• No results found

De Serang blijft de poging tot het over boord werpen van den

— 97

kapitein o n t k e n n e n , en evenzeer J a t deze zijn voet door het nek had geslingerd, hetgeen ook niet noodig v a s .

V . Het blijkt t o c h , dat de kapitein door verschillende personen is aangevallen.

De overigen blijven steeds o n t k e n n e n , dat zij den kapitein hebben aangevallen.

V . Hoe is het dan mogelijk, dat gisteren P a Seno zoo bijzonder zijn leedwezen heeft betuigd, dat hij een blanke was a a n g e v a l l e n , als hij er toch niet was ?

A . van Pa Seno. Toen de kapitein reeds ten tweeden male een pistool had in de hand genomen en den Serang daarmede gescho-ten en gewond, heb ik den kapitein vastgegrepen, om hem te weer-houden een tweede schot te doen en anderen te dooden.

V. Dat zou niet gebeurd zijn, als er geen aanval door hem g e -daan was.

Pa Seno. I k v r a a g duizend excuses over het voorgevallene. Maar de J a v a n e n hebben den eersten aanval niet durven doen.

V. Zijn zij niet de personen g e w e e s t , die brandende stoffen op h e t schip geworpen hebben ?

De Seramj zegt er niets van te weten ; want ten gevolge der ver-wonding was hij bewusteloos. De anderen verklaren ook er niets van te weten ; terwijl de tweede beseh. (Pa Seno) zegt het vuur in woest-heid in de bezaan te hebben geworpen , zonder regt te weten , wat hij deed.

Ado.-gen. I k v e r z o e k , naar aanleiding van art. 184 Strafvord., aanteekening in het proces-verbaal der teregtzitting, dat door de getuigen Coopmans en Soff is verklaard , dat de beschuldigden niet gevraagd hebben verlof en ook niet hebben gekregen om zich van boord te verwijderen.

Hieraan wordt voldaan.

Voorz. T e n gevolge der opmerking van mijnheer den proc.-gen. en van hetgeen thans in het proces-verbaal der teregtzitting is opgenomen verzoek ik aan den tolk aan de beschuldigden te vragen , of zij ver-zocht hadden zich van boord te begeven, en of dat verleend is, toen zij met de barkas het schip verlieten.

De Serang a n t w o o r d t , dat zij permissie hadden gevraagd om aan wal te worden gezet.

Voorz. I k deel aan het Hof m e d e , dat de getuige Vermeulen , die af-wezig is , drie malen is gehoord, en wel eenmaal te Rio J a n e i r o en twee keeren te Rotterdam. I k zal thans doen voorlezen zijn v e r h o o r , ondergaan voor den regter-commissaris te Rotterdam op 12 Junij , nadat h\) reeds verklaringen had afgelegd te Rio Janeiro.

I n het j a a r 1857 , den 12 J u n i j , verschenen voor o n s , regter-com-missaris, belast met de instructie der strafzaken bij de Arrondiss,-R e g t b a a k te Arrondiss,-Rotterdam, bijgestaan door den beëedigden klerk W i l l e m 't Hooft, vervangende den griffier, de personen van W . H . Vermeulen en a n d e r e n , die wij hebben doen dagvaarden om getuigenis der waarheid te geven in de zaak van het Openb. Min. tegen den Serang S i d i n c . s . , en d i e , na beloofd te hebben de waarheid en niets dan de waarheid te zullen z e g g e n , alsmede na verklaard te hebben niet te zijn dienstbode van de beklaagden, noch h u n door bloedverwantschap of aanhuwelijking te bestaan, op onze o n d e r v r a g i n g , ieder afzonderlijk, hebben verklaard a!s volgt:

Willem H e n d r i k V e r m e u l e n , oud 25 j a a r , voorlaatst tweede stuurman op het NeJerlandsche barksehip Twenthe, kapitein A. C o o p m a n s , thans

— 98 —

tweede stuurman op het Nederlandsche brikschip Komeet, m e t hetwelk hij herten morgen voor Rotterdam is a a n g e k o m e n , wonende te A m -sterdam.

Getuige z e g t , dat hij eene volledige verklaring heeft afgelegd voor den Nederlandschen c o n s u l t e Rio J a n e i r o , den 16 Sept. 1856.

Wij hebben hem die daarop voorgelezen en heeft getuige verklaard daarbij te v o l h a r d e n , dat hij zelf geene krissen gezien heeft, m a a r uit de w o n d , die de eerste stuurman heeft b e k o m e n , meent te mogen o p m a k e n . dat een der J a v a n e n een kris bij zich gehad heeft.

Gevraagd. Verhaal mij n a a u w k e u r i g , hoe het oproer aan b o o r d d e n 12 A u g . 11. is begonnen?

Gezegd. Den 12 A u g 11., des morgens ten 8 u r e , stond de matroos Setro aan het roer. I k stuurde hem w e g , omdat hij niet goed sturen kon , en plaatste mij zelven er aan. A a n het roer staande, k w a m de Serang alleen n a a r achter en sprak met den kapitein, die op de c a m -pagne stond. W a t zij gesproken h e b b e n , weet ik n i e t , alleen heb ik v e r s t a a n , dat de kapitein gezegd heeft, «dat hij geen ander eten geven k o n . » en de S e r a n g , . d a t zij geen moeite zouden maken.» Daarop is de S e r a n g alleen n a a r voren gegaan in het volks-logies. Omstreeks 10 ure heb ik den Serang weer op het dek zien k o m e n , deze floot op zijn bootsmans-fluitje, waarop de Maleijers op het dek zijn g e k o m e n , ik meen a l l e n , behalve de Javaansche v r o u w ; zij waren over het algemeen beter gekleed dan in h u n w e r k , en hadden h u n n e gewone scheepsmessen a a n , krissen heb ik niet gezien ; de S e r a n g k w a m alleen n a a r a c h t e r e n , gevolgd door de Maleijers , en begaf zich alleen op de c a m p a g n e , terwijl de Maleijers op het dek bleven staan. Op de cam-pagne stond destijds de kapitein stuurboordszijde, de eerste stuurman bakboordszijde, ook de doctor, terwijl ik aan het roer stond. De Serang begon met aan den kapitein om ander eten te vragen; dit werd door den kapitein geweigerd. Daarop vroeg hij om met de Maleijers a a n wal gezet te worden, waarop de kapitein zeide: >dan moet ge m a a r n a a r den wal zwemmen,» waarop de Serang a n t w o o r d d e : >dan zal het schip noch op J a v a , noch in Holland terugkomen.» Daarop zeide ik tegen den doctor: »dat loopt v e r k e e r d , wanneer de kapitein niet toegeeft.» Hierna is de doctor in de kajuit gegaan. Op dat oogenblik had de kapitein nog geen pistool g e t r o k k e n , doch toen op het geroep van «djaga/ djaga/* door den l i p l a p , Klaas L e d e s m a , de trappen van de campagne door de Maleijers bestormd w e r d e n , heeft de k a p i -tein zijn pistool getrokken en heb ik een schot hooren v a l l e n , doch of dit van den kapitein afkomstig w a s , weet ik n i e t , doch op dat schot is de Serang niet gevallen.

Bij den k a p i t e i n , waarbij de S e r a n g s t o n d , vervoegden zich n u ook de Tandil P a Seno en de Jeremoedi K a s i d i n , en het k w a m mij v o o r , dat zij hem over boord wilden werpen. Het pistool was den kapitein afgenomen, door wie weet ik niet. I k z a g , dat de kapitein bloedde, m a a r weet niet, wie hem gestoken heeft. Daarop ben ik toegeschoten om hem te ontzetten, en heb er met een sabel op i n g e -houwen.

I k trof P a Seno op zijn hoofd en Kasidin op zijn a r m , waarop zij den kapitein loslieten en ook de Serang n a a r voren weggeloo-pen is.

W a t er met den eersten stuurman is voorgevallen, heb ik niet g e z i e n , omdat ik te veel bezig was met het ontzet van den kapitein.

A l de Maleijers zijn toen n a a r voren gegaan , en ik z a g , dat P a Seno in de kombuis g i n g , daaruit met eene tang vuur haalde en met

— 99 —

eene groote b o o r , die hij in zijne hand h i e l d , zich in het voorluik begaf. Zoo stond ik alleen achter op het dek en k w a m de derde stuurman bij m i j , die mij zeide, dat hij met eene handspaak een slag op den arm had ontvangen. Daarop k w a m e n de Maleijers weer op ons beide af. Wij zijn toen door de k e r k s k a p naar beneden gevlugt. I k vond een geladen pistool op de tafel, dat ik naar boven afschoot. Of ik daarmede iemand getroffen h e b , weet ik n i e t , doch wij dachten , dat zij iemand opraapten ; ik kan volstrekt niet zeggen , of dat de S e r a n g is geweest.

N a voorlezing en volharding teekent getuige.

(Get.) W . H . V E R M E U L E N .

U i t dit s t u k , waarvan de hoofdfeiten beurtelings vertolkt worden v o o r g e h o u d e n , wordt aan besch. Setro overgebragt de opgave, dat bij slecht met het roer kon o m g a a n , zoodat getuige Vermeulen hem heeft weggezonden en zelf het roer gestuurd heeft. Dit feit wordt door hem bevestigd. Hij was destijds niet genoeg m e t die behandeling b e k e n d .

Aan den eersten besch. overgebragt de v e r k l a r i n g van den tweeden stuurman Vermeulen nopens hetgeen deze alleen van het gesprek tusschen den kapitein en den Serang heeft v e r s t a a n , van den e e r s t e ,

«dat hij geen ander eten geven k o n , - en van den t w e e d e : «dat zij geene moeite m a k e n zouden» zoo worden die woorden door den Serang bevestigd.

Nopens de verschillende mededeelingen in ditzelfde stuk aangaande het fluiten en de opkomst der J a v a n e n , allen voorzien van messen e n z . , zegt de Voorzitter: Dat alles is b e k e n d , e n , als men het niet noodi"' a c h t , wenschte ik dit niet weder te laten o v e r b r e n g e n , d a n alleen"de omstandigheid, dat de beschuldigden anders gekleed waren.

De beschuldigden blijven die omstandigheid ontkennen.

Mede wordt overgebragt de passage van het bestormen der cam-pagne door de Javaansehe bemanning op de woorden djaga ! djaga!

van Klaas Ledesma, die de trappen opkwam.

Ledesma ontkent dit andermaal.

D e Voorzitter z e g t , dat ook een ander getuige dit zoo even heeft bevestigd.

Ledesma houdt zijne ontkentenis vol.

V . tot getuige Coopmans. Gij hebt de verklaringen van den t w e e -den stuurman Vermeulen gehoord, waarin hij z e g t , dat L e d e s m a de eerste w a s , d i e , onder het roepen van djaga ! djaga ! de trappen is opgekomen. Hebt gij dat bespeurd?

A . I k weet bet niet. I k stond toen aan stuurboordszijde. I k kon het dus niet zien.

Soff Ik heb h e m zien o p k o m e n , en zijne wangen waren opgezwollen van kwaadaar.ligheid.

V . W a t beteekent: djaga! djaga?

De heer Veenhuyzen. P a s o p , pas op.

A a n P a Seno en Kasidin wordt overgebragt, dat getuige V e r m e u -len heeft verklaard gezien te h e b b e n , dat zij bepaaldelijk den kapitein bij de beenen gevat hebben om h e m over boord te w e r p e n , dat V e r m e u l e n daarop op hen heeft ingehouwen, zoodat zij zijn w e g g e -loopen, terwijl ook de Serang op dat oogenblik is weggeloopen;

insgelijks de omstandigheid, dat V e r m e u l e n P a Seno met een t a n g vuur heeft zien halen uit de kombuis en zich daarmede en tevens met een boor begevende naar het voorluik.

- 100 —

V . I k verzoek ook aan P a Seno over te b r e n g e n , dat hij gisteren erkend heeft vuur ta hebben gehaald en dit geplaatst te hebben in de bezaan. Maar nu h e b ik Êooren voorlezen, dat hij zich met d a t vuur heeft begeven naar het voorluik. Dat wenschte ik nog wel eens door P a Seno opgehelderd te zien. Is hij werkelijk met dat v u u r n a a r het voorluik g e g a a n , of heeft hij het dadelijk geplaatst in d e bezaan ?

Pa Seno antwoordt, dat hij er dadelijk n a a r achteren mede gegaan is.

V . aan Coopmans. Wat is het voorluik?

Getuige Coopmans geeft deswege eene ontwikkelde v e r k l a r i n g , nader in de teekening aangeduid, en hoofdzakelijk daarop neder-k o m e n d e , dat h e t voorluineder-k onmiddellijneder-k grenst aan de neder-kombuis.

V . W a t noemt ge nn de bezaan?

A . Coopmans. Dat v i e r k a n t zeil, hetwelk hier geplaatst is (aan-gewezen).

V . De getuige Vermeulen refereert zich verder tot hetgeen hij te K b J a n e i r o heeft verklaard. I k zal dus nu laten v o o r l e z e n , wat hij daar heeft opgegeven.

De v e r k l a r i n g , te Rio Janeiro afgelegd, is van den volgendon inhoud :

E x t r a c t nit de m i n u t e n , gedeponeerd in de archieven van het consulaat-generaal der Nederlanden in Brazilië te K b J a n e i r o .

Proces-verbaal van onderzoek omtrent het voorgevallene met het Nederlandsche schip Twenthe, gevoerd geweest zijnde door schipper A. Coopmans.

Op heden 16 Sept. van het j a a r 1S5G, hebben wij C A R E L JOACHIM W T L E P , consul-generaal van Z. M. den Koning der Nederlanden in het Keizerrijk B r a z i l i ë , residerende te Rio J a n e i r o , geadsisteerd door den kanselier van dit consulaat, voor ons doen verschijnen de volgende manschappen van het in de nabijheid van Madeira verbrande schip Twenthe, ten einde volledige kennis van het voorgevallene te verkrijgen; e n , na ieder m a n , afgescheiden van de a n d e r e n , in ver-hoor te hebben genomen, is het eerst verschenen:

T h o m a s de Moes enz. enz.

Verscheen verder:

W i l l e m H e n d r i k V e r m e u l e n , van A m s t e r d a m , oud 24 j a r e n , g e -wezen tweede stuurman aan boord van het verbrande schip Twenthe, d e w e l k e , na in onze handen te hebben afgelegd den eed van de waarheid te zullen zeggen en niets dan de waarheid , door ons is onder-vraagd geworden aangaande het gebeurde aan boord van voornoemd schip.

V r a a g . Weet gij, waaruit het oproer ontstaan is en of daarvoor bij-zondere redenen k u n n e n bestaan hebben ?

Antwoord. Misschien is het voortgekomen, omdat de Maleijers om vleesch gevraagd hebben en het niet hebben gekregen ; dit ten minste schijnt mij de ée'nige reden toe. Zij hadden vroeger reeds gevraagd om vleesch, en k a n ik dus niet anders d e n k e n , als het was daarom.

V. Is dus naar uw gevoelen de zucht, om in eene Portugesche be-zitting te k o m e n , niet het hoofddoel van hun oproer g e w e e s t ?

A. Naar mijn gevoelen n i e t , want zij hebben steeds om ander vleesch gevraagd of ander voedsel. Zij hebbeu wel g e v r a a g d , Madeira ziende,

— 101 —

of zulks aan de Portugezen behoorde; dit vroegen zij alvorens zij

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN