Kwaliteit van de leefomgeving

Lasten Baten Saldo

Afwijking (bedragen x 1.000 euro) 602 -134 468

Programmabudgetten (V 417 duizend euro)

In de begroting was het onderhoudsprogramma opgenomen, waarvan 417 duizend euro niet in het jaar 2016 kon worden uitgevoerd en de middelen overblijven en nu als bijzonder resultaat benoemd worden. Bij bedrijventerrein de Hoogte is de reconstructie van de wegen infrastructuur wegens vertraging bij de nutsbedrijven niet geheel uitgevoerd. Bij het plan tot herplant van bomen in de Reddingiusweg is door stagnatie in het bewonersoverleg het definitief plan van aanpak na de zomer vastgesteld en worden de benodigde vergunningen van kracht begin 2017. In de Enexis trafo-stations zitten nog openbare

verlichtingsaansluitingen. Een aantal van deze trafo-stations is nog gemaakt met asbest. Onderhoud moet in deze situatie uitgevoerd worden met bijzondere veiligheid maatregelen. De openbare

verlichtingsonderdelen worden zo spoedig mogelijk verwijderd uit deze trafo-stations en er worden aparte openbare verlichtingskasten geplaatst. Bij Enexis ontstond vertraging zodat dit in 2016 niet kon worden uitgevoerd.

Bijdrage in MVA naar beklemde reserve ( V 256 duizend euro)

In de Materiele Vaste Activa (MVA) was in een aantal gevallen sprake van een negatieve boekwaarde ultimo 2016. Dit is niet mogelijk op basis van regelgeving. Deze negatieve boekwaarden zijn ontstaan doordat bijdragen in de MVA ingeboekt zijn terwijl er nog niet voor datzelfde bedrag aan kosten is gemaakt. Om te voldoen aan de regelgeving worden de eigen middelen die in deze projecten zijn ingeboekt voor het deel waardoor een negatieve boekwaarde ontstaat, overgeboekt naar de exploitatie en verantwoord als resultaat. Deze bedragen moeten vervolgens worden gestort in een beklemde reserve, waaruit de toekomstige kapitaallasten worden gedekt. Binnen dit deelprogramma gaat het om het project Speelvoorzieningen.

Reguliere budgetten (N 205 duizend euro)

Nadelen op de reguliere budgetten zijn onder meer terug te voeren naar onvoorziene onderzoekskosten van bodem-vervuilde locaties, hogere kosten van gladheidsbestrijding en nog niet geheel uitgevoerde

bezuinigingen. Deelprogramma 9.2

Afvalinzameling en verwerking

Lasten Baten Saldo

Afwijking (bedragen x 1.000 euro) -1.177 1.512 335

Bedrijfsafval (V 320 duizend euro)

Ten opzichte van de begroting is er sprake van hogere baten van 288 duizend euro wegens een hoger afvalaanbod

dan begroot, waardoor meer tonnages in rekening konden worden gebracht. Tegelijkertijd konden we 32duizend

euro lagere kosten registreren, met als gevolg een positief resultaat van 320 duizend euro. Huishoudelijk Afval (V 15 duizend euro )

Er zijn minder kwijtscheldingen verleend dan in de voorgaande jaren. Dit heeft een positief effect op de baten van 519 duizend euro. Waarschijnlijk leidt een gunstiger economisch klimaat tot een geringere noodzaak tot

kwijtschelding van het betalen van de afvalstoffenheffing.

Bij het huishoudelijk afval waren er hogere baten wegens de meeropbrengst van kunststof uit de na-scheiding van kunststof uit het restafval. Dit had een positief effect op de baten van 647 duizend euro, maar ook een negatief effect op de lasten met 432 duizend euro. Voor papier en glas werden hogere vergoedingen gerealiseerd, hetgeen tot uitdrukking komt in lagere verwerkingslasten van 365 duizend euro.

Bij begroting 2016 was, conform het raadsbesluit uit 2012, bij de vaststelling van de tarieven rekening gehouden met een onttrekking aan de voorziening afvalstoffenheffing. Deze voorziening wordt hiermee weer naar het gewenste peil teruggebracht door het geld terug te geven aan de burgers. De onttrekking was bij de begroting

164

begroot op 790 duizend euro. Wegens de gerealiseerde hogere baten hoeft bij deze rekening geen onttrekking uit de voorziening plaats te vinden, maar kan een bedrag van 440 duizend euro worden toegevoegd aan de voorziening. Hier speelt ook een rol dat het ARCG wegens verlaagd risico z’n reserve kon delen met de deelnemende gemeenten: de gemeente Groningen kreeg hiervan 292 duizend euro.

165

PROGRAMMA 10 Veiligheid

Groningen is een stad waarin mensen zich veilig voelen. Dat danken we aan inspanningen van verschillende partijen op het terrein van preventie, handhaving en zorg. In ons collegeprogramma leggen we de nadruk de komende jaren op de aanpak van woninginbraken, geweldsdelicten, georganiseerde criminaliteit en overlast en Jeugd en Veiligheid. Veiligheid is zeer verweven met andere beleidsterreinen. Naast Jeugd zijn dat onder andere Maatschappelijke Opvang, WMO, Beheer en Onderhoud en Gebiedsgericht werken. Dit betekent dat de aanpak van veiligheidsthema’s bij uitstek een zaak is van samenwerken, afstemmen en informatie uitwisselen. De gemeente verzorgt meestal de coördinatie en regie van deze samenwerking en afstemming.

Ook in 2016 hebben we gewerkt aan de vijf ambities die u in de Kadernota Veiligheid 2015-2018 heeft vastgesteld en die als basis zijn gebruikt voor de opzet van de begroting en de rekening. Deze ambities zijn: We willen een stad zijn waarin:

 Alle Stadjers zich veilig voelen in hun woon- en leefomgeving;  Zo min mogelijk geweld is; thuis en op straat;

 Kinderen en jeugdigen veilig en verantwoord opgroeien;  We (zware) criminaliteit effectief bestrijden;

 Mensen geen onacceptabele fysieke risico's lopen. Relevante beleidsnota's

Het programma is uitgewerkt in de volgende beleidsnota’s:

Kadernota Veiligheidsbeleid 2015-2018 Horecanota 2011-2015

Nota nazorg ex-gedetineerden (2010)

Regionaal Beleidsplan Veiligheid Noord-Nederland 2015-2018

Regionaal Beleidsplan Veiligheidsregio Groningen 2011-2014

Beleidsplan “Strategische Koers Brandweer & Crisisbeheersing Veiligheidsregio Groningen 2014-2016 Regionaal Crisisplan (2014)

Brandbeveiligingsverordening (2012)

Regionaal Risicoprofiel regio Groningen 2010-2013

Beleidsregels prostitutie en andere seksinrichtingen (2016) Belangrijke resultaten 2016

In vergelijking met voorgaande jaren ligt het aantal woninginbraken nog steeds op een laag niveau. Belangrijke succesfactor hierin is de goede samenwerking met de politie en de woningcorporaties. Het aantal geregistreerde geweldsincidenten in de binnenstad op basis van aangiften, vertoont sinds 2014 een dalende lijn. Uit een in 2016 door bureau Intraval gehouden onderzoek blijkt dat 17% van de bezoekers van het uitgaansgebied

Poelestraat/Peperstraat aangeeft zich wel eens onveilig te voelen; in 2006 was dat nog 28%.

2016 is het jaar geweest waarin we onze aanpak van radicalisering verder hebben vormgegeven. We hebben in samenwerking met het Openbaar Ministerie (OM), politie, WIJ-teams en woningcorporaties circa 600

professionals getraind in het herkennen van signalen die wijzen op radicalisering.

In onze aanpak van ondermijnende criminaliteit hebben we intensief samengewerkt met de Belastingdienst, de politie en het OM. Deze samenwerking heeft geleid tot de intrekking en weigering van gemeentelijke

166