• No results found

A ' Dat heeft de eerste stuurman gezien

v ' Ik herhaal de vraag dan aan getuige Soff; heeft deze niet gezien, dat deze besch. aan den aanval geen deel genomen heeft?

A. Ja.

De Xllde besch., SETRO, was in den morgen van den 12 Aug. aan

het roer geplaatst, waarvaneen der stuurlieden hem heelt afgenomen,

omdat hij besch., voor dat werk niet berekend was. Hij heeft zich

Taron bezig gehouden met het maken van matten van touwwerk en

heeft daarbU met Simin zamengewerkt. Hij heeft gehoord, dat de

Serang om ander voedsel heeft gevraagd en dit geweigerd rs, maar h,j

was daarbij niet tegenwoordig. daar hij aan zjn werk ™ geb even

Hij is niet op het hooien van het fluitje van den Serang op het dek

— 136 —

gekomen, maar bevond zich reeds op het dek aan zijn werk. Hij heeft zich voorts niet gemengd onder de menigte, die zich tegen den kapitein heeft verzet en hem heeft aangevallen. Hij heeft daaraan volstrekt geene schuld ; hij heeft geene schuld van het kleinste stukje touw af. Op de vraag nopens het messen slijpen antwoordt hij, dat hij ook het mes van Sidin heeft geslepen. Hij deed dit, om, als er harde wind mögt zijn, het touw spoedig te kunnen snijden, om zich voor ongelukken te vrijwaren.

Voorz. aan get. Soff. Heeft u dat messen slijpen niet bevreemd ? A. J a , op dat oogenblik heeft het mij stellig bevreemd.

Besch. geeft verder, op de deswege gedane vragen, te kennen, dat hij den brand niet heeft zien stichten. Dat hij zich van boord had begeven, was daarom, omdat de kapitein niets meer om de Javanen gaf en hen had kunnen doodschieten. Hij had geene aanleiding gege-ven van ontevredenheid bij den kapitein. Van al het overige, het in brand steken van het schip , het digtspijkeren der kajuit, het breken van ruiten, het werpen van zeilen over de kerkskap enz., heeft hij niets gezien, want hij was naar voren van het schip geplaatst.

De Vide, BATJOOK I I , heeft behoord tot de manschap der Twenthe.

Hij erkent te hebben behoord tot degenen , die op 11 Aug. hebben ger weigeld te werken. De reden dier weigering was de volgende. De opperstuurman had de Javanen gevraagd, wie wilde werken, wie niet. Die werken wilden moesten vooruittreden ; die dit weigerden , moesten achteruitgaan. Toen heeft hij, besch., gevraagd: -geef ons maar een klein beetje eten, dan zullen wij werken,» want hij was niet sterk genoeg om te werken.

Voorz. Dit wordt toch bepaaldelijk wedersproken door den doctor.

Besch. gaat voort. De zoutevisch was hem onmogelijk om te eten;

en hij moest zich dus behelpen met rijst en een beetje water.

Voorz. De kapitein heeft toch eene aanzienlijke hoeveelheid rijst, zoo gekookt als ongekookt, gevonden, en de visch was door de beschuldigden over boord gegooid.

Besch. herhaalt, dat hun de visch onmogelijk was om te eten. Hij heeft zich verder wel op den morgen van den opstand op het dek bevonden, maar geen deel genomen aan den aanval op den kapitein en den eersten stuurman, waarbij hij niet tegenwoordig was , zoodat hij ook niet heeft kunnen zien , door wie die aanval is geschied. Ook de mishandelingen aan boord noch den brand, daarop voorgevallen, heeft hij gezien, want hij dacht slechts: «hoe zal ik mijn leven redden en behouden ? > Op zijne reis naar Java heeft hij steeds ge-tracht zijn werk naar behooren te verrigten , als hij maar te eten had. Op de bedenking van den Voorzitter, dat het toch gebleken is, dat hij, besch., en de anderen al het mogelijke hadden aangewend om het schip te vernielen en de manschappen aan te vallen, zegt hij daarvan niets te weten.

De VlIIste, AMAT,heeft behoord tot de equipage der Twenthe.Heeft geen deel genomen aan het gebeurde op 12 Aug., bepaaldelijk niet aan den aanval op, en de verwonding van den kapitein. Heeft ook niet gezien, dat de Europesche schepelingen allen in de kajuit waren opgesloten, evenmin dat het schip in den omtrek brandde. Hij heeft slechts gezien, dat er naar achteren brand was. Maar hij heeft tot den brand niet medegewerkt en dus niet met zijne kameraads zijn best gedaan om de Europeanen op te sluiten en den boel in brand te steken.

— 137 —

De X X I s t e , K m A N , was niet ontevreden aan boord. H e t was er wel. De Serang had ander eten voor hen gevraagd. Hij had ook ver-z o c h t , dat de Serang dit ver-zou vragen. (De voorver-zitter maakt hem hier opmerkzaam op zijne daarmede strijdige opgave , dat het aan boord wei was.) Hij bevond zich achter op het d e k , toen de Serang om ander eten vroeg. De Serang heeft niet gezegd, dat hij zou fluiten, en hij besch. is daarop dan ook niet o p g e k o m e n , want hij bevond zich aan zijn w e r k . Hij heeft zich wel later bij de anderen gevoegd, maar dat was niet o m ' a a n eenige oproerige beweging deel te nemen.

Dat hij zich op de campagne had begeven , was alleen om te luis-teren naar hetgeen tusschen den S e r a n g en den kapitein gesproken werd. De Serang had toen g e z e g d : . k a p i t e i n , schiet n i e t , , en d e kapitein had toen in het Hollandsch g e s p r o k e n , dat hij (besch.) m e t verstond. Hij heeft zich volstrekt niet tegen den kapitein of den opperstuurman verzet. De Serang was reeds dood.

Voorz. Maar gij ziet hem toch hier in levenden lijve ter teregt-zitting. , , ....

A . N u leeft h i j , maar ginder was hij dood (zooveel als een lijK, is de b e d o e l i n g , volgens den tolk V e e n h u y z e n ) .

Besch. heeft niet medegewerkt tot de opsluiting der Europesche equipage. Hij was destijds gevlugt naar de rast aan stuurboord. Hij heeft wel op de hoogte der kajuit rook gezien, maar of dit van vuur w a s , of door het schieten, weet hij n i e t , want hij d a c h t , dat er oorlog aan boord was. Dat hij de baikas heeft helpen uitzetten, was om te vlugten. Hij heeft geene brandende voorwerpen over de kajuit h e e n geworpen. Hij h e r h a a l t , de Serang was toen een lijk en de overigen waren gewond. H o e zou hij overigens den brand hebben k u n n e n tegengaan of den kapitein h e l p e n , die niets meer om zijne m a k k e r s gaf? De kapitein zou hem doodgeschoten hebben.

De X V I d e , T j r p L i s , was de k o k der Javaansche schepelingen. K r e e g dagelijks, om voor hen gereed te m a k e n , zoutevisch, rijst, t h e e , spaansche peper en suiker. A l het eten was g o e d , m a a r de visch te bitter. Hij had den Serang daarover gesproken en bij hem getracht ander voedsel ie krijgen. De Serang had daarover dan ook bij den kapitein geklaagd, ook omdat zijne m a k k e r s in geene twee dagen te eten hadden gekregen. Door wiens schuld weet hij niet.

Voorz. Hij kreeg toch dagelijks het eten van stuurman Barends en als hij dus in geen twee dagen voeding ontving , had hij daarover toch moeten klagen.

Besch. houdt zijn beweren vol en zegt v o o r t s , dat de beschuldigden op zee slechts zoutevisch erlangden.

Voorz. v r a a g t , of niet het tegendeel waar is en of niet, t e n g e v o l g e der ontstane ontevredenheid , de kapitein op drie keeten den zoutevisch door stokvisch heeft doen vervangen, en wel op Dingsdag 5 en Vrijdag 8 A u g . telkens twaalf en op den morgen van het o n g e l u k , 12 A u g . , nog vier stokvisschen? Hij mag dat nu we! o n t k e n n e n , maar een aantal getuigen hebben het verklaard.

Besch. blijft desniettemin een en ander ontkennen. Op de verdere vraao-, of hij niet geweest is ouder hen , die kort vóór den 12 A u g . h u n "ongenoegen aan den Serang b a l d e n te kennen gegeven , omdat hij h u n n e belangen niet goed bij den kapitein v o o r s t o n d , — a n t w o o r d t h r j , dat zij niet boos wa. en op den Serang; alles is in het fatsoenlijke aan hem gevraagd. Dat deze liet fluitje geblazen heeft om hun te laten hooien, wat° hij tot den kapitein s p r a k , was niet het gevolg hunner

9

- 1S8 —

ontevredenheid op den Serang. Da S e r a n g hoopte m a a r , dat de kapi-tein medelijden met hen hebben zou. Besch. heeft zich al verder niet met zijne karceraads verzet tegen den kapitein en den eersten s t u u r -man , noch daaraan deelgenomen, en h e n evenmin in de kajuit opge-sloten. Toen er geschoten w e r d , alsof er oorlog w a s , is hij weggeloo-p e n , om zijn leven te redden. Hij heeft geen mes dreigende vertoond (zoo als hem door den Voorzitter wordt voorgehouden), en hij is alleen weggeloopen. omdat de kapitein niets meer Wit de J a v a n e n gaf en hij v r e e s d e , dat hij (kapt.) h u n kwaad zou doen. Hij blijft echter het antwoord schuldig op de vraag , hoe de kapitein hun kwaad k o n d o e n , nadat zij zoo goed gezorgd hadden om hem op te sluiten.

De Vde , B A T J O O K I , was niet ontevreden over de voeding. Zij was g o e d , zoolang zij voor a n k e r lagen. Maar op zee kregen de J a v a n e n niet dan zoutevisch, die niet goed was om te eten. Die visch was bitter en rook onaangenaam. Hij heeft daarover ook wel g e k l a a g d , maar de kapitein a n t w o o r d d e , dat er geen andere visch was. Besch.

behoorde niet onder degenen, die op deu middag van den U A u g . geweigerd hebben te w e r k e n . Integendeel heeft hij dadelijk doorge-werkt. Tijdens de weigering der anderen hield hij zich aan het roer vast.

Op de bedenking van den Voorzitter , dat besch. aanvankelijk de w a a r -heid s p r a k , maar een gedeelte van de waar-heid verzwijgt, omdat h i j , op de v r a a g , wie wilde w e r k e n , wie n i e t , in den beginne het w e r k heeft voortgezet, m a a r later het mede heeft geweigerd, — erkent h i j , dat hij later is uitgescheiden. De reden daarvan was deze. Hij was aan het roer. Toen hij afgelost w e r d , begaf hij zich naar den k a p i -tein , die gevraagd had , wie wilde w e r k e n , en waarop hij , besch., zich daartoe al dadelijk bereid verklaarde. De kapitein zeide : . z o o , dat is g o e d , dan zult gij ook goed eten krijgen.» E n desniettemin heeft hy toch weder zoutevisch gekregen. Hij is toen weder naar voren g e -g a a n , en de kapitein vroe-g hem d a a r o p : «waarom w e r k t -gij niet?«

Toen zeide hij tot den kapitein : • gij hadt goed eten beloofd , m a a r gij hebt het toch niet gegeven.- Hij had zelfs zich gedrongen gezien om bij den timmerman een weinigje suiker in te wisselen tegen een stukje brood. Deu volgenden dag heeft hij weer zoutevisch gekregen e n d e kapitein heeft toen gezegd: «als gij doorwerken w i l t , k a n ik u toch niet anders dan zoutevisch geven.« N u hadden de menschen honger en dorst, want zij kregen op 12 A u g . noeh eten noch d r i n -ken ; en zij hebben toen met den Serang afgespro-ken, dat hij eten zou vragen. Zij waren toen op het dek g e k o m e n , om te h o o r e n , wat de Serang zou zeggen, en daarom had de Serang vooraf bepaald, dat hij zou fluiten, opdat zij dan zouden o p k o m e n , en zich overtui-gen , nadat zijne eerste poging niet geholpen had. De Serang begaf zich alsnu tot den kapitein, in wieni nabijheid zich de eerste s t u u r -man bevond. De tweede stuur-man hield het roer vast. De S e r a n g zeide t o e n : «Heb toch een klein beetje medelijden met de J a v a n e n , want zij hebben niet gegeten noch gedronken. W i j verlangen ander eten.« De kapitein a n t w o o r d d e : «Gij krijgt geen ander e t e n , en gij moet maar weten , of gij het g o e d , of kwaad wilt. « Daarop heeft de Serang gezegd : « H e t is g o e d . kapitein , maar herinner u maar de afspraak met den waterschout.« De kapitein heeft daarop in het H o l -landsch gesproken met den timmerman. De baas timmerman heeft zich vervolgens verwijderd n a a r de kajuit, en kort daarop is uit de kajuit een schot gevallen. Op dat schot heeft de kapitein zijn j a s opengedaan en een pistuol willen aftrekken. De Serang zeide toen: « Schiet n i e t , wij

— 139

hebben geene kwade voornemens. Denk slechts aan de afspraak met den waterschoot.« Daarop moet de kapitein gezegd hebben, zoo als hij, besch., het begreep: «Het kan mij niet schelen.» Daarna, opeen oogen.

blik, dat hij, besch., zijne oogen niet op de campagne gevestigd had,

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN