• No results found

Integrale aanpak en vergelijking met rookinterventies

2 HOE GEZOND ETEN WE ?

Tekstblok 2.5: Beknopte uitleg van de drie gevolgde berekeningswijzen voor gezondheidsverlies (zie ook bijlage 12).

2.5 Beïnvloedbaarheid van de voeding H Verkleij, C.F van Kreijl #

2.5.4 Integrale aanpak en vergelijking met rookinterventies

Volgens de moderne opvatting van gezondheidsbevordering kan preventie effectiever zijn als er bij de interventies sprake is van een integrale aanpak (Gezondheidsraad, 2003a; Jansen et al., 2002; Van Oers, 2002, zie ook hoofdstuk 8). Een integrale aanpak spreekt mensen niet alleen persoonlijk aan op hun gedrag, maar wijzigt ook de fysie- ke en sociale omgeving zodanig dat dit gedrag zo veel mogelijk wordt ondersteund. Een dergelijke integrale strategie is waarschijnlijk de succesfactor geweest bij de aan-

pak van het rookprobleem in de Verenigde Staten. Hier werd gekozen voor een combinatie van gezondheidsvoorlichting gericht op stoppen met roken, prijsbeleid, wetgeving en normverandering. Daarbij werd samengewerkt door gezondheidsinstel- lingen, overheid, industrie en wetenschap.

Er is veel te leren uit deze rookinterventies, maar dat neemt niet weg dat er ook aan- zienlijke verschillen zijn ten opzichte van voeding. Bij roken geldt een eenduidige boodschap, namelijk dat roken schadelijk is voor de persoon zelf èn voor mensen in de omgeving. Voor voeding geldt dat eten juist noodzakelijk is en het anderen niet direct gezondheidsschade toebrengt. Daardoor is ook de relatie van de overheid met de industrie anders. Bij roken staat de gezondheidsbevorderende overheid tegenover de economische belangen van de sigarettenindustrie. Bij voeding heeft de gezond- heidsbevorderende overheid enerzijds de industrie nodig om gezonde producten te maken, maar staat diezelfde overheid tegenover een industrie die veel ongezonde voedingsmiddelen produceert en wil verkopen. Verder is de gezonde voedingsbood- schap complexer dan de niet-roken boodschap omdat de consument moet kiezen uit een groot en divers aanbod van voedingsmiddelen, met deels gunstige en deels ongunstige effecten op de gezondheid. Uiteindelijk gaat het om iemands totale voe- dingspatroon. Wat daarin ongunstig is en wat gunstig, en in welke mate, hangt ook af van de andere onderdelen van het voedselpakket en van persoonlijke gezondheids- kenmerken. De vergelijking met roken maakt echter tegelijk duidelijk hoe intensief en vindingrijk op gezonde voeding zal moeten worden geïnvesteerd om succesvolle veranderingen te kunnen bewerkstelligen.

2.6

Conclusies en beschouwing

Overgewicht is een groot en sterk toenemend volksgezondheidsprobleem. Dit geldt zowel voor kinderen als voor volwassenen. Momenteel heeft circa de helft van de vol- wassenen in Nederland overgewicht, en circa 10% obesitas. Dit gaat gepaard met een grote ziektelast: jaarlijks 22.000 extra nieuwe gevallen van diabetes, 16.000 van hart- en vaatziekten en 2.000 van verschillende vormen van kanker. Wat betreft de sterfte wordt ingeschat dat 5% direct toe te wijzen is aan overgewicht. Rekening houdend met onder andere uitstel van sterfte, komt deze schatting voor een periode van 20 jaar iets lager uit: als het vóórkomen van overgewicht niet verandert, zal in de komen- de 20 jaar circa 3% van de sterfte onder de huidige volwassenen te wijten zijn aan overgewicht. Voor de gemiddelde levensverwachting van alle 40-jarige Nederlanders betekent dit een verlies van 0,8 levensjaren door overgewicht. Als iedereen ongeveer 3 kg (1 BMI-eenheid) zou afvallen, kan ongeveer een vijfde deel van dit gezondheids- verlies teruggewonnen worden. Een integrale strategie waarbij veranderingen in fysieke en sociale omgeving veranderingen in voedings- en bewegingsgedrag onder- steunen wordt aanbevolen om de overgewichtepidemie te keren. Personen uit de lagere sociaal-economische klasse en allochtonen verdienen hierbij extra aandacht. Ten aanzien van het voedingsgedrag heeft een voeding met een lage energiedicht- heid, dus met veel groente, fruit en graanproducten, de beste kansen.

2 ONS ETEN GEMETEN

Het voedingspatroon van de Nederlandse bevolking is daarnaast op andere aspecten dan de energie-inname niet optimaal. Belangrijke knelpunten zijn de te geringe con- sumptie van groente, fruit en vis, en de te overvloedige consumptie van producten rijk aan verzadigde vetzuren en transvetzuren. De combinatie van deze ongunstige voedingsfactoren gaat gepaard met een ziektelast van jaarlijks ongeveer 38.000 extra gevallen van hart- en vaatziekten en bijna 3.000 gevallen van kanker. Ruwweg 10% van de totale sterfte is toe te wijzen aan de vijf voedingsfactoren tezamen. Rekening houdend met onder andere uitstel van sterfte, komt deze schatting de helft lager uit: bij een gelijkblijvend consumptiepatroon zal in de komende 20 jaar circa 5% van de sterfte onder de huidige volwassenen toe te schrijven zijn aan een ongunstige voe- dingssamenstelling. Voor alle 40-jarige Nederlanders wordt verwacht dat de ongun- stige voedingssamenstelling een verlies in levensverwachting oplevert van 1,2 levens- jaren. De te lage vis- en fruitconsumptie hebben hierbij het grootste effect. Met realistisch geachte interventies op het gebied van de vijf onderzochte voedingsfacto- ren kan circa de helft van dit gezondheidsverlies weer worden teruggewonnen. Voor het aanpakken van deze knelpunten in de voeding wordt eveneens het gemakkelijk maken van de gezonde keuze in combinatie met positief beïnvloeden van voedingsge- drag aanbevolen. Het gemakkelijk maken van de gezonde keuze vereist een combina- tie van verbeteringen in de productsamenstelling (met name gemaksvoedsel) en ondersteunende veranderingen in de fysieke en sociale omgeving.

Personen met een lage SES hebben gemiddeld genomen een iets ongunstiger voe- dingspatroon dan personen met een hoge SES. De gegevens over de voeding van allochtonen zijn schaars: deels laten ze een gunstiger beeld zien (vetzuurpatroon), maar deels ook een ongunstiger beeld (met name vitamines en mineralen).

Ook de voeding van de allerjongsten en -oudsten in de samenleving verdient extra aandacht. Zuigelingen krijgen gemiddeld niet lang genoeg borstvoeding. Het wegne- men van praktische belemmeringen om borstvoeding te blijven geven voor de wer- kende moeder en het veranderen van de sociale norm (een beetje borstvoeding heeft ook nog voordelen) zijn hier de aangrijpingspunten voor het beleid.

Ouderen hebben naarmate ze minder zelfstandig worden een hogere kans op onder- voeding en een te lage voorziening van met name vitamine D en B12. Het gebruik van bestaande screeningsmethoden in de zorg is belangrijk voor het tijdig signaleren van ondervoeding. Het stimuleren van lichaamsbeweging, het gebruik van verrijkte pro- ducten of supplementen en smaakversterkers en een stimulerende omgeving bij het eten kunnen een rol spelen bij de preventie van ondervoeding bij deze ouderen.

2 ONS ETEN GEMETEN

LITERATUUR

Albert Heijn. Samenvatting onderzoeksrapport “Hoe eet Nederland”. Zaandam: Albert Heijn, 2003.

Ammerman AS, Lindquist CH, Lohr KN, Hersey J. The efficacy of behavioral interventions to modify dietary fat and fruit and vegetable intake: a review of the evidence. Prev Med 2002; 35: 25-41.

Anderson JW, Johnstone BM, Remley DT. Breast- feeding and cognitive development: a meta- analysis. Am J Clin Nutr 1999; 70: 525-535. Anoniem. Multidisciplinaire richtlijn verantwoor-

de vocht- en voedselvoorziening voor ver- pleeghuisgeïndiceerden. Utrecht: Arcares, 2001.

Anoniem. Zo eet Nederland 1998. Resultaten van de voedselconsumptiepeiling 1998. Den Haag: Voedingscentrum, 1998.

Bachrach VR, Schwarz E, Bachrach LR. Breastfee- ding and the risk of hospitalization for respira- tory disease in infancy: a meta-analysis. Arch Pediatr Adolesc Med 2003; 157: 237-243. Baranowski T, Cullen KW, Baranowski J. Psycho-

social correlates of dietary intake: advancing dietary intervention. Annu Rev Nutr 1999; 19: 17-40.

Bazzano LA, He J, Ogden LG, Loria CM, Vupputuri S, Myers L, Whelton PK. Fruit and vegetable intake and risk of cardiovascular disease in US adults: the first National Health and Nutrition Examination Survey Epidemiologic Follow-up Study. Am J Clin Nutr 2002; 76: 93-99. Bazzano LA, He J, Ogden LG, Loria CM, Whelton

PK. Dietary fiber intake and reduced risk of coronary heart disease in US men and women: the National Health and Nutrition Examina- tion Survey I Epidemiologic Follow-up Study. Arch Intern Med 2003; 163: 1897-1904. Bekker GJPM de. De betekenis van brood in de

voeding en de faktoren die op het broodge- bruik van invloed zijn. Proefschrift. Wagenin- gen: Landbouwhogeschool, 1978.

Bemelmans WJE, Hoogenveen RT, Visscher TLS, Verschuren WMM, Schuit AJ. Toekomstige ont- wikkelingen in overgewicht - Inschatting effec- ten op de volksgezondheid. RIVM-rapport nr. 260301003. Bilthoven: RIVM, 2004.

Beral V, Banks E, Reeves G. Evidence from rando- mised trials on the long-term effects of hormo- ne replacement therapy. Lancet 2002; 360: 942-944.

Bijman J, Pronk B, Graaff R de. Wie voedt Neder- land. Consumenten en aanbieders van voe- dingsmiddelen 2003. Den Haag: LEI, 2003.

Bingham SA, Day NE, Luben R, Ferrari P, Slimani N, Norat T, Clavel-Chapelon F, Kesse E, Nieters A, Boeing H, Tjonneland A, Overvad K, Marti- nez C, Dorronsoro M, Gonzalez CA, Key TJ, Tri- chopoulou A, Naska A, Vineis P, Tumino R, Krogh V, Bueno-de-Mesquita HB, Peeters PH, Berglund G, Hallmans G, Lund E, Skeie G, Kaaks R, Riboli E. European Prospective Investi- gation into Cancer and Nutrition. Dietary fibre in food and protection against colorectal can- cer in the European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition (EPIC): an observa- tional study. Lancet 2003; 361: 1496-1501. Block G, Patterson B, Subar A. Fruit, vegetables,

and cancer prevention: a review of the epide- miological evidence. Nutr Cancer 1992; 18: 1- 29.

Blokstra A, Schuit AJ. Factsheet overgewicht. Pre- valentie overgewicht. Report 260301/f1/2003. Bilthoven: RIVM, 2003.

Bol P, Hin KJ, Weijden W van der. Goedkoper voedsel slecht voor de gezondheid. NRC Han- delsblad, 23 juli 2004.

Breedveld BC, Hulshof KFAM. Zo eten jonge peu- ters in Nederland 2002. Resultaten van het Voedingsstoffen Inname Onderzoek 2002. Den Haag: Voedingscentrum, 2002.

Brug J. Koffie, kool en de mogelijkheden van voe- dingsvoorlichting. Maastricht: Unigraphic, 2000.

Brug J, Assema P van. Beliefs about fat. Why do we hold beliefs about fat and how do we study these beliefs? In: Frewer LJ, Risvik E, Schiffer- stein (eds.). Food, people and society. Berlin: Springer, 2001: 39-54.

Brug J, Oenema A, Campbell MK. Past, present, and future of computer-tailored nutrition edu- cation. Am J Clin Nutr 2003; 77: 1028s-1034s. Brussaard JH, Löwik MR, Berg H van den, Brants HA, Goldbohm RA. Folate intake and status among adults in the Netherlands. Eur J Clin Nutr 1997a; 51 Suppl 3: S46-50.

Brussaard JH, Brants HA, Bouman M, Löwik MR. Iron intake and iron status among adults in the Netherlands. Eur J Clin Nutr 1997b; 51 Suppl 3: S51-58.

Brussaard JH, Brants HAM, Erp-Baart AMJ van, Hulshof KFAM, Kistemaker C. Voedselcon- sumptie en voedingstoestand bij 8-jarige Mar- rokkaanse, Turkse en Nederlandse kinderen en hun moeders (beknopt rapport). TNO rapport V99.1099. Zeist: TNO Voeding, 1999.

Bucher HC, Hengstler P, Schindler C, Meier G. N-3 polyunsaturated fatty acids in coronary heart disease: a meta-analysis of randomized con- trolled trials. Am J Med 2002; 112: 298-304.

ONS ETEN GEMETEN 2

Burgmeijer RJF, Reijneveld SA. Motieven om te stoppen met borstvoeding: gegevens uit de PGO-peiling Jeugdgezondheidszorg 1997/1998 in vergelijking met de gegevens uit de litera- tuur. Leiden: TNO-PG, 2001 (TNO-

PG/JGD/2001.051).

CBL. Consumententrends 2000. Leidschendam: Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, 2000. CBS. POLS, gezondheid en arbeid. Permanent

Onderzoek Leefsituatie, gezondheid en arbeid CBS, 2000.

CBS. CBS - Webmagazine - Hogere inkomens zul- len eerder in luxe snijden. CBS, 2003 www.cbs.nl/nl/publicaties/artikelen/algemeen/ webmagazine/artikelen/2003/1365k.htm. CBS. Statline. Voorburg/Heerlen: CBS, 2004.

http://statline.cbs.nl.

Centers for Disease Control. Ten great public health achievements - United States, 1900- 1999. MMWR 1999; 48: 241-243.

Chin A Paw MJ. Aging in balance. Physical exerci- se and nutrient dense foods for the vulnerable elderly. Thesis, Wageningen: Wageningen Uni- versity, 1999.

Clarke R, Frost C, Collins R, Appleby P, Peto R. Dietary lipids and blood cholesterol: quantita- tive meta-analysis of metabolic ward studies. BMJ 1997; 314: 112-117.

EPIC-calibratiestudie, Nederlandse populatie. IARC, Lyon & RIVM, Bilthoven. Niet gepubli- ceerde data.

Fredriks AM, Buuren S van, Wit JM. Body index measurements in 1996-7 compared with 1980. Arch Dis Childhood 2000; 82: 107-112. Geleijnse JM, Grobbee DE. Voeding en gezond-

heid - hypertensie. Ned Tijdschr Geneeskd 2003; 147: 996-1000.

Gezondheidsraad. Keukenzout en bloeddruk. Nr 2000/13. Den Haag: Gezondheidsraad, 2000a. Gezondheidsraad. Voedingsnormen. Calcium,

vitamine D, thiamine, riboflavine, niacine, pan- totheenzuur en biotine. Nr 2000/12. Den Haag: Gezondheidsraad, 2000b.

Gezondheidsraad. Voedingsnormen. Energie, eiwitten, vetten en verteerbare koolhydraten. Nr 2001/19R. Den Haag: Gezondheidsraad, 2001 (Gecorrigeerde editie: juni 2002.). Gezondheidsraad. Commissie Trends voedselcon-

sumptie. Enkele belangrijke ontwikkelingen in de voedselconsumptie. Nr 2002/12. Den Haag: Gezondheidsraad, 2002.

Gezondheidsraad. Overgewicht en obesitas. Nr 2003/07. Den Haag. Gezondheidsraad, 2003a.

Gezondheidsraad. Voedingsnormen. Vitamine B6, foliumzuur en vitamine B12. Nr 2003/04. Den Haag: Gezondheidsraad, 2003b.

Glanz K, Basil M, Maibach E, Goldberg J, Snyder D. Why Americans eat what they do: Taste, Nutrition, cost, convenience, and weight con- trol concerns as influences on food consump- tion. J Am Diet Ass 1998; 98: 1118-1126. Groot CPGM de, Broek T van den, Staveren WA

van. Energy intake and micronutrient intake in elderly Europeans: seeking the minimum requirement in the SENECA study. Age and Ageing 1999; 28: 469-474.

Groot CP de, Enzi G, Matthys C, Moreiras O, Rosz- kowski W, Schroll M. Ten-year changes in anth- ropometric characteristics of elderly Europe- ans. J Nutr Health Aging 2002; 6: 4-8. He K, Song Y, Dagvilus ML, Liu K, Horn L van,

Dyer AR, Greenland P. Accumulated evidence on fish consumption and coronary heart disea- se mortaltiy. Circulation 2004; 109: 2705-2711. Hirvonen T, Virtamo J, Korhonen P, Albanes D,

Pietinen P. Intake of flavonoids, carotenoids, vitamins C and E, and risk of stroke in male smokers. Stroke 2000; 31: 2301-2306. Hirvonen T, Pietinen P, Virtanen M, Ovaskainen

ML, Hakkinen S, Albanes D, Virtamo J. Intake of flavonols and flavones and risk of coronary heart disease in male smokers. Epidemiology 2001; 12: 62-67.

Holman CD, English DR, Milne E, Winter MG. Meta-analysis of alcohol and all-cause mortali- ty: a validation of NHMRC recommendations. Med J Aust 1996; 164: 141-145.

Hulshof KF, Erp-Baart MA van, Anttolainen M, Becker W, Church SM, Couet C, Hermann-Kunz E, Kesteloot H, Leth T, Martins I, Moreiras O, Moschandreas J, Pizzoferrato L, Rimestad AH, Thorgeirsdottir H, van Amelsvoort JM, Aro A, Kafatos AG, Lanzmann-Petithory D, van Poppel G. Intake of fatty acids in western Europe with emphasis on trans fatty acids: the TRANSFAIR Study. Eur J Clin Nutr 1999; 53: 143-157. Hulshof KFAM, Brussaard JH, Kruizinga AG, Tel-

man J, Löwik MRH. Socio-economic status, dietary intake and 10y trends: the Dutch National Food Consumption Survey. Eur J Clin Nutr 2003; 57: 128-137.

IARC handbooks of Cancer Prevention. Vol 6. Weight and physical activity. Lyon: Interna- tional Agency for Research on Cancer, 2002. IARC handbooks of Cancer Prevention. Vol 8.

Fruit and vegetables. Lyon: International Agen- cy for Research on Cancer, 2003.

Institute of Medicine, Food and Nutrition Board. Dietary Reference Intakes. Energy, carbohydra- te, fiber, fat, fatty acids, cholesterol, protein, and amino acids. Washington, D.C.: National Academy Press, 2002.

2 ONS ETEN GEMETEN

Jansen J, Schuit AJ, Lucht F van der (red.) Tijd voor Gezond gedrag. Bevordering van gezond gedrag bij specifieke groepen. RIVM-rapport nr. 270555004. Houten: Bohn Stafleu Van Log- hum, 2002.

Johnsen SP, Overvad K, Stripp C, Tjonneland A, Husted SE, Sorensen HT. Intake of fruit and vegetables and the risk of ischemic stroke in a cohort of Danish men and women. Am J Clin Nutr 2003; 78: 57-64.

Jong N de. Sensible Aging. Nutrient dense foods and physical exercise for the vulnerable elder- ly. Thesis. Wageningen: Wageningen Universi- ty, 1999.

Joshipura KJ, Ascherio A, Manson JE, Stampfer MJ, Rimm EB, Speizer FE, Hennekens CH, Spiegel- man D, Willett WC. Fruit and vegetable intake in relation to risk of ischemic stroke. JAMA 1999; 282: 1233-1239.

Joshipura KJ, Hu FB, Manson JE, Stampfer MJ, Rimm EB, Speizer FE, Colditz G, Ascherio A, Rosner B, Spiegelman D, Willett WC. The effect of fruit and vegetable intake on risk for coro- nary heart disease. Ann Intern Med 2001; 134: 1106-1114.

Klatsky AL, Friedman GD. Alcohol and longevity. Am J Public Health 1995; 85: 16-18.

Kraak H. NVVL-symposium over transvetten. Ont- moeting tussen wetenschap en industriële praktijk. Voeding Nu 2004; 6: 15-17. Lanting CI, Herschderfer K, Wouwe JP van, Reij-

neveld SA. Peiling melkvoeding van zuigelin- gen 2000/2001 en het effect van certificering op de borstvoedingscijfers. Leiden: TNO Pre- ventie en Gezondheid, 2002 (TNO-PG/JGD/ 2001.252).

Lanting CI, Herschderfer K, Wouwe JP van, Reij- neveld SA. Peiling melkvoeding van zuigelin- gen 2001/2002 en het effect van certificering op de borstvoedingscijfers. Leiden: TNO Pre- ventie en Gezondheid, 2003 (TNO-PG/JGD/ 2002.309).

Lean ME. Is long-term weight loss possible? Br J Nutr 2000; 83 Suppl 1: S103-111. Leest LATM van, Dis SJ van, Verschuren WMM.

Hart- en vaatziekten bij allochtonen in Neder- land. Een cijfermatige verkenning naar leef- stijl- en risicofactoren, ziekte en sterfte. RIVM- rapport nr. 261858006. Bilthoven: RIVM, 2002. Lindert H van, Droomers M, Westert GP. Tweede

nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Een kwestie van ver- schil: verschillen in zelfgerapporteerde leef- stijl, gezondheid en zorggebruik. Utrecht: Nivel, 2004.

Liu S, Manson JE, Lee IM, Cole SR, Hennekens CH, Willett WC, Buring JE. Fruit and vegetable intake and risk of cardiovascular disease: the Women’s Health Study. Am J Clin Nutr 2000; 72: 922-928.

Mackenbach J. Het meesterschap van Daedalus. Rotterdam: Instituut voor Maatschappelijke Gezondheidszorg, 2001: 1-32.

Mathey MAM. Aging & Appetite. Social and phy- siological approaches in the elderly. Thesis. Wageningen: Wageningen University, 2000. Mehta K. TV food advertising does not support children’s nutrition and health. NSW Health. Food advertising to children. Centre for Health Promotion, 2002. (www.health.nsw.gov.au/obe- sity).

MORGEN-project 1993-1997. RIVM, Bilthoven, niet gepubliceerde gegevens.

Montonen J, Knekt P, Jarvinen R, Aromaa A, Reu- nanen A. Whole-grain and fiber intake and the incidence of type 2 diabetes. Am J Clin Nutr 2003; 77: 622-629.

Mozaffarian D, Kumanyika SK, Lemaitre RN, Olson JL, Burke GL, Siscovick DS. Cereal, fruit, and vegetable fiber intake and the risk of car- diovascular disease in elderly individuals. JAMA 2003; 289: 1659-1666.

Naber TH, Schermer T, Bree A de, Nusteling K, Eggink L, Kruimel JW, Bakkeren, J, van Heere- veld H, Katan MB. Prevalence of malnutrition in nonsurgical hospitalised patients and its association with disease complications. Am J Clin Nutr 1997; 66: 1232-1239.

Oddy WH. Breastfeeding protects against illness and infection in infants and children: a review of the evidence. Breastfeed Rev 2001; 9: 11-8. Oers JAM van (red). Gezondheid op koers? Volks-

gezondheid Toekomst Verkenning 2002. RIVM- rapport nr. 270551001. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2002.

Oomen CM. Prospective studies on diet and coro- nary heart disease. The role of fatty acids, B- vitamins and arginine. Thesis. Wageningen: Wageningen University, 2001.

Ooms ME. Osteoporosis in elderly women: vita- min D deficiency and other risk factors. Thesis, Amsterdam: University of Amsterdam, 1994. Park Y, Smith-Warner SA, Hunter DJ. Dietary fiber

and risk of colorectal cancer: a pooled analysis of cohort studies. Abstract. Frontiers in Cancer Prevention Research, Phoenix, AZ, October 2003.

PGD, Productschap voor Gedistilleerde Dranken. Jaarverslag 2001. Schiedam: PGD, 2002.

ONS ETEN GEMETEN 2

Pietinen P, Rimm EB, Korhonen P, Hartman AM, Willett WC, Albanes D, Virtamo J. Intake of dietary fiber and risk of coronary heart disease in a cohort of Finnish men. The Alpha-Tocop- herol, Beta-Carotene Cancer Prevention Study. Circulation 1996; 94: 2720-2727.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Gezond- heid en gedrag. Publicatienummer 02/14. Zoe- termeer: Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, 2002.

Rimm EB, Ascherio A, Giovannucci E, Spiegelman D, Stampfer MJ, Willett WC. Vegetable, fruit, and cereal fiber intake and risk of coronary heart disease among men. JAMA 1996; 275: 447-451.

RIVM, Volksgezondheid Toekomst Verkenning. Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2004. http://www.nationaalkompas.nl Roberts SB, Fuss P, Heyman MB, Evans WJ, Tsay R,

Rasmussen H, Fiatarone M, Cortiella J, Dallal GE, Young VR. Control of food intake in older men. J Am Med Assoc 1994; 272: 1601-1606. Rougoor C, van der Weijden W, Bol P (red.).

Voedselveiligheid tot (w)elke prijs? Essays en verslag van een conferentie. Den Haag Stuur- groep Technology Assessment, Ministerie van LNV, 2003

Signaleringscommissie Kanker van KWF Kanker- bestrijding. De rol van voeding bij het ontstaan van kanker. Den Haag: KWF Kankerbestrijding, 2004.

Steffen LM, Jacobs DR Jr, Stevens J, Shahar E, Carithers T, Folsom AR. Associations of whole- grain, refined-grain, and fruit and vegetable consumption with risks of all-cause mortality and incident coronary artery disease and ischemic stroke: the Atherosclerosis Risk in Communities (ARIC) Study. Am J Clin Nutr 2003; 78: 383-390.

SZB (Stichting Zorg voor Borstvoeding) 2002. http://www.zvb.borstvoeding.nl.

SZB (Stichting Zorg voor Borstvoeding) 1999. http://www.zvb.borstvoeding.nl.

Visscher TLS, Kromhout D, Seidell JC. Long-term and recent time trends in the prevalence of obesity among Dutch men and women. Int J Obes 2002; 26: 1218-1224.

Voedingscentrum. Spelregels goede voeding. http://www.voedingscentrum.nl/ mirakel/ pageViewer.jsp?id=1244. Den Haag: Voedings- centrum, 2004.

Voedingscentrum. Wijzer met vitamines en mineralen. http://www.voedingscentrum.nl/ content /documents/ Wijzers_met_vitamines,_ mineralen_en_bioactieve_stoffen.pdf. Den Haag: voedingscentrum, 2003.

Voedingsraad. Richtlijnen Goede Voeding. Den Haag: Voedingsraad, 1986.

Voedingsraad. Notitie Voeding in relatie tot coro- naire hartziekten. Den Haag: Voedingsraad, 1989

Voedingsraad. Reassessment of the advice on fat consumption contained in Guidelines for a healthy diet 1986. Den Haag: Voedingsraad, 1991.

Voedingsraad. Voeding van de oudere mens. Den Haag: Voedingsraad, 1995.

VWS. Preventiebeleid voor de volksgezondheid: Langer gezond leven; ook een kwestie van gezond gedrag. Tweede kamer, vergaderjaar 2003-2004, 22 894, nr. 20, 2003.

Whelton SP, Hu J, Whelton PK, Munsuer P. Meta- Analysis of observational studies on fish intake

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN