• No results found

gevestigd, kan door den residentierechter of te diens ver- ver-zoeke door het hoofd van plaatselijk bestuur, een geschikt

In document Burgerlijke Rechtspleging (pagina 78-81)

en vertrouwd persoon tot het doen der vereischte exploiten worden aangewezen.

De overeenkomstige bepaling in de rechtspleging voor de raden van justitie vinden wij in art. 198 Rechterl. Org. Het had dus voor de hand gelegen dit artikel in dat reglement in te lasschen, zij het dan ook min of meer gewijzigd, omdat het niet uitsluitend de deurwaarders bij het residentiegerecht betreft, en omdat dan niet uitdrukkelijk van de exploiten betreffende de tenuitvoerlegging gesproken zou behoeven te worden.

De bevoegdheid van de deurwaarders is, al is het niet met zooveel woorden gezegd, beperkt tot hun ressort. Omtrent de deurwaarders bij de raden van justitie moet er de aandacht op gevestigd worden, dat de hun krachtens deze regeling gegeven bevelen steeds moeten uitgaan van den residentierechter binnen wiens ressort de verrichting moet plaats hebben. Deze is toch krachtens het bepaalde bij al. 1 art.

934 Rechtsv. niet bevoegd tot het geven van rechterlijke bevelen, betrekking hebbende op handelingen buiten zijn ressort.

Van afwezigheid, belet of ontstentenis in al. 2 bedoeld, zal eventueel in de beschikking melding moeten worden gemaakt, omdat eerst daardoor de bevoegdheid van den residentierechter ontstaat een ander persoon daartoe aan te wijzen. Ditzelfde geldt voor het geval dat binnen tien palen van de plaats, waar het exploit moet worden gedaan, geen deurwaarder gevestigd is. Men had hier liever op het voorbeeld van art. 195 Rechterl. Org. gelezen „metterwoon gevestigd", omdat hier niet de standplaats, maar de woning bedoeld is.

Art. 934.

1. Wanneer een exploit, een getuigenverhoor of eene andere

rechtshandeling moet geschieden buiten het rechtsgebied van

den residentierechter, die van de zaak kennis neemt, roept

hij daartoe de tusschenkomst in van zijnen ambtgenoot, ook

buiten Java en Madoera, binnen wiens gebied de handeling

moet verricht worden, of, indien de handeling moet verricht

worden binnen het rechtsgebied van den landraad te Makassar,

van den raad van justitie te Makassar.

ART. 935. 69 2. H i j , wiens tusschenkomst is ingeroepen, geeft aan die opdracht gevolg en stelt den rechter van wien de opdracht uitging onverwijld met zijne verrichting of bevinding in kennis.

Dit artikel is evenals art. 1036 Rechtsv. een uitvloeisel van art. 33 Rechterl. Org., volgens hetwelk de rechterlijke colleges en ambtenaren onderling verplicht zijn aan letteren requisitoriaal gevolg te geven.

Geldt art. 1036 Rechtsv. alleen met opzicht tot de executie, het onder-havige artikel heeft het oog op gerechtelijke handelingen, die in den loop der procedure voorkomen.

Blijkens de aanvangswoorden, waarin het woord „rechtshandeling"

abusivelijk voor „gerechterlijke handeling" gebezigd wordt (1) is het artikel niet beperkt tot exploiten, en is het dus verkeerd geplaatst tusschen art. 933 en art. 935. De nadruk ligt dan ook niet op het woord exploit in den aanhef, maar op de daarin verleende bevoegd-heid de tusschenkomst van een ander in te roepen en de opgelegde verplichting deze te verleenen.

Behalve bij oproepingen zal het toegepast worden bij getuigenver-hooren, verhooren van deskundigen enz.

Voor zoover die exploiten enz. moeten geschieden in de Buiten-bezittingen, waar andere reglementen op het rechtswezen van kracht zijn, zullen met opzicht tot de formeele vereischten, waaraan zulk een exploit moet voldoen, de ter plaatse vigeerende bepalingen m, i. gevolgd moeten worden. In die gevallen zullen dus wel mondelinge relazen geoorloofd zijn. In het rechtsgebied van den landraad te Makassar zal de deurwaarder bij den raad van justitie aldaar zijn exploit volgens de in de Europeesche procedure voorgeschreven regelen moeten opmaken.

Art. 935.

1. Van alle exploiten, die betreffende de tenuitvoerlegging van het vonnis daaronder begrepen, wordt schriftelijk relaas in de Nederlandsche taal of in het maleisch met latijnsche karakters geschreven opgemaakt, waarvan afschrift aan den beteekende in persoon of te zijner woonplaats wordt uitge-reikt en het origineel aan den residentierechter ter hand

(1) Vgl. HUBREGTSE t. a. p., pag. '29.

70 ABT. 935.

2-esteld of door tusschenkomst van het hoofd van plaatselijk bestuur toegezonden wordt.

2. Indien echter de gedaagde, nadat hem de oproeping, in art. 929 bedoeld, is beteekend, ophoudt woonplaats of werke-lijke verblijfplaats op Java en Madoera te hebben zonder aldaar voor de verdere behandeling der zaak woonplaats te hebben gekozen, zullen alle verdere in het eerste lid bedoelde voor hem bestemde exploiten, worden aangeplakt aan de hoofd-deur van het kantoor van het hoofd van het plaatselijk be-stuur en zal een tweede afschrift worden beteekend aan het hoofd van het plaatselijk bestuur der bovengenoemde woon-of verblijfplaats, die het, zoo mogelijk, aan den gedaagde zal doen toekomen.

Mondelinge relazen zijn volgens dit artikel uitgesloten. Op Java en Madoera zal wel altijd iemand te vinden zijn, die vanwege de griffie voorzien van een goed model, dat kan invullen. Waarborgen dat de feiten in het relaas vermeld werkelijk hebben plaats gehad, biedt dat relaas evenmin als de dagvaarding door een deurwaarder bij den raad van justitie, die vaak meent te kunnen volstaan met de afgifte van het afschrift, zonder te zeggen waarvoor hij komt; waar nu de beteekende een afschrift daarvan krijgt, is dat zoo erg niet, en kan hij geen onkunde omtrent den inhoud van dat stuk voor-wenden. Overigens zal art. 3 Rechtsv. in deze toegepast kunnen worden, zoodat met de daarover bestaande jurisprudentie rekening kan worden gehouden.

De tweede alinea van dit artikel volgt uit het voorschrift van art.

116f Rechterl. Org., dat voor de competentie van het residentiegerecht eischt, dat de gedaagde op Java of Madoera woonplaats, gekozen woon-plaats', dan wel werkelijke verblijfplaats heeft. Toepassing van art.

934 is in dit geval dus niet noodig.

Omtrent de woonplaats van den eischer is niets bepaald. Ook het Inl. Regl. zwijgt er over. Volgens de procedure voor de raden van justitie zal hij procureur moeten stellen bij een der procureurs bij 'dat college, die volgens art. 188 Rechterl. Org. hunne woonplaats moeten gevestigd hebben binnen de vijf palen afstand van het gebouw in hetwelk het rechterlijk college, waarbij zij zijn aangesteld, zitting houdt.

In de inlandsche rechtspleging heeft het ontbreken van een overeen-komstig voorschrift, naar ik meen, nog nimmer tot moeilijkheden

ART. 936. 71 aanleiding gegeven. De eischer heeft er te veel belang bij, dat hij er is, en gemakkelijk gevonden wordt. Gaat hij echter buiten Java en Madoera wonen, dan zal voor hem van het voorschrift van art. 934 wel gebruik gemaakt moeten worden om hem op te roepen.

In het nauwelijks denkbare geval van art. 6 sub. 7° zal het exploit worden aangeplakt aan de hoofddeur van de gehoorzaal des rechters, voor Wien de vordering is voorgebracht; afgifte van een tweede af-schrift aan den ambtenaar van het openbaar ministerie bij het resi-dentiegerecht zal niet plaats kunnen hebben, omdat deze ambtenaar krachtens art. 116d al. 3 en 4 Rechterl. Org. niet onder de uitdruk-king „ambtenaar van het openbaar ministerie" begrepen is. (1)

Art. 936.

Alle vonnissen en beschikkingen worden door aanzeggingen

In document Burgerlijke Rechtspleging (pagina 78-81)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN