• No results found

Geweld en gevolgen van geweld vanuit psychologisch perspectief

Lijden en geweld

7.1 Geweld en gevolgen van geweld vanuit psychologisch perspectief

Om een duidelijk beeld te krijgen hoe mensen lijden onder geweld, is het ook van belang inzichtelijk te krijgen hoe binnen de psychologie over geweld gedacht wordt en wat de psychologische gevolgen van geweld zijn op het denken en handelen van mensen.

Geweld kan onderscheiden worden in natuurgeweld en geweld dat mensen door andere mensen (of door henzelf) wordt aangedaan. De

World Health Organization (WHO) beperkt zich in het World Rapport

on Violence and Health van 2002 echter in haar definitie van geweld tot intentioneel geweld dat mensen elkaar aandoen: “The intentional use of

physical force or power, threatened or actual, against oneself, another person, or against a group or community, that either results in or has a high likelihood of resulting in injury, death, psychological harm, maldevelopment or depriva-tion.289 Belangrijk is hierbij te zien dat zij het zwaartepunt legt bij de intentie, en niet bij de uitkomst van de daad. Hierom vallen ongeluk-ken dan ook buiten de definitie.

De WHO maakt in haar rapport een onderscheid tussen zelfgericht geweld, interpersoonlijk geweld en collectief geweld. Daarnaast geeft zij in haar definiëring aan geweld ruimer te interpreteren dan alleen een fysieke act, zij onderscheidt fysiek, seksueel en psychologisch 289 WHO: World Rapport on Violance and Health, Geneve 2002, pag. 5, geraadpleegd op 25 januari 2019, http://apps.who.int/iris/bitstream/handle/10665/42495/ 9241545615_eng.pdf;jsessionid=7A662007866A467463E066A306568B3B?seque nce=1.

geweld, maar rekent voorts ook verwaarlozing en ontbering tot daden van geweld.290

Doordat deze interpretatie van geweld door de WHO ruimer is dan alleen geslaagd, fysiek geweld is zij zeer geschikt voor de bespreking van de evenzeer diverse wijzen waarmee aalmoezeniers rond vredes-operaties met geweld en lijden te maken krijgen.

De psychische gevolgen van geweld kunnen zeer uiteenlopend zijn. Niet alle geweld leidt tot een psychotrauma. Niet iedere gebeurtenis heeft even veel impact, en bovendien reageren mensen op verschil-lende wijzen op dezelfde gebeurtenis. Wel is bekend dat de meeste psychotrauma’s een oorsprong hebben in een actie van geweld door mensen, gericht tegen mensen.

Slachtoffers kunnen zowel fysiek, emotioneel, psychisch alsook finan-cieel beschadigd raken, maar ook is het mogelijk dat geweld zelf weer nieuw geweld oproept, bijvoorbeeld uit wraak. Daarnaast kan geweld ook psychische gevolgen hebben voor de daders zelf, als zij door hun daden zelf veranderen. Voor dit onderzoek is tevens van belang de gevolgen te beschrijven die gewelddaden op omstanders en hulp-verleners kunnen hebben, omdat deze zeker ook op een deel van de ervaringen van aalmoezeniers tijdens vredesoperaties van toepassing zullen zijn.

Een van de mogelijke gevolgen van een confrontatie met geweld is het psychotrauma, een inbreuk, een schokkende gebeurtenis of ervaring die geestelijk inbreekt in een persoon.

In het onderzoek naar de verwerking van psychotrauma’s is een onder-scheid gemaakt in type-I-trauma’s en type-II-trauma’s. Type-I-trauma’s beschrijven eenmalige gebeurtenissen, ongelukken, eenmalig geweld of verkrachtingen.

Bij het tweede type gaat het om ervaringen van seksueel misbruik, mishandeling of oorlogsgeweld, waarbij de gebeurtenissen doorgaans van langere duur zijn en de verwerking van deze gebeurtenissen moei-lijker is. Psychotrauma’s van dit tweede type zullen voor dit onderzoek vooral van belang zijn.

Een centraal begrip binnen het denken rond geweldsgetroffenen is dat van de Posttraumatische stressstoornis (PTSS). Het oorspronkelijk 290 WHO: World Rapport on Violance and Health, 6.

uit de Verenigde Staten afkomstige begrip (PTSD: Post-traumatic Stress

Disorder) dient als een overkoepelend classificatiemodel om disfunc-tioneren na een ingrijpende gebeurtenis in kaart te kunnen brengen, van auto-ongelukken tot oorlogsgeweld.

P.G.H. Aarts en W.D. Visser stellen in Trauma. Diagnostiek en

behan-deling: “De uit de Verenigde Staten afkomstige classificatie posttraumatische

stress-stoornis beschrijft een in principe ‘normale’ reactie van mensen op schokkende ervaringen. Er is pas sprake van pathologie wanneer klachten langdurig blijven bestaan en een aanzienlijk lijden met zich meebrengen.291

Het begrip PTSS is sinds 1980 in het Diagnostic and Statistical Manual of

Mental Disorder van de American Psychiatric Association opgenomen. Dat betekent echter niet dat voor die tijd oorlogstrauma geen onderwerp van onderzoek en behandeling was. Al sinds de Eerste Wereldoorlog werden militairen met psychische trauma’s opgenomen in zieken-huizen of geestelijke inrichtingen. Deze gewonden werden soms als lafaards of poseurs gezien, omdat zij geen duidelijk zichtbaar trauma hadden.

Bij onderzoek werden hun klachten gerelateerd aan de gevolgen van bombardementen, zoals I. Bramsen het stelde in De psychische

nasleep van oorlog en geweld bij militairen en veteranen: “Al tijdens de Eerste

Wereldoorlog werd geobserveerd dat sommige soldaten leden aan symptomen van angst, depressie, prikkelbaarheid, heftige schrikreacties, nachtmerries en slapeloosheid. In eerste instantie dacht men toen dat de klachten werden ver-oorzaakt door de scherven van granaten en bommen en de term ‘shell shock’ werd geïntroduceerd. Toen echter bleek dat deze symptomen ook optraden bij soldaten die niet waren blootgesteld aan explosies, begon men te denken aan een psychische oorzaak.”292

In de periode hierna werd deze vorm van trauma Kriegsneurose genoemd, of zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog gevechtsuitputting. De analyse van deze trauma’s was niet eenduidend: “Sommigen

dach-ten dat deze vooral gelegen was in de gevechtssituatie, terwijl anderen dachdach-ten dat bij degenen die ontspoorden wellicht van tevoren al iets mis was met hun persoonlijkheid.293

291 Petra Aarts, Wim Visser (red.): Trauma. Diagnostiek en behandeling (Houten/Die-gem: Bohn Stafleu Van Loghum, 1999), 2.

292 Bramsen, De psychische nasleep van oorlog en geweld bij militairen en veteranen,139. 293 Bramsen, De psychische nasleep van oorlog en geweld bij militairen en veteranen,

Kenmerkend voor de analyses was dat men dacht dat deze trauma’s van korte duur waren.

In de periode na de Tweede Wereldoorlog veranderde deze visie, en kwam de gedachte op dat deze vorm van psychotrauma zeer specifiek was. Het was echter niet zo dat PTSS direct algemeen erkend werd als eigenstandige psychische aandoening. Zeker sinds PTSS vaker werd gediagnosticeerd, niet alleen bij militairen, maar ook bij slachtoffers van andere vormen van geweld of rampen, was ook sprake van wan-trouwen tegen deze analyse, zeker toen mensen deze diagnose ook gebruikten om schadevergoedingen te claimen. C.R. Brewin schrijft in Post-traumatic Stress Disorder. Malady or Myth?: “But the claim that

com-bat-related PTSD was a politically inspired invention of anti-war psychiatrists, that counselling and psychotherapy threatened the population’s innate resilience to stress, and that an epidemic of false memories was destroying family life were all classic examples of the perennial struggle to uphold the interests of society’s institutions against too great an erosion by individual rights.”294

In de vijfde editie van het Handboek voor de classificatie van psychische

stoornissen (DSM-5) wordt PTSS aldus gedefinieerd: “Het hoofdkenmerk

van de posttraumatische-stressstoornis (PTSS) is de ontwikkeling van ken-merkende symptomen na blootstelling aan een of meer psychotraumatische gebeurtenissen…De zelf ervaren psychotraumatische gebeurtenissen… betreffen onder andere blootstelling aan een oorlogssituatie als strijdende partij of als burger, dreigende of feitelijke geweldpleging (zoals lichamelijk geweld, bero-ving, aanranding, lichamelijke mishandeling in de kindertijd), dreigend of fei-telijk seksueel geweld (zoals gedwongen penetratie, seksuele penetratie onder invloed van alcohol/drugs, aanranding, ongewenste intimiteiten zonder aan-raking, vrouwenhandel), slachtoffer zijn van ontvoering, slachtoffer zijn van een gijzeling, slachtoffer zijn van een terroristische aanval, marteling, opslui-ting als oorlogsgevangene, natuurlijke of door mensen veroorzaakte rampen, en ernstige auto-ongelukken.295

PTSS beschrijft een aantal symptomen, symptomen die op zich tot normaal gedrag behoren na een trauma, “een ‘normale’ reactie van mensen

op schokkende ervaringen”, maar problematisch kunnen worden als deze 294 Chris Brewin, Post-traumatic Stress Disorder. Malady or Myth? (New Haven: Yale

University Press, 2003), 209.

295 American Psychiatric Association, Handboek voor de classificatie van psychische

symptomen niet verdwijnen, het normale functioneren verstoren en lijden veroorzaken.296 PTSS kenmerkt zich door voortdurende herbe-leving, vluchtgedrag, emotionele matheid, verhoogde agressie, concen-tratieverlies en slapeloosheid.

M. Schok schrijft in Meaning as a Mission over de impact van militaire missies, en de wijze waarop militairen betekenis geven aan hun deel-name aan deze missies: “War and peacekeeping leave an indelible memory in

the minds of veterans, especially when soldiers have faced life threatening events or lost a comrade in combat. These personal tragedies are devastating and set in motion a search for meaning about why they happened and what makes life valuable. Each veteran must find his own answers to these existential questions to regain a sense of control over the emotional impact of his experiences.297

Er is de laatste jaren veel aandacht voor PTSS bij militairen die deelge-nomen hebben aan VN-vredesoperaties. Door hun specifieke opdracht, met vaak beperkte bevoegdheden en even vaak hoge risico’s, is de druk op deze militairen groot en kan veel stress ontstaan. Deze druk is alleen maar toegenomen naarmate de aard van de conflicten na het einde van de Koude Oorlog veranderde. L. Weisaeth, L. Mehlum en M. Mortensen beschrijven in hun onderzoek naar Noorse VN-veteranen de gebeurtenissen die zulke stress veroorzaken: “Although a peacekeeping

soldier is different from a traditional soldier in that he and his unit are not sup-posed to take sides and try to solve problems by using fire-power against one or more of the conflicting parties, those interviewed reported that they frequently experienced hostility from various armed parties. In this respect, the peacekeep-ers really served as a buffer. The uneasy feeling of being used as a punching ball might be strong especially among combat-trained infantrymen who had their very role model put to test. Well aware of the peacekeeper’s limited opportunity to retaliate, conflicting parties sometimes submit the peacekeepers to various forms of harassment, thereby compromising their mission. More cruel forms of provocation’s include captivity, isolation from soldier’s unit, refusal to take a side in a local conflict, thereby compromising the force etc. Forcing peacekeep-ers to witness atrocities against children, women and elderly represents another form of traumatic experience to the peacekeepers.”298

296 Aarts, Visser, Trauma, 2.

297 Michaela Schok, Meaning as a Mission (Delft: Eburon, 2009), 12.

298 Lars Weisath, Lars Mehlum, Mauritz Mortensen, “Peacekeeper stress: new and different?”, in NCP Clinical Quarterly, 6 (1): winter 1996.

De omschreven verschuiving van de inzet van NAVO-strijdkrachten, van peacekeeping naar peace-enforcement, en de strijd tegen het interna-tionale terrorisme, hebben een verandering van de geweldsinzet van militairen betekend.

Eén vraag die voor dit onderzoek relevant is, is of er verschillen waar te nemen zijn in de psychische belasting van militairen bij de verschil-lende wijzen waarop zij ingezet worden: is de psychische belasting en de kans op PTSS wezenlijk verschillend bij klassieke militaire opera-ties, peacekeeping operations en peace-enforcement operations?

Een andere relevante vorm van traumatisering voor dit onderzoek is de secundaire traumatisering. Hiermee worden mogelijke gevolgen van het begeleiden van mensen met psychotrauma’s voor de hulpver-leners bedoeld. Hulpverhulpver-leners kunnen zelf door de begeleiding aan slachtoffers dwanggedachten, angsten en dromen krijgen, en op lan-gere termijn kan zelfs in hun persoonlijkheid verandering zichtbaar zijn, waarbij vermoeidheid, lusteloosheid en cynisme kenmerkend zijn.