi’s Ikhwan en de Bezetting van de Grote Moskee

Juhayman al-Utaybi manifesteerde zich na de splitsing als een absoluut leider binnen de

Ikhwan. Volgens Huzaymi, voormalig lid van Al Jama‘a Salafiyya Muhtasiba en

al-Utaybi’s Ikhwan manifesteerde al-Utaybi zich bij de eerstgenoemde groep al als leider, maar werd hij dit pas echt bij de Ikhwan, aangezien die groep volgens hem alle ‘eigenschappen van een persoonlijkheidsverheerlijking’ toonde.317

De jonge leden binnen de groep streden onderling om wie het hoogste in achting bij al-Utaybi kwam te staan. De groep was ook gerangschikt op wie het dichtste bij al-Utaybi stond. Al-Utaybi strafte een ieder die tegen hem in ging door die persoon voortaan te negeren, waardoor deze persoon eigenlijk buiten de groep kwam te staan.318

Zoals in hoofdstuk 3 paragraaf 3 al is beschreven kwam de groep van al-Utaybi op de radar van de Saoedische geheime dienst, Mahabeth, te staan en werd een aantal van al-Utaybi’s volgelingen gearresteerd. Al-Utaybi wist te ontkomen en vluchtte de woestijn in.319 In de woestijn kon hij zijn volgelingen echter moeilijk bereiken, aangezien sommigen van hen in de gevangenis beland waren en de autoriteiten nog altijd op zoek waren naar hem en andere leden. Er werden door leden van de Ikhwan geheime bijeenkomsten werden georganiseerd, maar uit veiligheidsoverwegingen was al-Utaybi hier niet bij.320 Opvallend is dat de groep na de vlucht van hun leider al-Utaybi niet uit elkaar viel, wat dus wel iets zegt over de loyaliteit van de leden aan hun leider. Het was in deze tijd dat al-Utaybi zich niet in het openbaar kon tonen en zijn ideologie op papier zette. Deze geschriften ‘de Zeven Brieven’ genaamd, bevatte het gedachtegoed van al-Utaybi en daarin kwam zijn afkeer van het Saoedische Koningshuis nadrukkelijk naar voren.321 De belangrijkste component van deze geschriften was echter het fenomeen Mahdi. Aan het begin van hoofdstuk 3 ben ik al even kort ingegaan op het feit dat al-Utaybi zijn zwager in de Grote Moskee presenteerde als de Mahdi, de Verlosser. Op het

316 Lacroix, Awakening Islam, 90-92 en Trofimov, het Beleg van Mekka, 49-50.

317 Al Mushawah, ‘Juhayman’s Sins’, 48 en Hegghammer en Laxroix. ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 109.

318 Hegghammer en Laxroix. ‘Rejectionist Islamism in Saudi Arabia’, 109.