• No results found

Al de anderen waren beneden en konden er niets van gezien hebben

V. Heeft hij dan niet met Pa Seno, Kapidin en Kasidin pogingen ge-daan om den kapitein over boord te werpen ?

A. Ook niet.

V. De uitkomst heeft toch genoeg doen zien, wat het doel van hem en de zijnen is geweest, door het schip in brand te steken.

A. Dat is niet zoo; want als hij boosaardig was geweest, zou hij den kapitein niet hebben komen aanspreken.

V. Heeft hij dan niet het pistool aan den kapitein voor de keel gehouden, met het doel om het af te schieten, hetgeen hem verhinderd werd, doordien het een revolver was, waarmede hij niet kon omgaan?

A. Neen ; hij heeft den kapitein wel het pistool uit de hand geno-men en het weggeworpen.

V. Het blijkt integendeel, dat hij hem kennelijk het pistool voor de keel heeft gehouden, om bet af te schieten, zoo als dat door twee getuigen onder eede is verklaard, door den kapitein en den tweeden Stuurman.

A. Hij blijft dit ontkennen.

V. Zeg hem, dat de ondervinding heeft geleerd, dat beschuldigden altijd zich van de zaak afmaken niet te ontkennen, maar dat hun dit weinig baat.

A. Het is wel mogelijk ; maar het is wel degelijk waar, dat hij het

— 145 —

pistool aan den kapitein alleen nit de hand had g e r u k t en wegge-w o r p e n , m;>ar niet voor de keel gehouden.

V . W e l k e was de r e d e n , dat de kapitein en de anderen in de kajuit waren opgesloten?

A . Hij vraagt veel vergeving, dat hij daaromtrent geene ophelde-ring k a n geven, want hij was verwond en weet van niets meer af.

V . W e e t hij dan iets van den h r a n d ?

A . Toen hij nog aan boord was, heeft hij van den brand niets g e -w e t e n , maar nadat hij van boord -w a s , is hij eerst tot zijn be-wustzijn gekomen , en toen vernam hij den b r a n d .

De Voorzitter. I k stel voor, straks den kapitein en den eersten stuurman nader te confronteren met de beschuldigden.

Niemand verklaart zich hierlegen.

De teregtzitting wordt voor eenigen tijd geschorst.

T e n e'e'n ure wordt de geschorste teregtzitting hervat.

De kolonel Veenhuyzen vraagt het woord , n a a r aanleiding van d e opgaven van den S e r a n g , en wel betrekkelijk het woord sijang, h e t -welk hij zich nu herinnert, dat ook door hem is gebezigd, en hetgeen leideren dag moet beteeken en. Hij heeft daarover met zijne medetolken geraadpleegd, en het z o u , naar hetgeen h e m daaromtrent is verklaard, misschien tot nadere verduidelijking kunnen strekken , indien hij den S e r a n g nog eens mögt hooren, omdat hij niet bepaald weet, of deze het woord sijang heeft gebruikt. Mogelijk heeft hij Strang met sijang verward.

De eerste besch. wordt hierop andermaal in de geregtszaal g e b r a g t , en wordt aanteekening gedaan in het proces-verhaal der teregtzit-ting , dat de tolk meent verkeerd verstaan te h e b b e n , en dat uit dien'hoofde de besch. andermaal is voorgebragt.

Op de nader door den heer Veenhuyzen gedane vraag geeft Sidin te k e n n e n , dat hij gezegd hééft, d a t , indien hij den kapitein iets boosaardigs wilde d o e n , hij hem dit niet op helderen dag zou hebben gedaan.

T h a n s herinnert zich de heer Veenhuyzen , dat dit werkelijk zoo even door den Serang is gezegd en hetgeen hem was ontschoten.

De besch. wordt daarop weder gebragt naar het v e r t r e k , v a n w a a r hij gekomen was.

W o r d t voortgegaan met het verhoor der overige beschuldigden.

De X V d e , SIDIN (matroos), was een der vier schepelingen , die , toon zich het schip nog te Ilellevoetsluis b e v o n d , de vrouw des doctors aan wal hebben gebragt. Op de v r a a g , waarom men eerst geen zin had om het te d o e n , toen het door den kapitein of van zijnentwege was v e r l a n g d , antwoordt hij , d a t , toen vier man voor de sloep g e k o m m a n -deetd w e r d e n , hij naar de schuit is gegaan en onmiddellijk heeft gehoorzaamd. Hij kon geen bezwaar er tegen h e b b e n , omdat hij nog niet gegeten had. Dien dag was hij tevreden over de voeding. Ook later heeft hij diezelfde tevredenheid behouden, want hij was m a a r matroos. Hij at evenwel slechts zeer weinig , omdat de visch te zout was. Hij heeft er echter nooit over g e k l a a g d , maar de Serang. Hij hevond zich in den morgen van 12 A u g . wel op liet d e k , maar was toen aan het werk. Nadat hij het schip had s c h o o n g e m a a k t , heeft hij touwwerk opgerold, en heeft ook gezien , dat de Serang op de campagne is gekomen en den kapitein heeft aangesproken. De woorden van den Serang komen hierop n e d e r : . A l s gij een beetje medelijden hebt met

146

-sie J a v a n e n , geef hun dan dien visch niet meer. Wij s t e r r e n van den honger.» En het antwoord van den kapitein w a s : • Daar geef ik niet o m ; als gij dood zijt, werp ik u over boord.« Bescb. bevond zich voor-aan , zoodat hij duidelijk alles heeft kunnen zien. Hij heeft hierop een pistoolschot uit de kajuit hooren v a l l e n , en toen heeft de k a p i -tein onmiddellijk een pistool uit de borst g e h a a l d , ten gevolge waarvan hem de S e r a n g toeriep: • schiet niet kapitein, herinner u toch de afspraak met den watersehout. » De kapitein is toen niet dadelijk a a n -gevallen. Besch. heeft zelf bepaaldelijk niet medegewerkt om den kapitein en den stuurman Soff aan te vallen. Ook later heeft hij niet gezien , dat aan den kapitein wonden zijn toegehragt. Hij heeft wel den Serang zien bloeden en daarop is bij gevlugt. Hij heeft om dezelfde reden ook niet k u n n e n zien , of Soff' verwond was. Hij was toch Weggeloopen en al de Europeanen bevonden zich binnen. Hij heeft vervolgens eene kleine schuit neergelaten. Hij heeft ook niet g e z i e n , dat de kapitein en anderen waren opgesloten in de kajuit door het toespijkeren als a n d e r z i n s , want toen was hij reeds in de kleine schuit afgezakt. Op de b e d e n k i n g , dat dit niet waar i s , want dat hij later gezien is in eene schuit, aan de achterzijde van het schip hangende aan een t o u w , huig nadat de kapitein en anderen waren opgesloten , — zegt hij , dat hij in zoover hangende w a s , dat hij zich aan den rand van het schip vasthield: maar hij deed dit niet om te komen l o e r e n , of de kapitein en anderen opgesloten waren. Hij ontkent voorts te hebben deel genomen aan den aanval en wederstand tegen den kapitein en den stuurman , want hij was reeds iu het schuitje tijdens het gebeurde.

De I V d e , KASIDIK, DÓ reden, waarom hij op 11 A u g . mede het werk had g e s t a a k t , w a s , omdat hij het met het voedsel niet kon volhouden.

Hij was niet sterk genoeg. Op de bedenking, dat van die zwakte niets is kunnen g e m e r k t w o r d e n , omdat hij later kracht genoeg ge-toond heeft, zegt h i j , dat hij tot op het einde toe niet sterk w a s ; want hoe k a n men werken , als men niet sterk genoeg is ? Ook op 12 A u g . behoorde hij tot d e g e n e n , die niet wilden werken. Toen de aanval begon , bevond hij zich in het logies. Hij had zich van daar op het dek begeven op het fluitje van den Serang. Deze had tot de Javanen gezegd: • Gij moet boven k o m e n , om de taal te hooren, die ik spreken z a l . . H u n doel was dus alleen om naar het gesprek te hooren , niet om zich te verzetten tegen den kapitein. Besch. bevond zich destijds bij de b a r k a s , en , nadat de Serang den kapitein had gesproken ,riep deze den baas t i m m e r m a n . D e baas timmerman heeft zich in, de kajuit begeven , nadat de kapitein hem iets in het Hollandsen bad gezegd ; w a t , weet hij niet. Kort daarna is een schot gevallen van bene-den. Of hetvan een geweer of van een pistool was , is hem onbekend.

Daarop heeft de kapitein een pistool uit zijn jas gebaald , maar de Serang heeft er zijne handen boven gehouden , vervolgens het pistool Weggenomen en op het dek geworpen. De kapitein heeft hem (Serang!

vervolgens t e r u g g e d u w d , en hem met een ander pistool een schot toegebragt, waardoor de S e r a n g verwond werd. De kapitein wilde het pistool andermaal laden , maar toen is hij (besch.) naar hem toe g e k o m e n , om hem vast te houden.

Voorzitter. Op ée'n punt spreekt hij niet de waarheid, want hij heeft vroeger gezegd, dat de kapitein niet geschoten heeft, toen hij aangevallen werd.

Besch. H e t is de wezenlijke waarheid. I k heb het met mijne beide oogen gezien.

— 147 —

Op de bedenking, dat het eerste schot uit de kajuit is gekomen

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN