• No results found

3-Gemeenterekening-2016-Boekwerk-Gemeenterekening-2016-rv-6.pdf PDF, 7.71 mb

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "3-Gemeenterekening-2016-Boekwerk-Gemeenterekening-2016-rv-6.pdf PDF, 7.71 mb"

Copied!
492
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

GEMEENTEREKENING 2016

(2)

2

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Inleiding ... 4

Kerngegevens ... 6

PROGRAMMAVERANTWOORDING ... 7

PROGRAMMA 1 Werk en inkomen ... 9

PROGRAMMA 2 Economie en werkgelegenheid ... 25

PROGRAMMA 3 Onderwijs ... 54

PROGRAMMA 4 Welzijn, gezondheid, zorg en vernieuwing sociaal domein ... 64

PROGRAMMA 5 Sport en bewegen ... 93

PROGRAMMA 6 Cultuur ... 100

PROGRAMMA 7 Verkeer ... 111

PROGRAMMA 8 Wonen ... 133

PROGRAMMA 9 Kwaliteit van de leefomgeving ... 155

PROGRAMMA 10 Veiligheid ... 165

PROGRAMMA 11 Stadhuis en Stadjer ... 184

PROGRAMMA 12 College en Raad ... 194

PROGRAMMA 13 Algemene inkomsten en post onvoorzien ... 201

PROGRAMMA 14 Algemene ondersteuning ... 206

PARAGRAFEN ... 210

Paragraaf 1: Integraal gebiedsgericht werken ... 211

Paragraaf 2: Duurzaamheid ... 227

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing ... 240

Paragraaf 4: Onderhoud kapitaalgoederen ... 269

Paragraaf 5: Financiering ... 273

Paragraaf 6: Verbonden partijen ... 279

Paragraaf 7: Grondbeleid ... 303

Paragraaf 8: Lokale heffingen ... 312

Paragraaf 9: Bedrijfsvoering ... 322

JAARREKENING 2016 ... 341

Hoofdstuk 1: Financieel beeld ... 342

Hoofdstuk 2: Financiële knelpunten ... 357

Hoofdstuk 3: Bezuinigingen ... 359

Hoofdstuk 4: Investeringen ... 362

Hoofdstuk 5: Overzicht baten en lasten in de jaarrekening ... 368

Hoofdstuk 6: Balans ... 404

Overige gegevens ... 429

OVERZICHTEN ... 430

1: Verloopoverzicht reserves en voorzieningen ... 431

2: Toelichtingen op reserves en voorzieningen ... 433

3: Subsidies en inkomensoverdrachten ... 433

4: Investeringen ... 447

5: Begrotingsoverschrijdingen ... 453

6: Staat P... 458

7: Totaal overzicht extra beleid ... 461

8: Onderhoudsgegegevens gemeentelijke gebouwen ... 468

9: Sisa-bijlage ... 469

10: Kapitaallasten ... 476

11: Staat B... 477

12: Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves ... 477

(3)

3

13: Interbestuurlijk toezicht ... 479 14: Vennootschapsbelasting ... 487 Bestuur ... 489

(4)

4

Inleiding

Voor u ligt de Gemeenterekening 2016. In deze rekening verantwoorden wij het gevoerde beleid en de financiële resultaten over 2016. De basis voor ons beleid vormde de Gemeentebegroting 2016.

Uitvoering plannen in lijn met begroting

We zagen in belangrijke mate kans voorgenomen plannen en beleid uit te voeren met overwegend goed resultaat.

Trots zijn we op de 11 WIJ-teams die in de loop van vorig jaar actief zijn in de stad. We boekten stevige vooruitgang in de doorontwikkeling en de professionalisering. We werkten hard aan de inrichting van de WIJ- organisatie en de bijbehorende governance-structuur, de bepaling van de (kern)functies en de ontwikkeling van het gemeentelijk opdrachtgeverschap.

Het aantal banen groeide meer dan landelijk. Ook plaatsten we meer mensen op afspraakbanen weten dan we in onze begroting hadden opgenomen. Onze inspanningen binnen de Economische Agenda en G-kwadraat komen succesvol tot uitdrukking via Startup Delta en Startup City. Nieuwe winkelformules, minder leegstand en spraakmakende exposities in het Groninger Museum maken dat de Groninger binnenstad aantrekkelijker is voor bezoekers van de binnenstad.

Met zijn Nobelprijs voor de Chemie zette Ben Feringa Groningen nog steviger op de kaart als onderwijsstad, City of Talent en ‘smart city’. Ons kansenbeleid is de pijler onder een stabiele positieve ontwikkeling van de prestaties van leerlingen in onze stad. Nieuwe initiatieven in het onderwijs ondersteunden we via de onderwijsateliers en op die manier stimuleerden we de onderlinge samenwerking tussen de verschillende onderwijspartners.

De stad is veiliger geworden, zowel gelet op de beleving van de bezoekers als op het aantal geregistreerde geweldsdelicten en woninginbraken.

Aangekondigde beleidsvisies op tal van terreinen stelden we vast. Denkt u bijvoorbeeld aan het meerjarenprogramma Sport en Bewegen, Cultuurnota 2017-2020 en de toekomstvisie A-Kwartier.

We ontwikkelden slimme routes voor de fiets, bereidden de ombouw van de Zuidelijke Ringweg voor en we zagen het gebruik van het Openbaar Vervoer in de stad flink groeien. De druk en het vertrouwen op de woningmarkt neemt toe. We zetten in op nieuwbouw van onder meer extra wooneenheden voor jongeren, samen met particuliere beleggers en woningbouwcorporaties.

Met het energieprogramma hebben we een grote stap voorwaarts gezet. We verkenden samen met partners in stad en regio de route naar een energie-neutrale regio. We starten met het geothermieproject en staan aan de vooravond van grote opschaling van zonne-energieprojecten, terwijl ook Gresco resultaten boekt.

Tenslotte bouwden we (verder) aan een organisatie die kan meebewegen met ontwikkelingen in de samenleving.

Dat deden we in de lijn en in het Shared Service Center (SSC). We groeien kleiner onder invloed van nieuwe ontwikkelingen zoals verplaatsing naar het Noordelijk Belasting Kantoor en Outsourcing ICT, of juist groter (Wij - Teams). We bereidden met succes de start van een gemeentelijk vastgoedbedrijf voor.

We sloten 2016 financieel positief af, voornamelijk doordat de uitvoering van projecten of beleid over de jaargrens heenloopt. Over de bestemming van het resultaat bij de rekening maakten wij met uw raad onlangs nieuwe afspraken. Op grond daarvan kan een deel van het resultaat beschikbaar blijven voor het oorspronkelijke bestedingsdoel, bijvoorbeeld als het gaat om meerjarige projecten. Ook zagen we kans om het tekort op de BUIG in 2017 terug te dringen en ons weerstandsvermogen verder te versterken.

Kortom, we boeken vooruitgang en bouwen verder aan de eerder ingezette koers.

Met vriendelijk groet,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen,

(5)

5

De burgemeester,

dr. P.E.J. (Peter) den Oudsten

De secretaris,

drs. P.J.L.M. (Peter) Teesink

(6)

6

KERNGEGEVENS

Bedragen in euro's Rekening Begroting Rekening

2015 2016 2016

Sociaal Aantal inwoners

Jongeren (0 t/m 19 jaar) 37.887 38.823 37.819

Middengroep (20 t/m 64 jaar) 139.024 139.064 139.670

Ouderen (65 jaar en ouder) 24.359 24.328 25.022

Leeftijd onbekend 121

Totaal 201.270 202.215 202.632

Aantal bijstandsgerechtigden (ultimo jaar) 10.096 10.100 10.338

Aantal gesubsidieerde banen 83

Aantal WSW-ers iederz 1.129 1.149 1.053

Fysiek

Oppervlakte gemeente (in ha.) 8.375 8.369 8.369

Waarvan binnenwater 458 458 458

Historisch stads- of dorpskern 112 112 112

Lengte van de wegen (in km.) binnen de gemeentegrens

607 605 607

Woonruimten 99.940 99.491 101.169

Financieel

Totaal lasten 1.112.819.000 960.061.000 1.017.375.095

Totaal lasten per inwoner 5.529 4.748 5.021

Investeringen (excl. grondexploitatie) 60.948.000 42.964.000 84.114.000

Investeringen per inwoner 303 212 415

Opbrengst belastingen 70.967.000 73.496.000 73.430.000

Opbrengst belastingen per inwoner 353 363 362

Algemene Uitkering Gemeentefonds 439.296.000 443.556.000 453.884.064 Algemene Uitkering Gemeentefonds per

inwoner

2.183 2.193 2.240

Personeel

Totaal aantal FTE 2.945 2.885 2.787

(7)

7

PROGRAMMAVERANTWOORDING

(8)

8 PROGRAMMA’S

1. Werk en inkomen

2. Economie en werkgelegenheid 3. Onderwijs

4. Welzijn gezondheid, zorg en vernieuwing sociaal Domein 5. Sport en bewegen

6. Cultuur 7. Verkeer

8. Wonen

9. Kwaliteit van de leefomgeving 10. Veiligheid

11. Stadhuis en Stadjer 12. College en Raad

13. Algemene inkomsten en post onvoorzien

14. Algemene ondersteuning

(9)

9

PROGRAMMA 1 Werk en inkomen

In het programma Werk en inkomen richten we ons vooral op mensen in de beroepsbevolking en hun gezinnen.

En op jongeren die binnenkort op de arbeidsmarkt komen. Wij vinden dat iedereen die dat kan, ook zou moeten werken. Bij voorkeur in een betaalde baan. En anders als vrijwilliger, in een participatiebaan of activeringstraject.

Aan Stadjers die er niet in slagen op eigen kracht een minimuminkomen te verwerven bieden we inkomensondersteuning.

Relevante beleidsnota's

Het programma is uitgewerkt in de volgende beleidsnota’s:

Een vertrouwd gezicht (2016)

Plan schuldhulpverlening 2016-2020 (2016) Mee(r)doen in Stad (2015)

Invoering Participatiewet in de gemeente Groningen (2014)

Nota Maatschappelijke Participatie 'Meedoen maakt het verschil' (2013) Beleidsplan vernieuwing sociaal domein (2014)

Met elkaar, voor elkaar (2014)

Dienstverlening Werk & Participatie (2013)

Re) -visie zicht op werk & participatie in Stad (2012)

Grensverleggend aan het werk! Met een blik op de regio, kadernota arbeidsmarktbeleid (2011) Beleidsplan Schuldhulpverlening Gemeente Groningen 2012 – 2015 (2012)

Perspectief, actieplan tegen de armoede (2014) Handhavingsbeleidsplan sociale zekerheid 2014 (2014)

Belangrijke resultaten 2016

In 2016 hebben we meer mensen op weg kunnen helpen richting een stage of een baan dan beoogd. We hebben onze samenwerking met de partners in de arbeidsmarktregio verder versterkt. Dit heeft geleid tot mooie resultaten. Zowel in de aanpak van kwetsbare jongeren, op het gebied van SROI als de afspraakbanen. Tot en met augustus 2016 hadden we in onze arbeidsmarktregio al 1.740 afspraakbanen gerealiseerd. Dit is 800 meer dan het beoogde aantal van 935. In 2016 hebben we 17 nieuwe beschutte werkplekken gerealiseerd. Daarnaast zitten er nog 17 personen in het voortraject. Dit aantal is lager dan we als doelstelling hadden opgenomen.

Landelijk gezien doen we het echter goed.

In 2016 hebben we onze dienstverlening op het gebied van maatschappelijk participatie geëvalueerd. Op basis hiervan hebben we een aantal bijstellingen gedaan. We hebben meer ingezet op de begeleiding van de deelnemers en op scholing.

Eind 2016 bedroeg het aantal bijstandsdossiers 10.338. Dit is een stijging van 242 ten opzichte van eind 2015. Dit komt hoofdzakelijk door de instroom van statushouders, hetgeen bij het opstellen van de begroting niet was meegenomen, maar ook door de instroom van nieuwe doelgroepen (mensen met een arbeidsbeperking). Het aantal bijstandsdossiers nam weliswaar licht toe, maar steekt gunstig af bij de landelijke tendens. Het percentage uitkeringsaanvragen dat we binnen 8 weken hebben afgehandeld is in 2016 met 3% gestegen naar 92%. De tevredenheid van deelnemers en gebruikers van onze armoedeprojecten is groot. Daarnaast hebben de acties die we hebben ondernomen om de bekendheid van minimaprojecten te vergroten, succes gehad.

In 2016 hebben we verdere stappen gezet in aanbieden van onze dienstverlening in de wijken. We zijn in 3 wijken met een pilot schuldhulpverlening gestart. In deze pilot is een consulent schuldhulpverlening 2 dagen per week werkzaam als specialist in het WIJ-team. Deze consulent helpt mensen in de wijk bij het voorbereiden van de aanvraag voor schuldhulpverlening. Indien nodig gaan de medewerkers van de GKB mee op huisbezoek, adviseren ze over de inzet van vrijwilligers en fungeren ze als vraagbaak in de wijk. Sinds april is er in alle WIJ- teams een medewerker Inkomen een paar dagen in de week werkzaam als specialist. In alle WIJ-teams kunnen

(10)

10

mensen nu terecht om bijzondere bijstand aan te vragen en bereiden we samen met hen de aanvraag voor levensonderhoud voor. Daarnaast kunnen mensen terecht op het financieel spreekuur. Indien nodig gaat de medewerker Inkomen mee op huisbezoek.

We willen meer keuzevrijheid, eigen regie en maatwerk voor bijstandsgerechtigden. Met vertrouwen en een positieve benadering van bijstandsgerechtigden kunnen we mensen beter ondersteunen richting werk,

participatie of een verbeterd welzijn. In 2016 hebben we onze visie op inkomensdienstverlening 'Een vertrouwd gezicht' vastgesteld waarmee we aansluiten bij deze uitgangspunten. In 2016 hebben we met succes gelobbyd bij het Rijk voor experimenteerruimte binnen de bijstand. We willen kijken of we mensen sneller richting werk, meedoen of een verbeterd welzijn kunnen helpen als ze meer eigen regie en maatwerk krijgen. Onder voorbehoud van definitieve toestemming van het Rijk gaan we in 2017 van start met Bijstand op maat. We hebben de pilot Innovatie Schuldhulpverlening (Goede Gieren) en Parttime ondernemen voortgezet. Op het gebied van werk maken we sinds 2016 gebruik van Zelf aan het werk. Een innovatieve manier om vraag en aanbod te matchen. Daarnaast zijn we in 2016 gestart met het project Werk op Kop. Een wijziging in onze dienstverlening, die inhoudt dat we eerst met mensen praten over werk en daarna pas over de uitkering.

Tenslotte hebben we in 2016 een tweetal coöperaties ondersteund (Mooie Boel 050 en Jasmijn Zorgt). Via deze coöperaties krijgen vrouwen de kans om hun talenten in te zetten en hun vaardigheden te ontwikkelen.

Deelprogramma 1.1: Werk en activering

Bestaanszekerheid en maatschappelijke participatie bereiken we het beste via (betaald) werk. (Betaald) werk draagt in belangrijke mate bij aan persoonlijk geluk. Als gemeente hebben we een beperkte invloed op het aanbod van geschikte banen en de werking van de arbeidsmarkt. Via ons programma economie en werkgelegenheid werken we aan het behouden en creëren van voldoende werkgelegenheid.

In dit deelprogramma Werk en activering richten we ons op mensen die er niet in slagen op eigen kracht een plek op de arbeidsmarkt te vinden. Dat kan komen door het functioneren van de arbeidsmarkt zelf (Beleidsveld Arbeidsmarktbeleid), maar er kunnen ook persoonlijke oorzaken zijn (Beleidsvelden Werk en activering, Maatschappelijke participatie).

We willen dat iedere Stadjer die dat kan actief is. In een baan, als vrijwilliger of op een andere manier.

Beleidsvelden

 Regionaal arbeidsmarktbeleid

 Werk

 Maatschappelijke Participatie

Effectindicatoren

Met de volgende indicatoren wordt de werking van ons beleid in dit deelprogramma gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of eenmaal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator(en) Behaald

2015

Beoogd 2016

Behaald 2016

Aantal bijstandsuitkeringen 10.096 10.100 10.338

1.1.1 Regionaal arbeidsmarktbeleid

Op een goed werkende arbeidsmarkt zijn vraag en aanbod met elkaar in balans, nu en in de toekomst. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt vooral bij werkgevers, werknemersorganisaties en onderwijsinstellingen. Als gemeente zien wij voor onszelf ook een rol als actieve initiatiefnemer en ondersteuner van de samenwerking

(11)

11

tussen deze (sociale) partners. Wij richten ons arbeidsmarktbeleid zowel op de stad (Nieuwe aanpak arbeidsmarktbeleid) als op de regio (arbeidsmarktregio Werk In Zicht).

Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator (en) Realisatie

2015

Beoogd 2016

Realisatie 2016

Aantal plaatsingen door brancheteams 597 550 815

Aantal plaatsingen of plekken gerealiseerd

door SROI in arbeidsmarktregio 825 550 622

Aantal gerealiseerde afspraakbanen in

arbeidsmarktregio - 935 1.740

Wat wilden we bereiken in 2016?

De ontwikkeling van de werkgelegenheid is één van onze belangrijkste opgaven voor de komende jaren. Om een stad te kunnen zijn waar iedereen meedoet en waar iedereen tot zijn recht komt is het belangrijk dat we zo veel mogelijk mensen perspectief bieden op regulier werk. Om hieraan uitvoering te geven werken wij binnen de arbeidsmarktregio Werk In Zicht intensief samen met onderwijsinstellingen, vakbonden, werkgeversorganisaties en dienstverleners. Tevens zijn we in 2016 gestart met de ontwikkeling van de Nieuwe aanpak

arbeidsmarktbeleid. Hiermee werken we aan de inclusieve arbeidsmarkt die ook kansen biedt aan kwetsbare jongeren (tegengaan jeugdwerkloosheid), mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, vijftig plussers en mensen met een migratie achtergrond (diversiteit).

De doelen voor 2016 waren gericht op het realiseren van een beter functionerende regionale arbeidsmarkt met meer banen, meer mensen die vanuit een uitkeringssituatie aan de slag gaan en jongeren die beter toegerust zijn voor de arbeidsmarkt.

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

 Ondersteunen en ontzorgen van werkgevers;

 Stimuleren van Maatschappelijk Betrokken (Sociaal) Ondernemen;

 Ondersteunen en toepassen van Social Return on Investment (SROI);

 Kansen benutten in kansrijke sectoren en bij aardbevings-herstel/versterking;

 Mensen aan een reguliere baan helpen via regionaal Werkbedrijf 'Werk in Zicht'.

Conclusie

De samenwerking met relevante partners in de arbeidsmarktregio is in 2016 verder versterkt. Mede daardoor zijn we erin geslaagd kwetsbare jongeren beter in beeld te krijgen en richting werk te helpen.

Om werkzoekende jongeren zonder startkwalificatie richting onderwijs en werk te leiden (afhankelijk van wat passend en wenselijk is voor de jongere), is binnen het project 'Samen naar een werkende toekomst' ingezet op de onderstaande doelen:

 Jongeren matchen op werk;

 Versterken van de samenwerking tussen Werk, UWV en RMC (Werk/Onderwijs);

 Jongeren die buiten beeld zijn weer in beeld krijgen.

Daarnaast is stevig ingezet op het thema Sociaal Ondernemen en Social Return on Investment. Sociaal

ondernemen en SROI bieden kansen voor het creëren van werkgelegenheid voor de kwetsbare doelgroepen die centraal staan in ons arbeidsmarktbeleid. Wij werkten dan ook mee aan de realisatie van de Social Impact Day op 9 november 2016 dat als doel had sociaal ondernemen in Noord-Nederland te versnellen. De doelstelling voor het social returnbeleid in 2016 was het realiseren van 550 plaatsingen. Met 622 plaatsingen is die doelstelling

(12)

12

behaald. De kandidaten komen uit verschillende doelgroepen: 192 uit de P-wet, 112 uit de WW, 66 niet- uitkeringsgerechtigden, 173 uit de WSW en 4 met een Wajonguitkering. Er zijn 47 stageplekken en 18 BBL- plekken gerealiseerd, met name voor jongeren. Er is een Regionaal Coördinatiepunt Social Return opgezet.

Hiermee realiseerden we een uniform uitvoeringsbeleid voor ondernemers in Noord-Nederland wat positieve gevolgen heeft gehad voor ondernemers en kandidaten.

In 2013 is in een akkoord tussen werkgevers, werknemers en overheid afgesproken om binnen tien jaar 125.000 banen voor mensen met een arbeidsbeperking te creëren in het bedrijfsleven (100.000) en bij de overheid (25.000). Per arbeidsmarktregio maken gemeenten, UWV en sociale partners afspraken over de manier waarop ze de afspraakbanen gaan realiseren. In onze arbeidsmarktregio (Groningen/ Noord-Drenthe) doen we dit in het samenwerkingsverband Werk in Zicht. In november 2014 is als doelstelling geformuleerd om in de

arbeidsmarktregio voor het einde van 2016 minimaal 935 afspraakbanen te realiseren. Tot en met augustus 2016 zijn in de arbeidsmarktregio 1.740 afspraakbanen gerealiseerd. Dat zijn er ruim 800 meer dan het streefcijfer van 935.

De gemeente Groningen heeft zich als werkgever ten doel gesteld om in een periode van 10 jaar ruim 100 afspraakbanen voor arbeidsgehandicapten te realiseren. Eind 2016 ligt het totaal aantal gerealiseerde afspraakbanen bij de gemeente op 36. Dit is tien meer dan beoogd.

Onze doelstelling op het gebied van de plaatsingen door de brancheteams hebben we ruimschoots gehaald.

Meer dan in het verleden hebben we ook kandidaten van het UWV en andere gemeenten geplaatst. Deze goede resultaten zijn het gevolg van samenwerking in de regio, betere samenwerking met uitzendbureaus en de aantrekkende economie. Daarnaast hebben we ook meer dan in het verleden ingezet op parttime inkomsten.

1.1.2 Werk

Wij willen iedere werkzoekende die dat nodig heeft zowel actief maar ook passend bij zijn of haar persoonlijke omstandigheden ondersteunen op weg naar (betaald) werk. Mensen die niet op eigen kracht betaald werk vinden, ondersteunen we volgens de Participatiewet en de Wet Sociale werkvoorziening (Wsw).

We onderscheiden de volgende groepen:

 Mensen waarvan we verwachten dat ze relatief gemakkelijk aan het werk komen. Die ondersteunen we op afstand en allemaal op dezelfde manier;

 Mensen die niet op eigen kracht een reguliere baan kunnen vinden of uitoefenen, bieden we individuele begeleiding en helpen we aan (aangepast/begeleid) werk;

 Mensen die niet in een normaal arbeidsritme kunnen functioneren, begeleiden we naar maatschappelijke deelname of beschut werk;

 Jongeren zonder startkwalificatie leiden we, als dat mogelijk is, terug naar school. Zie ook het deelprogramma ‘Voorkomen schooluitval' in het programma Onderwijs.

Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator (en) Realisatie

2015

Beoogd 2016

Realisatie 2016

Uitstroom naar regulier werk 1.117 1.000 1072

Gedetacheerd* 806 770 782

Werkzaam op een begeleid werken plek 164 160 139

*Intern gedetacheerd, extern gedetacheerd en ondersteunend personeel.

(13)

13 Wat wilden we bereiken in 2016?

In 2016 wilden we bereiken:

 Uitstroom van 1000 mensen vanuit de bijstand naar regulier werk;

 Detachering van 770 SW-medewerkers via iederz:

 160 mensen werkzaam op een begeleid werken plek.

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

De onderstaande activiteiten zijn hiervoor uitgevoerd:

 Inzet van e-dienstverlening;

 Ondersteuning van werkzoekenden via het Centrum naar werk;

 Inzet van werkervaringsplaatsen/uitstroombanen;

 Samenwerking met uitzendbureaus;

 Detachering van SW-medewerkers bij reguliere bedrijven (via iederz);

 Het begeleiden van medewerkers op een 'begeleid werken plek' bij reguliere werkgevers.

 Vernieuwingen in de dienstverlening zoals Werk op Kop en Zelf aan het Werk.

Conclusie

In 2016 zijn er 1072 mensen naar regulier werk uitgestroomd. Dit is hoger dan onze doelstelling. Daarnaast zijn er ook mensen parttime aan het werk gegaan. Via parttime ondernemen of in loondienst. De verwachting was dat het aantal gedetacheerden via natuurlijk verloop zou dalen tot 770. We zijn iets hoger uitgekomen (782). Het aantal mensen op een begeleid werken plek daarentegen is sneller gedaald dan verwacht. Dit komt onder andere doordat een aantal mensen van Begeleid Werken naar detacheringen is over gegaan.

1.1.3 Maatschappelijke participatie

Ook als je niet (betaald) kunt werken, is het belangrijk actief te zijn in de samenleving en iets voor een ander te betekenen. Dat kan door deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten in de wijk of actief te zijn als

vrijwilliger. Dat kunnen ook eerste stappen zijn (terug) naar de arbeidsmarkt. Maatschappelijke participatie vindt in de praktijk plaats bij maatschappelijke organisaties en verenigingen. Als gemeente proberen we

maatschappelijke organisaties hierin te stimuleren. We bemiddelen en subsidiëren. We zoeken de verbinding met andere doelgroepen en beleidsterreinen.

Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator (en) Realisatie

2015

Beoogd 2016

Realisatie 2016 Aantal mensen dat actief is op een Participatie

baan 289 500 400

Aantal beschutte werkplekken (SW) 437 400 399

Aantal beschutte werkplekken nieuw

(Participatie wet) 0 50 17

Wat wilden we bereiken in 2016?

Doel van Maatschappelijke participatie is om mensen met een bijstandsuitkering met een afstand tot de arbeidsmarkt te activeren door Participatie-banen aan te bieden, wijkactiviteiten, ondersteuning en scholing.

Bij het project Kansen in Kaart gaan we in gesprek met mensen om hun potentieel in kaart te brengen en hen de mogelijkheden om maatschappelijk actief te worden voor te houden.

(14)

14

We organiseren beschutte werkplekken voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische

beperking. Het gaat om een groep mensen die intensieve begeleiding op de werkplek nodig heeft. Dit kunnen we niet verwachten van een reguliere werkgever.

Het aantal beschutte werkplekken onder de SW daalt door natuurlijk verloop naar 400 eind 2016. Het aantal medewerkers nieuw beschut onder de Participatie-wet neemt met 25 per jaar toe. We verwachtten dat er eind 2016 50 inwoners werken in een nieuw beschut baan.

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

Participatiebanen en wijkactiviteiten: Hiervoor hebben we:

 Een tevredenheidsonderzoek onder deelnemers op participatiebanen, deelnemers wijkactiviteiten en vrijwilligers uitgevoerd;

 Een minisymposium georganiseerd over wijkactiviteiten, en verdiepende panelgesprekken georganiseerd met aanbieders en met vertegenwoordigers gebieds- en WIJ-teams;

 Het aantal coaches meedoen uitgebreid van 6 naar 9 fte. Zij ondersteunen en begeleiden deelnemers;

 Scholingsmogelijkheden verruimd, en meer aandacht voor passend vervolg (maatwerk);

 Uitvoering Pr-offensief met voorlichting aan maatschappelijke organisaties en WIJ-teams rond participatiebanen en vrijwilligerswerk, en via gemeentelijke website, Kansen in Kaart en Link050;

 Een succesvolle pilot uitgevoerd met mensen die zelf op zoek mochten gaan naar een participatiebaan.

Kansen in Kaart (Cijfers over oktober 2015 - juli 2016)

 Van de 1.427 benaderde personen hebben we 877 mensen gesproken;

 Van hen waren 325 mensen al maatschappelijk actief;

 Na gesprekken zijn 102 mensen actief worden;

 Deelnemers zelf zijn erg tevreden over de open gespreksvoering en de ondersteuning.

Beschut

In 2016 lag de focus op het op gang brengen van de instroom nieuw beschut. Hiervoor hebben we de volgende acties ondernomen:

 Een nieuw instroomproces ontwikkeld en geïmplementeerd;

 Een belangrijk onderdeel van het nieuwe instroomproces is het leggen van nieuwe verbindingen met het Pro-Vso onderwijs. Daarnaast is de verbinding gelegd met andere instroomkanalen, zoals het werkplein en de WIJ-teams;

 Er zijn werkafspraken gemaakt met het UWV;

 Consulenten zijn getraind in de nieuwe werkwijze van het UWV.

Conclusie

Participatiebanen en wijkactiviteiten:

We hebben de 'producten' geëvalueerd met deelnemers, aanbieders en collega's in de gebieden. Op hoofdlijnen was er grote tevredenheid. Wel hebben we op basis van de bevindingen en andere analyse besloten om in 2017 te stoppen met de tijdelijke functie van participatiewerker, en hebben we meer ingezet op de begeleiding van deelnemers en scholing. We zetten meer dan voorheen activerend en motiverend karakter van ons aanbod, en inpassing in de nieuwe wijkstructuren.

Kansen in Kaart

De mensen die we bezoeken zijn zeer tevreden over de open gespreksvoering over hun leefsituatie. Het is een succesvolle, motiverende methode die navolging verdient in de reguliere dienstverlening van de directie Werk, Inkomen en Maatschappelijke Participatie. We sluiten aan op de energie van mensen en hun talenten, waardoor ze eerder actief worden. Het lukt ook steeds beter om mensen in beeld te krijgen en te houden.

(15)

15 Beschut:

In 2016 is het aantal medewerkers beschut onder de SW gestaag afgenomen door natuurlijke uitstroom. De instroom nieuw beschut komt op gang. In 2016 zijn er 17 mensen ingestroomd en zitten er 17 mensen in het voortraject (inclusief 2 mensen uit de gemeente Ten Boer). Het streefcijfer nieuw beschut blijft vooralsnog achter bij de doelstelling.

Deelprogramma 1.2: Inkomen en armoedebestrijding

Voortdurende financiële zorgen vormen een ernstige belemmering bij het deelnemen aan de samenleving. Met het deelprogramma Inkomen nemen we deze belemmeringen voor de doelgroepen weg. Dat doen we via het verstrekken van uitkeringen (Participatie-wet, IOAW, IOAZ, Bbz, BUIG) en met aanvullende financiële

ondersteuning via ons armoede- en minimabeleid. Aan Stadjers met problematische schulden bieden we schuldhulpverlening. In het contact met de cliënten is vertrouwen het uitgangspunt. Wel zien we toe op naleving van regels en voorwaarden.

Beleidsvelden

 Uitkeringen

 Armoede en minimabeleid

 Handhaving

 Schuldhulpverlening

Effectindicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van ons beleid in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator Behaald

2015

Beoogd 2016

2016 Behaald

Aantal bijstandsuitkeringen 10.096 10.100 10.338

1.2.1 Uitkeringen

We verstrekken uitkeringen op grond van de Participatie-wet, de IOAW, de IOAZ en de Bbz aan burgers die er recht op hebben. Dat doen we tijdig en correct. We informeren betrokkenen actief en duidelijk over de regels en voorwaarden. Tevens verstrekken we vergoedingen/tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang aan deelnemers aan re-integratietrajecten of op grond van sociaal-medische indicatie.

We willen dat iedereen die er recht op heeft op tijd een uitkering ontvangt. Hiervoor geldt een wettelijke termijn van 8 weken. Als norm voor rechtmatigheid geldt landelijk een foutpercentage van maximaal 1%.

Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator Realisatie

2015

Beoogd 2016

Realisatie 2016

%aanvragen uitkering dat binnen 8 weken is

afgehandeld 89% 100% 92%

Foutpercentage verstrekte uitkeringen 0.53% <1% 0,13%

Wat wilden we bereiken in 2016?

(16)

16

Het streven is om aanvragen voor uitkeringen voor 100% binnen 8 weken af te handelen. Er zullen altijd situaties zijn waarin het niet lukt om het recht op een uitkering binnen 8 weken vast te stellen. Dat betref situaties waarbij de termijn door de aanvrager zelf wordt overschreden doordat hij niet op tijd gevraagde aanvullende informatie om het recht op een uitkering vast te stellen, aanlevert.

Als norm voor de rechtmatigheid volgen we de landelijke norm van maximaal 1% fout. Overschrijding van deze norm leidt tot financiële risico's voor de gemeente.

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

 Uitkeringen rechtmatig en tijdig (binnen 8 weken) verstrekken;

 Vergoeden eigen bijdrage/tegemoetkomen kosten kinderopvang.

Conclusie

Ons streven is om 100% van de aanvragen binnen de termijn van 8 weken af te handelen. Het percentage over 2016 is 92%. Dit is een stijging ten opzichte van geheel 2015 (89%). Voor wat betreft de rechtmatigheid van de uitkeringen voldoen we nog steeds aan de landelijke norm.

1.2.2 Armoede en minimabeleid

We willen dat niemand in Groningen armoede lijdt. Rondkomen met een inkomen op of net boven het minimum is lastig. Met ons armoede- en minimabeleid ondersteunen we mensen die in armoede leven. Dat doen we met aanvullende financiële ondersteuning (vangnet). Dit combineren we met begeleiding waarbij mensen weer regie krijgen over hun eigen situatie (vliegwiel). We werken intensief samen met maatschappelijke partners en bedrijven (verbinding).

Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator (en) Realisatie

2015

Beoogd 2016

Realisatie 2016 Aantal toegekende aanvragen bijzondere

bijstand 5.766 Stabiel 6.470

Waarvan in het kader van de witgoedregeling 767 Stabiel 882

Aantal verstrekte individuele inkomenstoeslagen (voorheen LDT’s)

4.360 Stabiel 4.588

Aantal gehonoreerde vergoedingen ouderbijdrage schoolfonds (schooljaar)

2.236 Stabiel 2.117

Aantal deelnemers collectieve zorgverzekering Lichte daling Stabiel Lichte daling Aantal ondersteunings-contacten dat tot stand

komt binnen de projecten/overige activiteiten van het armoedebeleid

-

25.000 26.500

(17)

17 Wat wilden we bereiken in 2016?

Minimaregelingen

 Het was de verwachting dat het aantal toegekende aanvragen bijzondere bijstand stabiel zou blijven ten opzichte van 2015. Toen bedroeg dit 5.766. Er is dus sprake van een stijging van 12%.

 In 2016 zijn er 882 aanvragen voor de witgoedregeling toegekend. We verwachtten een stabiele lijn in de aantallen, maar in 2015 zijn er 767 aanvragen toegekend. We hebben 15% meer verstrekkingen gedaan dan in 2015.

 In 2016 zijn er 4.588 individuele inkomenstoeslagen verstrekt. Het was de verwachting dat het aantal stabiel zou blijven ten aanzien van 2015, toen het aantal 4.360 bedroeg. Er is dus sprake van een lichte stijging.

 Over het schooljaar 2015/2016 zijn 2.117 vergoedingen ouderbijdrage schoolfonds verstrekt. Het was de verwachting dat het aantal stabiel zou blijven ten opzichte van 2015. In 2015 bedroeg het aantal 2.236.

We hebben dus meer verstrekt dan verwacht.

 Bij het aantal deelnemers aan de collectieve verzekering zien we een lichte daling, terwijl we een stabiele ontwikkeling hadden verwacht.

Armoedeprojecten

We willen bereiken dat steeds meer mensen in armoede verlichting ondervinden van hun financiële nood en net als anderen kunnen meedoen in de samenleving, en zo mogelijk een stap verder komen. De bewustwording van armoede als maatschappelijke vraagstuk wordt gestimuleerd en we leggen verbinding met allerlei

maatschappelijke organisaties om tot initiatieven te komen. Het bereik aan de deelname aan projecten en voorzieningen wordt vergroot.

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

We hebben:

 Bekendheid met ondersteuningsmogelijkheden en -regelingen vergroot; toegang verbetert;

 Mensen ondersteunt en gestimuleerd zichzelf en anderen te helpen;

 Initiatieven uit de samenleving gefaciliteerd.

Armoedeprojecten (niet uitputtend)

 Geïnvesteerd in contacten met ondernemers, onderwijsinstellingen, en projectuitvoerders;

 De bekendheid van armoederegelingen en voorzieningen vergroot;

 Trainingen Armoede dichtbij verzorgd aan 300 professionals om armoedesignalen te herkennen;

 Het gebruiksgemak en de bekendheid van de Stadjerspas vergroot, en de administratieve last teruggebracht doordat de Stadjerspas steeds vaker geldt als inkomenstoets;

 Contacten gelegd met WIJ-teams en gebiedsteams over afstemming en deskundigheidsbevordering;

 Een afwegingskader ontwikkeld om tot een goede afweging te komen over nut en noodzaak van projecten;

 Het accent op kinderen, jongeren en gezinnen verder aangescherpt, mede met het oog op de nieuwe kindmiddelen die we per 1 januari 2017 ontvangen van het Rijk.

 Nieuwe projecten opgepakt, zoals het beschikbaar stellen van bonnen voor speelgoed en kleding;

 Een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder deelnemers aan projecten en gebruikers van voorzieningen.

Conclusie

Minimaregelingen

De kosten voor de bijzondere bijstand zijn hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt onder andere door de toegenomen kosten voor bewindvoering en de kosten voor aanvullende bijstand aan jongeren onder de 21 jaar.

(18)

18

Ook het gebruik van de witgoedregeling en de individuele inkomenstoeslag is gestegen. De vergoeding ouderbijdrage schoolfonds en het aantal deelnemers aan de collectieve zorgverzekering zijn licht gedaald.

We hebben de bekendheid en toegankelijkheid van de minimaregelingen vergroot. Dit hebben we onder andere gedaan door de inzet van het Serviceteam en brugfunctionarissen.

Armoedeprojecten

De tevredenheid van gebruikers en deelnemers is zeer groot. Armoede als maatschappelijk vraagstuk is beter op de kaart gezet, zowel bij burgers, maatschappelijke organisaties als ambtelijke collega's. Een betere

informatievoorziening heeft geleid tot meer vraag bij diverse projecten en voorzieningen. Het aantal houders van de Stadjerspas is in 1 jaar gestegen van 8.000 naar 13.000. Ook worden er steeds meer voorzieningen aan gekoppeld. De ambtelijke projectgroep heeft zich ontwikkeld tot een expertiseteam. De inzet van

ervaringsdeskundigen blijkt goed te werken.

1.2.3 Handhaving

Het centrale doel van de afdeling Handhaving is het bevorderen van maximale naleving. Dit wil zeggen dat wij willen bereiken dat zo min mogelijk klanten een uitkering ontvangen waar zij geen recht op hebben. De nadruk ligt daarbij op preventie, pakkans en het terugdringen van de bijstandsuitgaven.

Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator (en) Realisatie

2015

Beoogd 2016

Realisatie 2016

Aantal beëindigde uitkeringen 399 daling 222

Aantal opgelegde boetes 430 daling 306

% toegekende uitkeringen 62% < 63% 62%

Wat wilden we bereiken in 2016?

We wilden maximale naleving en nalevingsbereidheid van wetten en regels. We verwachtten dat er in 2016 minder dan 63% van de uitkeringsaanvragen worden toegekend. Omdat we in 2015 incidenteel extra

handhavingscapaciteit hebben ingehuurd voor een grootschalige screening op rechtmatigheid verwachtten wij dat in 2016 minder uitkeringen beëindigd worden en minder boetes worden opgelegd

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

 Strenge controle aan de poort;

 Voorlichting over regels en sancties gegeven;

 Fraude-alertheid binnen de organisatie door middel van coaching medewerkers bevorderd;

 Themacontroles;

Conclusie

Het aantal beëindigde uitkeringen is volgens verwachting gedaald. Alle signalen die daartoe aanleiding gaven zijn onderzocht. De kwaliteit van de signalen is wel toegenomen. Ten opzichte van 2015 hebben we 4% meer beëindigingen uit onze onderzoeken gerealiseerd.

Het aantal boetes is volgens verwachting gedaald. Hier bovenop hebben we het laatste kwartaal nog wat boetebesluiten laten liggen omdat we een efficiëntere werkwijze aan het implementeren zijn. Inmiddels zijn we deze opgelopen achterstand aan het wegwerken.

Door het blijven inzetten op coaching van medewerkers hebben we de preventiequote van de instroom verhoogd naar 38%. De gepleegde inzet op dit onderdeel heeft ertoe geleid dat de preventiequote zich nu

(19)

19

stabiliseert zo rond de 38%. Overigens heeft dit niet tot negatieve gevolgen voor het aantal bezwaarschriften of klachten geleid.

1.2.4 Schuldhulpverlening

Problematische schulden ontnemen mensen elk perspectief. Via de Groningse Kredietbank (GKB) bieden we alomvattende schuldhulpverlening: we zoeken naar een oplossing voor de financiële problemen en tegelijk pakken we de oorzaken aan. Ook proberen we te voorkomen dat er (opnieuw) schulden ontstaan door preventie en nazorg. We werken intensief samen met WIJ-teams, maatschappelijke partners en relevante schuldeisers.

Prestatie indicatoren

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2016 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of eenmaal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Indicator (en) Realisatie

2015

Beoogd 2016

Realisatie 2016

Aantal aanmeldingen schuldhulpverlening 2.026 2.100 2.201

Aantal inschrijvingen schuldregeling 464 400 528

Aantal klanten in budgetbeheer 2.379 2.400 2.502

Aantal klanten in beschermingsbewind 749 800 798

Aantal aanvragen sociale kredieten 1.034 1.050 812

Wat wilden we bereiken in 2016?

We wilden schuldhulpverlening bieden aan burgers die dat nodig hadden. In 2016 wilden we (problematische) schuldsituaties van burgers stabiliseren en zo veel mogelijk oplossen. Daarnaast wilden we blijven inzetten op het voorkomen van schulden bij burgers (preventie) en het bevorderen van hun financiële zelfredzaamheid.

Verder wilden we de kwaliteit van onze dienstverlening borgen door te voldoen aan de door de

koepelorganisatie NVVK en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gestelde eisen. We streefden er naar om voor onze burgers die dat nodig hadden zoveel mogelijk als gemeente zelf het beschermingsbewind uit te voeren.

Wat hebben we hiervoor gedaan in 2016?

Uitvoeren schuldhulpverlening GKB;

 Preventie-activiteiten, samen met scholen, vrijwilligers en maatschappelijke instellingen;

 Met preventie-activiteiten aansluiten bij de wijkgerichte aanpak;

 Kijken naar creatieve en alternatieve mogelijkheden voor afbetaling van schulden;

 Communiceren via nieuwe ICT-programma's en een webportaal;

 Zo veel mogelijk combineren van re-integratie en schuldhulpverlening.

Conclusie

De GKB heeft burgers met financiële problemen geholpen met gerichte informatie, advies, bemiddeling, cursus of crisisinterventie. Burgers met achterliggende (psychosociale) problematiek hebben we voor zover nodig doorverwezen naar het maatschappelijk werk of de hulpverlening. Indien burgers werden geïndiceerd voor een schuldregeling (schuldbemiddeling of saneringskrediet), budgetbeheer, duurzame financiële dienstverlening, budget-coaching of beschermingsbewind werden ze doorgeleid naar de backoffice van de GKB. Verder hebben we voor jongeren met schulden de eurocoach en het jongerenkrediet ingezet. De GKB werkte samen met én in de WIJ-teams, waardoor burgers eerder hulp zochten en voor nieuwe klanten vaak slechts één aanmeldgesprek voldoende was. Het aantal aanmeldingen voor schuldhulp is licht gestegen. We hebben ondanks de steeds complexer wordende dossiers meer trajecten voor budgetbeheer en schuldregeling kunnen opstarten. We hebben 700 burgers in beschermingsbewind en voor 98 burgers is er een aanvraag ingediend. De

afhandelingstermijnen bij de rechtbank zijn echter lang. We hebben minder sociale kredieten verstrekt, met

(20)

20

name omdat nieuwkomers vanaf medio 2016 niet meer via een lening van de GKB maar via leenbijstand hun woninginrichting vergoed krijgen.

We poogden schulden bij burgers te voorkomen en hun financiële vaardigheid te bevorderen. We zochten daarbij de samenwerking met scholen, vrijwilligers, maatschappelijke en hulpinstellingen, maar ook met

schuldeisers zoals deurwaarders en woningcorporaties. We hebben veel aandacht geschonken aan de inbedding van financiële educatie in het onderwijs (in brede zin: van basis- tot universitair onderwijs) en de ontwikkeling van nieuwe methodieken.

We sloten zoveel mogelijk aan bij de wijkgerichte aanpak bij ons aanbod van producten als informatie en advies en preventie-activiteiten. De consulenten van de GKB werkten samen met én in de WIJ-teams, onder andere door middel van fysieke aanwezigheid in de wijk en vaste contactpersonen.

We hebben de pilot Innovatie schuldhulpverlening voortgezet. Door een innovatieve en alternatieve omgang met schuldproblematiek en door te vertrekken vanuit een integrale kosten-baten analyse, wilden we aanvullende oplossingen mogelijk maken. We bekeken hoe de burger met schuldproblemen (al dan niet met behulp van zijn sociale netwerk) greep kon krijgen op het eigen leven. Het ging er daarbij om dat het nemen van initiatief door de burger (gedragsverandering) moest lonen, ook op de korte termijn. Voorop stond het handelen vanuit het eigen maatwerkplan van de burger. In 2017 evalueren we de pilot.

Om de klanten en samenwerkingspartners sneller en beter te bedienen hebben we ingezet op ICT-programma’s als digitale communicatie met schuldeisers en een webportaal voor klanten die hierdoor beter inzicht krijgen in hun bankrekening. De telefonische bereikbaarheid hebben we verder verbeterd.

Schulden vormen een belemmering voor re-integratie en participatie van burgers. We hebben zoveel mogelijk re-integratie en schuldhulpverlening gecombineerd. Een tijdige gerichte verwijzing en warme overdracht van bijstandsgerechtigden met schuldproblemen door de afdelingen Inkomen en Werk naar de GKB was daarom een belangrijk aandachtspunt.

De vraag naar schuldhulpverlening is in 2016 iets toegenomen ten opzichte van 2015. Het aantal aanmeldingen voor schuldhulp was groter onder meer in verband met de aanwezigheid van GKB-consulenten in een drietal WIJ- teams. De aantallen inschrijvingen voor een schuldregeling en budgetbeheertrajecten lagen hoger dan verwacht, onder andere door meer aanmeldingen en succesvolle stabilisatie van financiële huishoudens. De vraag naar beschermingsbewind was groot. Dat was ook de voornaamste oorzaak van de stijging van de kosten bijzondere bijstand. Dat betrof echter vooral de vergoeding voor beschermingsbewind aan externe bewindvoerders. We onderzoeken welke maatregelen we kunnen nemen om grip te krijgen op de vaststelling van de noodzaak van beschermingsbewind. We willen bij burgers die beschermingsbewind nodig hebben dit als gemeente zelf uitvoeren. Het aantal klanten in beschermingsbewind bij de gemeente had hoger kunnen zijn als er geen (lange) afhandelingstermijn bij de rechtbank van de verzoeken zou bestaan. Het aantal sociale kredieten is gedaald met name omdat nieuwkomers vanaf medio 2016 niet meer via een lening van de GKB maar via leenbijstand hun woninginrichting vergoed krijgen. De druk op de schuldhulpverlening bleef groot vanwege de toegenomen complexiteit van dossiers (door een toename van multi-problematiek, grotere schuldenpakketten en meer klanten met een eigen woning). We hebben geen wachtlijsten laten ontstaan en ons gehouden aan de wettelijke normtijden.

(21)

21

Wat heeft het gekost?

In dit onderdeel geven wij per deelprogramma een toelichting op de afwijking in de baten en de lasten

> 250 duizend euro.

Deelprogramma Primitieve begroting Actuele begroting Rekening 2016 Verschil

01.1 Werk en activering 72.462 78.692 73.287 5.405

01.2 Inkomen en armoedebestrijding 195.053 185.762 192.356 -6.594

Totaal Lasten 267.515 264.454 265.643 -1.189

01.1 Werk en activering -27.412 -27.866 -27.176 -690

01.2 Inkomen en armoedebestrijding -177.238 -154.556 -157.410 2.853

Totaal Baten -204.650 -182.423 -184.586 2.163

Totaal Saldo voor bestemming 62.865 82.032 81.057 974

Reserve mutaties

Totaal toevoegingen 0 0 0 0

Totaal onttrekkingen -10 -10 -10 0

Totaal saldo na bestemming 62.855 82.021 81.047 974

Financiële toelichtingen

Deelprogramma 1.1 Werk en activering

Lasten Baten Saldo

Afwijking (bedragen x 1.000 euro) 5.405 -690 4.715

Omzet SW detachering (N 554 duizend euro)

Binnen de uitvoering van de WSW onderscheiden we de onderdelen SW detachering en begeleid werken en SW beschut. De SW wordt langzaam afgebouwd. Dat zien we niet alleen terug in dalende aantallen SW medewerkers, maar ook in een dalende omzet bij gedetacheerden. Dit is het gevolg van het teruglopende aantal SW medewerkers dat is gedetacheerd. Per 1 december 2016 zijn dit er nog 703. Voor de vergoeding van de begeleidingskosten voor afspraakbanen verwachten we uit te komen op 162 duizend euro (op basis van gemiddeld 41 plaatsingen voor een heel jaar). De omzet neemt af en de inkomsten voor begeleiding nemen toe, resulterend in een nadelige afwijking van per saldo 554 duizend euro.

SW begeleid werken (V 233 duizend euro)

De kosten van begeleid werken dalen ten opzichte van de begroting met 230 duizend euro door de terugloop van het aantal personen waarvoor subsidie wordt verstrekt (begroot 160, stand per 31 december 139).

Bonus begeleid werken (V 330 duizend euro)

Van het Rijk is een stimuleringsbijdrage ontvangen over het jaar 2014. Hiermee was geen rekening gehouden in de begroting. Overigens is 2014 het laatste jaar waarover de bonus wordt vergoed.

Doelstelling van de bonus is om aangepaste werkgelegenheid te scheppen voor mensen die graag willen werken maar hiertoe onder normale omstandigheden niet in staat zijn.

Bedrijfsvoering SW beschut (V 793 duizend euro)

Bij de begroting is voor 350 duizend euro structureel extra beleid toegekend voor de verwachte knelpunten binnen de bedrijfsvoering van SW beschut. Door verschillende incidentele meevallers blijkt nu dat voor 2016 dit extra beleid niet nodig is geweest. Deze incidentele meevallers bestaan onder meer uit:

a. Omzet SW beschut minus de materiaalkosten (V 127 duizend euro)

Dit wordt vooral veroorzaakt door incidentele verkopen van voorraden en efficiencyvoordelen.

(22)

22 b. Bedrijfslasten (V 666 duizend euro)

Er zijn voordelen behaald op kapitaallasten, personeel, onderhoud en energie. De lagere kapitaal- en

onderhoudslasten worden verklaard doordat er niet geïnvesteerd hoefde te worden in nieuwe activiteiten voor klanten en er meer in house werd ontwikkeld. Op personele lasten is minder uitgegeven door onder andere het niet inzetten van vacatures. Door de verkoop van een deel van de Peizerweg vallen de energielasten lager uit.

We brengen de effecten van het niet besteden van de extra beleidsmiddelen in beeld voor het jaar 2017 en verder.

Loonkostensubsidie (V 1 miljoen euro)

In de begroting zijn wij uitgegaan van gemiddeld 120 te verstrekken loonkostensubsidies voor een heel jaar. Het blijkt echter dat we in 2016 op een realisatie zitten van gemiddeld 45 geplaatste personen. Ultimo 2016 zitten er in 79 geplaatste personen op een afspraakbaan of nieuw beschut. Daarmee valt ruim 1 miljoen euro vrij op dit budget.

Tegenover deze vrijval staan de bijstandslasten van de klanten die we met inzet van een loonkostensubsidie bij een werkgever hadden kunnen plaatsen.

Loonkosten SW (N 215 duizend euro)

Het nadeel op de loonkosten SW wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt doordat minder uitstroom heeft plaatsgevonden dan verwacht. Daarnaast is ook een aantal begeleid werkers terug gestroomd naar de SW. Deze zijn niet in de berekening van de loonkosten SW meegenomen.

Projecten uit het P-budget (V 900 duizend euro ) Bijstand op maat (V 200 duizend euro)

De vrijval is een gevolg van de latere opstart van het project ‘Bijstand op maat”. Hiervoor was in 2016 200 duizend euro gereserveerd.

Traject Zelfstandigen (V 200 duizend euro)

Daarnaast is er als gevolg van een te hoge inschatting van de uitgaven in de loop van het jaar nu sprake van een vrijval op de trajecten Zelfstandigen van bijna 200 duizend euro.

Participatiebanen (V 500 duizend euro)

Voor participatiebanen was het beschikbare budget van 2016 gebaseerd op maximaal 500 deelnemers. Bij de jaarrekening blijkt dat hiervan slechts 62% is gerealiseerd door minder instroom. Mensen nemen deel op vrijwillige basis. Participatiebanen zijn voor iedereen toegankelijk mits er aan de (lage) criteria wordt voldaan. Een analyse van de werkelijke instroom is hierdoor lastig te maken.

Regionaal werkbedrijf (V 472 duizend euro)

De invoering van de Participatiewet brengt met zich mee dat we mensen met een arbeidsbeperking zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers aan het werk willen krijgen. Als arbeidsmarktregio Groningen zijn we verplicht te komen tot de vorming van een regionaal Werkbedrijf. Hoe die banen tot stand komen en hoe de koppeling wordt gemaakt tussen banen en werkzoekenden wordt geregeld in het Werkbedrijf. Onder een Werkbedrijf moet worden verstaan een bestuurlijk samenwerkingsverband van vertegenwoordigers van gemeenten, UWV en sociale partners (werkgevers(organisaties) en vakbonden. Als centrumgemeente voor de arbeidsmarktregio ontvangt Groningen voor de inrichting van het Werkbedrijf in totaal 1 miljoen euro, verdeeld over 2014, 2015 en 2016. Ruim de helft van dit geld is nu ingezet. De inrichting heeft een doorloop naar 2017 en verder.

Samenwerkingsverband WIZ (V 182 duizend euro )

Werk in Zicht (WIZ) is het regionaal samenwerkingsverband voor de arbeidsmarktregio Groningen. De regio bestaat uit 27 gemeenten uit Groningen, Noord-Drenthe en het UWV. De regio is opgedeeld in vier subregio’s. Eén van de subregio’s is Centraal. De stad Groningen maakt hiervan deel uit naast nog een aantal andere gemeenten in de directe omgeving. Gemeente Groningen is centrumgemeente voor regionale samenwerking en voor de subregio Centraal. Het samenwerkingsverband wordt ondersteund door team regio ondersteuning WIZ. De kosten voor dit team worden gefinancierd uit bijdragen van de deelnemers, ESF subsidie en bijdragen van derden (zoals provincie Groningen). In 2016 is het team opnieuw gepositioneerd. Niet alle regiomiddelen zijn besteed in 2016.

ESF-subsidies (V 656 duizend euro )

De gemeente Groningen is aangewezen als centrumgemeente voor het aanvragen van ESF-subsidies.

(23)

23

Dit houdt in dat wij ESF-subsidie aanvragen voor de regio Groningen en de kop van Drenthe. De vrijval op ontvangen en rechtmatig verantwoorde ESF-subsidie wordt zoveel als mogelijk weer ingezet ter dekking van projecten die ook weer in aanmerking kunnen komen voor Europese subsidie. In 2016 is een drietal subsidiabele projecten

afgewikkeld, waaronder de versnellingsagenda en ESF jeugd 2 en 3. Per saldo resteert een vrijval van ruim 600 duizend euro.

Gesubsidieerde banen (V 89 duizend euro )

De omzet van mensen die zijn geplaatst op een gesubsidieerde baan bedraagt 130 duizend euro. De kosten van begeleiding bedragen 41duizend euro. In de begroting is daar onvoldoende rekening mee gehouden. Het aantal gesubsidieerde banen loopt in de komende twee jaar terug naar nul.

Sectorplannen SW (V 385 duizend euro )

Landelijk zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de innovatie en transformatie van de sociale werkvoorziening.

Groningen heeft hiervoor als centrumgemeente van de arbeidsmarktregio in 2015 incidenteel 2,2 miljoen euro ontvangen. Op deze manier zijn er middelen beschikbaar om maatregelen te kunnen nemen die bijdragen aan de veranderde rol die SW organisaties spelen bij de uitvoering van de Participatiewet. Het grootste deel van het ontvangen bedrag is doorgegeven aan de SW organisaties in de regio.

Bijdrage Rijk (V 125 duizend euro )

We hebben een extra ontvangen ESF-subsidie van het Rijk.

Overige afwijkingen (V 319 duizend euro )

Overige kleinere afwijkingen tellen op tot een voordeel van 319 duizend euro.

Deelprogramma 1.2 Inkomen en armoede bestrijding

Lasten Baten Saldo

Afwijking (bedragen x 1.000 euro) -6.594 2.853 -3.741

Buig (N 2,86 miljoen euro)

Het oorspronkelijk geraamde tekort op de BUIG (conform begroting) is 5,7 miljoen euro. Uit de jaarcijfers blijkt uiteindelijk dat het tekort 8,5 miljoen euro bedraagt. Dit is een verslechtering van het resultaat met 2,8 miljoen euro. Van dit nadeel heeft 2,3 miljoen euro betrekking op de uitkeringshoogte en 0,5 miljoen euro heeft betrekking op de grootte van het bestand. Het gemiddelde aantal klanten ligt ruim 30 personen hoger dan eerder aangenomen.

Het belangrijkste deel van het tekort zit in de dalende terugvorderingen van klanten. Hierbij kunnen we een drietal categorieën onderscheiden:

 Vanwege aanpassing van wet- en regelgeving is de termijn voor verrekening van vorderingen met de uitkering verlengd van 3 naar 6 maand. Hierdoor kunnen meer terugvorderingen worden verrekend met de uitkering met als gevolg minder vorderingen (0,6 miljoen euro).

 We hebben minder verrekeningen met het UWV (0,4 miljoen euro) omdat Wajongers met de mogelijkheid om te werken nu in de bijstand komen. Voorheen kwam deze groep ook wel in aanmerking voor een Wajong uitkering. Ook dit wordt veroorzaakt door aanpassing van wet- en regelgeving.

 We leggen minder boetes (0,2 miljoen euro) op door aanpassing van wet en regelgeving. Ook zitten wij dichter op de klant onder het motto voorkomen is beter dan genezen.

Bijzondere bijstand (N 1,85 miljoen euro)

De afwijking op de bijzondere bijstand, waaronder ook de langdurigheidstoeslag, de collectieve ziektekostenverzekering en de wet kinderopvang bedraagt per saldo ruim 1,8 miljoen euro nadelig.

Op de individuele bijzondere bijstand zien we een afwijking van 2,2 miljoen euro nadelig, vooral veroorzaakt door een steeds groter beroep op alle regelingen. In het oog springen de toegenomen kosten voor bewindvoering en de kosten van aanvullende bijstand aan jongeren onder de 21 jaar.

Daarnaast zien we enkele kleinere afwijkingen op de bijzondere bijstand, waaronder:

Individuele inkomenstoeslag: Het aantal verstrekkingen is gestegen met ongeveer 5%, terwijl we rekening hielden met een stabiel aantal aanvragen. Een nadelig effect van 157 duizend euro.

Collectieve ziektekostenverzekering: Dit resultaat wordt veroorzaakt onder andere door een afrekening van Menzis over 2015 van 183 duizend euro. De afrekening heeft betrekking op de voorschotbedragen die wij voor

(24)

24 de aanvullende verzekering betalen en het gebruik daarvan.

WKO (Wet kinderopvang): In de loop van 2015 is de regeling voor de sociaal medische indicatie aangepast. In de regeling is het aantal uren en de duur van de opvang gemaximaliseerd. Door de aanpassing zien wij dat zowel de aanvragen als ook de vergoedingen afnemen. Het totale resultaat is 240 duizend euro voordelig.

Individuele studietoeslag (V 415 duizend euro)

In 2016 is slechts een beperkt bedrag (31 duizend euro) verstrekt aan individuele studietoeslag. Door scholen aan te schrijven met informatie over de regeling, door advertenties in de gezinsbode en informatie op de website brengen we de regeling onder de aandacht bij de mensen die er een beroep op kunnen doen. Deze acties hebben nog niet geleid tot een substantiële toename van de uitgaven

Bedrijfsvoering (V 475 duizend euro)

Het positieve resultaat op de bedrijfsvoeringskosten wordt veroorzaakt door een incidentele onvoorziene vergoeding van personeelslasten en administratiekosten (200 duizend euro extra baten). Ook vallen de kosten van herplaatsers mee (100 duizend euro). Daarnaast is er sprake van een incidentele vrijval van administratiekosten bij de GKB (100 duizend euro) en er is minder uitgegeven op een aantal budgetten in de bedrijfsvoering (100 duizend euro).

Overige afwijkingen (V 79 duizend euro)

Overige kleinere afwijkingen tellen op tot een voordeel van 79 duizend euro.

(25)

25

PROGRAMMA 2 Economie en werkgelegenheid

Met meer dan 134.000 werkende mensen in 2016 is Groningen hét centrum van werkgelegenheid in de regio.

Werkgelegenheid ontstaat vooral bij bedrijven. Onze taak is ondernemers te faciliteren, uit te nodigen en aan te moedigen. Dat doen we door onze positie als kennisstad te versterken. We werken samen aan een aantrekkelijke stad met een krachtig toeristisch profiel. Ook bieden we ondernemers letterlijk en figuurlijk ruimte. Langs al deze sporen kiezen we voor open samenwerking met ondernemers en andere partners, met veel ruimte voor hun ideeën en initiatieven.

Wij willen dat Groningen een stad is:

 Waar bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden samen optrekken en belangrijke bijdragen leveren aan (nieuwe), duurzame en innovatieve werkgelegenheid;

 Met een levendige binnenstad en een grote aantrekkingskracht op ondernemers, bezoekers en toeristen;

 Waar ondernemers letterlijk en figuurlijk de ruimte krijgen en waar bedrijven zich graag vestigen.

Relevante beleidsnota's

Het programma is uitgewerkt in de volgende beleidsnota’s:

Economische Agenda 2015-2019 (september 2014), bestaand uit Convenant Ondernemend Groningen, Akkoord van Groningen 3.0 en G-kwadraat 2015-2019

Vaststelling visie werklocaties “Rode Loper” en de “Beleidsnotitie Westpoort” (september 2014) Strategisch evenementenbeleid (oktober 2014)

Concept-binnenstadsvisie Bestemming Binnenstad (juni 2015) Groningen geeft energie (juli 2015)

Belangrijke resultaten 2016 Groningen Next City

Groningen heeft zich het afgelopen jaar nationaal en internationaal op de kaart gezet met interessante bijeenkomsten en nieuwe ontwikkelingen. Onze stad is overzichtelijk en kenmerkt zich door korte lijnen in de Triple Helix waardoor samenwerking in onze stad meer vanzelfsprekend is dan elders. Met de Economische Agenda en het economisch Programma G-kwadraat 2015-2019 ondersteunen we projecten en initiatieven en zorgen voor een extra boost zodat onze regionale economie zich verder ontwikkeld. Deze boost drukken we uit in de multiplier, waarmee we aangeven hoeveel middelen we gemiddeld in projecten en initiatieven stoppen en wat de bijdrage van andere partijen is. Onze multiplier voor projecten uit G-Kwadraat is 1:8,5 geweest in 2016.

Dat is dit jaar iets hoger dan vorig jaar (1:7,9). Ook voor onze kennisprojecten hebben we in 2016 een hogere multiplier gerealiseerd van 1:17 (ten opzichte van 1:14 vorig jaar).

Meer banen en vestigingen

De Nederlandse economie is het afgelopen jaar verder aangetrokken. Dat zien we ook terug in de Groningse economie. Deze is het afgelopen jaar gegroeid met 1.952 banen. De werkgelegenheid is toegenomen naar 134.235 arbeidsplaatsen (april 2016). Dit is een groei van 1.5% ten opzichte van 2015 en ligt boven het landelijk gemiddelde van 1.1%. Met G-Kwadraat 2015-2019 willen we eind 2019 op minimaal 135.000 banen zitten. Als we deze ontwikkeling vasthouden gaan we deze doelstelling halen.

2013 2014 2015 2016 Aantal In %

Banen 131.644 131.153 132.283 134.235 1.952 1,5

Vestigingen 15.741 15.749 16.204 16.726 522 3,2

Bron: Onderzoek en Statistiek Groningen (peildatum april 2016)

Het aantal vestigingen is afgelopen jaar toegenomen met 522 nieuwe vestigingen. Dit is een groei van 3,2%

waardoor we in totaal op 16.726 vestigingen uitkomen. Verder is het aantal starters toegenomen naar 1.521 in

(26)

26

april 2016. Dit is groei van 15% geweest. Het aantal faillissementen is afgenomen naar 34 in april 2016. In 2015 waren dit nog 52 bedrijven en in 2014 nog 96.

Internationale kennisstad

Groningen is een innovatieve smart city. We sluiten aan bij nieuwe ontwikkelingen en zorgen dat verbindingen vertaald worden naar het bedrijfsleven waaronder het MKB. Groningen Digital City is hier een mooi voorbeeld waarin we in Groningen de basis creëren voor een toekomstbestendige Groningse Digitale economie die doorwerkt in andere sectoren en daarmee kansen biedt voor werkgelegenheidsontwikkeling. Groningen staat in de wereldtop van digitalisering en heeft jonge beroepsbevolking met goede IT skills. In de Digital Office

Groningen zijn de krachten gebundeld om vanuit een gezamenlijke ambitie plannen en projecten te ontwikkelen onder leiding van een Chief Digital Officer.

Als start-up city heeft Groningen zich in 2016 goed weten te profileren. Via StartupDelta heeft de stad het Groningse karakter van de start-up scene naar voren gebracht en de successen met de rest van Nederland gedeeld. Na special envoy Neelie Kroes is nu Prins Constatijn van Oranje-Nassau de trekker om het start-up ecosystem te verbeteren en verder te verbinden. Met Founded in Groningen zijn in een relatief korte tijd meer dan 400 bedrijven aangesloten die onder het mom van profileren en inspiratie het Groningse bedrijfsleven naar een hoger niveau willen tillen.

In 2016 hebben we het Internationaliseringscluster geprofessionaliseerd door focus en samenhang te brengen.

Daardoor kunnen we nu sneller en efficiënter inspelen op internationale bezoeken en activiteiten. Bovendien hebben we in Brussel vanuit de NG4 2 lobbyisten rondlopen waardoor we beter inspelen op Europese ontwikkelingen. Ook daar hebben we focus aangebracht zodat meer gebundeld projecten en initiatieven subsidies losgetrokken worden.

Bedrijvige stad

Ook het meer traditionele bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en de overheid weten elkaar via de

bedrijvenverenigingen en de Koepel Economische Agenda beter en sneller te vinden. Het afgelopen jaar zijn meerdere projecten in gezamenlijkheid van de grond gekomen waarbij het bedrijfsleven vooral initiërend is en de gemeente faciliterend, ondersteunend maar ook samenwerkend. Een paar interessante gezamenlijke projecten zijn naast het ondernemersnetwerk van Eurosonic-Noorderslag ook de Open dag van het bedrijfsleven en de collectieve surveillance van de stichting Beveiliging Bedrijfsomgeving Groningen.

Nadrukkelijk hebben we de samenwerking tussen het hoger en middelbaar onderwijs en het bedrijfsleven gestimuleerd. In de detailhandel hebben we gezorgd voor het verbinden van het MBO met bedrijven uit de binnenstad bijvoorbeeld voor stageplaatsen en het delen van retail-kennis. Maar ook in het hoger onderwijs hebben we studenten en bedrijven met elkaar verbonden.

We zien in 2016 een grotere bedrijvendynamiek dan in eerdere jaren. Nieuwe bedrijven kiezen voor Groningen als vestigingsplaats. Dit heeft ook geleid tot meer grondverkopen dan de jaren hiervoor, maar vooral ook veel meer ondernemers met verhuiswensen.

Verder hebben Groningse bedrijven zich goed laten zien in de diverse (internationale) rankings zoals in de Technology Fast 50 en in de Gazelle award.

Aantrekkelijke stad

Na een periode van toenemende leegstand heeft het afgelopen jaar een omslag plaatsgevonden. Nieuwe winkelformules hebben zich in de binnenstad van Groningen gevestigd waardoor de stad aantrekkelijker is geworden voor bezoekers. De leegstand is afgenomen. In 2016 hebben we meer mensen naar de stad getrokken en zien we voor het eerst weer een toename van de consumentenbestedingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de 'Aanbiedingsbrief Gemeenterekening 2016', waarin opgenomen de bestemming van het rekeningresultaat 2016, alsook de nieuw in te stellen en op te heffen reserves, vast te

Omdat we willen dat iedereen echt meedoet, zetten we niet alleen stevig in op werk, maar we willen ook dat zoveel mogelijk mensen naar vermogen maatschappelijk actief zijn in

Het verstrekken van vouchers (eenmalig bedrag) aan werkgevers is een succesvol onderhandelingsinstmment ter ondersteuning bij het realiseren van arbeidscontracten voor

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee de gemeenterekening is opgesteld, zijn er toch een tweetal fouten in het boekwerk geslopen.. De fouten staan in

Voor het programma basis- en kernregistraties is door uw raad een bedrag van 500 duizend euro uit middelen extra beleid voor 2014 beschikbaar gesteld.. Door

woonvoorraad nu en voor 2022. Naast de geschikte woonvoorraad kunnen Stadjers deelnemen aan allerlei activiteiten in de wijken en is deskundige zorg beschikbaar. Een

RUG 400 jaar / lustrum RUG &amp; City of Talent Uw raad heeft voor de uitvoering van het Akkoord van Groningen in 2013 een bedrag van 400 duizend euro beschikbaar gesteld.

Het EMU-saldo van de gemeente Groningen kwam voor 2019 uit op 68,0 miljoen euro negatief. Het betekent dat in EMU-termen de uitgaven 68,0 miljoen euro groter zijn dan