• No results found

Al-Sahwa al-Islamiyya: een “Islamitisch Reveil” in Saoedi-Arabië

5. De Moslim Broeders (Ikhwan) in Egypte en Saoedi-Arabië

5.4 Al-Sahwa al-Islamiyya: een “Islamitisch Reveil” in Saoedi-Arabië

Het ontstaan en de karakteristieken van al-Sahwa al-Islamiyya

In paragraaf 5.2 is stilgestaan bij de groeiende rol van de Moslimbroeders in Saoedi-Arabië. De Moslimbroeders droegen in de jaren ’60 bij aan het Islamitische propaganda-apparaat van Feisal en vormden een belangrijke schakel in de hervorming van het onderwijs. De Moslimbroeders brachten echter ook hun ideeën over religie mee die, zoals we in de vorige paragraaf hebben gezien, niet volledig correspondeerde met de Saoedische staatsreligie. Door hun rol in de hervorming van het onderwijs en het feit dat het Saoedisch Koningshuis haar Islamitische identiteit wilden uitdragen, ontstond er een momentum voor de Moslimbroeders om zich te mengen in de sociale arena van Saoedi-Arabië. Op deze wijze ontstond er een nieuwe sociale beweging, of zoals Lacroix het noemt een ‘tegencultuur’, die Sahwa

al-Islamiyya, kortweg Sahwa, genoemd werd en als ‘een Islamitische Reveil’ of ‘Islamitische

486 DeLong-Bas, N.J. Wahhabi Islam: From Revival to Global Jihad. (Londen en New York: I.B.Tauris, 2004), 203-204.

487 Long, ‘Tawhid or Jihad.’, 3.

488 Hrair Dekmejian, Islam in Revolution, 84-85, Toth, Sayyid Qutb, 233 en Lia, The Society of the Muslim

Brothers in Egypt, 271. Zie hoofdstuk 7 voor informatie over al-Qaʻida en zijn leiders.

117 Ontwaking’ vertaald kan worden.490

Bij het schrijven over deze beweging zal ik mij wederom veelvuldig beroepen op Lacroix, aangezien hij er uitgebreid over geschreven heeft. Tevens is er verder zeer weinig Engelstalige literatuur betreffende dit onderwerp omhanden.

De Sahwa werd als een tegencultuur gezien omdat de ideologie en bepaalde gebruiken van de beweging tegen de, in die tijd, overheersende sociale normen inging.491 Sahwa Islamisten waren op ideologisch gebied bereid zich bezig te houden met kwesties die in die tijd speelde. Zo stonden zij bijvoorbeeld, in tegenstelling tot de gevestigde Islamitische orde in Saoedi-Arabië, open voor de modernisatieslag die het Koninkrijk maakte. Een concreet voorbeeld hiervan was het gebruik van moderne technologie, zoals de cassetteband. De Sahwa Islamisten zagen dit niet, zoals de Wahhabisten, als bid’a, maar als een nuttig instrument ten behoeve van communicatie.492 Ondanks dat de Sahwa als tegencultuur gezien wordt, moet het ideologisch gezien op een kruispunt van het Wahhabisme en de ideologie van de Moslimbroederschap geplaatst worden. Het heeft namelijk karakteristieken van beide geloofsstromen. Theologisch gezien, dus wat betreft geloofsbelijdenis en Islamitische juridische vraagstukken, volgden de Sahwa Islamisten het Wahhabisme, maar wanneer het de politieke en culturele kijk op de wereld betrof volgden ze de Moslimbroederschap.493

Lacroix geeft ook enkele voorbeelden van de mix van het Wahhabisme en Moslimbroederschap ideologie. In tegenstelling tot het traditionele Wahhabisme, die niet-Wahhabitische groepen zoals de Soefi’s en Sjiieten als primaire vijanden zagen, nam de

Sahwa de vijanden van het Moslimbroederschap over, namelijk het Westen en de leiders in

het Midden-Oosten. De aanhangers van al-Banna binnen de Moslimbroederschap waren immers tegen het imperialistische Westen, terwijl de aanhangers van Qutb tegen ongelovige regimes van het Midden-Oosten waren.494 De Sahwa putte echter ook uit het Wahhabisme, wat zichtbaar was in het sociale leven in Saoedi-Arabië. Het nam een zeer strenge gedragscode aan, veelal gebaseerd op dat van de traditionele Wahhabitische ulama in het Koninkrijk. Dit uitte zich bijvoorbeeld in kledingvoorschriften. Zo waren zij van mening dat het voor Moslimmannen verboden, haram, was een tuniek te dragen die onder de enkels kwam en om hun baard te trimmen. Zij baseerden zich hierbij op verschillende Hadith en gingen hiermee verder dan de meeste ulama in Saoedi-Arabië die het toestonden om een

490

Lacroix, Awakening Islam, 51. 491 Lacroix, Awakening Islam, 52.

492 Hegghammer en Lacroix, ‘Saudi Arabia Backgrounder.’, 2. 493

Lacroix, Awakening Islam, 52. 494 Lacroix, Awakening Islam, 52.

118 baard te trimmen wanneer deze groter dan een vuist was. Daarnaast hadden zij geen problemen met tunieken die onder de enkels kwamen.495 De Sahwa volgelingen ontwikkelden ook een eigen taalgebruik, waarbij ze hun eigen dialect mengde met klassiek Arabisch. Ze gebruikten dit met name in een religieuze context, zoals ‘Moge Allah je helpen’, Allah

yuʻinak, of ‘Moge Allah je succes brengen’, Allah yuwaffiqak. Discussies binnen de Sahwa

richtte zich enerzijds op Wahhabitische religieuze verbodsbepalingen en anderzijds op Moslimbroederschap-thema’s als de positie van de Islam en moslims in de wereld.496

Leiders en volgelingen van de beweging

Zoals in de vorige paragraaf al is besproken waren er ideologische verschillen binnen de Moslimbroederschap tussen enerzijds ‘Bannaisten’ en anderzijds ‘Qutbisten’. Deze twee stromingen waren toen de Sahwa opkwam beide zichtbaar in de beweging, echter rond de jaren ’70 werd de stroming van ‘Qutbisten’ sterker. De reden hiervoor was dat de tweede golf Moslimbroeders uit Egypte in de jaren ’70 kwamen. Deze groep Moslimbroeders hadden of in de gevangenis gezeten of hadden zich in kringen begeven waar Qutb de belangrijkste ideoloog was. Belangrijker nog was dat deze groep Moslimbroeders groter was dan de eerste golf Moslimbroeders in de jaren ’50.497

Eén van deze Moslimbroeders die gedurende de jaren ’70 naar Saoedi-Arabië kwam was Mohammed Qutb. Qutb speelde een belangrijke rol binnen de Sahwa. Hij werd door sommige volgelingen zelfs ‘De Sheikh van de Sahwa’ genoemd.498 Mohammed Qutb was net als zijn broer Sayyid eind jaren ’40 in aanraking gekomen met de Moslimbroederschap. Zoals in paragraaf 5.1 al is geschreven werd hij in 1954 gearresteerd en gemarteld, waarna hij werd vrijgelaten toen bleek dat hij niet zo’n grote rol speelde in de organisatie. In 1965 werd hij wederom opgepakt als gevolg van de heksenjacht die Nasser op Moslimbroeders maakte, waarna hij in 1971 werd vrijgelaten. Hij vertrok vervolgens naar Arabië waar hij een docent aan de Faculteit van Sharia in Mekka werd. In Saoedi-Arabië zou hij net als zijn broer stukken schrijven, waarin hij zijn gedachtegoed uiteenzette. In zijn werk probeerde hij het gedachtegoed van zijn broer te verenigen met het Wahhabisme. Hij wilde een volledige toepassing van de Sharia, wat het belangrijkste thema binnen de Moslimbroederschap was, en een zuivering van de geloofsbelijdenis, wat een belangrijk

495 Lacroix, Awakening Islam, 60-61 en een vertaling van Lacroix uit een Arabische online krant: ‘Al-Umaym, A. ‘Mashayikhuna wa mashayikh al-sahwa – Nadharat fi-l-islam al-saʻudi al-haraki.’ (Onze Sheikhs en de Sheikhs van de Sahwa – Perspectieven op Saoedisch Islamisme.) Elaph. 12 juni 2003.

496 Lacroix, Awakening Islam, 61. 497 Lacroix, Awakening Islam, 52-53. 498

Lacroix, Awakening Islam, 53 en een door Lacroix vertaalde quote uit: Suleyman, M. ‘Muhammad Qutb namudhjan.’ Al-‘Asr. 17 mei, 2002.

119 element van het Wahhabisme is. Een voorbeeld van deze combinatie van het Wahhabisme en ‘Qutbisme’ was het principe tawhid al-hakimiyyah, eenheid van soevereiniteit. Zoals in het eerste hoofdstuk al is uitgelegd kent het Wahhabisme drie vormen van tawhid en Qutb voegde deze variant hier aan toe, waarbij al-hakimiyyah, de soevereiniteit van God, een belangrijk element van Sayyid Qutb’s ideologie was. Mohammed was van mening dat God alleen soeverein moest zijn en dat als gevolg daarvan de toepassing van de Sharia geen obstakels mag kennen. Dit idee en al zijn andere ideeën werkte Mohammed uit in zijn boek ‘The

Jahiliyyah of the Twentieth Century’.499

Ondanks de invloeden van zijn broer wees Mohammed bepaalde componenten van zijn werk en ideologie af. Zo schreef hij in zijn boek Mijlpalen dat er op dat moment geen enkele Islamitische staat in de wereld was. Mohammed sprak dit tegen door Saoedi-Arabië als een Islamitische staat te erkennen, net als het merendeel van de Sahwa Islamisten die de Islamitische identiteit van Saoedi-Arabië niet in twijfel trokken.500 Dit deden zij vermoedelijk om hun gastland niet tegen zich te krijgen en in het geval van Qutb om zijn goede positie aan de universiteit niet te verspelen.

Als gezegd vormde de Sahwa een tegencultuur en was het niet zo zeer één organisatie met één leider. Qutb was een prominent figuur binnen de Sahwa, maar zo waren er meer. Bijvoorbeeld de Koeweiti Abd al-Rahman al-Dawsari en de Irakees Mohammed Ahmad al-Rashid. Al-Dawsari was zeer onder de indruk van al-Banna en later Qutb, maar distantieerde zich wel van de Moslimbroederschap door hun steun aan de revolutie in 1952 die uiteindelijk Nasser aan de macht bracht. Ook hij combineerde elementen van het Wahhabisme met die van de Moslimbroederschap. Hij deed dit door simpelweg de vijanden van het Wahhabisme, dus Islamitische groepen die als afwijkend beschouwd werden, te combineren met de vijanden van de Moslimbroederschap, de communisten, nationalisten en seculieren. Feitelijk gooide hij alle tegenstanders van zowel de Wahhabisten en de Moslimbroeders die hij hypocrieten noemde op één hoop. Maar in tegenstelling tot Sayyid Qutb, die verder wilde gaan dan alleen Egypte te bekeren, wilde al-Dawsari zich eerst richten op de in zijn ogen tegenstanders van de Islam in Saoedi-Arabië zelf. Zo liet hij zich zeer negatief uit over alle meer liberale krachten in het Koninkrijk. Zo schreef hij vele brieven naar een redacteur van een krant wanneer er een artikel verscheen die hij als een schending van de Islam zag. Verder reisde hij door heel Saoedi-Arabië om te prediken. In tegenstelling tot de Moslimbroeders binnen de Sahwa

499

Lacroix, Awakening Islam, 54. 500 Lacroix, Awakening Islam, 56.

120 durfde hij zich dus te richten op Saoedi’s waarvan hij vond dat ze niet Islamitisch waren. De Moslimbroeders in Saoedi-Arabië durfde geen kritiek op prominente Saoedi’s te hebben en wilde zich zo min mogelijk met interne zaken bemoeien, aangezien zij te gast waren in het Koninkrijk. Al-Dawsari’s familie kwam echter oorspronkelijk uit Nadjd in Saoedi-Arabië, waardoor hij het wel durfde te doen.501

Al-Rashid werd een bekend figuur binnen de Sahwa door boeken te schrijven waarin hij ‘Islamitisch activisme theoriseerde in overeenstemming met de vooronderstelling van het Wahhabisme’. Zo schreef hij in één van zijn boeken welke politieke strategie een organisatie moest volgen in een autoritair systeem. Dit boek werd uiteraard door de Saoedische autoriteiten verboden om te vermijden dat mensen in Saoedi-Arabië op verkeerde ideeën zouden komen. Al-Rashid was dus niet een belangrijk gezicht van de Sahwa zoals Qutb en al-Dawsari, maar wel een belangrijk filosoof voor de volgelingen van de Sahwa.

Rond de jaren ’60 en ’70 was de Sahwa niet een homogene organisatie, maar bestonden er netwerken van volgelingen die zich onderscheidden van de sympathisanten van de Sahwa. Deze netwerken van vormde volgens Lacroix de ruggengraat van de Sahwa. Volgens hem bestond de Sahwa gemeenschap uit drie kringen. De eerste kring werd gevormd door alle Saoedische studenten die te maken hadden met het vernieuwde schoolsysteem. Deze Saoedi’s bevonden zich volgens Lacroix, of ze nu wilde of niet, in een ‘Sahwa intellectuele omgeving’. Veel van deze veelal jonge Saoedi’s waren beïnvloed door de Sahwa ideologie maar brachten dit niet in de praktijk. De tweede, kleinere, cirkel werd gevormd door diegenen die, naast het volgen van de colleges, ervoor hadden gekozen ook extra-curriculaire activiteiten te volgen. Velen van hen namen gebruiken van de Sahwa over. Zij werden door de belangrijkste Sahwa leden ‘toegewijd’ (multazimun) genoemd. De derde, kleinste, cirkel werd gevormd door

Sahwa netwerken. Leden van deze netwerken werden gerekruteerd uit de tweede groep van

‘toegewijde’ moslims. Leden van deze cirkel kregen in kleine groepen les. Deze groepen werden ‘cirkels’ of ‘kringen’ (halaqat) genoemd of ‘families’ (usar). De kringen of families kregen de specifieke ideologie ingeprent van de leider van het netwerk waartoe het behoorde. Deze netwerken werden simpelweg jamaʻat genoemd, wat groepen betekend. De leden van deze derde kleine kring van de Sahwa werden ‘deelgenoten’ (muntamun) genoemd, ofwel leden van een jamaʻa.502

501 Lacroix, Awakening Islam, 56-58. 502

Lacroix is tot deze informatie gekomen op basis van interviews Sahwi’s. Zie Lacroix, Awakening Islam, 62-63.

121 Er bestonden eigenlijk twee jamaʻat, één groep werd gevormd door vier subgroepen die niet heel nauw met elkaar verbonden waren maar welke allen gelinieerd waren aan de Moslimbroederschap. De andere groep werd de ‘Sururi’s’ (al-sururiyyun) genoemd. Door het verbod op politieke partijen en om niet te veel op te vallen in Saoedi-Arabië bestond er een taboe op het bestaan van deze jamaʻat.503 Desalniettemin steeg het aantal volgelingen van de

Sahwa aanzienlijk in de jaren ’70.504

Na de belegering van de Grote Moskee in 1979 bleef de Sahwa voortbestaan. Zoals al eerder in deze scriptie naar voren kwam wilde het Saoedisch Koningshuis haar Islamitische karakter benadrukken na de gebeurtenissen in Mekka. Een gevolg hiervan was dat belangrijke leiders van de Sahwa op dat moment, zoals de protegé van Mohammed Qutb, Safar al-Hawali en Salman al-Awda, de vrijheid kregen van de autoriteiten om hun gang te blijven gaan. In ruil hiervoor dienden zij wel het Koningshuis te steunen, net als de ulama, om zo weer grip op het Koninkrijk te krijgen.505 Een andere reden was dat het Koningshuis het vertrouwen in de Wahhabitische ulama wat verloren was toen bleek dat er een link bestond tussen het hoofd van de Raad van Religieuze Geleerden, Bin Baz en al-Utaybi. Het Koningshuis hoopte door hun steun aan de Sahwa dat de ulama in zouden zien dat ze hiermee een fout hadden gemaakt en dit in de toekomst niet meer zou gebeuren.506

De Sahwa in de moderne tijd

In de jaren ’90 kreeg het Koningshuis kritiek van Al-Awda en al-Hawali voor het toestaan van Amerikaanse troepen in het Koninkrijk. Als gevolg hiervan werden beide mannen in de gevangenis gezet. Na hun vrijlating in 1999 nam al-Awda een gematigdere toon aan, terwijl al-Hawali bleef vasthouden aan zijn ideeën. Beide mannen zouden echter bijvoorbeeld wel de aanslagen van 11 september veroordelen.507 De Sahwa bestaat tot op de dag van vandaag, echter is het niet meer zo actief als in de jaren ’60 tot en met de jaren ’90. Gedurende de opstanden in het Midden-Oosten, beter bekend als de Arabische Lente, steunden de aanhangers van de Sahwa de protesten in Egypte en waren verheugd met het feit dat een Moslimbroeder, Morsi, president van Egypte werd. Ondanks de toenadering tot Saoedi-Arabië

503 Lacroix, Awakening Islam, 63. 504 Lacroix, Awakening Islam, 73.

505 Kepel, The War for Muslim Minds, 178. Zie paragraaf 3.4 voor de nasleep en gevolgen van de belegering van de Grote Moskee.

506

Kepel, The War for Muslim Minds, 179.

507 Kepel, The War for Muslim Minds, 188-189 en Murphy, C. ‘Saudi Islamists consider democracy, confront royal dogma.’ Globalpost. (6 september 2011): 10 pag. [online nieuwsmedium], geraadpleegd op 29 november 2015. Beschikbaar via

122 van Morsi steunde het Koningshuis de coup en het afzetten van Morsi. Volgens Lacroix is Saoedi-Arabië naar aanleiding van de gebeurtenissen in Egypte en op advies van de Verenigde Arabische Emiraten een meer anti-Islamistische positie in gaan nemen, wat dus een negatief effect heeft op de rol die de Sahwa nog speelt.508 De Sahwa van nu is volgens Murphy ook niet meer te vergelijken met de beginjaren toen de leiders van de beweging nog antidemocratisch waren en enkel de rol voor de geestelijkheid wilde vergroten in het Koninkrijk. Tegenwoordig is de Sahwa beweging een gefragmenteerd netwerk van honderden, misschien duizenden, volgelingen die geen grote rol van betekenis meer spelen.509 Trofimov benoemt de Sahwa niet in zijn boek, maar toch is het van belang deze beweging te bespreken in de scriptie. De reden hiervoor is dat niet iedereen in Saoedi-Arabië de ontwikkeling van de Sahwa als een positief gegeven beschouwden. Met name onder de Saoedische geestelijken ontstond verzet.510 Eén van de bewegingen die hier uit voortkwam was Al Jama‘a al-Salafiyya al-Muhtasiba. Deze beweging is in hoofdstuk 4 al benoemd en is van belang omdat Juhayman al-Utaybi hier medeoprichter van was. In het volgende hoofdstuk zal deze beweging besproken worden.

508 Lacroix, S. ‘Saudi Arabia’s Muslim Brotherhood predicament.’ The Washington Post. (20 maart 2014): 4 pag. [website van krant], geraadpleegd op 29 november 2015. Beschikbaar via

https://www.washingtonpost.com/news/monkey-cage/wp/2014/03/20/saudi-arabias-muslim-brotherhood-predicament/

509

Murphy, ‘Saudi Islamists consider democracy, confront royal dogma.’, 4. 510 Lacroix, Awakening Islam, 81.

123