• No results found

Wat is er nu nodig om de drie genoemde prioriteiten met succes aan te pakken, en wat is daarbij de rol van de drie meest betrokken partijen: het bedrijfsleven, de consu- ment en de overheid? Het antwoord hierop wordt vooral bepaald door onze kennis over de factoren die van invloed zijn op het betreffende voedingsprobleem, de hieruit af te leiden aangrijpingspunten voor beleid, de uitvoerbaarheid en het rendement van de voorgestelde maatregelen, kosten etc. Daarbij zullen we uit moeten gaan van ervaringen met successen en mislukkingen in het verleden, maar ook van de weten- schappelijke kennis over gedragsverandering en risicoperceptie.

Voor gezonde voeding zijn het voedselaanbod, de maatschappelijke normen en gewoonten, en het gedrag van de consument wezenlijke elementen. Voor veilig voed- sel is de gehele voedselketen van belang, van voedselproductie tot uiteindelijk het bewaren en het bereiden van het voedsel in de keuken. Het bedrijfsleven, de consu- ment en de overheid hebben elk een eigen rol bij het bevorderen van gezonde voe- ding en veilig voedsel

a. Aanpak en kansen voor gezonde voeding anders dan voor roken

Volgens de moderne opvatting van gezondheidsbevordering is preventie vooral effec- tief als er bij de interventies sprake is van een integrale aanpak. Een integrale aanpak spreekt mensen niet alleen persoonlijk aan op hun gedrag, maar wijzigt ook de fysie- ke en sociale omgeving zodanig dat dit gedrag zo veel mogelijk wordt ondersteund dan wel afgedwongen. Een dergelijke integrale strategie is waarschijnlijk de succes- factor geweest bij de aanpak van het rookprobleem in de Verenigde Staten en wordt momenteel ook in Nederland toegepast. Hierbij werd gekozen voor een combinatie van gezondheidsvoorlichting gericht op stoppen met roken, prijsbeleid, maatregelen voor openbare ruimten, wetgeving en normverandering. Daarbij werd samengewerkt door gezondheidsinstellingen, overheid, industrie en wetenschap en de interventies werden toegespitst op de “settings” die voor kinderen en volwassenen belangrijk zijn, zoals scholen en bedrijven.

Er is veel te leren van de interventies tegen roken. Maar dat neemt niet weg dat er ook aanzienlijke verschillen zijn ten opzichte van voeding. Bij roken geldt een eenduidige boodschap, namelijk dat roken schadelijk is voor de persoon zelf èn voor mensen in de omgeving. Weliswaar geldt dat overgewicht voor anderen soms ook last of onge- mak kan bezorgen – zoals door een verhoogd ziekteverzuim of in geval van hulpbe- hoefte in de verzorging en verpleging of bij operaties – maar voor ons voedingsge- drag geldt toch vooral dat eten juist noodzakelijk is en het aan anderen geen of slechts zelden gezondheidsschade toebrengt. Daardoor is ook de relatie van de over- heid met de industrie anders. Bij roken staat de gezondheidsbevorderende overheid tegenover de economische belangen van de tabaksindustrie. Bij voeding heeft de gezondheidsbevorderende overheid enerzijds de industrie nodig om gezonde produc- ten te maken die passen in een gezond voedingspatroon, maar anderzijds heeft die- zelfde overheid te maken met een industrie die veel ongezonde voedingsmiddelen

produceert en aanprijst. Verder is de gezonde voedingsboodschap complexer dan de niet-roken boodschap omdat de consument moet kiezen uit een groot en divers aan- bod van voedingsmiddelen, met deels gunstige en deels ongunstige effecten op de gezondheid. De vergelijking met roken maakt echter wel duidelijk hoe intensief en vindingrijk op gezonde voeding zal moeten worden geïnvesteerd om succesvolle ver- anderingen te kunnen bewerkstelligen.

b. Bedrijfsleven moet meer inzetten op gezond en veilig voedsel

Voedselproducenten, voedingsmiddelenindustrie, grootwinkelbedrijven, horeca en kantines kunnen op veel manieren meewerken om overgewicht te bestrijden, gezon- de voeding te bevorderen en de voedselveiligheid te verbeteren.

Gezonder voedselaanbod en minder reclame voor ongezonde producten

De oorzaak voor de toename van obesitas ligt, naast te weinig bewegen, in het over- vloedige aanbod van (energierijk) voedsel in winkels en kantines van bedrijven en scholen, en in de reclame voor ongezonde voedingsmiddelen. Gemak, smaak, prijs en gewoonte zijn de voornaamste factoren die het voedingsgedrag van de consument bepalen, en die het bedrijfsleven kan gebruiken om juist gezonde voeding te bevorde- ren. Het recent bijgestelde beleid van de Nederlandse Voedingsmiddelen Industrie, en de daarin opgenomen gedragscode inzake reclame- en promotieactiviteiten, komt echter nog onvoldoende tegemoet aan deze punten en kan dus beter.

Verbeterde productsamenstelling en vernieuwende productmodificatie

Er zijn veel mogelijkheden om door middel van het aanpassen van voedingsmiddelen (zogenaamde productmodificatie) de “healthy choice” de “easy choice” te maken, zon- der dat de consument zijn/haar voedingsgewoonten veel hoeft te veranderen. Sommi- ge productmodificaties vereisen zelfs geen enkele gedragsverandering bij de consu- ment. Voorbeelden uit het verleden betreffen de toevoeging van jodium aan zout en de veranderde vetzuursamenstelling van margarines. Daarbij hoeft bovendien het keuze-aanbod van de consument niet ingeperkt te worden, maar zijn er uitstekende mogelijkheden om een ruim gevarieerd voedselpakket aan te bieden, dat aan elke smaak tegemoet komt.

Handhaven en verbeteren van de voedselveiligheid in het licht van nieuwe omstandigheden

Veilig voedsel is een voorwaarde voor gezond voedsel. Handhaving en verbetering van de voedselveiligheid begint bij het bewustzijn van het belang ervan. Dit bewust- zijn lijkt in Nederland in aanzienlijke mate aanwezig. Voor de toekomst zijn vooral twee zaken belangrijk: het vergroten van de voedselveiligheid in de dierlijke voedsel- keten, onder andere door een goede hygiëne in de primaire productiefase en in de laatste fase tijdens de bereiding van het voedsel, en daarnaast een verbeterde kwali- teitscontrole van (nieuwe) grondstoffen en productieketens.

Verbeterde informatie voor de consument

Duidelijke voorlichting onder andere door etikettering gericht op gezondheids- en veiligheidsaspecten kan helpen om de consument een goede keuze te laten maken,

zowel vanuit het oogpunt van gezonde voeding als veilig voedsel (allergie). Er zijn inventieve, nieuwe vormen van voorlichting en etikettering nodig die het de consu- ment gemakkelijker maken om snel de gewenste informatie over een voedingsmiddel te verkrijgen. De huidige vormen van etikettering werken niet optimaal. Deze voor- lichting dient rekening te houden met de risicobeleving van de consument.

c. Consumenten moeten meer bewust worden van de voordelen van gezonde voeding, de nadelen van overgewicht en ongezonde voeding, en het belang van hygiënische voedselbereiding

Cultuuromslag noodzakelijk

Er zullen altijd gezonde en minder gezonde voedingsmiddelen op de markt zijn. Het belangrijkste wat bij de consument en in de gehele maatschappelijke omgeving nodig is, is een cultuuromslag: een groeiend bewustzijn dat gezond eten ook lekker is, en dat aan de andere kant overgewicht en ongezonde voeding veel ziektelast en onge- mak met zich meebrengen. Het besef van de grote dreiging van een toename van overgewicht lijkt nog niet voldoende in de maatschappij doorgedrongen. Zo’n cul- tuuromslag mag echter niet gebaseerd zijn op een stigmatisering van personen met overgewicht. De consument is zelf verantwoordelijk voor zijn of haar gedrag en zal, rekening houdend met de eigen gezondheid, zelf de keuze moeten maken om bij- voorbeeld niet teveel te eten en voldoende te bewegen.

De consument dient ook te beseffen dat 100% veilig voedsel niet bestaat en dat hij zelf bovendien de laatste schakel is in de keten van de voedselveiligheid. Vooral het letten op de veilige bewaartermijnen van voeding, op de hygiëne in de keuken om kruisbe- smetting te voorkómen en voldoende verhitting van met name dierlijk voedsel, liggen op de weg van de consument zelf.

Niet alleen bewustzijn en voorlichting, maar ook vaardigheden belangrijk

Grote groepen mensen willen gezond eten of gewicht kwijt raken. Een groot deel van de bevolking weet echter niet goed welke voeding gezond en ongezond is, of wordt in verwarring gebracht door tegenstrijdige of ingewikkelde berichtgeving. De consu- ment kan dus alleen verantwoordelijk zijn als hij voldoende kennis over gezonde voe- ding en veilig voedsel heeft, en over de vaardigheden beschikt om die kennis in prak- tijk te brengen. De invloed van het grote voedselaanbod, de reclame en andere invloeden vanuit de (sociale) omgeving is echter zo groot, dat velen daar geen weer- stand aan kunnen bieden (vooral jongeren). Dit benadrukt de belangrijke taak van consumenten- en onderwijsorganisaties om de consument hierbij zo goed mogelijk te ondersteunen.

d. Overheid zal het collectieve belang van gezonde voeding, overgewichtbestrij- ding en bevordering van voedselveiligheid een sterke impuls moeten geven

Gezonde voeding, obesitasbestrijding en bevordering van voedselveiligheid zijn col- lectieve belangen. Daarin heeft de overheid een taak te vervullen. Het zwaarste accent in het voedingsbeleid heeft het afgelopen decennium op de voedselveiligheid gele- gen. De analyse in dit rapport leidt echter tot de conclusie dat de bestrijding van over-

gewicht en de bevordering van gezonde voeding een hogere prioriteit verdienen dan tot nu toe het geval was, zonder dat dit ten koste mag gaan van het huidige bescher- mingsniveau voor de voedselveiligheid.

Het accent dient nu op een sterke uitvoering van het voedingsbeleid te liggen

Op het terrein van overgewicht (en gezonde voeding) kiest de overheid in de recente nota ‘Langer Gezond Leven’ in de uitvoering voor een preventieve aanpak met een brede coalitie van betrokken partijen gericht op zowel leefstijl als omgevingsfactoren die goede voeding en voldoende bewegen stimuleren. Daarbij zal het accent niet alleen op overgewicht en de energiebalans mogen liggen, maar mag de aanzienlijke invloed die een gezonde voedingssamenstelling - in samenhang met maar ook los van overgewicht - op chronische aandoeningen heeft, niet ondergesneeuwd raken. In de discussie met het parlement wordt sterk de nadruk gelegd op de eigen verant- woordelijkheid van de consument en op de vrijwillige medewerking van het bedrijfs- leven. Dit is in tegenspraak met de oorzaken-analyse van deskundigen die juist een sterke nadruk op de fysieke en sociale omgeving leggen.

Ook bij bevordering van gezonde voeding kunnen wettelijke maatregelen nuttig zijn

Bij gezonde voeding is de overheid veel terughoudender en laat veel meer over aan het maatschappelijke krachtenveld dan op het terrein van de voedselveiligheid. Op het terrein van de voedselveiligheid wordt vooral gebruik gemaakt van wetgeving, sancties, controle en toezicht. Op het terrein van gezonde voeding zijn convenanten en voorlichting als beleidsinstrument favoriet. Dat is op zichzelf verklaarbaar vanwe- ge het gezondheidsbeschermingsprincipe op het terrein van de voedselveiligheid, maar de analyse in dit rapport maakt duidelijk dat ook voor de bevordering van een gezonde voeding een sterke druk vanuit de overheid en maatschappij nodig is. Als sti- mulerende beleidsinstrumenten of convenanten te weinig opleveren kan ook wetge- ving een wezenlijk hulpmiddel zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van voedingsreclame gericht op kinderen en het voedselaanbod in schoolkantines of publieke ruimtes. De aanpak van roken kan hier als voorbeeld dienen.

Nieuwe veiligheidsrisico’s vragen om een nieuwe aanpak

Op het terrein van de voedselveiligheid richt de aandacht van de overheid zich steeds meer op de veiligheid van de gehele voedselketen, met verantwoordelijkheden voor alle partijen inclusief de consument, en op crisisbeheersing. Daarnaast staat het (her- stel van het) vertrouwen van de consument in de voedselveiligheid sinds enkele jaren hoog op de politieke agenda. De overheid zal niet kunnen volstaan met een strategie die alleen gericht is op het vergroten van de voedselveiligheid door steeds strengere maatstaven en het opschroeven van de veiligheidsnormen. Ze zal de consument meer moeten betrekken bij de maatschappelijke afwegingen die gemaakt moeten worden en de transparantie van het overheidsbeleid moeten vergroten, om een groter draag- vlak voor het voedselveiligheidsbeleid te verkrijgen. Om claims voor SGV’s en voe- dingssupplementen beter onderbouwd te krijgen en de consument te beschermen tegen onjuiste claims zal in de toekomst een betere bewijslast van fabrikanten geëist moeten worden. Daarvoor is thans Europese wetgeving in ontwikkeling. Maar ook de

methodiek voor kwantitatieve afweging van positieve en negatieve gezondheidseffec- ten dient verder te worden ontwikkeld. Vanwege de mondialisering van de voedsel- stromen zullen er, tenslotte, betere methoden ontwikkeld moeten worden om de her- komst van voedingsmiddelen te traceren.

5

Monitoring en onderzoek

In dit rapport zijn veel vragen beantwoord. Dat was mogelijk dank zij de grote hoe- veelheid kennis en informatie die in Nederland voorhanden is. Maar er zijn ook vra- gen die nog niet bevredigend beantwoord zijn. Dit heeft te maken met kennislacunes, tekorten in de continuïteit van de informatievoorziening, de reikwijdte van dit rap- port en met nieuwe onderwerpen die in de toekomst belangrijk worden als gevolg van wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Een viertal onderwer- pen vraagt hierbij vooral om aandacht:

• De continuïteit van de voedselconsumptiepeiling (VCP) en de ondersteunende databanken.

• Het wetenschappelijke onderzoek naar de gezondheids- en veiligheidsaspecten van voeding en voedsel, en naar betere methodieken voor de afweging van positie- ve en negatieve gezondheidseffecten.

• Het onderzoek naar de determinanten van voedingsgedrag van consumenten en de mogelijkheden om het bedrijfsleven en anderen te stimuleren om een gezonder en veiliger voedselpakket aan te bieden.

• Het onderzoek naar de mogelijkheden om succesvolle kleinschalige interventies op grotere schaal in te voeren, waarbij ook de kostenaspecten worden meegenomen.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN