• No results found

De organisatie van de Nederlandse coassurantiemarkt: de marktpartijen

In document Mededinging en verzekering (pagina 130-145)

verzekeringsmarkt in Nederland

4.4 De organisatie van de Nederlandse coassurantiemarkt: de marktpartijen

In deze paragraaf bespreek ik de rol en de positie van de partijen die actief zijn aan de vraag- en aanbodzijde van de Nederlandse coassurantiemarkt. Zoals eerder gezegd doel ik bij de coassurantiemarkt op de groot zakelijke verzekeringsmarkt waarop commerciële risico’s doorgaans, maar niet uitsluitend in coassurantie worden verzekerd. De coassurantiemarkt omvat daarmee de verzekering van schaderisico’s die vaak te groot zijn om door één verzekeraar gedragen te kunnen worden.66 Daarbij zijn verschillende partijen betrokken. De spelers op de

coassurantiemarkt zijn de verzekeraars, gevolmachtigden en de beursmakelaars. Ik zal hun posities hieronder verder uitwerken. Tevens bespreek ik welk type bedrijven de verzekeringnemers zijn die hun risico’s in coassurantie laten verzekeren en welke rol brancheverenigingen in het geheel spelen.

4.4.1 Verzekeraars en hun gevolmachtigden (verticale vormen van samenwerking)

Als aanbieders van verzekeringen op de coassurantiemarkt treden op de verzekeraars en/of hun gevolmachtigden. De in Nederland gevestigde verzekeraars en gevolmachtigden vallen onder het toezicht van de Nederlandse Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Om verzekeringen te mogen aanbieden dienen zij over een vergunning van DNB te beschikken.67 Een vergunning van

DNB behelst een controle op de solvabiliteit van een verzekeringsmaatschappij en de betrouwbaarheid van haar bestuurders. De vergunningplicht voor verzekeraars

65 Zie uitvoeriger, hoofdstuk 6 (par. 6.2.2.2) van dit boek.

66 In par. 4.5.1 bespreek ik uitvoeriger welke producten de coassurantiemarkt omvat.

67 Zie artikel 2:27 lid 1 van de Wet op het Financieel Toezicht (Wft) voor de vergunningsplicht voor levens- of schadeverzekeraars en artikel 2:26a lid 1 Wft met betrekking tot de vergunningsplicht voor in Nederland gevestigde herverzekeringsmaatschappijen.

ONDER

heeft een Europeesrechtelijke oorsprong. Zij is neergelegd in artikel 14 van de Richtlijn Solvabiliteit II.68 De verzekeraars die risico’s in coassurantie verzekeren,

zijn vaak grote internationale verzekeraars die in Nederland een hoofd- of bijkantoor hebben. Voor verzekeraars die niet in Nederland hun hoofdkantoor hebben geldt een ander toezichtregime, al naar gelang zij in een andere EU-lidstaat of buiten de EU zijn gevestigd.69 Deze verzekeraars zijn op meerdere

coassurantiemarkten, wereldwijd, actief in het aanbieden van verzekeringen. Er zijn echter ook verzekeraars die zich gespecialiseerd hebben in de verzekering van bepaalde soorten specifieke risico’s, ook wel niche risico’s genoemd.

Onderscheid leidende en volgende verzekeraars

In de coassurantiemarkt komt veel gewicht toe aan de vraag of een verzekeraar een leidende, dan wel een volgverzekeraar is op een polis. In hoofdstuk 5, onder par. 5.2.1.2 en 5.1.2.3, zal ik uitvoeriger stilstaan bij het onderscheid tussen de positie van leider of volger bij coassurantie. Ik volsta hier met het vermelden dat de leider degene is die als eerste tekent en vaak (maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn) het grootste gedeelte van het risico op zich neemt.70 Bovendien legt de leider

vaak de basis voor de verzekeringsovereenkomst, en vinden met hem de meest wezenlijke onderhandelingen plaats. De volgverzekeraars hebben daarentegen een veel bescheidener rol omdat zij in de praktijk in de regel deelnemen tegen de tussen de makelaar en de leider bedongen condities.

Gevolmachtigd agenten en verticale vormen van samenwerking

Verzekeraars kunnen zich als gezegd laten vertegenwoordigen door gevolmach- tigde agenten. Een gevolmachtigd agent ontvangt krachtens artikel 3:60 lid 1 BW de bevoegdheid om in naam van de verzekeraar rechtshandelingen te ver- richten. Zo kan een gevolmachtigd agent verzekeringsovereenkomsten sluiten in naam van de volmacht-verlenende verzekeraar of uitkeringen doen uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst. Het optreden als gevolmachtigd agent valt eveneens onder de reikwijdte van de Wft.71 Op grond van artikel 2:92 Wft.

dienen gevolmachtigden te beschikken over een vergunning van de AFM.72

Gevolmachtigde agenten van verzekeraars treden op namens verzekeraars en mogen, afhankelijk van hun volmacht, verzekeringen tot een bepaald bedrag accepteren. Het kan ook voorkomen dat een gevolmachtigd agent van meerdere verzekeraars de volmacht krijgt om verzekeringsovereenkomsten te sluiten. Op die manier kan een gevolmachtigd agent zijn capaciteit om risico’s te verzekeren, vergroten. In die situatie kan een gevolmachtigd agent een poolovereenkomst sluiten met de verzekeraars waarin zal zijn bepaald tot welk bedrag en voor welk deel de verzekeraars hem de volmacht geven om risico’s te accepteren.

68 Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II).

69 Hiervoor verwijs ik naar de Wet op het Financieel toezicht (Wft). 70 NMa, Monitor Financiële Sector 2005, p. 88.

71 Afdeling 2.2.11 Wft. 72 Zie artikel 2:92 Wft.

ONDER

Gevolmachtigde agenten ontvangen dus van één of meer verzekeraars de volmacht om in naam en voor rekening van de volmachtgever verzekeringen af te sluiten. De gevolmachtigde agent is bevoegd om in naam van de volmachtgever rechtshandelingen te verrichten, uit hoofde van artikel 3:60 lid 1 BW. Onder de taken van de gevolmachtigde vallen ook het beheer en de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst.73 Op de Nederlandse coassurantiemarkt is, zoals ik

laat zien in par. 4.5, een relatief klein deel van de deelnemende verzekeraars vertegenwoordigd door gevolmachtigde agenten.

Verschillende motieven kunnen aan het verlenen van een volmacht ten grondslag liggen. Te denken valt aan distributieoverwegingen. Zo kan een in het buitenland gevestigde verzekeraar zich toegang verschaffen tot de Nederlandse markt door het verlenen van een volmacht.74 Ook vanuit efficiency- en/of kosten-

overwegingen kan een verzekeraar voor de bedrijfsvoering essentiële processen geheel of gedeeltelijk onder te brengen bij een gevolmachtigd agent.75 Het gebruik

maken van een gevolmachtigd agent voor de distributie van verzekeringen betekent mededingingsrechtelijk dat sprake is van een vorm van verticale samenwerking in de distributieketen. Bij verticale samenwerking gaat het kort gezegd om samenwerking tussen ondernemingen die op een verschillend stadium van de distributieketen werkzaam zijn en die betrekking hebben op de voorwaarden waaronder partijen bepaalde goederen of diensten kopen, verkopen of doorverkopen. In de volgende paragraaf bespreek ik de rol van de makelaar op de Nederlandse coassurantiemarkt.

4.4.2 De makelaar

Om een risico via de assurantiebeurs te kunnen verzekeren, zal een onderneming altijd een makelaar moeten inschakelen.76 Alleen door tussenkomst van

een makelaar kunnen risico’s in Nederland op de assurantiebeurs worden ondergebracht.77 De makelaar heeft daarmee in de Nederlandse markt een centrale

rol omdat hij degene is die de verzekeraars selecteert en als gezegd met hen onderhandelt over de voorwaarden waaronder zij de verzekering willen sluiten.78

Illustratief voor de rol van de makelaar is onderstaand citaat van Van Wulfften Palthe, oud-makelaar te Rotterdam.

‘De rol van de assurantie-makelaar is de volgende: Als goed koopman moet hij de hem opgedragen verzekering tot zo billijk mogelijke premie onderbrengen, waarbij hij er nochtans voor te zorgen heeft, dat hij zo gunstig mogelijke conditiën bedingt en de verzekering plaatst bij een als solide bekend staande maatschappij.’79

73 De Jong 2016, p. 47. 74 De Jong, NTHR 2017-6, p. 330.

75 De Jong, NTHR 2017-6, p. 330.

76 NMa, Monitor Financiële Sector 2005, p. 87; Baarsma e.a. 2008, p. 20; EY 2014, p. 119, rn. 339 en p. 125, rn. 363. 77 Ik vermeld hierbij dat het ook kan voorkomen dat een assurantietussenpersoon zich tot een makelaar wendt om een bepaalde post te plaatsen. De tussenpersoon die met de verzekeringnemer handelt wordt dan aangeduid als de servicing broker en de beursmakelaar als de placing broker. Zie over de onderlinge relatie tussen de servicing en de placing broker, De Vries, AV&S 2014/14 alsmede De Jong, NTHR 2015/1.

78 Vgl. Kamphuisen 2006, p. 14-15. 79 Van Wulfften Palthe 1949, p. 25.

ONDER

Het vat de rol van de makelaar samen: de makelaar is degene die een risico onderbrengt bij verzekeraars en namens de klant met de verzekeraar onderhandelt over de premie en de voorwaarden.80 Ondanks dat dit werd opgetekend in

1949 is in wezen de taak van een makelaar dezelfde gebleven. Hij bemiddelt in opdracht van zijn klant bij de totstandkoming van een verzekering en voert in dat kader de onderhandelingen met verzekeraars. De aard van de te verzekeren risico’s zijn uiteraard veranderd en dat brengt met zich dat de taak van een makelaar veelomvattender geworden in die zin dat zij meer zijn gericht op risicobeheersing en/of consultancy. Naast het onderbrengen van een risico is de continuering van de verzekeringsovereenkomst evenzeer van belang. Van een makelaar wordt (tegenwoordig) dus meer verwacht: hij dient onder meer aan de verzekeraar de relevante informatie te verstrekken die van belang is voor de totstandkoming van de verzekering.81 Daarnaast ligt het op de weg van de

makelaar om de verzekeringnemer op risico’s te wijzen en aanbevelingen te doen zodat die risico’s kunnen worden verkleind. Daar speelt ook een rol bij dat een makelaar als professionele partij de verantwoordelijkheid heeft om naar de voor de verzekeraar voor het sluiten van de verzekering relevante feiten te vragen en deze bij de verzekeraar te melden.82 Ook dient de makelaar zorgvuldig de

resultaten van de bemiddeling die hij in opdracht van de verzekeringnemer heeft verricht vast te leggen, onder meer van de voorwaarden waaronder de makelaar de verzekering bij verzekeraars probeert onder te brengen.

De onderliggende verhouding tussen de klant en de makelaar is doorgaans neergelegd in een overeenkomst van opdracht (Service Level Agreement). Daarop zijn de wettelijke bepalingen van artikel 7:400 e.v. BW van toepassing. Uit artikel 7:401 BW vloeit voort dat de opdrachtnemer bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen. Dat betekent dat de makelaar dient te handelen conform de norm van een redelijk handelend assurantietussenpersoon, en de artikelen 7:400 e.v. BW van toepassing zullen zijn.83 Er kan ook sprake zijn van lastgeving, als de makelaar de opdracht krijgt

om voor rekening van de verzekeringnemer een verzekeringsovereenkomst af te sluiten, wat in de praktijk doorgaans het geval zal zijn. De makelaar met zetel in Nederland die financiële diensten verleent met betrekking tot de verzekering van grote risico’s valt in beginsel ook onder het publiekrechtelijke gedragstoezicht, dat is neergelegd in de hoofdstukken 4.2. en 4.3. van de Wft en aanverwante regelgeving.84

De makelaar vervult dus een belangrijke spilfunctie bij coasurantie omdat hij degene is die vraag- en aanbod samenbrengt. Nu ik de positie van verzekeraars, hun gevolmachtigden en makelaars heb besproken, sta ik hieronder stil bij de vraagzijde van de markt.

80 Zie ook: Vergouwen 1945, p. 9.

81 Zie bijvoorbeeld Rb. Amsterdam 16 april 2008, ECLI:NL:RBAMS:2008:BE9577, S&S 2010/23, (Parcan/

Allianz).

82 Zie uitgebreid over de mededelingsplicht van de makelaar bij de verzekering ter beurze, Van Tiggele-van der Velde 2017, p. 71 e.v.

83 Asser/Wansink, Van Tiggele & Salomons 7-IX 2019/65. 84 Grote risico’s worden gedefinieerd in artikel 1:1 van de Wft.

ONDER

4.4.3 De vraagzijde van de markt

Er kunnen aan de vraagzijde van de coassurantiemarkt twee verschillende segmen- ten worden onderscheiden: de multinationals en de middelgrote ondernemingen. Het gaat dan om ondernemingen die grote risico’s lopen waarvoor coassurantie een passende verzekeringsoplossing is. In de eerste plaats zijn er de grote multi- nationale ondernemingen, zoals Heineken, Shell en Unilever. Dergelijke multi- nationals zijn professionele bedrijven die beschikken over een eigen risicomanager en die de behoefte hebben om hun grote en complexe risico’s bij verschillende verzekeraars onder te brengen. Voor multinationals zal coassurantie vaak de enige manier zijn waarop zij hun grote risico’s kunnen verzekeren. Voor de verze- kering van hun wereldwijde activiteiten zullen zij immers behoefte hebben aan de internationaal opererende makelaarskantoren. In de tweede plaats zijn er de middelgrote ondernemingen waarvoor coassurantie interessant kan zijn. Middelgrote ondernemingen kunnen coassurantie kiezen als alternatief voor de verzekering op de provinciale verzekeringsmarkt. De reden waarom zij voor coassurantie kiezen kan de lagere premie zijn dan bij verzekering op de provinciale markt of de service en kwaliteit bij de verzekering in coassurantie.85 Niet alleen

ondernemingen maar ook (semi) publieke overheidsinstellingen kunnen kiezen voor coassurantie. Bijvoorbeeld Universiteiten of gemeenten voor brandverzekeringen. Het gaat dan ook om omvangrijke risico’s waarvoor (ook) een makelaar wordt ingeschakeld om het risico, al dan niet, op de assurantiebeurs te verzekeren. Het is immers ook mogelijk dat een makelaar of gevolmachtigde buiten de beurs om dekking in coassurantie regelt. In die zin is coassurantie niet voorbehouden aan de assurantiebeurs, maar zou het ook daarbuiten kunnen plaatsvinden. In hoofdstuk 5, onder par. 5.2, kom ik hierop terug.

4.4.4 Verenigingsrechtelijke structuren

In deze paragraaf bespreek ik kort de verenigingsrechtelijke structuren. De belangrijkste overkoepelende brancheorganisatie voor de coassurantiemarkt is de Vereniging Nederlandse Assurantiebeurs (VNAB), waarin makelaars en verzekeraars zich hebben verenigd. De VNAB behartigt de belangen van de sector door het faciliteren van de markt middels een efficiënt elektronisch assurantie beurssysteem (e-ABS), door het bevorderen van kennisvorming en -overdracht, door het agenderen van voor de sector belangrijke maatschappelijke en commerciële thema’s alsmede door het voeren van een actief reputatiebeleid. De VNAB zet zich daarnaast in om leden, vakgenoten en stakeholders te verbinden en het ontmoeten van elkaar te bevorderen.86 Naast de VNAB heeft het

Verbond van Verzekeraars (het Verbond) een belangrijke rol. Het Verbond is de vereniging voor verzekeraars in Nederland. Het regelt belangrijke onderwerpen voor de verzekeringsbranche middels zelfregulering.

85 NMa, Monitor Financiële Sector 2005, p. 86. 86 Jaarverslag VNAB, 2016.

ONDER

Een van de belangrijkste voordelen verbonden aan het lidmaatschap van de VNAB is de toegang tot e-ABS. Vanwege de belangrijke rol van het e-ABS bespreek ik dit aspect hier wat uitvoeriger. Het e-ABS is een geavanceerd ICT- systeem waarmee makelaars, verzekeraars en expertisebureaus digitaal onderling gegevens kunnen uitwisselen over offertes en polissen, schades en financiële verwerking. Het systeem maakt het ook mogelijk om onderling berichten en/ of informatie uit te wisselen zoals het rondsturen van expertiserapporten. Het systeem bestaat – in de kern – uit drie aan elkaar gekoppelde modules: placement (het plaatsen van een risico), claims (schadebehandeling) en clearing (financiële verwerking en boeking). Sinds 2004 wordt het e-ABS gebruikt en vanaf dat moment worden risico’s op de Nederlandse coassurantiemarkt gewoonlijk verzekerd en afgehandeld via dit systeem in de plaats van de sluiting op de fysieke beursvloer. Het e-ABS is geschikt om de onderhandelingen over het risico (het offertetraject) tussen een makelaar en verzekeraars te faciliteren; evenwel komt het systeem in de praktijk pas in beeld als tussen partijen overeenstemming is bereikt.

Het bovenstaande maakt duidelijk dat het elektronische beurssysteem e-ABS de functie heeft van marktplatform. Vraag en aanbod ontmoeten elkaar en kunnen middels het elektronische beurssysteem zaken doen. Dat wil niet zeggen dat alle zaken en/of contacten daadwerkelijk geschieden langs elektronische weg. Navraag leert dat in de praktijk e-ABS vaak pas in beeld komt als het offerte- traject – dit staat centraal in het volgende hoofdstuk – al is gepasseerd. E-ABS wordt dan benut om de polisdocumenten in te plaatsen waarop het systeem een verdeelbrief genereert. E-ABS bewijst vooral zijn dienst bij de afwikkeling van schades, waar het systeem nuttig is voor het plaatsen van schaderapportages en het accorderen van schaderekeningen. Het offertetraject valt in de praktijk dus buiten het e-ABS. De makelaar zal, nadat hij met verzekeraars tot overeenstemming is gekomen, de relevante documenten in het e-ABS plaatsen. De verzekeraars zullen dan de polisdocumenten tekenen – de leidende verzekeraar zal als eerste de documenten tekenen en daarna de volgende verzekeraars – waarop het e-ABS een verdeelbrief genereert.87 Coassurantie kan echter ook voorkomen buiten

het elektronische systeem; wanneer een makelaar bijvoorbeeld coassurantie organiseert, al dan niet via een aanbesteding voor overheidsopdrachten, om een bepaald risico te verzekeren of wanneer partijen geen toegang hebben tot het elektronische beurssysteem.

Om als verzekeraar of makelaar lid te worden van de VNAB dient er voldaan te zijn aan een aantal toelatingseisen.88 Dat houdt onder meer in dat er, als eerder

gezegd, een vergunning moet zijn verleend door DNB (voor verzekeraars en gevolmachtigden met zetel in Nederland) dan wel de AFM (voor makelaars met zetel in Nederland), een verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering (voor makelaars en gevolmachtigden), het onderschrijven van de zogenoemde ‘Bipar

87 In hoofdstuk 5 zal ik uitvoeriger stilstaan bij de rol van het e-ABS en het digitaal ondertekenen van polisdocumenten bij het sluiten van een verzekering bij coassurantie.

88 Te vinden en te raadplegen op de website van de VNAB.

ONDER

principles’89 (voor makelaars) en de leden dienen te voldoen aan de Gedragscode

voor leden van de VNAB. Deze Gedragscode verplicht de verschillende leden om de gedragscodes van het Verbond van Verzekeraars (voor verzekeraars), het Adfiz (voor de makelaars), of de NVGA (voor de gevolmachtigden) te onderschrijven.90

4.5 Marktkenmerken

In deze paragraaf bespreek ik een aantal kenmerken van de coassurantiemarkt die relevant zijn voor de mededingingsrechtelijke beoordeling van samenwerkings- vormen. Bij een beoordeling van feitelijke samenwerking tussen marktpartijen dient immers altijd de economische en juridische context in aanmerking te wor- den genomen. Bij het in kaart brengen van een markt verdient een aantal kenmerken bespreking. In hoofdstuk drie, onder par. 3.3.1.4, heb ik daarvan reeds een overzicht gegeven. Ik noemde op die plek als relevante kenmerken voor het in kaart brengen van een markt: het aantal aanbieders, de marktmacht van de aanbieders/vragers, de aard van het product, toetredingsdrempels en de mate van transparantie op een markt. Hieronder wil ik bezien hoe deze factoren worden ingevuld voor de coassurantiemarkt in Nederland.

4.5.1 De producten

De producten die op de zakelijke verzekeringsmarkt worden aangeboden zijn schadeverzekeringen. Daarin kunnen verschillende branches worden onderschei- den. In de bijlage branches van de Wft. wordt een vrij gedetailleerd onderscheid gemaakt in schadeverzekeringsbranches en de indeling van de risico’s per branche.91

Dit is geïmplementeerd uit de indeling die wordt gegeven in bijlage A van de richtlijn ‘Solvabiliteit II’.92 Genoemd worden de volgende branches: ongevallen, ziekte,

voertuigcasco, casco rollend spoorwegmaterieel, luchtvaartuigcasco, casco zee- en binnenschepen, vervoerde zaken, brand en natuurevenementen, andere schaden aan zaken (waaronder wordt begrepen schade aan zaken wanneer deze zijn veroorzaakt door hagel of vorst alsmede door alle overige evenementen die niet reeds zijn begrepen onder de Branche brand en natuurevenementen), aansprakelijkheid (te onderscheiden in motorrijtuigen, wegvervoer, luchtvaarttuigen, zee- en binnenschepen en algemene wettelijke aansprakelijkheid), krediet, borgtocht, diverse geldelijke verliezen, rechtsbijstand en hulpverlening.

89 Bipar is de Europese brancheorganisatie van het verzekeringsintermediair. De Bipar principles bespreek ik uitvoerig in hoofdstuk 5, onder 5.3.

90 Het Adfiz is de branchevereniging van onafhankelijk financieel adviseurs in Nederland. De Nederlandse Vereniging van Gevolmachtigd Agenten (NVGA) is de branchevereniging van gevolmachtigd assurantiebe- drijven in Nederland.

91 Wet op het financieel toezicht, bijlage branches.

92 In bijlage A van de richtlijn Solvabiliteit II (Richtlijn 2009/138/EG) wordt een toelichting gegeven van de risico’s per branche. Van belang is dat de bepalingen inzake communautaire co-assurantietransacties (art. 190 t/m art. 196) van toepassing zijn wanneer de communautaire co-assurantietransacties betrekking hebben op een of meer in de branches 3 tot en met 16 van deel A van bijlage I ingedeelde risico’s en voldaan is aan de overige genoemde voorwaarden.

ONDER

Deze indeling wordt gebruikt om aan te geven of sprake is van een groot risico in de zin van de Wft. Bij de definitie van grote risico’s in de zin van de Wft. wordt namelijk verwezen naar de risico's die behoren tot de bovenvermelde branches Casco rollend spoorwegmaterieel, Luchtvaartuigcasco, Casco zee- en binnenschepen, Vervoerde zaken, Aansprakelijkheid luchtvaartuigen en Aansprakelijkheid zee- en binnenschepen. Ook de risico's die behoren tot de branches Krediet en Borgtocht zijn grote risico’s, voorzover de verzekeringnemer handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en het risico daarop betrekking heeft. Ten slotte zijn de risico's die behoren tot de branches Voertuigcasco, Brand en Natuurevenementen, Andere schaden aan zaken, Aansprakelijkheid motorrijtuigen, Aansprakelijkheid

In document Mededinging en verzekering (pagina 130-145)