• No results found

Inleiding op Salafisme en Jihadisme

7. Al-Qa‘ida: Organisatie, Ideologie en Ontstaan

7.1 Inleiding op Salafisme en Jihadisme

Het Salafisme: ideologische kenmerken

In deze scriptie is het Salafisme al meerdere malen genoemd, bijvoorbeeld in relatie tot de Wahhabisten die zichzelf ook wel Salafisten noemen, of met betrekking tot al-Banna en de Moslimbroederschap.644 Daarnaast is de Al Jama‘a al-Salafiyya al-Muhtasiba ook al meerdere malen genoemd en beschreven. Deze Salafistische Groep voor de Bevordering van Deugd en Voorkomen van Ondeugd vormde de basis voor al-Utaybi’s beweging die eveneens een Salafistische doctrine propageerde.645 Wat het Salafisme precies behelst is echter nog niet beschreven, althans niet meer dan dat Salafisten volgers waren van de salaf al-salih, de eerste generatie moslims.646

Aanhangers van het Salafisme proberen hun levensstijl en de Islamitische leer zoveel mogelijk te baseren op het beeld wat zij hebben van de salaf al-salih, waarmee volgens een

Hadith de eerste drie generaties gelovigen bedoeld wordt. De Profeet Mohammed zou gezegd

hebben dat de beste van de mensen (khayr al-nas) van zijn generatie (qarni) waren en daarna de generatie die daarop volgt en dan de generatie daaropvolgend, enzovoorts. De reden hiervoor is hoogstwaarschijnlijk dat de gelovigen uit de eerste generaties Mohammed nog persoonlijk gekend hebben of met hem in aanraking zijn gekomen. Deze mensen zouden de Islam in de meest pure vorm hebben meegekregen en worden door de volgelingen van het Salafisme ‘de voorvaderen’ oftewel salaf genoemd, waar Salafisme van is afgeleid. Als gezegd baseren Salafisten zich op hun ideaalbeeld van de salaf al-salih, en hanteren een strikte en letterlijke interpretatie van de Koran en de Soenna.647 Dit laatste element is ook al meerdere keren naar voren gekomen, bijvoorbeeld bij het schrijven over Mohammad Nasir al-Din al-Albani, de geestelijk vader van de Ahl al-Hadith, ‘Mensen van de Hadith’ in Saoedi-Arabië in de jaren ’60 en de daaruit voortgevloeide Jama‘a al-Salafiyya al-Muhtasiba, maar ook bij de groep van Juhayman al-Utaybi.648

Salafisten streven naar een ‘zuivere Islam’. Zij willen de Islam en het leven van moslims ‘zuiveren’ van alles wat daar niet bij past. Aspecten van deze zuivering zijn volgens de Salafisten terug te vinden in hun leer, aqida, die zich volgens hen spiegelt aan hetgeen de 644 Zie paragrafen 1.2 en 5.3. 645 Zie paragrafen 4.2, 6.1 en 6.2. 646 Zie paragrafen 1.2 en 5.3. 647

Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 20, 28-29. 648 Zie paragrafen 6.1, 6.2. en 6.4.

153

salaf al-salih geloofden. Het belangrijkst concept van deze leer is de eenheid van God, tawhid.649 Deze centrale doctrine nam al-Wahhaab over in zijn geloofsstroom, het Wahhabisme.650 Eén van de belangrijkste gevolgen van het ontstaan van de Islam was de breuk die Profeet Mohammed veroorzaakte onder de inwoners van Mekka door het polytheïsme af te wijzen en te pleiten voor een strikt monotheïsme. Als gevolg hiervan werden bijvoorbeeld afgodsbeelden verwijderd uit de Kaʻba.651

Salafisten onderscheiden drie aspecten van tawhid, namelijk de bevestiging dat er één God is (tawhid al-rububiyya), de bevestiging van de karakteristieken van God zoals ze beschreven staan in de Koran en de

Soenna (tawhid ak-asma’ wa-l-sifat), zoals K.1:3 ‘De Meest Barmhartige, de Meest

Genadevolle’652

, en tot slot de overtuiging dat de aanbidding van God enkel tot God gericht is en op niemand anders, ook geen profeet (tawhid al-uluhiyya).653 Deze drie aspecten hebben we in paragraaf 1.2 ook al gezien bij het Wahhabisme.

Een tweede kernconcept binnen het Salafisme is iman, wat geloof betekent. Met ‘geloof’ wordt niet ‘religie’ bedoeld, maar ‘overtuiging’ of ‘geloof in God’. Net als bij tawhid bestaat

iman ook uit drie aspecten, namelijk overtuiging in het hart (al-iʻtiqad bi-l-qalb), spraak met

de tong (al-qawl bi-l-lisan) en handelingen met je lichaam (al-aʻmal bi-l-jawarih). De vraag onder de moslims is vervolgens of geloof, iman, bestaat uit wat er zich in je hart afspeelt, of wat je zegt of doet, of dat het een combinatie is van deze aspecten. De al eerder genoemde Ibn Hanbal was voorstander van een combinatie van alle drie aspecten. Geloof wordt geuit vanuit de overtuiging in het hart en dit wordt bevestigd door uitspraken en bekrachtigd door middel van handelingen. Deze denkwijze werd uiteindelijk dominant onder Soennieten, waaronder de Salafisten.654

Het tegenovergestelde van iman is ongeloof, kufr. Voor Salafisme is het bepalen wanneer iemand is opgehouden met geloven en een ongelovige, kafir, is geworden, een belangrijk thema. Salafisten claimen immers het ideaalbeeld van het leven van de salaf na te streven. Als gezegd streven zij naar een ‘zuivere Islam’ met als gevolg dat zij zich afzetten van afwijkende groepen. De Salafistische geleerden onderscheiden klein ongeloof (kufr ashgar) van groot ongeloof (kufr akbar). Klein ongeloof omvat volgens hen zonden die weliswaar ernstig zijn,

649 Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 43-44. 650

Zie paragrafen 1.2 en 5.3.

651 De Profeet Mohammed beval zijn volgelingen de muurschilderingen in de Kaʻba weg te wassen. Zie paragraaf 2.2.

652

Ismail, De Interpretatie van de Betekenissen van de Koran, 11. 653

Lacroix, S. Awakening Islam, 11 en Al-Yassini, Religion and State, 27. 654 Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 45-46.

154 maar voortkomen uit onwetendheid, verkeerde interpretaties van teksten of andere onbedoelde zaken. Klein ongeloof is dan ook niet een reden om iemand het predicaat ongelovige (kafir) te geven. Bij groot ongeloof daarentegen ligt dit anders. Volgens de Koning, Becker en Wagemakers omvat dit zonden die niet uit onwetendheid gepleegd kunnen worden of door het mis interpreteren van teksten, omdat ‘de waarheid daaromtrent zo fundamenteel is dat die in wezen verankerd ligt in de mens’. Deze zonden omvatten vaak zaken als ongeloof in het bestaan van God en zijn daarmee in strijd met tawhid al-rububiyya, de bevestiging dat er één God is.655

Het verschil tussen het kleine en grote ongeloof ligt echter minder voor de hand dan gedacht. Het is namelijk mogelijk dat een zonde die niet ernstig van aard is toch als groot ongeloof bestempeld wordt. Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer iemand deze zonde begaat met overtuiging. De Koning, Becker en Wagemakers geven hier een voorbeeld van. Wanneer een moslim een glas wijn drinkt omdat hij het lekker vindt, maar eigenlijk weet dat hij een zonde begaat, aangezien het gebruik van alcohol verboden is binnen de Islam, beschouwen Salafisten dit als klein ongeloof. Als een moslim dezelfde zonde begaat, maar bewust de Islamitische regel tegen het nuttigen van alcohol wenst te negeren, is hij schuldig aan groot ongeloof en plaatst zich daarmee buiten de Islam volgens de Salafisten.656

Een laatste concept van het Salafisme is de Salafistische kernleer al-wala wa-l-bara. Met deze term doelen Salafisten enerzijds op de loyaliteit, wala, die moslims tegenover God, de Islam en elkaar moeten hebben. Anderzijds doelt de leer op de afkeuring, bara, die gelovigen dienen te tonen ten opzichte van alles wat niet Islamitisch is. Het concept wala, of verwante woorden als walaya, vinden hun oorsprong in de pre-Islamitische tijd en werden in die tijd gebruikt bij zaken als bondgenootschappen en patronage.657 De term komt ook terug in de Koran, waar in in Soerah 5:51 staat dat joden en christenen niet als ‘Awliyaa’, wat verwant is aan wala, en dat kortweg als medestanders of bondgenoten vertaald kan worden, genomen moeten worden.658 De term bara, of varianten hierop, zoals bara’a, zijn ook terug te voeren naar het pre-Islamitisch tijdperk. De term werd gebruikt om de verstoting van stamleden te beschrijven. Deze term is eveneens terug te vinden in de Koran, bijvoorbeeld in Soerah 60:4:

655 Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 45-46. 656

Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 47-48.

657 Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 48. Zij hebben deze informatie uit Bernards, M. en J. Nawas, red. Patronate and Patronage in Early and Classical Islam. (Leiden: Brill, 2005).

658

Ismail stelt dat ‘De ongelovigen als Awliyaa’ nemen betekent het houden van hen vanwege hun ongeloof of hen daarin steunen.’ Zie Ismail, De Interpretatie van de Betekenissen van de Koran, 130.

155 ‘Voorwaar, wij distantiëren ons van jullie en van datgene wat jullie naast Allah aanbidden.’659 Volgens de Koning, Wagemakers en Becker werd de term bara echter niet door alle Soennieten geaccepteerd en noemde een deel van hen het een innovatie bid’a.660 De Salafisten zijn van mening dat elke vorm van geloof of actie die niet door de Koran of de Profeet zijn bevolen een vorm van innovatie zijn en een bedreiging voor tawhid vormen.661 Desalniettemin nam ibn Taymiyyah de term afwijzing, bara, over om vreemde invloeden buiten de Islam te houden en beïnvloedde hiermee latere Salafisten als al-Wahhaab.662

Al-wala wa-l-bara is gezien de poging van de Salafisten om hun ideaalbeeld van de salaf na

te leven en te zuiveren van alles wat on-Islamitisch is een passende leer. Het geeft in één term een samenvatting van hoe Salafisten tegen de Islam en andere zaken aankijken. De term is volgens de Koning, Wagemakers en Becker ‘sterk verbonden met tawhid, omdat wala, loyaliteit, aan God als een noodzakelijk uitvloeisel van de totale devotie aan de ene ware God gezien kan worden en bara als het radicaal afzweren van alles wat daarvan afwijkt’.663 De theorie van al-wala wa-l-bara is duidelijk, maar hoe dit er in de praktijk uitziet onder Salafisten niet. Wala krijgt gestalte door een onderlinge verbondenheid onder Salafisten, maar ook hun medemoslims, in hun loyaliteit aan God. Een interessant aspect van het Salafisme is het in de praktijk brengen van bara. Salafisten blijven als gevolg van de afkeuring van alles wat on-Islamitisch is uit de buurt van mensen die geen moslim zijn. Volgens Salafisten doen zij er het beste aan om niet tussen ongelovigen te leven en het voorbeeld van de Profeet Mohammed te volgen door zijn emigratie, hidjra, van Mekka naar Medina in 622 na te bootsen en dus naar moslimlanden te verhuizen. Andere voorbeelden van het in de praktijk brengen van bara zijn bijvoorbeeld het louter vieren van Islamitische feesten en wegblijven bij andere niet-Islamitische festiviteiten of het mijden van alledaagse gebruiken en gewoontes van niet-Moslims. Een voorbeeld hiervan is het mijden van niet-Islamitische klederdracht.

De stromingen binnen het Salafisme

Alle genoemde elementen die een rol spelen binnen het Salafisme zijn nu duidelijk, echter verschillen de Salafisten onderling in de interpretatie ervan. De Salafisten zijn namelijk niet een homogene groep, maar kunnen volgens de Amerikaanse politicoloog Wiktorowicz

659 Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 48 en Ismail, De Interpretatie van de Betekenissen van de

Koran, 701.

660

Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 49.

661 Wiktorowicz. Zie Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 50-56 en Wiktorowicz, Q. ‘Anatomy of the Salafi Movement.’ Studies in Conflict & Terrorism. Vol.29 nummer 3 (augustus 2006), 209.

662

Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 49. 663 Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 49.

156 onderverdeeld worden in drie groepen, namelijk de Puristen, de Politico’s en tot slot de Jihadi’s, waarbij Saoedi-Arabië een goede casestudy vormt om deze verschillende groepen toe te lichten.664

De focus van de Puristen ligt bij de instandhouding van de Islam zoals in de Koran en de

Soenna is beschreven. Zij zijn van mening dat de Salafistische geloofsovertuiging gepromoot

moet worden en afwijkende religieuze gebruiken moet worden bestreden, net zoals de Profeet Mohammed die streed tegen het polytheïsme. De Islam moet gezuiverd worden en politieke participatie zal dit zuiveringsproces enkel tegenwerken. Om de juiste geloofsbelijdenis overal te kunnen implementeren zijn er volgens de Puristen drie methodes. De eerste is verspreiding,

da’wa, dus middels preken, de tweede is zuivering, tazkiyya, en de derde is religieus

onderwijs, tarbiya.665 Volgens de Koning, Wagemakers en Becker vormt deze groep een meerderheid van de Salafisten. Omdat zij politieke participatie afwijzen besteden de Puristen zeer veel aandacht aan het bestuderen van de Islam, om te leren hoe de Islam zuiver gehouden kan worden, en innovaties, bid’a, en afwijkende groepen of andere zaken, bara, buiten te sluiten.666

Volgens de Puristen zijn christenen en joden en meer in het algemeen het Westen de vijanden en willen zij de Islam vernietigen door het te vergiftigen met hun opvattingen en waarden. Zij baseren zich hierbij op Soerah 3:118 ‘O jullie die geloven, neem buiten jullie zelf geen vertrouwelingen. Zij zullen het niet nalaten om jullie schade te berokkenen en zij wensen dat jullie leiden. De vijandschap is via hun monden zichtbaar geworden, en wat hun borsten verbergen is nog erger’.667

Om hen hierin niet te laten slagen, zetten de Puristen zich in om alles wat zij als Westers beschouwen buiten te sluiten. Volgens de Puristen vormt het Westen een gevaar voor de Islam omdat zij een rivaliserende ideologie prediken en proberen om moslims hiermee af te laten wijken van de Islam. Dit is ook een reden waarom zij tegen politieke participatie zijn, omdat volgens hen politieke partijen en organisaties innovaties zijn die die ontleend zijn van het Westen. Een interessant voorbeeld hiervan is de Moslimbroederschap. Volgens de Puristen is de reden dat de Moslimbroederschap faalde om de politieke macht te krijgen en dat de leden ervan vervolgd werden het bewijs van het feit dat politieke participatie niet werkt. Immers, volgens hen zal God diegenen die Zijn pad volgen

664 De Koning, Wagemakers en Becker noemen de Puristen de Quiëtisten, maar beroepen zich veelvuldig op een artikel uit 2006 van Wiktorowicz. Zie Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 50-56 en Wiktorowicz, ‘Anatomy of the Salafi Movement.’, 216-228.

665 Wiktorowicz, ‘Anatomy of the Salafi Movement.’, 217. 666

Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 52.

157 succes laten hebben en de Moslimbroederschap hebben in de ogen van de Puristen gefaald omdat zij niet het juiste pad hebben gevolgd.668

Verder verwijten de Puristen zowel de Politico’s en de Jihadi’s dat zij het verkeerde pad bewandelen. Beide groepen scheiden het geloof van hun acties, wat irja genoemd wordt. Ook accepteren beide groepen volgens de Puristen wel de Salafistische geloofsbelijdenis, maar volgen zij niet het ‘profetische model’, dat hierbij gepaard moet gaan. De stroom van Puristen kenmerkt zich veelal door zich te isoleren van alles wat zij als on-Islamitisch beschouwen, zodat zij niet in aanraking kunnen komen met de Westerse invloeden. Volgens hen doen de Politico’s en de Jihadi’s dit niet.669

Volgens de Koning, Wagemakers en Becker is binnen de stroom van Puristen niet iedereen hetzelfde in hun ‘apolitieke houding’. Volgens hen zijn er drie categorieën te ontdekken onder de Puristen, namelijk de ‘afzijdigen’, de ‘loyalisten’ en de ‘propagandisten’. De ‘afzijdigen’ wijzen politiek ten zeerste af. De Salafisten die tot deze groep behoren houden zich volledig afzijdig van de politiek en het bestuur in het land en richten zich enkel op de Islam en de verspreiding ervan. De meest bekende persoon die tot deze categorie behoort is al-Albani, wiens motto ‘min al-siyasa tark al-siyasa’ zou zijn geweest, wat vrij vertaald kan worden als ‘Het is ons beleid om ons niet met de politiek te bemoeien.’670

De ‘loyalisten’ hebben juist wel contact met de politieke leiders van hun land en zijn trouw aan hen. Saoedi-Arabië is hier het beste voorbeeld van. ‘Loyalisten’ houden zich niet met politiek bezig, maar zijn loyaal aan het regime van hun land. In het geval van Saoedi-Arabië, waar de Raad van Religieuze Geleerden de rol van ‘loyalisten’ op zich neemt, wordt hen dikwijls verzocht een politieke beslissing te toetsen op Islamitische legitimiteit. Volgens de Koning, Wagemakers en Becker zijn deze geleerden geen ‘slaafse jaknikkers’ en ‘genieten zij een bepaalde mate van autonomie, maar zijn loyaal aan het regime’. Een goed voorbeeld van een ‘loyalist’ is de Saoedische geestelijke Bin Baz.671 Tot slot zijn er nog de ‘propagandisten’, die ook in Saoedi-Arabië aanwezig zijn, en zich kenmerken door niet alleen het Koningshuis te steunen, maar ook het ‘conservatieve, niet-gewelddadige en regimevriendelijke Saoedische staats-Salafisme, waarin de koning en diens heerschappij een heilzame functie wordt toegedicht’ propageren.672

668

Wiktorowicz, ‘Anatomy of the Salafi Movement.’, 218-220. 669 Wiktorowicz, ‘Anatomy of the Salafi Movement.’, 219-220. 670 Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 52.

671

Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 52-53. 672 Koning de, Wagemakers en Becker. Salafisme, 53.

158 De tweede stroom Salafisten zijn de Politico’s. Een goed voorbeeld van de Salafisten die tot deze stroom behoren zijn de volgelingen van de eerder besproken Sahwa beweging in Saoedi-Arabië. De Politico’s bekritiseren de Puristen voor hun gebrek aan kennis van moderne zaken. De Politico’s zijn veelal jonger dan de Puristen en zijn meer politiek geëngageerd met als gevolg dat zij menen dat zij de Salafistische geloofsovertuiging beter kunnen toepassen op de moderne wereld dan dat de Puristen dit kunnen.673 Eigenlijk stelt Wiktorovicz dat de Politico’s voortkomen uit de Sahwa. Zoals in paragraaf 5.2 en 5.4 al is beschreven kwamen vele Moslimbroeders in de jaren ’50 tot en met ’70 naar Saoedi-Arabië om het regime van Nasser te ontvluchten of in de hoop op een beter leven. Veel van deze Moslimbroeders kregen goede functies in het onderwijs en begonnen een belangrijke rol te spelen in de vorming van het onderwijs in het Koninkrijk. Hierdoor ontstond de Sahwa, een mix van invloeden van het Saoedische Wahhabisme en de Moslimbroederschap. De ideologie van de Moslimbroederschap van zowel al-Banna als Sayyid Qutb werden door de Moslimbroeders gepredikt in Saoedi-Arabië waardoor een groep jonge Salafisten ontstond die bekend waren met de laatste technologische ontwikkelingen en meer betrokken waren bij de politiek op nationaal en mondiaal niveau en, in tegenstelling tot de Puristen, bereid waren hier iets van te vinden.674

De Politico’s deelden de opvatting van de Puristen dat het ‘zuiver’ houden van de Islam belangrijk was, echter om de Islam zuiver te houden was het noodzakelijk om politieke zaken hierin te betrekken. Politieke leiders konden immers tawhid en de Islam schade toebrengen. Ondanks de verschillen bestond er geen wrijving tussen de Puristen en de Politico’s, tot begin jaren ’90 toen de Purist Bin Baz met goedkeuring van andere Puristen een fatwa uitgaf, die de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Saoedi-Arabië toestond. De Politico’s onder leiding van belangrijke figuren binnen de Sahwa als al-Hawali en al-Awda konden niet begrijpen dat Puristen hiermee instemden en twijfelden openlijk of de Puristen enig idee hadden in wat voor politieke wereld zij leefden. Immers, de Puristen bemoeiden zich niet met politiek, dus hoe konden zij er dan ook enig verstand van hebben. De kritiek van de Politico’s was dan ook niet gericht op het geloof, maar op hun beperkte kennis van de context waarin het Salafisme toegepast diende te worden. De Politico’s waren dan ook van mening dat Puristen dergelijke fatwa’s niet konden verstrekken, omdat zij te weinig kennis van de politiek hadden en zij zich enkel bezig hielden met zaken als hoe men moest bidden en hoe

673 Wiktorowicz, ‘Anatomy of the Salafi Movement.’, 221. 674

Wiktorowicz, ‘Anatomy of the Salafi Movement.’, 221-222 en Koning de, Wagemakers en Becker.

159 het vereren van andere heiligen dan God ketterij was, terwijl corrupte regimes in de Islamitische wereld de moslims onderdrukten en de Amerikanen er hun invloed vergrootten.