• No results found

2.1.4 (Inter)nationaal Promoten van onze kennissectoren

Deelprogramma 2.4 Overige economie en werkgelegenheid

Lasten Baten Saldo

Afwijking( (bedragen x 1.000 euro) V 1.763 V 542 V 1.507 V 3.270

Vrijval kapitaallasten extra beleid (V 1,067 miljoen euro).

Doordat een aantal projecten later dan gepland in uitvoering zijn gekomen, betreft met name vooral het Forum, vallen de kapitaallasten lager uit dan geraamd.

Herwaardering bezit (N 200 duizend euro)

De jaarlijkse beoordeling van de boekwaarde van onze bezittingen heeft geleid tot een lagere waardering van een aantal. Het gaat om panden aan het Hereplein en de ALO-locatie aan de van Swietenlaan. Aan- en verkoop vastgoed (V 2,162 miljoen euro)

Het betreft de aan- en verkoop van een pand aan de H L Wicherstraat (lasten N 1,334 miljoen euro en baten V 1,334 miljoen euro), een grondverkoop in Hoogkerk (V 1,891 miljoen euro) een grondverkoop aan de Gdanskweg (V 496 duizend euro) en de overdracht Helperwestsingel (N 225 duizend euro). Bouwrijpe kavels (V 88 duizend euro).

Dit betreft de verkoopopbrengsten van stukjes tuingrond en restkavels van al afgesloten

grondexploitaties. De lasten vallen 27 duizend euro lager uit dan geraamd en de baten overtreffen de geraamde opbrengsten met 61 duizend euro.

Rente en Exploitatie NIEGG (V 401 duizend euro).

Betreft een voordelig resultaat op niet in exploitatie genomen gronden van per saldi 401 duizend euro. De lasten vallen 1,007 miljoen euro lager uit dan begroot en de baten zijn 606 duizend euro lager. Beheer binnenbezittingen (N 400 duizend euro)

Dit betreft het beheer en de verhuur in bezit zijnde panden en terreinen. De lasten vallen 285 duizend euro hoger uit dan geraamd en de baten zijn 115 duizend lager als geraamd.

Exploitatie Suikerunie (V 137 duizend euro)

In de begroting 2016 is een tekort op de exploitatie van Suikerunie opgenomen. Het werkelijk tekort op de exploitatie bedraagt 1,463 miljoen euro. De lasten vielen 138 duizend euro lager uit dan begroot en de gerealiseerde baten zijn 1 duizend euro lager.

Niet in exploitatie te nemen gronden (N 23 duizend euro).

Betreft een nadelig resultaat op niet in exploitatie te nemen gronden van per saldo 23 duizend euro. Toegerekende rente op reserves (N 475 duizend euro)

De toegerekende rentes aan de reserves Grondzaken (V 61 duizend euro), Grondbank (V 1 duizend euro) en Bovenwijkse Voorzieningen (N 537 duizend euro) vallen in totaal 475 duizend euro lager uit dan begroot.

OZB grondexploitaties (V 211 duizend euro)

In de begroting 2016 is voor de kosten van OZB in relatie tot grondexploitatie 400 duizend euro opgenomen. De daadwerkelijke kosten vallen in 2016 in totaal 211 duizend euro lager uit. Alternatieve financiering investeringsprogramma (-)

53

Betreft een technische afwijking op zowel lasten als baten. De lasten en baten zijn op andere kostensoorten verantwoord dan begroot (lasten V 1 miljoen en baten N 1 miljoen)

Regio Groningen Assen (V 201 duizend euro)

In de geactualiseerde Regiovisie is een verlaging van de jaarlijkse bijdrage aan de Provincie Groningen van 30% opgenomen. Deze verlaging leidt in 2016 tot een voordeel van 88 duizend euro ten opzichte van de begroting. Verder is de bijdrage 2016 aan de Provincie Groningen in het kader van "Groningen

Bereikbaar" 113 duizend euro lager in verband met een verrekening van kosten, die reeds in 2012 zijn gemaakt.

Erfpacht Waagstraat (-)

De baten en de lasten zijn in de begroting 2016 abusievelijk bij deelprogramma 2.4 geraamd in plaats van bij deelprogramma 8.7. De gerealiseerde baten en lasten zijn wel op deelprogramma 8.7 verantwoord. In deelprogramma 4.2. doet zich met betrekking tot dit onderwerp daarom zowel bij de baten als bij de lasten een afwijking van 330 duizend euro voor. Per saldo is dit neutraal.

Bijdrage in MVA naar beklemde reserve ( V 229 duizend euro)

In de Materiele Vaste Activa (MVA) was in een aantal gevallen sprake van een negatieve boekwaarde ultimo 2016. Dit is niet mogelijk op basis van regelgeving. Deze negatieve boekwaarden zijn ontstaan doordat bijdragen in de MVA ingeboekt zijn terwijl er nog niet voor datzelfde bedrag aan kosten is gemaakt. Om te voldoen aan de regelgeving worden de eigen middelen die in deze projecten zijn ingeboekt voor het deel waardoor een negatieve boekwaarde ontstaat, overgeboekt naar de exploitatie en verantwoord als resultaat. Deze bedragen moeten vervolgens worden gestort in een beklemde reserve, waaruit de toekomstige kapitaallasten worden gedekt. Binnen dit deelprogramma gaat het om het project Herinrichting Boterdiep-Bloemstraat.

Overig (N 128 duizend euro)

Diverse voor- en nadelen met betrekking tot ureninzet, uitvoeringskosten reguliere budgetten en meerjarige projecten tellen op tot een nadeel van 128 duizend euro.

54

PROGRAMMA 3 Onderwijs

We willen dat Groningen een stad is waar:

 Kinderen, jongeren en volwassenen optimale kansen krijgen hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen;

 Alle kinderen en jongeren naar school gaan en hun schooltijd afronden met een diploma.

Daarom zetten we ons in voor een goed onderwijsklimaat in de stad. Samen met de schoolbesturen werken we aan goed onderwijs dat goed op elkaar aansluit, dat ondersteuning biedt die aansluit bij de leerlingen en tegemoetkomt aan de vraag op de arbeidsmarkt. Om kinderen en jongeren optimaal uit te dagen zich te ontwikkelen en hen zo goed mogelijk voor te bereiden op de toekomst.

Het verzorgen van onderwijs is in Nederland primair de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen, binnen de kaders van de wet en de door het rijk gestelde voorwaarden. Als gemeente faciliteren we het onderwijs en hebben we een aantal wettelijke taken rondom het onderwijs: zorgen voor huisvesting en leerlingenvervoer en toezien op naleving van de leerplicht.

De Gemeente Groningen stelt zich ten doel in het onderwijs iedereen zoveel mogelijk gelijke kansen te bieden; achterstanden proberen we te voorkomen. Betere kansen creëren we ook door onderwijs te verbinden met andere maatschappelijke activiteiten en voorzieningen. In Groningen doen we dat vooral op de Vensterscholen. Ons onderwijsbeleid is nauw verbonden met het jeugdbeleid. Vanwege de actuele veranderingen in het sociale domein is het jeugdbeleid in de begroting 2016 ondergebracht in programma 4: Welzijn, gezondheid, zorg en vernieuwing sociaal domein.

Relevante beleidsnota's

Het programma is uitgewerkt in de volgende beleidsnota’s:

Kansen voor jonge kinderen (2009) Bestuursafspraken VVE (2012)

Ambitiedocument Vensterscholen (2013) Groninger Onderwijspact (2013)

Notitie afstemmingsoverleg Gemeenten-Onderwijs (2013) Integraal Huisvestingsplan 2016-2019 'Een stevige basis' (2015)

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Groningen (2014) Lokaal educatieve agenda (2014) Samenwerkingsovereenkomst Volwasseneneducatie (2014)

Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen 2014 (2013)

Belangrijke resultaten 2016

Het onderwijskansenbeleid is voortgezet. Net als vorig jaar scoren de leerlingen in het basisonderwijs in Groningen relatief goed ten opzichte van het landelijk gemiddelde en laten de schoolprestaties een positieve ontwikkeling zien. Via de werkwijze van onderwijsateliers hebben we verschillende initiatieven ondersteund in het onderwijs. Op deze manier stimuleren we ontwikkeling in het onderwijs met draagvlak vanuit het

onderwijsveld zelf.

Het aantal thuiszitters is sterk gedaald. De doelstelling om 80% daarvan weer terug te leiden naar het onderwijs is gerealiseerd.

Deelprogramma 3.1: Onderwijskansen

In het deelprogramma Onderwijskansen bundelen we ons beleid gericht op het creëren van optimale

55

aard en talent ontplooien en zich zoveel mogelijk zonder stagnatie ontwikkelen. Ook zien we ze graag opgroeien tot verantwoordelijke burgers en goed voorbereid op de arbeidsmarkt komen.

We willen bijdragen aan kwalitatief goed onderwijs dat goed op elkaar aansluit. Dit onderwijs biedt de ondersteuning die aansluit bij de leerlingen en tegemoetkomt aan de vraag op de arbeidsmarkt. Het daagt kinderen en jongeren optimaal uit om zich te ontwikkelen en bereidt hen zo goed mogelijk voor op de toekomst. Dit legden we met de onderwijsinstellingen – van voorschoolse instellingen tot en met universiteit – vast in het

Groninger Onderwijspact 2013

In het schooljaar 2014-2015 mocht Groningen zich dé onderwijsstad van Nederland noemen. Die titel dankten we aan de goede samenwerking tussen de kennis- en onderwijsinstellingen onderling en met de gemeente. Die samenwerking zetten we voort en versterken we waar mogelijk.

Beleidsvelden

 Kansenbeleid en kwaliteitsbewaking  Nieuwe impuls vensterschool  Volwasseneneducatie  Onderwijshuisvesting

 Natuur- en duurzaamheidseducatie Effectindicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van ons beleid in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator(en) Behaald

2015

Beoogd 2016

Behaald 2016

Gemiddelde score Cito-toets groep 8 (landelijk) - - -

Aantal niet werkende werkzoekenden <23 jaar zonder startkwalificatie

- - -

3.1.1 Kansen en kwaliteitsbewaking

Met het Kansenbeleid richten we ons in de eerste plaats op de jongste burgers van de stad. We bieden voorzieningen om (taal-) ontwikkelingsachterstanden te voorkomen en zo vroeg mogelijk aan te pakken. Om een goed leerklimaat in Groningen te stimuleren maakten we met de onderwijsinstellingen afspraken in het Onderwijspact in 2013. De oprichting van het Groninger College van Onderwijs komt hieruit voort. Binnen dit beleidsterrein is ook ons kwaliteitstoezicht op de voorschoolse voorzieningen en gastouderopvang

ondergebracht. We willen:

 Dat alle kinderen en jongeren in Groningen zich naar eigen aard en talent ontplooien, opgroeien tot verantwoordelijke burgers en goed voorbereid op de arbeidsmarkt komen;

 Dat kinderen een doorgaande ontwikkelingslijn volgen;

Voorschoolse voorzieningen en gastouderopvang van goede kwaliteit.

Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator (en) Behaald 2015 Beoogd 2016 Behaald 2016

Gebruik vve-programma’s door vve-doelgroep 92% 85% 91%

Leerwinst groep 2 ten opzichte van landelijk gemiddelde

55% 80% 52%

Geïnspecteerde locaties kinderopvang - 100% 100%

56

In 2016 wilden we de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) en schakelgroepen verder optimaliseren en het bereik van de doelgroepkinderen vve verder verhogen.

We hadden ons ten doel gesteld om op basis van de herziene kaders vanuit het Rijk het gemeentelijk kansenbeleid (inclusief vve) te herijken en vanaf 2017 in te voeren.

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

 De reeds ingezette maatregelen in het kader van het onderwijskansenbeleid zijn voortgezet. Dan gaat het onder meer om professionalisering van pedagogisch medewerkers en leerkrachten, en het maken van afspraken over een doorgaande ontwikkelingslijn van voorschoolse instellingen naar basisonderwijs;  In juni 2016 heeft een grote bijeenkomst rondom het kansenbeleid en vve plaatsgevonden, ter

voorbereiding op een nieuw beleidsplan voor Groningen voor 2018;

 Vanuit de kaders van het Groninger Onderwijspact hebben we initiatieven ondersteund die vanuit het onderwijsveld zijn aangedragen bij het onderwijsatelier. Net als in 2015 hebben we ook in 2016 een onderwijsatelier georganiseerd.

Conclusie

Deelname aan vve-programma's door de vve-doelgroep ligt ruim boven onze geformuleerde doelstelling, maar is ten opzichte van 2015 niet verder verhoogd.

De kwaliteitsslag die we willen maken in de voorschoolse periode heeft zich verder doorgezet. De resultaten van de kinderen in groep 2 liggen gemiddeld gezien boven het landelijk gemiddelde (67 ten opzichte van 62,8), maar we slagen er nog niet in om (de in de bestuursafspraken met het rijk zeer ambitieus geformuleerde doelstelling) 80% van de kleuters minimaal de landelijk gemiddelde leerwinst te laten behalen. Hierover voeren we

gesprekken met de schoolbesturen. In het afgelopen schooljaar heeft 52% van de kinderen in Groningen een bovengemiddelde leerwinst laten zien. Wel zien we dat er steeds meer aandacht is voor doorgaande ontwikkelingslijnen van kinderen. Er worden afspraken gemaakt tussen voorschoolse instellingen en het basisonderwijs, op basis van een gezamenlijke pedagogische visie (fundament). De bijeenkomst met het werkveld in juni 2016 heeft voldoende ingrediënten opgeleverd om het beleid, in lijn met het landelijk kader, te herijken vanaf 2018.

De werkwijze van de onderwijsateliers leidt via de ontwikkeling van nieuwe gezamenlijke initiatieven tot ontwikkeling en versterking van samenwerking in het onderwijsveld.

3.1.2 Nieuwe impuls vensterschool

In de Vensterscholen verbinden en bundelen we onderwijs met andere maatschappelijke activiteiten en voorzieningen. Bijvoorbeeld kinderopvang, Centrum voor Jeugd en Gezin, sport en welzijn. Hierdoor creëren we een rijk aanbod, dagen we kinderen uit en krijgen ze volop kansen om hun talenten te ontwikkelen. In 2013 verscheen het samen met de schoolbesturen opgestelde Ambitiedocument nieuwe impuls vensterscholen. Hierdoor voert het onderwijs nu de regie op de samenwerking. In een gezamenlijke stuurgroep zitten onderwijs, opvang, gemeente en het lectoraat Integraal jeugdbeleid.

We stimuleren vensterscholen om te werken aan versterking van de volgende vier thema’s:  Een gezamenlijk pedagogisch fundament;

 Doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot 13 jaar;  Ouderbetrokkenheid;

 Ondersteuning en zorg. Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

57

2016

Aandeel vensterscholen 60% >60% 70%

Score uitwerking thema’s Ruim

voldoende/goed

Ruim voldoende/goed

Ruim voldoende/goed

Wat wilden we bereiken in 2016?

We wilden in 2016 samen met het onderwijs en de voorschoolse instellingen de vier bovengenoemde pijlers van de vensterschool verder versterken. Daarnaast wilden we een goede verbinding en samenwerking realiseren tussen het onderwijs/voorschoolse instellingen en het wij-team.

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

 We hebben de vensterscholen gestimuleerd om plannen te blijven indienen en daarmee verder vorm te geven aan de pijlers;

 Vanuit de WIJ-teams zijn afspraken gemaakt en contactpersonen genoemd voor scholen en voorschoolse voorzieningen;

 Op een aantal scholen hebben we een zogenaamde brugfunctionaris gefaciliteerd om een brug te slaan tussen de school, ouders en het WIJ-team;

 In 2016 is tevens de evaluatie ‘Nieuwe impuls vensterscholen’ afgerond. Conclusie

Uit de evaluatie blijkt dat de nieuwe werkwijze zorgt voor een doorontwikkeling van de vensterschool. Vooral over de pijlers pedagogisch fundament (gezamenlijke visie van onderwijs en opvang) en de doorgaande ontwikkelingslijn is men zeer positief en is er veel gebeurd. Tevens komen uit de evaluatie een aantal

aanbevelingen die zijn overgenomen door de stuurgroep vensterscholen. Deze aanbevelingen hebben geleid tot een aantal opdrachten die in 2017 verder worden uitgewerkt. Het jaar 2017 is daarom als tussenjaar bestempeld, met als doel om een nieuwe fase te verkennen. Middelen die in dit jaar beschikbaar worden gesteld worden dan ook inzet om bestaande inzet te verduurzamen.

3.1.3 Volwasseneneducatie

Met ons beleid voor volwasseneneducatie richten we ons vooral op laaggeletterde volwassenen, analfabeten en mensen die vrijwillig inburgeren. We bieden leertrajecten gericht op deelname aan de maatschappij, werk en opleiding. We doen dit binnen de kaders van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB).

De gemeente koopt cursussen taal en rekenen in. Voor het formuleren van het educatiebeleid en de inkoop van de cursussen werken we samen met andere gemeenten in de arbeidsmarktregio. De gemeente Groningen coördineert als contactgemeente het regionale educatiebeleid.

We willen:

 Dat iedereen in Groningen kan lezen, schrijven en rekenen;  Dat iedere cursist zijn of haar hoogst haalbare niveau bereikt. Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator Realisatie 2015 Beoogd 2016 Realisatie 2016

Aantal nieuwe deelnemers basiseducatie 401 500 344

58

We wilden bereiken dat iedereen in Groningen op een voldoende niveau kan lezen, schrijven en rekenen zodat een zo groot mogelijk aantal mensen is staat is deel te nemen aan de samenleving. In overleg met andere gemeenten in de arbeidsmarktregio stelden we daarvoor een regionaal educatieplan op, op basis waarvan we cursussen taal en rekenen inkopen.

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

Op basis van het educatieplan hebben we een gedifferentieerd aanbod aan cursussen taal en rekenen ingekocht. Daarmee hebben we er voor gezorgd dat zo veel mogelijk mensen op hun eigen niveau kunnen deelnemen aan cursussen taal en rekenen.

Conclusie

De beschikbare middelen zijn ingezet voor cursussen Nederlandse taal en rekenen en Nederlands als tweede taal. De lessen worden verzorgd door de ROC’s, zowel centraal (op de ROC’s) als ook op diverse laagdrempelige locaties in de wijken. In 2016 zijn bij het Alfa-college en Noorderpoort 344 nieuwe deelnemers met een cursus gestart. De uitstroom is kleiner geweest dan verwacht. Daarom zijn er minder plekken vrijgekomen voor nieuwe instroom. Met 510 deelnemers die al eerder zijn gestart met een cursus taal of rekenen komt het totaal aantal deelnemers op 854.

3.1.4 Onderwijshuisvesting

De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs. We zien goede schoolgebouwen met voldoende capaciteit en een fris binnenklimaat als een belangrijke voorwaarde voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs.

In de verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs staat de procedure beschreven voor het opstellen en betalen van het programma onderwijshuisvesting.

We willen:

 Goede en goed bereikbare schoolgebouwen met voldoende capaciteit en een fris binnenklimaat. Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator Realisatie 2015 Beoogd 2016 Realisatie 2016 Basisscholen dat voldoet aan norm frisse school 80% 100% 98%

Wat wilden we bereiken in 2016?

In 2016 wilden we de vijfde en laatste tranche van het project Fris en Duurzaam realiseren. Dat betekende dat de laatste 5 schoolgebouwen voor primair (speciaal) onderwijs aangepakt zouden worden.

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

Voor de 5 laatste schoolgebouwen hebben de schoolbesturen plannen ontwikkeld en ingediend. De

werkzaamheden aan 4 schoolgebouwen zijn uitgevoerd en gecontroleerd. De werkzaamheden bij het laatste schoolgebouw worden begin 2017 afgerond.

Conclusie

Met een kleine uitloop in 2017 is ons doel ‘100% frisse en duurzame schoolgebouwen voor het primair (speciaal) onderwijs’ gerealiseerd.

3.1.5 Natuur en duurzaamheidseducatie

We bevorderen de kennis van de jeugd van de natuur, zodat ze later kunnen bijdragen aan een duurzame wereld. Daarom hebben we een gemeentelijk centrum voor natuur- en duurzaamheidseducatie. Dit is voor

59

basisschoolkinderen en aanvullend op het reguliere onderwijsaanbod. Hierbij werken we samen met de scholen. We bevorderen de kennis en ervaring bij de jeugd van de natuur en van mogelijke bijdragen aan een duurzame wereld via het Centrum voor Natuur- en Duurzaamheidseducatie (NDE). Het Centrum voor NDE zorgt onder andere voor lessen basisonderwijs op kinderwerk-tuinen, uitleen van lesmaterialen, advies aan scholen, excursies voor het basisonderwijs en de openstelling van het bezoekerscentrum.

Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator (en) Behaald 2015 Beoogd 2016 Behaald

2016

Aantal scholen dat gebruik maakt van NDE 92% 96% 92%

Aantal leerervaringen* 47.278 46.000 47.744

Wat wilden we bereiken in 2016?

We wilden in 2016 46.000 leerervaringen realiseren. Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

We hebben een gevarieerd programma aan lessen en leermiddelen aangeboden. Conclusie

Na een stormachtige groei vanaf de oprichting van NDE in 2009, is de productie naar een relatief stabiel niveau gegroeid (van 29.291 in 2009, naar 45.267 in 2014, naar 47.744 in 2016). Het aantal scholen dat deelneemt is licht gedaald. De jaarlijks gemeten tevredenheid van de scholen over de algemene dienstverlening is dit jaar gewaardeerd met een 8,7.