• No results found

De Serang Sidin zegt: Ik heb wel tegen den kapitein gezegd: «als gij het volk geen ander eten geeft, dan hebt gij geen medelijden met

de Javanen, en hoe zou het schip over zee kunnen komen, als gij ons niet hebt.»

Get. zegt: het is wel mogelijk, dat hij dat ook gezegd heeft, maar

ik weet bepaald, dat hij toen ook heeft gezegd : dat het schip niet te

Batavia noch in Holland zou komen.

— 116 —

De Serang zegt: hoe is het mogelijk, dat get. dat verklaren k a n , want hij stond niet op de c a m p a g n e , noch op het dek.

Get. zegt : ik stond op het dek bij de kajuitsdeur tegen de c a m -pagne a a n , het is dus wel mogelijk, dat de Serang mij niet gezien heeft.

B e k l . Sidin wordt afgeleid.

V . Moeten de Javanen gehoorzamen aan het bootsmansfluitje van den S e r a n g ?

A . J a . I n Rotterdam heeft hij dat fluitje g e b r u i k t , doch op zee n o o i t , behalve den 12 A u g . 11.

V . W a s het bootsmansfluitje, waarop al de Maleijers op het dek k w a m e n , een gewoon signaal , waarop zij allen komen m o e s t e n , of was d i t , heizij in het a l g e m e e n , hetzij op dat oogenblik in het bijzonder , een buitengewoon signaal, iets vreemds , iets verdachts , w a a r -aan eene afspraak ten grondslag moet gelegen hebben ?

A . Dat kan ik niet bepaald zeggen, maar het k w a m mij daarom vreemd voor , dat hij toen het fluitje g e b r u i k t e , daar hij het vroeger op zee nooit gebruikt had.

V . H o e waren de Maleijers, op het dek k o m e n d e , g e k l e e d ? A . Over het algemeen zagen zij er beter gekleed u i t , dan gewoon-lijk , wanneer zij aan het werk waren.

V Is het w a a r , dat zij allen waren gekleed in h u n beste pakje t A. Niet a l l e n , doch ik k a n niet o p g e v e n , wie in h u n werkpakje waren. . .

V . Waaruit bestaat dan dat beste p a k j e , zoo als gij dat gezien hebt f A . Uit een schoon hemd en een schoonen broek ; er bestaat niet veel verschil tusschen h u n werk- en h u n beste pakje.

V . W a a r waren gewoonlijk geplaatst, aau boord van de Twenthe, de brandspuit, de putsen e n z . ?

A . De brandspuit was eene vaste p o m p , achter bij het roer . w a a r -aan men een slang kon bevestigen , welke slang in de barkas gebor-gen werd op het d e k , de putsen stonden gewoonlijk voor op het dek bij het s c h a p e n h o k , zij w a r e n zes in getal. Kr waren er nog twaalf, die geborgen waren ouder de kajuit.

V . Wie hebben bepaald naar de bluschmiddelen gezocht, toen de Europesche equipage weder op het dek is gekomen ?

A Genoegzaam allen , behalve den kapitein en den eersten stuurman, die gewond waren. I k zelf heb naar de putsen in het schapenhok g e -zocht, doch er geene g e v o n d e n , en gezien, dat het brandspuiten-pompje stuk geslagen was,

V . Hadden al de J a v a n e n zigtbare wapenen bij zieh i

A. J a , ik h e b niet gezien , dat zij w a p e n e n onder h u n n e kleederen verborgen badden.

V . H e b b e n allen aan den aanval deelgenomen of waren er een-voudige toeschouwers onder h e n ?

A . Dat is niet mogelijk om te v e r k l a r e n , doch wel heb ik gezien, dat de meesten er aan deel genomen hebben. I k heb er geene toe-schouwers bii o p g e m e r k t , het ging alles in zulk eene verwarring en k a n dus dit niet bepalen.

V Zijn alle Javanen op u en V e r m e u l e n , staande op de campagne, a f g e k o m e n , en hebt gij daarbij toen ook opgemerkt den S e r a n g ?

A Niet allen , ik k a n echter niet bepalen wie ; ik heb niet opge-m e r k t of de Serang er ook bij geweest is , en k a n dus opge-met verklaren, d a t hij er bij was.

V . Zijt gtj van o o r d e e l , dat, bij eenige inschikkelijkheid over en

— 117 —

weder , de aanwezige voorraad aan boord wel eenige wijziging in de voeding zou hebben toegelaten, behalve het verschaffen van eenigen siokvisch?

A . J a , dat had zeer goed k u n n e n geschieden tot aan Batavia t o e ; wij hadden acht à negen vaten gezouie vleesch aan b o o r d , elk van honderd k i l o , en eenige vaatjes s p e k , elk van vijfiig k i l o , waarvan ik het getal niet kan bepalen ; ook was er een goede voorraad e r w t e n , boonen, gort en scheepsbeschuit aan boord.

V . H e b t gij op zee aan de J a v a n e n ook h a r i n g g e g e v e n ; zoo j a , wanneer en hoeveel?

A . I k durf het niet stellig v e r z e k e r e n , doch er staat mij iets van v o o r , dat ik hun eens twintig haringen gegeven h e b , doch als het geschied i s , dan is het vóór den 11 Aug. geschied en niet d a a r n a . V- W e l k e behandeling hebben de J a v a n e n van den kapitein en eer-sten stuurman o n d e r v o n d e n , afgescheiden van de voeding?

A . Eene goede behandeling.

V . Zijt gij geraadpleegd door den kapitein over de onthouding van spijs en drank aan de Javanen , die niet gewerkt h a d d e n ?

A . Neen , de kapitein heeft met mij niet geraadpleegd ; de kapitein heeft mij order g e g e v e n , om aan h e n , die niet g e w e r k t h a d d e n , niets meer te geven.

V . H o e lang zijt gij in de kajuit opgesloten geweest?

A . Tusschen drie à vier u r e n ; van des morgens tien tot ongeveer des namiddags twee u r e .

V . Heeft men geene pogingen aangewend om daaruit te g e r a k e n , en heeft niemand daartoe het voorstel gedaan ?

A . N e e n , niet voor dat B l a n k e n ons gemeld had , dat de J a v a n e n van boord met de barkas v e r t r o k k e n waren , eu dat was tusschen een en twee u r e . Door een gat in de kajuitsdeur kon men z i e n , dat zij op schildwacht stonden.

V . W a t hebt gij van de vrouw Sarina gezien ?

A . I k h e b h a a r noch bij de eene noch bij de andere gelegenheid op het dek gezien.

V . Is de hofmeester A . S m i t s , die op de monsterrol s t a a t , met u n a a r zee vertrokken ?

A . N e e n , die is te Rotterdam gedeserteerd en in zijne plaats a a n g e -steld H a l d e r de la Laine.

V . Zijn er behalve u , den kapitein Coopmans en zijne v r o u w , C. E . Soff, M. W . van Douwe , E . de M o e s , J . D . Blanken , nog m e e r -dere schepelingen van de Twenths in Nederland teruggekomen ?

A . Zoo ver ik weet niet.

V . W a a r is gebleven I I . W . V e r m e u l e n , P . C a m m e n g a en G. de H a a n ?

A . Die hebben te Rio J a n e i r o dienst genomen op de brik de Comeet, kapitein N i j m a n , welk schip nog niet in Nederland is a a n -gekomen.

V . W a a r zijn gebleven J . G. Onel en H a l d e r de la L a i n e ? A . Toen ik van Rio Janeiro vertrok , waren zij aan boord v a n d e schoener Elisabeth, kapitein H u i s i n g a , welk schip ook nog niet in Nederland is aangekomen.

V". W a a r is gebleven J . Dunnewijk ?

A . Die heeft te Rio Janeiro dienst genomen op de bark .Tacobus, kapitein van L o o n , welk schip naar Batavia vertrokken is.

V . W a n n e e r vertrekt gij naar zee ?

A . I k ben als derde stuurman aangemonsterd op het fregatscliip

118

-Diligentia, kapitein van Bentveld , welk schip den U April

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN